Op 22 februari 2010 vond het Lingua Kortfilmfestival voor het eerst plaats. Promofilmpjes, gemaakt door het toenmalige praesidium, spoorden de studentenbevolking aan om hun zelfgemaakte kortfilms in te zenden, opdat ze voor het allereerst in Theater Het Klokhuis konden strijden voor de felbegeerde eerste plaats. Dit jaar vond de jubileumeditie plaats in Theater Elckerlyc. Wij gingen er de sfeer opsnuiven, strikten de organisatoren voor een interview en bekeken de vertoonde kortfilms.
Het Kortfilmfestival heeft een hele weg afgelegd in zijn tienjarig bestaan. Het onderwerp valt tijdens ons interview met Margot Bloemen over haar functie als socialemediamanager van UAntwerpen. Als Linguaan was zij aanwezig bij de eerste editie. Ze rakelt de YouTubefilmpjes op en lacht erbij. Niet indrukwekkend, geeft ze toe, maar dat deed niet af aan de kwaliteit die op het witte doek verscheen. Het festival bleek een succes: tien jaar later is het een vaste waarde in Lingua’s repertoire.
Voor de tiende editie pakte Lingua het ambitieus aan. Waar aanvankelijk een driekoppige jury plaatsnam, jureren ditmaal zeven mensen. Ook verschillende bekende gezichten, onder hen Sien Eggers, Carry Goossens en Koen Van Impe, maken deel uit van het beoordelingscomité, ter ere van het eerste decennium van het festival. “Dat geeft een beetje druk, ja,” geeft Ruben De Cock toe, cultuurverantwoordelijke bij Lingua en hoofdverantwoordelijke van het evenement. “Als iemand als Carry Goossens het niets vindt, ga ik daar wel een paar nachten wakker van liggen.” Hij lacht erbij: doemdenken is niet aan de orde.
“Het belangrijkste voor mij is dat het goed gaat voor de toeschouwers. Het blijft een evenement van Lingua. Een Nacht der Letteren, waar ik bijna alleen maar Linguagezichten in het publiek zie, moet even goed gaan als een Kortfilmfestival. Als organisator mag je daar geen groot onderscheid in maken. Natuurlijk levert het wat meer stress op: als ik een foutje maak voor eigen publiek, kan ik dat weglachen. Hier komen ook mensen van buiten de unief; als het dan misloopt, is dat de enige indruk die ze van Lingua hebben.”
cultuur tussen de cantussen
De grote ambities van het Kortfilmfestival zien we op verschillende vlakken. Het festival verschijnt in de Antwerpse kranten, heeft dit jaar een jury samengesteld met beroemdheden in de mix en is door de jaren heen verhuisd van een kleine zaal als Theater Het Klokhuis naar Theater Elckerlyc. “Ik vind het belangrijk dat we dat doen als studentenvereniging”, geeft Ruben mee. De reputatie van het studentenleven speelt daarin mee. Het idee dat studenten alleen maar drinken, dansen, zingen en dan nog eens drinken, wringt. “Met het festival tonen we dat studentenverenigingen ook iets anders doen dan feestjes organiseren. De culturele kant van het studentenleven is minstens even belangrijk.”
Publiek vinden voor een evenement dat minder rechtstreeks gelinkt is aan bacchanalen, is echter niet altijd evident. Genoeg studenten die het zien zitten, minder studenten die inderdaad komen opdagen. “Bij het Kortfilmfestival hebben we dat probleem niet zo. De achthonderd man die er in het volledige Elckerlyc zouden passen, krijgen we niet bijeen, maar dat is ons doel ook niet. Taal- en letterkunde is wel een dankbare richting voor dit soort evenementen: veel studenten in de faculteit zijn geïnteresseerd in een avondje kortfilms als vertier.”
ongefilterde creativiteit
“Vorig jaar kwamen er meer kortfilms binnen dan we konden tonen”, vertelt Ruben. “Toen moesten we selecteren, onder andere op tijd: we kunnen kiezen tussen acht kortfilms, waarvan er een dertig minuten duurt, of tien die korter zijn. De kortfilms die het eerst ingezonden zijn, tonen we, algemeen gesproken. Ik scan de beelden om ervoor te zorgen dat er niets in voorkomt dat echt te ver gaat, maar de films zelf bekijk ik niet. Het verhaal ken ik niet. We laten veel toe: het idee is dat iedereen zijn creativiteit kan tonen, censuur hoort daar niet bij.”
“De kwaliteit zit goed. Dit is de vierde keer dat ik aanwezig ben op het festival, de tweede keer dat ik het organiseer. De materie is globaal gesproken serieus: thema’s als verlies en depressie komen terug. De goede dingen in het leven verschijnen ook: zo wordt er elk jaar wel een kortfilm gemaakt die de band tussen mensen en muziek op een bijzondere manier brengt." Mensen denken weleens dat een studentikoos filmfestival alleen maar grappen en grollen brengt. "Ik vind het positief dat we verschillende thema's aanreiken. Al is het natuurlijk goed voor de sfeer dat er elk jaar wel een komische kortfilm tussen zit.”
twee groepen filmmakers
“Dit jaar is de eerste keer dat we met twee categorieën werken: een voor de liefhebbers, dus mensen zonder filmachtergrond, en een voor mensen die wel een filmachtergrond hebben. Inzendingen van makers die studeren aan het RITCS (Royal Institute for Theatre, Cinema and Sound, nvdr.) bijvoorbeeld. De vorige jaren merkten we soms een groot verschil op en op deze manier blijft het eerlijk. Dat verschil zit vooral in het feit dat RITCS-studenten meer middelen hebben om bijvoorbeeld goed beeld te leveren; de gemiddelde UAntwerpenstudent maakt sneller een filmpje op de iPhone.”
Jurylid en praktijkassistent Ruben Demasure staat achter de differentiatie. “Het is goed dat Lingua ervoor koos om zulk onderscheid te maken. Het verschil zie je in hoe de films gemaakt worden. Dat wil niet zeggen dat filmliefhebbers geen goede films maken, maar iemand die in zijn tweede jaar Filmstudies zit, filmt op een andere manier dan een amant. Als jury let ik bij de liefhebbers dan ook meer op het idee en het enthousiasme van de filmploeg. Wat ik erg waardeerde bij beide categorieën, was het feit dat er telkens iemand van de filmploeg was om enige achtergrond te schetsen bij de kortfilm. Ik denk dat het inspirerend werkt voor het publiek om hun leeftijdsgenoten over hun filmproces te horen praten, zeker als iemand vertelt dat ze het op haar gsm heeft gefilmd, niet ver van de universiteitsbuurt. Zo sta je er als toeschouwer toch dichterbij. Hopelijk begint het dan bij henzelf te kriebelen om een poging te wagen bij de volgende editie van het festival.”
een bonte verzameling films
De vertoonde films waren heel divers. Een humoristische bestekkleptomaan verscheen ten tonele, later gevolgd door een dramatisch moordmysterie. Beelden ter bezinning, een montage van een reis naar IJsland en een videocassette met relationele geheimen passeerden eveneens de revue. De diversiteit aan thema’s en stijlen is een groot pluspunt van het festival: zo voldoet Lingua aan hun belofte om een podium vrij te maken voor het filmtalent van de Antwerpse studentenbevolking. Er is voor elk wat wils. Ondergetekende kan de verdediging opnemen van een favoriete kortfilm, maar zou onherroepelijk verwikkeld raken in verhitte discussies met wie door een andere film recht in het hart is geraakt.
Demasure kan zich daarin vinden. “Binnen de jury hebben we wat gediscussieerd. Bij de liefhebberscategorie waren we er sneller uit, maar bij de tweede categorie, kortfilms van filmstudenten, duurde het langer om tot een consensus te komen. We werden allemaal door een andere kortfilm meegesleept, dan is het debatteren geblazen.”
Dat het festival zo inschikkelijk is in de selectie, zou als een minpunt kunnen worden gezien. Het is een bewonderenswaardig voornemen om de films niet te rigoureus te screenen om zo de volledige creatieve vrijheid te geven aan de filmmakers, maar de immer subjectieve component “smaak” kan daarin een moeilijke factor zijn. Het is goed dat zware thema's aan bod kunnen komen, maar dat zet de deur open voor theatrale leegte. Dat was, gelukkig maar, niet de norm van de avond. Een grote hulp daarbij was het brede scala aan aangereikte thematiek. Dat betekent wél dat de individuele toeschouwer bij sommige kortfilms op zijn honger blijft zitten: als het je ding niet is, is het je ding niet. De volgende kortfilm zal dan wel meer in de smaak vallen.
twee groepen kijkers
In de beginjaren werden de kortfilms bijna uitsluitend door Lingua en consorten gemaakt: studenten die het eens probeerden, maar daarbuiten niet met film bezig waren. Door de jaren heen is dat veranderd. “Ik weet niet of een samenwerking met een vereniging die meer met film bezig is ons opzet zou verbeteren…” Ruben denkt erover na. “Er kan absoluut iets productiefs uit voortkomen, maar een grote meerwaarde aan het festival is juist dat het zo typisch Lingua is. Het is een groot evenement, maar de sfeer blijft wel intiem. Het is serieus, maar blijft studentikoos. Samenwerken met een andere vereniging zou dat kunnen veranderen.”
De intimiteit waar Ruben over spreekt, was zeker aanwezig op het festival. Linguanen waren er en masse en de sfeer die ze meenamen viel niet te missen. Zulke intieme sfeer impliceert een hechte groep, iets waar Lingua zelf trots op kan zijn, maar voor iemand zonder lidkaart kan het moeilijk zijn om zich in een vriendengroep, voor de gelegenheid allemaal in hun zondagse kleren gehuld, te mengen. Zoiets kan een barrière vormen. Zulke schoonheidsfoutjes zullen we deel van de mise-en-scène noemen. In het algemeen heeft het Kortfilmfestival zijn grootste ambities wel waargemaakt.
Geïnteresseerd in de films die vertoond werden? Onze redacteur bespreekt ze een voor een op onze website!
- Login om te reageren