Zij die gaan sterven, groeten u

Studentenrugby blijkt ultieme viriliteitstest
24/03/2012

Het Belgische rugby wint zienderogen aan populariteit en AUHA is al geruime tijd met de trend mee. Al 30 jaar trainen UARC The Midgets iedere woensdag de ziel uit hun lijf. Meer redenen heeft dwars niet nodig om een reportage te maken. “Een hooligansport gespeeld door gentlemen”, luidt het cliché. Daags voor de stadsderby tegen de Belgian Mariners van de Hogere Zeevaartschool (HZS), toetsen onze reporters Bart en Floris dat cliché, testen ze hun viriliteit en wagen zich tussen, maar vooral onder, een meute losgeslagen atletische stieren.

Wat begon als een leuk idee op een redactievergadering, werd enkele uren voor de training omgezet in vertwijfeling, nervositeit en zelfs een beetje angst. Gelukkig blijken wij niet de grootste watjes van dwars te zijn. “Enige kans dat de training en wedstrijd door regen worden afgelast?”, sms't onze fotograaf tijdens de regenachtige middag. En dat terwijl hij zich op veilige afstand van tackles en scrums zal houden. Iedere week trainen The Midgets namelijk in de Romeinse Put, waar de kleedkamers Spartaans zijn en het veld de arena is voor moderne gladiatoren. “Jullie hebben het niet getroffen”, zegt Atilla terwijl hij naar het drassige veld tuurt. “Het is al de hele middag aan het regenen.” Hier onderscheiden de jongens zich van de mannen. Of wij bij de laatste groep horen, moet dan nog blijken.

 

De Atelaw Bekele van dwars

The Midgets trainen al enkele jaren samen met RC Antwerp. Deels oefenen ze gemeenschappelijk, deels gescheiden. Na de opwarming neemt coach Wiggins het woord terwijl alle spelers zich in een stevige huddle gespen. Hoewel Floris niet bepaald een schriel mannetje is, knijpt de Antwerpse fullback hem zowat in twee. Het werkt ontspannend en tijdens het stretchen zijn de zenuwen al wat minder gespannen. De gedachte aan de William Lawson’s-reclame – no rules, great scotch – is dan ook nooit ver weg telkens de Britse coach zijn stem verheft. Floris moet Bart meteen onverbiddelijk corrigeren: “Uw ander rechterbeen stretchen”, sist hij. En dan dat kritieke moment, de eerste maal dat je met de handen in de modder landt. “Jullie zullen sowieso vuil worden, jongens.” Eerlijkheid gaat boven alles. Na het stretchen zouden we volgens coach Wiggins gaan ‘offloaden’. We verwachten ons aan een tactisch plannetje. Niets blijkt minder waar; de ex-militair gebiedt ons estafetterondjes te lopen op een veld waar je tot aan de enkels in wegzakt. Het heeft iets van een crosscountry run van één of andere Engelse boarding school. Terwijl de ervaren loper Bart zich ontpopt tot ware veldloper met Ethiopische allures, zeult Floris de overtollige studentenkilo’s over het veld. Halverwege het lopen haakt hij dan ook maar af. Terwijl Bart nog een aantal snedige aflossingen doet, bewaart Floris ‘wijselijk’ zijn krachten voor het vervolg van de training.

 

In het zand bijten

Als de groep zich opsplitst, worden The Midgets samen met enkele stootkussens naar het vettigste stuk van de Romeinse Put verwezen: een zompige, grasloze strook waar zelfs Sven Nys even van de fiets zou moeten wippen. “Komaan gasten, even de schouders los gooien!” roept Atilla. Op het eerste gezicht een onschuldige oefening, na een tiental tellen herkennen we echter spierpijnen die we pas ’s anderendaags hadden verwacht. “Nog tien keer snel”, vervolgt hij. “Tien, negen, acht, … drie, twee , één!” keelt de ploeg als was het baritonkoor. Voorzitter Yannick heet de nieuwelingen welkom en een andere speler vraagt al meteen of we daags nadien mee de derby willen betwisten. Na de training zal blijken dat wij die kelk aan ons voorbij zullen moeten laten gaan. Opnieuw knijpen we ons in een hechte huddle. Atilla verbloemt het niet: “Onze rucks lijken nergens naar.” Terwijl hij zelf een stootkussen neemt, stormt de eerste speler met de bal op hem af. Meteen daarna haken twee spelers in elkaar om Atilla nog enkele meters verder te duwen. “Wij moeten dus met onze schouder zo hard mogelijk op jou aflopen?” “Ja”, antwoordt hij. “En als die andere twee aan komen briesen, dan moeten we op de grond liggen zodat zij over ons heen kunnen?” “Uhu”, knikt hij vanachter het stootkussen. “Geen probleem”, zeggen we aarzelend in koor. Floris blijkt alvast een natuurtalent en hij doet Atilla merkelijk verder terugplooien dan voorheen. Met horten en stoten wordt hij tot stilstand gebracht. “Moet je in een wedstrijd ook op je tegenstander aflopen?” vragen we onwetend. “Maak je geen zorgen, de tegenstander komt wel naar jou toe”, lacht een van de spelers. Aarzelend geeft Bart het ook een kans, maar het lijkt wel alsof hij tegen een muur aanloopt en hij bijt in het zand. Gelukkig kan hij nog rekenen op de ploegmaats die hem dekking geven. De veer van het hardlopende pluimgewicht lijkt echter gebroken en niet veel later geeft de eerste reporter er de brui aan.

 

Gelukkig is er warm water

Nu de sportplunjes besmeurd zijn met kilo’s modder, lijkt een oefening op tackles vanzelfsprekend. Op een geïmproviseerd veld worden kort één-tegen-één, drie-tegen-twee en drie-tegen-drie gespeeld. Bij zijn eerste tackle mikt Floris op de heup van de chargerende speler. De aanvaller ontwijkt onze reporter relatief eenvoudig, en Floris glijdt een meter of acht verder door het glibberige slijk. Wat later lijkt de reporter zelfs te gaan scoren. Wanneer hij twijfelt om met de nodige flair naar de in-goal area te glijden, wordt de keuze voor hem gemaakt. Door een stevige beuk vliegt hij over een stootkussen dat als zijlijn fungeert. Enkele spelletjes later volgt een gelijkaardige situatie, deze keer blijft hij wel binnen de lijnen. “Proficiat, je hebt gescoord”, zegt Midgets-voorzitter Yannick, terwijl hij grijnzend kijkt hoe onze reporter zwarte blubber uitspuwt. Na nog eens een rondje om terug op te warmen, werpt ook Floris de handdoek in de ring en gaat op zoek naar een warme douche. Een kwartiertje later bevolkt ook de rest van ploeg de kleedkamer. “Nog warm water?” verlangen ze. “Vorig jaar was er enkel maar koud water.” Voor ons was geen bevestiging meer nodig: The Midgets zijn niet bepaald doetjes. We tellen onze blauwe plekken en keren naar huis.

 

Uno, due, tre vaffanculo

Een dag later ligt het wedstrijdveld van RC Antwerp er in vergelijking met het trainingsveld bij als een biljartlaken. De pelouse is smaragdgroen en de Belgian Mariners dartelen al fluks over en weer als een kudde opgewekte lammetjes. Auditief blijkt dat vooral de Franstalige studenten van HZS hun stevige schouders onder de Belgian Mariners zetten. Wat later druppelen ook The Midgets het veld op. Als voorzitter Yannick ons ziet, vraagt hij: “Gaan jullie jullie omkleden?” We passen beleefd als de Mariners bij wijze van opwarming suicides combineren met telkens twintig keer opdrukken. Ondertussen grappen The Midgets wat op hun helft. “What do I have to yell with a throw-in”, vraagt de Italiaanse Erasmus-student Matteo Lattuada. Een Italiaanse krachtterm lijkt de spelers opportuun. The Midgets lachen zich een deuk als Matteo uno, due, tre, vaffanculo roept. We zouden het nog een hele wedstrijd horen. Als de wedstrijd op gang is, heerst de sfeer van een echte derby. Geen van beide ploegen deinst voor iets of iemand terug. Halverwege de eerste periode breekt HZS door The Midgets-linie. Dankzij een dropkick staat het 0-3. De Midgets herpakken zich echter als ook hun schare trouwe fans van zich laten horen. Op het einde van de eerste helft volgt nog een klein opstootje tussen enkele spelers. De titel ‘Ploeg van ’t Stad’ staat niet voor niets op het spel, natuurlijk. Vlak voor rust nog dringen de Mariners nog een keer aan. In de tweede helft proberen The Midgets de bakens te verzetten, maar een eerste overwinning tegen de Mariners zit er ook nu niet in. 0-6. The Midgets laten het niet aan hun hart komen als ook hier de derde helft de belangrijkste blijkt.

 

The Midgets

In 1981 werd aan de toenmalige RUCA The Midgets opgericht. De onverschrokken rugbyploeg won in 1986 het universitair kampioenschap. In Antwerpen leek dus een mooie rugbytoekomst in het verschiet te liggen. De generatie '86, kreeg echter geen opvolging, waardoor de ploeg ophield te bestaan. In 2006 besloten jeugdinternationals Pepijn Mooren, Jonathan Zwijsen en Tom Ruytens de ploeg nieuw leven in te blazen. The Midgets nieuwe stijl is niet enkel een rugbyploeg voor de universiteit maar ook voor de Antwerpse hogescholen. The Midgets zijn hun voorgangers niet vergeten en organiseren ieder jaar een wedstrijd tussen ‘The New Midgets’ en Midget Old Boys. - 1986 Belgisch universitair kampioen - 2011 Belgisch universitair beach kampioen

 

Rugbyspelers aan de UA

Student Handelsingenieur Jef Van Tricht speelt voor de nationale ploeg onder 23, en speelde ook al voor het A-team. België onder 23 verloor in maart met 32-25 van hun Duitse tegenhangers. Bij de nationale dames hebben studente T.E.W. Dorien Van den Bosch en Yet Ceulemans (Geneeskunde) al enkele caps. In maart speelde Ceulemans nog tegen Duitsland. België verloor echter met 21-14 van de Mannschaft. The Midgets pakten op het Vlaamse kampioenschap de zilveren medaille in het rugby 7's. In de finale van deze Olympische variant was Hogeschool Gent met 34-0 te sterk.