editoriaal

29/04/2025
🖋: 

Mijn laatste editoriaal. Dit jaar is voorbij gevlogen en er zijn zoveel zaken gebeurd waarover ik nog zou kunnen schrijven, zoveel problemen, zowel op de universiteit als in de wereld, waartegen ik met een scherpe pen ten strijde zou kunnen trekken. En toch kies ik er nu voor om te eindigen met een positieve noot en te doen wat ik zo vaak doe: even durven wegdromen.

Dromen: het zit al sinds ik kind was in mijn bloed. Als kleuter verzon ik fantasierijke verhalen op de schommel en ging ik steeds hoger, hopend om te vliegen naar een feeënrijk. Op de schoolbanken waren mijn dromen soms interessanter dan de les en lange autoritten waren zalig: uren kon ik vullen met de verhalen in mijn hoofd. Dit vertaalde zich in een liefde voor lezen (een taal- en letterkundestudent in hart en nieren) en schrijven: al sinds de lagere school droom ik ervan om auteur te worden. Ook nu nog zit mijn hoofd vol met flarden van verhalen en poëtische halfzinnen die misschien ooit hun weg tot op papier zullen vinden.

Enkele weken geleden vond ik dan ook het uiteenvallende schriftje terug waarin ik op tienjarige leeftijd mijn eerste roman schreef: hoe trots ik er toen ook op was, een meesterwerk was het achteraf gezien niet. En toch: elf jaar later zijn enkele van die dromen toch al in vervulling gegaan. Ik ben blijven schrijven, creatief én journalistiek; elf jaar na dat schriftje kreeg ik de mogelijkheid om in het Stadhuis van Antwerpen de burgemeester te interviewen (dat interview lees je op pagina 4!). Ik heb ook voldoende vertrouwen gekregen in mijn poëzie om het al enkele keren in voorbije dwarsedities gepubliceerd te hebben. Ik ben er nog lang niet, maar ik ga blijven schrijven, ik ga blijven dromen.

Ook jij, liefste dwarslezer, hebt een droom; die kan groot of klein zijn, over jezelf of over anderen gaan, ver weg of dichtbij lijken. Het kan dat je droomt van het halen van die herexamens, dat de treinen toch eens stoppen met staken (pagina 10) of van kaartjes voor de K3-reĂŒnie (pagina 26). Misschien moet die droom nog komen en vind je die op een dag wel tijdens een wandeling door de Antwerpse wijken (pagina 16) of via verborgen parels in gezellige tweedehandsboekenwinkels (pagina 22). Misschien heb je grotere dromen waar je nu nog niet voor durft te gaan, maar die ooit wel eens waarheid kunnen worden. En natuurlijk lost enkel dromen al de ellende in de wereld niet op, dat weet ik ook wel. Met al de pijn en het verdriet lijkt het soms ook moeilijk om te hopen op liefde, en jammer genoeg zal haat ook altijd blijven bestaan. Maar als we niet dromen van een betere wereld, voor onszelf of voor anderen, waar kunnen we dan ooit de kracht vandaan halen om die misschien, op een dag, te bereiken?



poëzie

22/03/2025
🖋: 
Auteur

Oh Tsunami

Rijs op uit de zee

Verslind de branding

En sleur me met je mee

Toon je verwoesting

Verras de mensen

Laat je woede stromen

En verwoest hun wensen

Toon je kracht

Stroom over de sluizen

Geniet van je oneindige macht

Neem me mee in je reusachtige golven

En terroriseer de dag

Licht wordt onder water bedolven

Laat de oceaan ongetemd begaan

Vereeuwig de elementen in een prachtig zeegroen

En laat mijn twijfels vergaan



het laatste woord

22/03/2025
🖋: 

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie vliegen we recht omhoog de lucht in met onze helikopter.

Deze kolibrie der vliegtuigen kan vanuit stilstand rechtstreeks opstijgen, landen en zelfs achteruitvliegen. Dit komt doordat de helikopter een verticale as heeft met bovenaan een rotor die aangedreven wordt door een motor. Bij het ronddraaien van de rotorbladen beweegt de lucht rond de bladen heen en dankzij een principe genaamd liftkracht kan de helikopter omhooggetild worden. Met een aangepaste rotor kan dit voertuig zelfs nog een extra speciale truc uitvoeren, namelijk een looping. Hiervoor moeten de rotorbladen wel extra sterk zijn en mogen ze niet buigen onder hun gewicht.

De eerste vlucht met een helikopter werd in 1907 gemaakt door een Franse fietsenmaker genaamd Paul Cornu. Zijn vlucht duurde nog geen twintig seconden en zijn helikopter had twee rotoren, net zoals de grote legerhelikopters nu hebben. Het standaardbeeld van een helikopter met één rotor werd echter al veel vroeger ontdekt in de schetsen van Leonardo Da Vinci. Deze homo universalis maakte in 1490 een ontwerp voor een vaartuig dat aangedreven door pure mankracht de lucht in zou vliegen. Da Vinci noemde dit ontwerp zelf geen luchtschroef, maar haalde zijn inspiratie uit, je raadt het wel, het Grieks (als je Latijn had gegokt, mijn excuses, je had één kans op twee). Deze helix pteron, oftewel ‘wentelvleugel’, had in de vijftiende eeuw nooit kunnen werken omdat het gewicht van het voertuig te zwaar was voor de kracht die de mens kon opwekken in deze constructie.

Vijf eeuwen later, daarentegen, zorgde de uitvinding van de motor ervoor dat het visionaire beeld van Da Vinci werkelijkheid werd. Voor de tweede keer in vijf jaar tijd schoot een fietsenmaker de lucht in. Het woord voor dit voertuig, namelijk hĂ©licoptĂšre, was al enkele decennia daarvoor vastgelegd door een Franse burggraaf, maar lijkt verdacht veel op Da Vinci’s ‘wentelvleugel’.

Ondanks het feit dat de afkorting van helikopter het woord “heli” is, is dat niet hoe je het woord officieel moet opsplitsen. Zoals je misschien al kon afleiden van het Grieks hierboven is de correcte splitsing “helico” en “pter”. Dit kan terug gebracht worden naar het Griekse helix, wat spiraal betekent, of helikos, wat het afgeleide adjectief daarvan is en dus spiraalvormig betekent. Het Griekse pteron is dan weer de basis voor het “pter” achtervoegsel in helikopter en dat betekent vleugel.



satire

22/03/2025
🖋: 

“Waarom vindt de student van vandaag het cafĂ© minder aantrekkelijk?” Deze vraag werd onlangs gesteld door UAntwerpen en HOGENT. Zij werken nu samen aan een onderzoeksproject om de veranderende vrijetijdsbeleving van studenten in kaart te brengen. Wij wachten niet op de resultaten en sturen nu al onze reporter op pad om poolshoogte te nemen bij de studenten.

Ik spreek af met Mary op een gezellig terrasje om haar te vragen waarom ze weinig op cafĂ© gaat. We bestellen elk een cocktail en beginnen aan ons gesprek. Nog voor ik haar kan vragen over haar ervaringen met studentencafĂ©s wordt ze echter onwel en moet ze naar huis gaan. De alcohol kwam blijkbaar erg hard binnen omdat ze vooraf niet gegeten had. Omdat deze ene cocktail haar een volledig uurloon kostte, moest ze besparen door haar avondeten over te slaan. Mary werkt nochtans elk weekend van ‘s ochtends tot ‘s avonds, maar houdt amper geld over tussen de torenhoge huurprijs van haar kot en de peperdure handboeken die ze moet kopen.

Nadat Mary me geen antwoorden kon geven, contacteerde ik Jos. Ik wacht de volgende avond enkele uren op hem in een cafĂ©. Wanneer hij eindelijk hijgend van de stress aankomt, legt hij me uit dat heel zijn avond in het honderd is gelopen nadat zijn professor plots drie papers doorstuurde die hij tegen morgen moest lezen, boven op de vier deadlines die hij al had deze week. Wanneer hij gaat zitten kijkt hij op zijn horloge en springt hij terstond weer op: “Als ik nu in tien minuten naar de bushalte sprint, kan ik straks nog zes uur slapen voor mijn les van 8u ‘s ochtends.”

De volgende dag hoop ik dat Lucie me eindelijk helderheid kan verschaffen, maar dat loopt al even slecht. Nadat twee mannen haar binnen lastigvallen, besluiten we buiten te gaan zitten. Daar begint ze meermaals mijn vraag te beantwoorden over waarom ze niet graag op café gaat, maar wordt ze telkens onderbroken door voorbijwandelende dronken jongemannen die obsceniteiten roepen. Na de derde keer is ze dat zo beu dat ze weggaat om op kot met haar vriendinnen wijn te drinken. Ik blijf achter zonder te horen wat nu haar probleem met cafés is.

In een laatste poging om het mysterie op te lossen, besluit ik een vriend uit de Kempen op te bellen. We spreken die avond af op cafĂ©, maar net wanneer ik ga vertrekken krijg ik een bericht dat hij niet kan komen: door een spontane staking bij De Lijn rijdt er geen enkele bus naar Antwerpen. Ook de NMBS kan geen hulp bieden nadat het treinverkeer werd stilgelegd door spoorlopers. Na dagen van onderzoek heb ik nog altijd geen enkele reden gekregen waarom studenten niet op cafĂ© gaan. Teleurgesteld moet ik het opgeven om dit mysterie te achterhalen. Misschien was ik wat te ambitieus; zo’n complex probleem als dit kan ik best overlaten aan de onderzoekers.



recensie

22/03/2025
Tosca
Bron/externe fotograaf

Das Mag, Amsterdam

🖋: 
Auteur

In een brief aan haar uitgever en vriend DaniĂ«l beschrijft vertaalster May hoe een treffend potloodportret het begin vormde van een verstikkende uitwisseling met Aline, een jonge vrouw die zich reeds lijkt te verzoenen met haar nakende dood. Hoe intenser May haar probeert te begrijpen, te redden zelfs, hoe meer zij met lege handen komt te staan. En met lege pagina’s.

Tosca (2023), de poëtische debuutroman van Maud Vanhauwaert, is een verhaal vol onderhuidse spanning. Twee vrouwen raken verstrikt in een toxische relatie waarin feit en fictie vervloeien en de vraag steeds nijpender wordt: wie parasiteert op wie? Een zinderend kat-en-muisspel, even beklemmend als lyrisch.

De roman daagt de lezer uit. Net als May verlang je naar antwoorden, maar Vanhauwaert weigert die te geven. De obsessie van de vertaalster sluipt gaandeweg ook in jou. Intussen bekijkt Lou, Mays partner, de fascinatie voor Aline met groeiende argwaan. Terwijl Lou een lange weg aflegt om zwanger te worden, lijkt May steeds meer af te glijden in haar zoektocht naar Aline. De tegenstelling is scherp: tegenover het verlangen naar nieuw leven staat de angst voor de onomkeerbaarheid van de dood. Vanhauwaert zet die contrasten messcherp neer en laat het ongeduld en de wrevel over Alines zwijgzaamheid tastbaar worden. Toch wekte Aline, ondanks haar fragiele positie, amper medelijden bij me op.

Het zou jammer zijn om te onthullen hoe het verhaal zich verder ontvouwt, want juist in het spel van uitstel en suggestie schuilt de kracht van Tosca. May leest in Alines schaarse woorden en tekens een betekenis die even verleidelijk als onzeker is. De vraag of Aline de waarheid spreekt, creëert een gelaagdheid in de roman en zet de lezer aan tot interpretatie. Vanhauwaert maakt haar prozadebuut als een auteur die haar vak al beheerst: haar ervaring als dichter en performer sijpelt door in elke zin.

De briefvorm, en de manier waarop Vanhauwaert taal gebruikt, sleurt de lezer mee in de twijfels van haar personage. Waar woorden tekortschieten, grijpt de auteur naar poĂ«zie – en dat doet op geen enkel moment afbreuk aan de roman. Integendeel, het is een bewijs van Vanhauwaerts meesterschap: ze weet hoe ze met woorden moet twijfelen. Zodra je denkt het verhaal doorgrond te hebben, volgt een wending die alles op losse schroeven zet.

Toch liet het boek me op het einde abrupt achter. De vragen stapelden zich op, zonder houvast. Maar misschien is dat geen tekortkoming, maar een bewuste keuze – een laatste, subtiele hand in het zaaien van verwarring. Dat is precies waar Vanhauwaert in uitblinkt: ze schrijft niet om zekerheid te bieden, maar om verwarring te zaaien. En terwijl ik nog steeds probeer te ontrafelen wie op wie parasiteerde, wil ik graag mijn beste vriendin, Aline, bedanken om me dit boek aan te raden.



maatschappij

22/03/2025
🖋: 

Maandag 20 januari keek de hele wereld angstig toe toen de Amerikaanse president Donald Trump werd ingezworen voor zijn tweede ambtstermijn. De regen viel gestaag op het Capitool terwijl hij zijn hand niet op de Bijbel legde. Dit beeld deed denken aan zijn eerdere photo-op in 2020, toen hij na protesten met een bijbel poseerde voor de St. John’s Church.

Als fervent liefhebber van film en literatuur zag ik al snel gelijkenissen tussen zijn versie van Amerika en die in The Handmaid’s Tale. Dat is een dystopische roman die geschreven is door de Canadese auteur Margaret Atwood die ook als een serie te bekijken is. De republikeinse visie, duidelijk samengevat in Project 2025, kwam me akelig bekend voor. De concentratie van macht, de autoritaire tendensen, de beperkingen van vrouwenrechten en de controle over hun lichamen, de theocratische invloed en de afbrokkeling van de scheiding tussen Kerk en Staat, de onderdrukking van de pers: Amerika verandert stilaan in Gilead.

macht in één hand

Trump heeft herhaaldelijk geprobeerd de macht van de uitvoerende tak te versterken, met bijvoorbeeld pogingen om de rechterlijke macht te ondermijnen en de federale regering te herstructureren. Project 2025 versterkt de presidentiële macht door de rol van het Congres en van onafhankelijke controle-instanties te beperken. Dit doet denken aan Gilead, het fictieve land waar de macht gecentraliseerd is in de handen van de Commanders en er weinig ruimte is voor democratische processen.

Toen rechters tijdens zijn eerste termijn uitspraken deden die hem niet bevielen, noemde Trump hen so-called judges. In The Handmaid’s Tale bestaan er zelfs geen rechters meer. De rechtszaal maakt plaats voor een systeem waarin één groep de regels bepaalt en afwijkende stemmen het zwijgen wordt opgelegd, in Gilead vaak met de doodstraf.

controle over vrouwenlichamen

Een van de meest huiveringwekkende aspecten van Gilead is de volledige controle over vrouwen. Zij mogen niet werken, geen eigendom bezitten, geen geld verdienen, geen onderwijs volgen. Het enige doel van een Handmaid is voortplanting, ongeacht de gevolgen. Deze onveiligheid keert ook terug in de Verenigde Staten.

Trumps benoemingen van conservatieve rechters, waaronder Amy Coney Barrett, hebben geleid tot het terugdraaien van Roe v. Wade, waarmee de federale bescherming van abortusrechten werd opgeheven. Vanaf nu liggen de beslissingen omtrent abortus bij de staten. Project 2025 pleit voor het verder inperken van vrouwenrechten. Dit kan er zelfs toe leiden dat sommige vrouwen retroactief schuldig worden verklaard voor abortussen uit het verleden.

In sommige staten moeten vrouwen nu verplicht naar crisiscentra die hen overtuigen hun zwangerschap te behouden, zelfs in gevallen van verkrachting of incest. In The Handmaid’s Tale gebeurt hetzelfde: Handmaids worden gehersenspoeld in het Rode Centrum, waar ze leren dat hun enige rol in de maatschappij reproductie is.

geen scheiding Kerk en Staat

Trump heeft het integreren van religie in de politiek versterkt, met beleidsmaatregelen die de scheiding van Kerk en Staat laten verwateren. Zo werden er tijdens zijn termijn stappen gezet om religieuze groeperingen invloed te geven in politieke besluitvorming. Project 2025 gaat nog een stap verder door de invloed van religie in het openbare leven te versterken. Dit zou kunnen leiden tot een grotere integratie van religieuze normen in de wetgeving, net zoals in Gilead, waar religie de basis is voor het regime.

Tijdens een toespraak in 2023 riep Trump: “We are one nation under God, and we will keep it that way!” Die woorden klinken als een echo van de theocratische fundamenten van Gilead.

controle over de media: fake news!

Trump is berucht om zijn aanvallen op de media, die hij vaak beschuldigt van het verspreiden van fakenieuws. Dit beleid van mediaonderdrukking en het bevorderen van gefabriceerde feiten komt overeen met Gileads strikte controle over informatie.

In The Handmaid’s Tale wordt alle pers gecensureerd en verdraaid om de machthebbers te dienen. Pure propaganda dus, en niet heel verschillend van Fox News. Project 2025 promoot het idee om de media verder te controleren en mogelijk meer staatsinterventie toe te staan. Dit zou kunnen leiden tot een situatie waarin onafhankelijke journalistiek en persvrijheid worden beperkt, net zoals in Gilead.

polarisatie: lock her up!

Onder Trump is de polarisatie in de Amerikaanse samenleving toegenomen. Hij maakt vaak gebruik van vijandbeelden en ‘wij tegen zij’-retoriek. Project 2025 lijkt dit te willen verankeren door een duidelijke scheiding tussen conservatieve en liberale waarden te creĂ«ren en door sterke sociale normen op te leggen. Dit doet denken aan de polarisatie in Gilead, waar afwijkingen van de norm worden bestraft en sociale controle het fundament van de samenleving is.

Tijdens zijn campagne en rally’s riep Trump al naar het publiek om zijn politieke tegenstander, Kamala Harris, op te sluiten. Zijn beweegreden hiervoor? Ze staat voor liberale principes. Volgens hem is dit al voldoende.

In Gilead eindigt dat soort retoriek niet met een arrestatie, het eindigt met een publieke ophanging aan de Muur.

de waarschuwing van Gilead

Hoewel de Verenigde Staten nog niet het dystopische niveau van Gilead hebben bereikt, zijn er al verontrustende gelijkenissen in de trends die onder Trump zichtbaar worden. Project 2025 lijkt een plan dat deze tendensen verder zou versterken. Het is belangrijk om waakzaam te blijven en de ontwikkelingen van de Amerikaanse samenleving goed te volgen, want als we niet opletten, zou de wereld van The Handmaid’s Tale wel eens dichterbij kunnen komen dan we denken.



uantwerpen

22/03/2025
🖋: 

Al gapend en in de ogen wrijvend staat dwars vroeg in de ochtend voor het slaapcentrum van het UZA. Eenmaal binnen staan we in een mooie, ruime lobby en na wat verwarring over waar we nu juist naar toe moeten, komen we aan op de vijfde verdieping, waar we worden begeleid naar het bureau van slaapexpert prof. dr. Johan Verbraecken. Buiten straalt de zon maar alle gordijnen zijn gesloten, waardoor het bureau is gehuld in duisternis, ook al begroet prof. dr. Verbraecken ons met een stralende glimlach.

Bestaat er zoiets als ochtend- en avondmensen of is dat een fabeltje?

Het slaapwaakritme wordt gestuurd door melatonine. Vooral als het duister wordt, beginnen we melatonine aan te maken in de pijnappelklier. De ochtendtypes beginnen al vroeg op de avond melatonine aan te maken, in tegenstelling tot de avondtypes die een paar uur later beginnen met de aanmaak. Dit ligt vast in ons genetisch materiaal; we worden dus voor een stuk als een ochtendmens of avondmens op de wereld gezet.

Je kan het wel een beetje manipuleren via sociale contacten, voeding en activiteiten. Ook door licht kan je de biologische klok verschuiven. Maar we zijn dus wel intrinsiek een ochtend- of een avondtype.

Beginnen de lessen eigenlijk niet te vroeg?

Dat is heel individueel. Voor de ochtendtypes is les om 8u30 eigenlijk perfect, maar voor de avondtypes is het natuurlijk wat minder goed. Die zitten dan meer als een zombie of een robot in de les. We noemen dit ook wel presenteïsme: je bent er wel maar je bent er gewoon niet bij. Met andere woorden: automatisch gedrag lukt wel, maar meer moeilijke opdrachten niet. Doordat avondmensen ‘s ochtends vroeg nog slaapdronken zijn, is een examen invullen of een vraagstuk oplossen echt een ramp. Voor de avondtypes zou het dus beter zijn mochten de lessen later starten. Zo kan je tegemoetkomen aan de natuurlijke slaapbehoeftes van iedereen.

Toen ik nog student was, was ik een echt ochtendtype: ik stond al om 6u op. ’s Avonds had ik het wel om 22u30 gehad. Daarna is dat door het kotleven allemaal opgeschoven: veel ambiance, veel lawaai op de gangen en steeds maar later gaan slapen. Ook wachten doen tijdens de specialisaties heeft ervoor gezorgd dat ik nu een avondtype ben.

Doorheen de nacht doorlopen we verschillende slaapcyclussen. Eén cyclus duurt ongeveer anderhalf uur. Heet het nut om in stukken van anderhalf uur te slapen?

Er zijn nu wel allerlei appjes die je kan instellen om te bepalen wanneer je wekker het beste afloopt. Om te beginnen zijn die apps niet zo betrouwbaar, zelfs die van de bekende merken. Ze over- of onderschatten de slaapstadia met een kwartier tot twee uur. We hebben dat zelf onderzocht. Dat is toch wel een teleurstelling, zeker omdat veel mensen die apps gebruiken. De analyse van de slaapstadia gebeurt met algoritmes die bewegingen, geluiden en trillingen bestuderen. Toch zijn het black boxes, want we weten niet precies hoe ze het doen.

Normaal ontwaken we wanneer we uitgeslapen zijn. We worden dan wakker zonder al te veel moeite en zeker zonder iets te moeten timen. Het timen van je slaapcyclus is naar mijn aanvoelen vooral een marketingverhaal en niet zozeer wetenschappelijk onderbouwd.

Wat is de invloed van zulke apps en sociale media op onze slaap?

Het begint al heel vroeg op kinderleeftijd. Hier ontwikkelen kinderen nefaste gewoonten, die ze dan verderzetten in hun studentenjaren en nadien in het beroepsleven. Het is vooral de combinatie van het licht en de inhoud die zo nadelig is. Het blauwe licht geeft ons energie en overdag is dat belangrijk. Blauw licht komt niet alleen van onze schermen maar ook van het zonlicht. In de avond is dit uiteraard niet meer nodig, want dan houdt het ons net wakker. Het onderdrukt onze melatonineproductie waardoor de slaapbehoefte steeds later op de avond opkomt en onze nachten korter worden, ook al moeten we gewoon op tijd opstaan. Als je dit chronisch doet, jaar na jaar, dan bouw je evident een chronisch slaaptekort op en dat heeft impact op van alles: geheugenfunctie, alertheid, 
 Mensen drinken dan overdag koffie, wat op zijn beurt de slaap verstoort en zo kom je in een vicieuze cirkel terecht. Ondertussen wijst prof. dr. Verbraecken naar zijn koffie en zegt met een glimlach: “Dit is decafĂ© koffie by the way.”

Kan je slaap inhalen als je in het weekend tot 's middags in je bed blijft liggen?

Als je elke nacht maar vijf uur slaapt en je hebt eigenlijk zeven uur nodig, dan bouw je wel een toenemende slaapbehoefte op. Die druk wordt zo groot dat je, als je dat kan, meer uren gaat slapen. Nu is het niet zo dat je al de uren die je gemist hebt, moet inhalen. Je brein gaat zoeken naar een evenwicht, door meer diepe en REM-slaap aan te maken. Dat zijn de twee belangrijkste slaapfasen, samen heten ze de kernslaap. In de kernslaap recupereren ons lichaam en geest. Door meer kernslaap aan te maken, kan je een gemist uur inhalen door een halfuur bij te slapen. Maar als je een hele week te weinig geslapen hebt, gaat een halfuur natuurlijk niet voldoende zijn.

Je moet vooral zorgen dat je niet te veel morrelt aan je biologische klok als je bij slaapt. Want hoe langer je in bed ligt, hoe korter je dag wordt. Daardoor bouw je minder slaapbehoefte op. Dus als je wilt bijslapen in het weekend, mag je niet overdrijven. Tot ‘s middags in je bed blijven liggen, vind ik een verschrikkelijk idee.

Binnenkort is het weer zomertijd. Wat is het effect daarvan?

Allereerst gaat de klok een uur vooruit. Dus: een uurtje slaapdeprivatie. Dat is niet veel, maar bij mensen met een slaapprobleem of bij heel jonge kinderen met een strak slaapwaakritme kan dat toch problemen geven. De overschakeling vraagt gemiddeld één dag aanpassingstijd. Tijdens deze overgang zijn mensen slaperiger en hebben ze een verminderde concentratie. Daardoor zijn er de dag nadien ook meer auto-ongevallen.

Waarom zijn uw gordijnen al dit gehele interview dicht?

Ja, dat is voor mijn slaapritme inderdaad niet goed. Er zit niet echt een andere reden achter dan dat als mijn gordijnen open zijn, ik mijn beeldscherm niet goed kan zien. (lacht)



cultuur

22/03/2025
🖋: 

Na mijn eerste ervaring met immersieve kunst was ik niet echt onder de indruk. Samen met mijn goede vriendin Lotte bezocht ik Claude Monet: The Immersive Experience in Antwerpen. Helaas viel het me behoorlijk tegen. Het voelde alsof ik constant overspoeld werd door visuele prikkels en harde muziek, die de schoonheid van Monets werk eerder verhinderden dan versterkten. De schilderijen werden gepresenteerd met animaties en geluidseffecten die voor mij weinig toevoegden. Het water van De Waterlelies dat bewoog, liet mij bijvoorbeeld niet echt uit mijn stoel springen van enthousiasme. Deze ervaring riep bij mij de vraag op: wat vinden kunstenaars zelf van deze nieuwe vorm van kunst? Om daarachter te komen, sprak ik met twee professionele kunstenaars: Salwa Jabli en Raymond Huisman. Salwa is beeldend kunstenares, Raymond kunstschilder.

In tegenstelling tot mijn eigen ervaring met immersieve kunst, waarbij ik denk aan projecties van al bestaande schilderijen, vertelt Salwa over de VR-expositie Carne y Arena van Alejandro GonzĂĄlez Iñårritu, waarbij VR-brillen werden gebruikt. “Je kwam binnen in een grote ruimte en zag Mexicaanse immigranten die probeerden de Amerikaanse grens over te steken”, legt ze uit. “Die vluchtelingen zaten te schuilen voor politieagenten. Dat vond ik heel indrukwekkend. Je bent eigenlijk alleen in die ruimte, maar je leeft toch met die mensen mee.” Raymond haalt zijn associatie bij immersieve ervaringen uit vroege videogames. “In de jaren negentig speelde ik veel Half-Life. Daar kon je ook helemaal in opgaan, net als in een immersieve tentoonstelling.” Hij noemt ook een tentoonstelling van de Amerikaan Geoffrey Lillemon, waarbij beroemde beelden zoals de David van Michelangelo werden gepresenteerd als oudere vijftigers. “Dat was grappig om te zien”, zegt hij.

Het fenomeen van immersieve kunst reikt veel verder dan ik initieel gedacht had. Raymond vertelt ook over de Japanse groep Teamlab: een collectief dat zich richt op het creĂ«ren van immersieve, interactieve kunstinstallaties die technologie combineren met natuur. “Dat is een groep die immersieve kunst echt bestudeert, en die ook bezig is om nieuwe effecten te maken. Die worden ook vrij snel ergens anders toegepast. Dat heb je in kunst niet zo vaak. Vroeger stond de wereld nog niet zo met elkaar in contact. Nu is alles veel sneller.”

Ondanks de vernieuwingen die artiesten als Teamlab en Geoffrey Lillemon brengen, zijn er ook risico’s verbonden aan de verspreiding van immersieve kunst. “Het zou jammer zijn als de waardering voor andere vormen van kunst verdwijnt omdat immersieve kunst zo’n totaalpakket is. Daar ligt wel een gevaar”, vindt Salwa. “Ik denk ook dat immersieve kunst veel bepalender is dan een schilderij. Aan een schilderij kun je nog je eigen invulling aangeven, in tegenstelling tot het moment dat je een totaal georkestreerd pakket krijgt; dan is dat het. Dat kan nog steeds indrukwekkend zijn, maar dan vergaat de intimiteit een beetje. Ik hoop dat mensen daarnaar blijven zoeken, die intimiteit met kunst.” Raymond vult aan: “Alles is in deze tijd op zich wel gevaarlijk. Mensen laten zich graag betoveren omdat ze een beetje lui zijn”, lacht hij.

Toch maken dit soort tentoonstellingen wel ruimte voor een nieuw publiek. Immersieve ervaringen zijn toegankelijker omdat deze kunstvorm over je heen komt. “Als je door een museum loopt, moet je echt zelf je best doen om een schilderij te bekijken. Bij immersieve ervaringen kun je er passief van genieten”, zegt Raymond. “Maar dat kan juist wel enorm leuk zijn. Het is soms heerlijk om ondergedompeld te worden.” “Ik kan me voorstellen dat het kunst bekijken makkelijker maakt omdat het juist niet in een traditioneel museum is,” voegt Salwa toe. “Waarschijnlijk kun je straks zelfs vanaf je horloge naar een hologram van je favoriete kunstwerk kijken.”

Volgens Salwa en Raymond zal immersieve kunst absoluut een blijvende impact hebben op de kunstwereld. “Ik denk dat je altijd kunstenaars zal hebben die met hun tijd meegroeien”, meent Salwa. “Die zullen gebruik maken van die nieuwe materialen en technieken die er zijn, waardoor ze het altijd zullen blijven ontwikkelen. En dat is alleen maar schitterend.” Volgens Raymond is immersieve kunst een nieuw medium dat leidt tot heel veel verschillende mogelijkheden. Daarnaast vertelt hij dat immersieve kunst net zo veel impact kan maken als een schilderij of beeld: “Dat is de schoonheid, de verwondering die je kan vinden met kunsten.”

Hoewel immersieve kunst me aanvankelijk niet volledig wist te overtuigen, heeft mijn gesprek met Salwa en Raymond mijn kijk flink veranderd. Wat ik eerst veroordeelde als een overkill aan visuele prikkels en geluid, blijkt toch een nieuwe manier om kunst te beleven. Misschien is het niet altijd mijn persoonlijke voorkeur, maar immersieve tentoonstellingen kunnen mensen op een heel andere manier met kunst in contact brengen. En hoewel sommige van zulke tentoonstellingen misschien te veel van het goede zijn, kan het toch een frisse wind brengen voor een nieuw publiek dat anders nooit met kunst in aanraking zou komen. De toekomst van kunst wordt zonder twijfel spannend, maar laten we hopen dat we, zelfs in dit digitale tijdperk, soms nog de rust kunnen vinden om gewoon even naar een schilderij te staren.



close-up

22/03/2025
🖋: 

Je kan me voor enkele dingen wekken om drie uur ’s nachts; een prachtige maan, een goede tas thee en een indie-album, zeker als het net is uitgekomen. Before It Might Be Gone van de Groningse indierockband The Vices is hun derde langspeelplaat en met verve de meest ingetogene en rustige. Waar de voorgangers energieke gitaarriffs combineerden met teksten over hun plaats in de wereld, doet Before It Might Be Gone het wat rustiger en met meer zelfreflectie.

Opener en titelnummer Before It Might Be Gone duurt net geen vijf minuten en zet meteen de toon voor de volgende negen songs: de serene intro maakt gaandeweg plaats voor de krachtige gitaren die makkelijker geassocieerd worden met de band. Het hoogtepunt van het nummer is zonder twijfel de solo die zanger Floris van Luijtelaar uit zijn gitaar laat klinken. Waar het eerst nog zoeken is naar die schreeuwende gitaar, komt hij halverwege als een duiveltje uit een doosje.

De gitaarsolo’s blijven je om de oren vliegen in nummers als Gold, Wrong Ones en Shaking Shoulders. Waar het openingsnummer je langzaamaan in het ritme brengt, vliegen deze tracks er meteen in. Op het vlak van energieniveau moeten deze liedjes niet onderdoen voor die op de eerste twee albums en kan je je enkel afvragen hoeveel blikjes Red Bull de bandleden juist hebben binnengespeeld toen ze aan hun opnames begonnen. Of dat zich vertaalt op een podium? Jazeker, hun energievat lijkt onuitputtelijk en werkt ook heel aanstekelijk!

Stevige gitaren zijn trouwens niet het enige waar The Vices op kunnen rekenen. Drummer Matthijs Kruizenga neemt het voortouw in een nummer als Guess We’re All The Same en toont even aan dat een goede beat meer dan genoeg is om iets catchy te maken. Je hebt niet altijd nood aan intrigerende gitaarsolo’s.

In een daaropvolgend drieluik tonen The Vices ook waarom ze onder het label ‘indie’ worden geplaatst. How Does It Feel, Only For A While en Lovers Eyes zijn een stuk rustiger, maar hebben nog steeds die gekende indievibes waarmee de band bekend is geworden. Ook de afsluiter van de plaat is een heel stuk rustiger dan wat je zou verwachten nadat je het eerste liedje hebt beluisterd. Still They Might Not Like It lijkt wel een slaapliedje, zeker omdat de drums pas na een kleine minuut komen binnensluipen. Zelfs met die drumbeat breekt het nummer niet helemaal los, of toch zeker niet zo hevig als bijvoorbeeld bij Before It Might Be Gone.

Voor wie graag eens voorproeft, hebben The Vices een ‘album video’ gemaakt waarbij ze je in drie minuten op een visuele tour doorheen hun album nemen. Ideaal om al eens kort kennis te maken met je nieuwe favoriete indierockband!



stuvers aan het woord

22/03/2025
Stuver
đŸ“·
Bron/externe fotograaf

Laurens Verhaegen

🖋: 
Auteur

Waar is de Studentenraad zoal mee bezig? Haar roze logo verschijnt te pas en te onpas in de mailbox, maar wat doet ze naast mailen? Op welke manieren beïnvloedt ze het dagelijks leven van de student? Om daarachter te komen neust dwars in de projecten van de Studentenraad. Deze editie brengt voorzitter Laurens Verhaegen verdoken studiekosten aan het licht.

Een steeds groter deel van ons onderwijs wordt digitaal: cursussen zijn beschikbaar als pdf en lesvideo’s alom. Het biedt helaas niet enkel voordelen. “Er zijn ook andere dingen gedigitaliseerd die, in tegenstelling tot cursusboeken in pdf, extra kosten met zich meebrengen. Denk hierbij aan onderwijs met behulp van specifieke softwarepakketten. Die worden niet altijd volledig door de universiteit gefinancierd, waardoor studenten zelf moeten bijbetalen”, zegt Laurens.

Binnen de universiteit is er een fonds dat subsidies verstrekt aan faculteiten wanneer ze software willen kopen. “Dit jaar was de vraag naar softwarelicenties vanuit de faculteiten uitzonderlijk hoog, waardoor er niet voldoende geld was. Dat leidde er onder andere bij het vak Fysiologie al toe dat studenten daar 25 euro extra neertelden, een bedrag dat vooraf betaald diende te worden om deel te mogen nemen aan het practicum. Soms gaat het ook om kleinere bedragen. Geen betaling? Geen deelname. Geen deelname? Geen studiepunten.”

Studenten betalen dus inschrijvingsgeld om vakken te mogen volgen, maar worden daarna verrast met verplichte extra softwarekosten. "Proffen denken bijvoorbeeld: ‘5 euro voor mijn vak, da’s toch niet zo veel?’, maar de kosten stapelen zich natuurlijk op als dat voor meer vakken gebeurt.” Een kritische lezer denkt nu: ‘En mijn handboek dan, dat is toch ook niet gratis?’ Dat klopt, zegt Laurens, maar: “Een handboek is van de student, terwijl een labo- of computerpracticum van de universiteit is. Als je een practicumlabo binnenkomt, zegt de prof nooit: ‘Die opstelling mag je niet gebruiken tenzij je eerst betaalt’ en dat gebeurt nu met de softwarelicenties voor computerpractica eigenlijk wel.”

De Studentenraad zou de Studentenraad niet zijn als ze ons niet zou beschermen tegen deze ongein. “We willen de kosten in kaart brengen en pleiten voor duidelijkheid: welke kosten zijn voor de student, en welke horen bij de universiteit? Waar leggen we de grens?” Om de kostenwildgroei te vermijden, kaart de Studentenraad het probleem aan in de werkgroep Licenties en werken ze aan een breder standpunt over studiekosten en bespreken ze het in de Vlaamse Interuniversitaire Studentenraad. “Als we nu niet ingrijpen, wordt het normaal dat studenten steeds meer moeten bijbetalen. Dat mogen we niet laten gebeuren.”