hoe veilig is onze studentenstad?

18/04/2023
🖋: 

Seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag zijn niets nieuws in deze wereld. Het rapport van Safer Cities van Plan International uit 2021 en de UN-MENAMAIS-studie laten niets aan de verbeelding over. De UN-MENAMAIS-studie is een onderzoek door UGent over de preventie en respons op seksueel geweld in België. Safer Cities focust specifiek op jongeren in België. De Vlaamse overheid zette op initiatief van de Vlaamse minister Zuhal Demir met We Zien U een sensibiliseringscampagne op rond seksueel grensoverschrijdend gedrag bij jongeren. Al die voorbeelden tonen aan dat (seksuele) intimidatie op straat een actueel thema blijft.

Stad Antwerpen ging al eerder aan de slag met die berg aan zorgwekkende informatie met de Wat doe jij?-campagne met een focus op seksuele intimidatie. De stad bracht filmpjes uit met voorbeelden van hoe je als buitenstaander kan reageren op zulke situaties aan de hand van de WijGrijpenIn-campagne van Sensoa. Ook andere vormen van intimidatie en grensoverschrijdend gedrag krijgen aandacht. De campagne Allemaal Antwerpenaar geeft aan hoe je als omstander kan reageren op verschillende situaties waarin je discriminatie tegenkomt onder het motto: “Zie je discriminatie? Reageer. Altijd.”

Seksuele intimidatie verdient bijkomende aandacht. Dagelijks worden meerdere studenten met zowel hands-on als met hands-off situaties geconfronteerd. Met hands-off situaties worden er situaties bedoeld waarbij geen fysiek contact is: de gekende gebeurtenissen zoals fluiten, naroepen en ongewild aanspreken met persoonlijke vragen. Hands-on omvat alle handelingen waarbij het slachtoffer fysiek getroffen wordt, van ongewenste aanrakingen tot verkrachting. Vrouwen zijn de grootste slachtoffergroep van intimidatie: 81% van de vrouwen heeft in hun leven al een vorm van intimidatie meegemaakt. De kans is dus groot dat iemand in je omgeving slachtoffer was. Het rapport van Safer Cities geeft eveneens concrete cijfers: 91% van vrouwen tussen 15 jaar en 24 jaar kregen te maken met seksuele intimidatie. De impact op mannen in dezelfde leeftijdscategorie bleek met 28% beperkter, maar nog steeds significant.

Het verschil in procentpunten tussen de verschillende studies kan worden verklaard door de verschillende vormen van seksuele intimidatie die werden opgenomen in de datacriteria. Voor je kan praten over (seksuele) intimidatie moet er namelijk eerst een kader worden geschetst om te bepalen wat dat juist inhoudt en welke soorten het vaakst voorkomen. De meest voorkomende vormen zijn non-verbale en verbale hands-off intimidatie. Ook hier spreken de cijfers boekdelen: 82% van de vrouwen werd nagefloten, 79% nagestaard, 62% kreeg een opmerking over het uiterlijk, 59% werd overdreven flirterig aangesproken en 36% kreeg te maken met ongewenste aanrakingen.

Het onderzoek van Safer Cities naar Antwerpen bracht bepaalde hotspots in kaart. Dat zijn plaatsen waar er significant meer seksuele intimidatie wordt gesignaleerd dan elders. In Antwerpen-Stad zijn de hotspots het openbaar vervoer, op straat en op vrijetijdsplaatsen. Dat is dus het merendeel van de stad. De aangereikte locaties klinken bekend in de oren: Grote Markt, Groenplaats, Astridplein, Turnhoutsebaan, Meir en Sint-Jansplein, maar ook het Stadspark en de Scheldekaaien. Een anonieme bron van Stad Antwerpen haalt nog enkele andere plaatsen aan zoals handelszaken en uitgaansgelegenheden. Het lijkt iets wat vooral ‘s nachts gebeurt en velen getuigen van bijkomende angst zodra het begint te schemeren. Toch is dat gedeeltelijk onterecht: 35% van de gevallen gebeurt ‘s avonds en 14% ‘s nachts. De helft van de gevallen vindt dus plaats op andere tijdstippen.

De cijfers willen niet zeggen dat je deze plekken best vermijdt; ze tonen aan dat er specifieke openbare ruimten zijn die seksueel geweld faciliteren. Dat is belangrijke informatie voor stadsplanners en beleidsmakers: zij kunnen daarmee rekening houden om verder te timmeren aan een stad die een veilige plek vormt voor iedereen.

Het bovenstaande zijn vooral abstracte cijfers. Zolang je zelf geen slachtoffer bent, kan het iets zijn wat ver van huis blijft. Daarom tonen we hieronder een anonieme getuigenis van iemand die geïntimideerd werd in Antwerpen. Een kleine disclaimer: dit is slechts één getuigenis – elk slachtoffer heeft een eigen verhaal.

"Ik woon in de buurt van de Ossenmarkt. Samen met mijn vriend ging ik naar mijn kot. Het was weekend: dan zijn de mensen die je daar op straat tegenkomt toch anders dan doorheen de week. Toen we aankwamen in de straat, zagen we een groepje van drie duidelijk aangeschoten mannen. Ze stonden in het midden van de weg te babbelen. Door hun dronkenschap voelde ik me niet op mijn gemak, maar gelukkig hoefde ik hen niet te passeren om aan mijn deur te geraken. Toen we verder de straat in kwamen, begonnen ze naar me te roepen. Het waren de ‘normale’ obsceniteiten die je als vrouw wel vaker te horen krijgt. Ik probeerde ze zo veel als mogelijk te negeren. Nu, het was de eerste keer dat mijn vriend zulk gedrag van dichtbij meemaakte. Hij begon zich erg beschermend naar me te gedragen, maar dat zorgde ervoor dat de mannen nog meer begonnen te roepen en dichterbij kwamen. Zelfs toen we bij de deur kwamen, bleven ze roepen. Plots kwamen ze vlakbij, zo dicht dat een van de drie tegen mij stond. Ik vroeg of ze alsjeblieft afstand konden houden. Mijn vriend schoot toen in de verdediging en kwam tussen mij en de mannen staan. Op dat moment werden Ik woon in de buurt van de Ossenmarkt. Samen met mijn vriend ging ik naar mijn kot. Het was weekend: dan zijn de mensen die je daar op straat tegenkomt toch anders dan doorheen de week. Toen we aankwamen in de straat, zagen we een groepje van drie duidelijk aangeschoten mannen. Ze stonden in het midden van de weg te babbelen. Door hun dronkenschap voelde ik me niet op mijn gemak, maar gelukkig hoefde ik hen niet te passeren om aan mijn deur te geraken. Toen we verder de straat in kwamen, begonnen ze naar me te roepen. Het waren de ‘normale’ obsceniteiten die je als vrouw wel vaker te horen krijgt. Ik probeerde ze zo veel als mogelijk te negeren. Nu, het was de eerste keer dat mijn vriend zulk gedrag van dichtbij meemaakte. Hij begon zich erg beschermend naar me te gedragen, maar dat zorgde ervoor dat de mannen nog meer begonnen te roepen en dichterbij kwamen. Zelfs toen we bij de deur kwamen, bleven ze roepen. Plots kwamen ze vlakbij, zo dicht dat een van de drie tegen mij stond. Ik vroeg of ze alsjeblieft afstand konden houden. Mijn vriend schoot toen in de verdediging en kwam tussen mij en de mannen staan. Op dat moment werden ze pas echt agressief. Zelfs toen we binnen waren, bleven ze buiten roepen dat ze ons zouden slaan. Daar bleven ze een tijdje. Op een gegeven moment zijn ze wel vertrokken, maar het bleef een enge ervaring.

Mocht je slachtoffer worden, is het belangrijk om te weten waar je terecht kan. Op welke plekken ben je veilig en kan je geholpen worden? In Antwerpen zijn er verschillende organisaties die je kunnen helpen als slachtoffer van intimidatie, al dan niet seksueel. Een belangrijke organisatie om toe te lichten is het Zorgcentrum na Seksueel Geweld. Dat zorgcentrum kan je helpen met verscheidene zaken. Medische zorg, psychologische zorg en juridische zorg zijn daar allemaal beschikbaar. Psychologische begeleiding is belangrijk na bepaalde situaties. Een andere functie van het zorgcentrum is het forensisch onderzoek. Ze stellen een verkrachtingskit op, waarbij bewijs van de gebeurtenis wordt verzameld. Dat bewijs kan je helpen als je ervoor kiest om een klacht in te dienen, al is de klacht zelf natuurlijk geen verplichting. Mocht je het niet zeker weten op het moment zelf, houden ze het bewijs zes maanden bij na de feiten voor het geval je alsnog verdere stappen zou ondernemen. Het zorgcentrum staat dag en nacht voor je klaar en is zonder afspraak te betreden. Als je je er niet comfortabel bij voelt, kan je ook altijd met een medewerker bellen, chatten of mailen.

Als auteurs hopen we natuurlijk dat niemand gebruik hoeft te maken van het zorgcentrum. Die droom lijkt soms nog ver weg, zoals de studies in dit artikel aangehaald aantonen. Om samen voor een veiligere stad te gaan, geven we graag nog de 5 A’s van de WijGrijpenIn-campagne Sensoa mee.

Hoe reageer je wanneer je ziet dat er iemand wordt lastiggevallen?

  1. Anderen betrekken: Vraag hulp aan anderen en betrek indien mogelijk iemand met autoriteit.
  2. Afleiden: Haal de aandacht weg van het slachtoffer en leid de dader af.
  3. Afzonderen: Haal het slachtoffer fysiek uit de situatie.
  4. Aanspreken: Spreek de dader of het slachtoffer aan.
  5. Aanwezig: blijven Mocht je je niet veilig voelen om in te grijpen, kan je aanwezig blijven en de situatie in het oog houden.

Je kan het slachtoffer achteraf ondersteuning bieden. Waar kan je terecht na seksueel geweld of seksuele intimidatie?

  • Zorgcentrum na Seksueel Geweld in Antwerpen (UZA): 03/436 80 50
  • Professionele hulplijn voor vragen over geweld, misbruik en kindermishandeling: 1712
  • Centrum Algemeen Welzijnswerk: 0800 13 500

 



doorbraken

18/04/2023
🖋: 
Auteur

Antwerpen staat al enkele tijd onder gevaar: de georganiseerde misdaad, herhaaldelijke aanslagen van het internationaal drugscircuit en nu ook woke. Stuk voor stuk bedreigingen voor onze samenleving en in het specifiek voor Bart De Wever.

Onze burgemeester maakt zich vooral enorm zorgen over woke: “We worden bedreigd door mainstream denkers die ons willen dicteren wat we moeten vinden.” Een angstaanjagende gedachte voor De Wever: “Wokers zetten de pilaren van onze samenleving aan het trillen.” Naar aanleiding van die kopzorgen schreef hij een manifest over woke en alle mogelijke gevolgen van dien.

De woke-epidemie is geen recent probleem volgens De Wever: “Het is een kanker die al eeuwenlang wegvreet aan de westerse samenleving.” De historicus ging op zoek naar bronmateriaal dat bewijst dat woke een probleem is van alle tijden. “Ik vond sporen van woke die dateren uit de klassieke oudheid”, klinkt het. “Sedert 251 n.C. zei de Romeinse keizer Hostilianus al: ‘Nihil his diebus dicere non licet’.” (wij mogen tegenwoordig niets meer zeggen n.v.d.r.). Een betekenisvol citaat, vindt De Wever: “Het bewijst niet alleen de ernst van dit probleem, maar ook de bedreiging op de vrijheid van meningsuiting, waar ik vandaag de dag nog mee kamp.” De politicus haalt dat ook aan in zijn manifest: “Vrijheid van meningsuiting is een van de steunpilaren van de westerse wereld. Als dat bedreigd wordt, is dat een regelrechte aanval op de democratische mens.” Ook daarover vond De Wever een belangrijk citaat: “Keizer Postumus besefte al in 260 n.C. dat censuur de nagel op onze doodskist zal zijn: ‘Wokeismus hominem humanum necat’.” (het wokeisme doodt de humanistische mens n.v.d.r.).

De Wever wil komaf maken met alle censuur die hem wordt opgelegd door wokers. “Ik word bijna elke dag aangevallen op Twitter, dat kruipt me niet in de koude kleren”, vertelt De Wever. De politicus begon een onderzoek om erachter te komen wie de wokers zijn: “Het moet ermee gedaan zijn, daarom begon ik aan een nieuw historisch onderzoek. Wie zijn de wokers? Van waar komen ze en wanneer zijn ze ontstaan?” Zo kwam De Wever tot een conclusie: “Uit mijn onderzoek blijkt dat de homo wokus afstamt van de Romeinse rebellen die in opstand kwamen onder Julius Caesar en hem vervolgens vermoordden. Ik kan uit die informatie alleen maar conclusies trekken. Rebellen blijven rebellen. Wokers zijn een bedreiging voor de democratie waar we absoluut vanaf moeten om te voorkomen dat zulke gruweldaden zich in de toekomst nog herhalen.”

Hoe de burgemeester een einde wil maken aan de woketerreur, is nog niet helemaal duidelijk. “Ik ben nog bezig aan een concreet beleid. Wat ik wél al kan zeggen is dat ik veiligheid heel serieus neem. Ik neem daarbij een voorbeeld aan de Romeinse keizer Salus, die al sedert 150 n.C. zei: ‘ut ipsum bonum satellitum’.” (neem jezelf een goede bodyguard n.v.d.r.). De Wever sluit af: “Daarom zal ik inzetten op een verhoogde beveiliging van Antwerpen, waarbij toeristische plekken zoals de Grote Markt uiteraard voorrang zullen krijgen.”



stuvers aan het woord

18/04/2023
🖋: 

Waar is de Studentenraad zoal mee bezig? Hun roze logo verschijnt te pas en te onpas in de mailbox, maar wat doen ze naast mailen? Achter welke nieuwe initiatieven aan de universiteit schuilt stiekem de Studentenraad, op welke manieren beïnvloeden ze het dagelijks leven van de student? Om daarachter te komen neust dwars in de projecten van de Studentenraad. Onlangs lanceerde de Studentenraad een bevraging rond masterproeven en stages. Wat is er uit de bus gekomen?

Laurens Verhaegen is Coördinator Onderwijs en geeft een inkijk in de resultaten. “We horen vaak van studenten dat de begeleiding van hun masterproef niet vlot verloopt en dat ze ontevreden zijn over de gang van zaken. Om dat in kaart te brengen hebben we de bevraging gelanceerd”, vertelt Laurens. Het blijkt hoofdzakelijk over moeilijk bereikbare promotoren en een hoge werkdruk te gaan. “Een groot deel van de respondenten geeft aan dat de werklast niet correspondeert met de hoeveelheid studiepunten die er in hun opleiding aan de masterproef worden toegekend.” Eén studiepunt staat voor ongeveer 25 à 30 uur studietijd, maar in de praktijk overschrijden veel studenten het aantal uren dat door hun opleiding ‘voorzien’ wordt voor de masterproef. “Los van de studiepunten vinden veel studenten dat de werklast in het algemeen te hoog ligt”, merkt Laurens op.

Een ander aspect dat in de bevraging aan bod komt, zijn de verdoken studiekosten verbonden aan een stage of masterproef. “Na de inschrijving heb je bijkomende kosten. Denk dan aan studiemateriaal, maar ook bijvoorbeeld vervoer van en naar een stageplek. Die kosten kunnen voor sommige studenten het verschil maken.” De Studentenraad wil voornamelijk in kaart brengen in welke mate studenten weten wat ze kunnen verwachten. “De bevraging toont aan dat iets meer dan één derde van respondenten op voorhand geen goed overzicht had op alle kosten”, licht Laurens toe. “Eén vijfde maakt zich zorgen over het kostenplaatje. Eén negende van de respondenten heeft hun master anders ingedeeld om het financiële plaatje alsnog te kunnen dragen. Het is dus zeker iets dat leeft.”

Na de bevraging komt het er natuurlijk op aan om met de data aan de slag te gaan. “We zijn op dit moment bezig met een grondige analyse van de antwoorden”, zegt Laurens. Welke pijnpunten zijn er en hoe kan de universiteit die aanpakken? Wat moet er anders? “Op basis van de data stellen we een rapport op waarmee het departement Onderwijs aan de slag gaat. De Studentenraad zal dat rapport dit en volgend academiejaar actief opvolgen, zodat de situatie verbetert. Zeker qua studiekosten willen we een mindset change bewerkstelligen bij de universiteit. Ze moet proactief communiceren over bijkomende studiekosten, want die hebben een reële impact op haar studenten. Een oplossing kan zijn om ze op te nemen in de ECTS-fiches, of ‘Cursusinformatie’.”



ExxonMobil financiert onderzoek aan UAntwerpen

18/04/2023
🖋: 

Begin februari kondigde de UvA, dat is de Universiteit van Amsterdam, aan om voorlopig geen onderzoekssamenwerkingen aan te gaan “met Shell of soortgelijke bedrijven”. De universiteit organiseert nu een universiteitsbrede discussie rond de vraag met wie universiteiten wel of net niet kunnen samenwerken.  Zolang de discussies lopen, begint de UvA geen onderzoeken met de steun van bedrijven in fossiele brandstoffen. Ik vroeg me logischerwijs af: hoe zit dit aan UAntwerpen? 

Om meteen op deze vraag te antwoorden: UAntwerpen heeft momenteel geen plannen om zoals UvA een stolp te zetten op fossiele onderzoeken. Wel staat een moratorium, zoals UvA nu doet met Shell of soortgelijke bedrijven, waarbij er een tijd geen nieuwe fossiele onderzoeken worden gefinancierd, op de agenda van de Vlaamse Universitaire Raad. De discussie is niet nieuw. De universiteit van Harvard kondigde twee jaar geleden aan te stoppen met onderzoek gefinancierd door de fossiele industrie en vorig jaar lanceerden meer dan achthonderd academici uit meer dan honderd universiteiten een open brief waarin ze pleitten voor fossielvrij onderzoek. De vraag is ook aan UAntwerpen relevant, zo gaf de universiteit me te kennen dat er momenteel één onderzoek gefinancierd door olieproducent ExxonMobil loopt.  

ExxonMobil en klimaatverandering

Je moet niet argwanend van aard zijn om te vermoeden dat ExxonMobil wetenschappelijk onderzoek niet financiert omdat academische inzichten de oliereus ongelofelijk dierbaar zijn. Het is al langer geweten dat ExxonMobil dankzij eigen wetenschappers al in de jaren zeventig tot in de kleinste details wist dat het verbranden van fossiele brandstoffen tot opwarming van de planeet en de bijbehorende catastrofale gevolgen leidt. Dit werd recent bevestigd door onderzoek gepubliceerd in Science. Zette deze kennis ExxonMobil aan om met gepaste urgentie te verduurzamen? Het tegendeel is waar. Hoewel ExxonMobil perfect de gevolgen van de eigen activiteiten kende, begon het in de hiernavolgende decennia miljoenen te pompen in wetenschapsontkenning, leugenachtige communicatiecampagnes en gelobby tegen acties om klimaatverandering te bestrijden. Dit alles had een fijnbesnaard drieledig doel: vertragen, misleiden en saboteren. Gezien de verstrekkende gevolgen van de klimaatcrisis een opportunisme van de meest bandieterige soort. Hoeveel zelfrespect heb je als academische instelling als je het geld van dit soort van organisaties ontvangt?  

Bleef het maar beperkt tot een gebrek aan zelfrespect. Het is niet de eerste keer dat de universiteit zich gespeeld onwetend gedraagt. Zoals ik in een opiniestuk afgelopen semester betoogde dat Huawei UAntwerpen gebruikt om zichzelf wit te wassen, zo faciliteert ze greenwashing van ExxonMobil door fossiele fondsen te incasseren. Dat de universiteit (zie de reactie onderaan dit artikel) blijft goochelen met termen als duurzaamheid en maatschappelijk ondernemen, doet niets af van de realiteit dat ExxonMobil al sinds de jaren zeventig wetenschappelijke kennis verdraait en negeert. Tegen welke prijs kunnen dit soort bedrijven de universiteit gebruiken als vehikel voor positieve pr? Het is een vraag die een gefundeerd academisch debat verdient.  

academische integriteit op het spel

Behalve de geloofwaardigheid van het duurzaamheidsbeleid van de universiteit staat meer algemeen ook de academische integriteit op het spel. De eerdergenoemde open brief stipt aan dat financiering van klimaatonderzoek door de fossiele industrie resulteert in een belangenconflict dat de academische vrijheid van onderzoekers in gevaar brengt. De fossiele industrie drukt niet alleen een onuitwisbare stempel op wat er onderzocht wordt, het maakt onderzoekers ook afhankelijk van fossiel geld. Ook is het maar de vraag of onderzoekers die banden tussen universiteiten en de fossiele industrie principieel hekelen, zich hierover publiek durven uitspreken als hun financiering van hen afhangt. Op de koop toe blijkt uit een publicatie in Nature dat door de fossiele industrie gefinancierd academisch onderzoek positiever is over aardgas dan over hernieuwbare energie. De meesten onder ons vinden het abnormaal dat universiteiten zich zouden laten financieren door de tabaksindustrie die er een handje van weg heeft de waarheid te verdoezelen en te verdraaien, maar de fossiele industrie doet in wezen niets anders. De belangen van de fossiele industrie zijn compleet tegengesteld aan die van onafhankelijke academische instellingen.  

UAntwerpen verwijst in een reactie ook naar de institutionele ethische gedragscode die ervoor moet zorgen dat de academische vrijheid gewaarborgd blijft bij de uitvoering van onderzoek met een externe opdrachtgever. Dat doet de vragen rijzen wie toezicht houdt op de naleving van deze code en hoe dit toezicht gebeurt. De code is geadresseerd aan de individuele onderzoeker die “niet mag verzaken aan zijn onafhankelijkheid”, terwijl de onderzoeksinstelling buiten beeld blijft. Zoals ook beschreven in dwars 145, is het te gemakkelijk om de verantwoordelijkheid in de schoenen van de individuele onderzoeker te schuiven en is het aan de universiteit zelf om omstandigheden te creëren die onderzoekers minder kwetsbaar maken voor beïnvloeding van buitenaf. Hierbij valt te denken aan een publiek toegankelijke databank met al de lopende onderzoeken en hun financiers, zodat potentiële belangenconflicten voor iedereen duidelijk worden. En aan een stopzetting van fossiele onderzoeken, want wat is het gezag van een ethische gedragscode als je je als universiteit laat sponsoren door wetenschapsmanipulatoren?  

meer transparantie vereist

Tot slot moet ik tot mijn grote spijt meedelen dat ik mijn controlefunctie niet kan uitoefenen zoals gewild. Steekproefgewijs somde ik de namen van zes fossiele bedrijven op (Total, Borealis, 3M, Shell, ExxonMobil en Ineos), met als vraag wie van hen momenteel onderzoek financiert aan UAntwerpen. Ik geloof graag van de universiteit dat de verschafte informatie correct is, maar ik kan het niet verifiëren. Het is dus onmogelijk om de verstrengeling van fossiele industrie en universiteit in kaart te brengen. En dan gaat het niet alleen over onderzoeken. Zo sponsort de belangenvereniging van de Belgische chemische bedrijven Essenscia de Master Veiligheidswetenschappen en is het net als bedrijven als Umicore, Nippon Gases en Ineos sponsor van de Kekulé-lezingen.  

Net zoals meer transparantie vereist is over de financiële bestedingen van UAntwerpen (denk aan de beleggingen waar de commissie ethisch beleggen zelfs geen zicht op krijgt, zie vorige dwars), zo is transparantie vereist aan de inkomstenzijde. Als het UAntwerpen echt menens is als het gaat over academische onafhankelijkheid, kijkt ze niet louter naar de individuele onderzoeker, maar betonneert ze die structureel. Als duurzaamheid voor UAntwerpen meer is dan een verplicht imagonummertje, komt ze de consequenties van door de fossiele industrie betaalde onderzoeken onder ogen. Volgend jaar vinden de rectorverkiezingen plaats. Laat dit debat meer dan een voetnoot in de campagnes zijn. 

geen standpunt over fossiele onderzoeken

Ik vroeg de universiteit naar haar standpunt omtrent onderzoeken gefinancierd door de fossiele industrie. “Op dit moment heeft UAntwerpen daar geen formeel standpunt over. Wel is het zo dat wij als instelling de zaken niet louter zwart-wit bekijken, maar een problematiek vanuit verschillende perspectieven benaderen. Zo impliceert fossil free research bijvoorbeeld dat je niet langer inzet op het kunnen innoveren van chemische bedrijven en hun processen van binnenuit. Er zijn ook verschillende types van samenwerking mogelijk met dergelijke bedrijven. Zo is het beperkt aantal opdrachten dat de Universiteit Antwerpen aanvaardt van dergelijke opdrachtgevers er in hoofdzaak op gericht om duurzame alternatieven te zoeken of de veiligheid en optimalisatie van bestaande processen te faciliteren. In het algemeen is duurzaamheid een belangrijk begrip voor de Universiteit Antwerpen en zetten wij volop in op maatschappelijk verantwoord ondernemen.” 



poëzie

18/04/2023
🖋: 
Auteur

Na millennia vol liefde en leven geven, is het gedaan

Tigris heeft zijn Eufraat laten gaan

Silvanus,

Een man die nooit meer huilt

Wachtend op het gezang van de mus dat niet meer is

Zijn kinderen, angstig voor wat er achter de volgende bladzijde schuilt

Jong en welwillig

De toekomst steeds grillig

Het zwarte goud vloeit

Gaia’s creaties veranderend in as

Alsof het hen nooit heeft geboeid

Terug naar hoe het ooit was



hoog tijd om de creatieve hoogtepunten te vieren

18/04/2023

Hoera, dwars is aan haar 150ste editie toe! In die 150 edities is er ontzettend veel creativiteit uit pennen, penselen, cameralenzen en potloden gevloeid. We blikken hier terug op al die artistieke hoogstandjes: welk dwarsig product is ons nu écht bijgebleven? Een handjevol getuigenissen van onze redactieleden lees je hieronder.

Lucas

cobra’s in zwart gras – Dominique Geschiere

Hét bewijs dat de lat bij het meest gewaardeerde studentenblad van Antwerpen hoog mag liggen. Een schijnbaar eenvoudige vertelling over een uitstapje naar de buitencampus, ware het niet dat Dominique er een stilistisch kunststukje van heeft gemaakt. Het artikel legt de werken van Pierre Alechinsky op Campus Middelheim goed uit: de chaos van de avant-gardistische kunstbeweging Cobra komt naar voren in elk woord. Overigens het eerste artikel waar ik ooit eindredactie op uitvoerde. Als liefhebber van uitgesponnen volzinnen, was ik meteen in mijn nopjes. De Dominiqueaanse woordspeling in de titel vormt de kers op de taart.

Lena

judgy meeuw – Edith Coen

Als vormgever spendeer je lange uren op het dwarslokaal, maar telkens wanneer hij verschijnt, lijken die uren voorbij te vliegen alsof het luttele minuten zijn. Hij ziet alles. Hij heeft overal een mening over. Hij is degene naar wie ik kijk wanneer er iets absurds gebeurt, want hij is degene die me in een oogopslag begrijpt. Zijn naam ken ik niet, maar zijn blik ken ik maar al te goed. De judgy meeuw verscheen voor het eerst in dwars 146. Op pagina 14 van die dwarseditie komt hij goed tot zijn recht: naast de gemoedelijke blik van Fred Brouwers voel je zijn veroordeling pas écht.

Oscar

gedachtevleugels – Oscar Terryn

De prominente plaats van poëzie in dwars trok me aan toen ik bij dwars begon. Ik ben dan ook al jarenlang veel bezig met poëzie. Mijn gevoelens schrijf ik zo van me af, maar ook de poëzie van anderen kan me sterk raken. In dwars zijn er verschillende dichtstijlen gepasseerd, waardoor die poëziepagina de facto een creatieve vrijplaats is. Die eerste keer dat ik een gedicht mocht publiceren, is me dan ook bijgebleven. Op gedachtevleugels ben ik nog altijd trots: mijn eigen woorden zien blinken op het glossy papier van een dwars is toch wel bijzonder.

Amber

de cover van dwars 119 – Alex Noels

Het beeld dat mij het meest bijgebleven is, is de cover van dwars119. De foto werd naar aanleiding van een artikel over de geloofsbeleving van studenten gemaakt: hoe ervaren zij religie? De foto is prachtig, met een sterk contrast tussen licht en donker. Ik ben een groot fan van zulke contrasten; hier werkt het thematisch ook goed. Die ene diagonaal van licht trekt het oog onmiddellijk. Wat de foto zo verfijnd maakt, is het idee erachter alleen al: zingeving is zo’n abstract thema, maar de foto duidt meteen waarover het gaat.

Pebbles

ik ben nodig! – Margaux Albertijn

Ik studeerde net een maand aan onze universiteit toen ik een dwars 139 in mijn handen geduwd kreeg. Een maand waarin ik elke vrije seconde opvulde: vrienden zou ik niet maken als ik niet binnen de dertig seconden op hun berichten antwoordde en mijn vakken halen zonder elke les uitvoerig voor te bereiden, daar was geen sprake van. Ik besloot enkele waardevolle minuten aan het openslaan van het magazine te besteden. Het eerste artikel? Het editoriaal van Margaux getiteld ‘ik ben nodig!’. Blijkbaar komt een boodschap pas echt bij mij binnen als ze verwoord wordt in mooie zinnen, want opeens snapte ik het belang van rustmomenten. “De enige persoon die me na tien uur ‘s avonds nog nodig heeft, ben ikzelf”, die zin kwam binnen. Wanneer ik echt overwerkt ben, herlees ik het editoriaal soms nog.

Margaux

kunnen daklozen het dak op? – Maxene Willems en Selena De Waard

Het was een los idee op een redactievergadering, ontstaan uit de mijmering dat niemand van de aanwezigen eigenlijk wist hoe het is om dakloos te zijn, hoewel we de daklozen in de studentenbuurt wel dagelijks zagen. Grapjes over hen konden gemaakt worden – “haha, die ene zot daar” – maar hun naam kenden we dan weer niet. De oplossing bleek vrij simpel: laten we die mensen eens spreken. Het resultaat werd een uitgepuurd artikel, geschreven door Maxene Willems en Selena De Waard. Op een bepaalde manier heeft de eenvoud van het idee mijn visie op artikelen schrijven ook veranderd. Als je iemands perspectief niet hoort, is het tijd om dat perspectief op tafel te leggen – en niet om gewoon te mijmeren over het feit dat je die stemmen nooit hoort.

Emma

Tresor, een muzikale schatkist – Lucas Van Looveren

Mijn favoriete dwarsartikel is Tresor, een muzikale schatkist door Lucas Van Looveren. Ik lees sowieso graag close-up’s. Het is altijd interessant om over culturele producten te lezen, zeker wanneer je kan meegenieten van het enthousiasme van de auteur. Daarom vind ik deze close-up van Lucas zo goed. Hij is laaiend enthousiast over het album van Gwenno. Ik citeer: “De alternatieve instrumentatie en de onberekenbare songstructuur zorgen voor een spanningsboog van 43 minuten en 5 seconden, die desondanks aangenaam in het gehoor ligt. Doorheen dat alles springt Gwenno spaarzaam om met haar zoetgevooisde engelenstem.” Zulk enthousiasme kan bijna alleen maar aanstekelijk werken. Het zorgde er alleszins voor dat ik sindsdien een enorme Gwennofan ben geworden. Ik geniet nog steeds van die plaat, misschien zelfs nog meer dan Lucas. Daarnaast vond ik de Spotifycode onderaan een waardevolle toevoeging, dat maakt het veel makkelijker voor de lezers om het album daadwerkelijk te ontdekken. Keep ‘em coming!

 



dwarszitter

18/04/2023
🖋: 
Auteur

Wanneer ik door de gangen van de universiteit dwaal, ben ik altijd nieuwsgierig naar de studierichtingen en lessen van andere studenten. Voor dit artikel besloot ik een groep onbekende studenten een aula binnen te volgen en belandde ik als student Taal- en letterkunde in de les Macro-economie van de derde bachelor Politieke Wetenschappen.

Met een kleine angst voor cijfers en het onbekende schuif ik op maandagochtend mijn tafeltje uit in de aula. Ik verstop me tussen de andere studenten om mijn beduusde gezicht te verbergen, want op de presentatie verschijnt meteen een complexe formule over een even complex economisch begrip. Dan gaat professor Jacques Vanneste van start met zijn les. Mijn stress neemt al snel af door het vrolijke figuur vooraan in de aula. Hij verklaart dat afgelopen week een topweek was: enerzijds was het kiesweek voor de studenten en anderzijds was hij de dag ervoor, zondag 26 maart, aanwezig op de koers Gent-Wevelgem. Samen met zijn kinderen beklom Vanneste de Kemmelberg. Dankzij zijn elektrische fiets kon de prof makkelijk de top bereiken, in tegenstelling tot zijn kinderen die puffend bovenkwamen.

Dan begint de les echt. Ik moet eerlijk zijn, veel begrijp ik er niet van: de informatie gaat mijn ene oor in en het andere meteen weer uit. Ik word afgeleid door de Engelse presentatie en de bijhorende Nederlandse uitleg. Maken de studenten hun notities in het Engels, Nederlands of beide? Die verwarring ligt misschien aan mij, als taalstudent. Wat me opvalt, is dat prof Vanneste veel linken legt met andere hoofdstukken en aangeeft dat de leerstof een mogelijke examenvraag zou kunnen zijn; dat zal de oplettende studenten wel helpen. De les gaat voort, totdat professor Vanneste begint te hinkelen. Zijn been zit door zijn enthousiasme in de war met de draad van de microfoon. Na wat gestuntel staat hij weer op twee voeten en hervat Vanneste zijn les.

Nadat de klas een deel van de leerstof heeft afgewerkt, valt er een stilte die verstoord wordt door het piepen van werktuigen. De werken aan de vervallen gebouwen gaan onverstoord door, waarop een intermezzo volgt. Professor Vanneste legt uit dat de individuele kantoren van de proffen zullen verdwijnen; het wordt één grote ruimte. Kunnen de professoren hun boeken uit de kelder halen en hun eigen bibliotheek terug opbouwen? “Spannend”, giechelt Vanneste. Hij vangt de les aan, rondt een hoofdstuk af en begint aan het volgende, tot er nogmaals een stilte valt. De draad van de microfoon zit voor een tweede keer vast. Nu heeft de draad de benen van de prof niet gevangen, maar de bureaustoel. Na een kleine minuut stilte verschijnt het rode hoofd van Vanneste boven het bureau.

Ondanks alle verrassende intermezzo’s, heeft de klas op een snel tempo twee hoofdstukken afgerond en een derde aangezet. Ik begreep de inhoud niet, maar de andere studenten hopelijk wel. Gelukkig kon professor Vanneste vooraan in de aula de pijn verlichten: het vrolijk mannetje op de voorgrond leidde me af van de moeilijke achtergrond



Bierman

18/04/2023
🖋: 

De pastor en het bier, er is geen duo dat meer onafscheidelijk is. Als pastorale superheld schrijft Gert Van Langendonck ons met zijn geestelijk vernuft op weg naar de beste smaken in het bierlandschap. Prosit!

Kwatongen beweren wel eens dat Mao Zedong op de lange mars door China zelf amper een voet voor de andere heeft gezet. Op de vlucht voor de regeringstroepen werd de grote roerganger over berg en dal in een draagstoel meegesleurd door zijn communistische makkers. “Het volk alleen zorgt voor vooruitgang”, is een bekend citaat van hem. Om maar te zeggen dat de principes van het communisme al waren doorgedrongen tot bij de gewone mensen, maar dat op de uitvoering nog wat rek zat. Nu wil Bierman zich zeker niet bezondigen aan achterklap. Hij wil enkel zeggen dat China een raar land is en de zotte kuren van Mao zijn daar een prachtig voorbeeld van. Spijtig dat ze zoveel slachtoffers maakten.

Naast Europese havens opkopen en TikTok door de strot van onze jeugd rammen, zijn ze in China tegenwoordig ook bezig met bier brouwen. Aangezien Duitse brouwers in de 19e eeuw zelf naar China zijn getrokken om daar Lager te maken, valt dat niet onder de hedendaagse schandpaal van cultural appropriation, maar dus wel nog onder klassieke kolonisatie. Het grootste Chinese bier van dit moment is Snow Beer (eigenlijk letterlijk Sneeuwvlokkenbier). Die Lager is met 61 miljoen hectoliter het meest verkochte bier ter wereld. Het bier is buiten China zelf niet te verkrijgen. Lessen in nederigheid geven ze daar in China dus ook.

Een bekende uitspraak van Confucius is naar het schijnt dat Chinees eten over heel de wereld hetzelfde smaakt. Wie echter ooit de buiten-gewone loempia’s in restaurant Chau-Long in Niel heeft geproefd, weet dat van twee evenwaardige zaken, het ene toch beter kan zijn dan het andere. Op dat gebied verschillen loempia’s, proletariërs en Chinese Lagerbieren niet veel van elkaar. Sommige dingen zijn meer gelijk dan andere, zou Bierman er nog wat overbodig aan kunnen toevoegen, maar ook het ene citaat is het andere niet.

Na Snow Beer is overigens Tsingtao het tweede grootste bier van China. De meeste multinationale brouwers kiezen ervoor om hun productie te lokaliseren, maar Tsingtao is een zeldzaam voorbeeld van een bier dat centraal wordt gebrouwen en nogal omslachtig over heel de wereld wordt verscheept. Het wordt deels gebrouwen met rijst en smaakt proefondervindelijk heel goed bij de loempia’s van Chau-Long in Niel. Dat klinkt een beetje racistisch, maar als ze in China geen moeite doen om cliché’s te doorbreken, dan staat Bierman ook volledig machteloos.

Verder leert een blik op de hedendaagse biermarkt in China dat ze daar recent gestopt zijn met het toevoegen van formaldehyde aan hun bier. Dat is een kankerverwekkende stof die wel nog gebruikt mag worden om spaanplaat te maken, opritten te reinigen of om te mummificeren, maar dus niet meer om bier mee te ontsmetten. Misschien moet de echte grote sprong voorwaarts van dit vreemde land (naast het bezoek van Eddy Wally in 1995 natuurlijk) daar wel gezocht worden, want aan de culturele revolutie van Mao zal het niet gelegen hebben.



een leidraad door de verkokering

18/04/2023

Wie kan je aan UAntwerpen helpen bij grensoverschrijdend gedrag? Een doodeenvoudige vraag die een nog doodeenvoudiger antwoord verdient. De realiteit is iets weerbarstiger. De wirwar van potentiële aanspreekpunten met elk hun eigen niet altijd even helder afgebakende functieomschrijvingen valt bezwaarlijk onder de noemer ‘drempelverlagend’. Wij lijsten hen op en (laten hen) vertellen wanneer en waarmee ze je kunnen ondersteunen. 

Oorspronkelijk was dit stuk bedoeld voor december 2022. Toen werd ons op het hart gedrukt dat er die maand nog een decreet zou komen dat het statuut van vertrouwenspersonen voor studenten regelt en dat dit stuk snel achterhaald zou worden, mochten we niet wachten. Intussen zijn we vier maanden verder en er is nog altijd geen decreet. Personen die grensoverschrijdend gedrag plegen wachten niet tot het juiste decreet er is, terwijl slachtoffers te allen tijde toegang moeten hebben tot de juiste hulp, ongeacht decretale bepalingen. Daarom schrijven we over de situatie zoals die nu is. Mocht het decreet in kwestie zaken aanzienlijk doen wijzigen, lees je dat als eerste in dwars.

 

studentenbemiddelaar

Word je als student geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag en is de dader een andere student? Dan kan je aankloppen bij Walter Sevenhans, de studentenbemiddelaar van UAntwerpen. Hij legt zijn rol uit: “Als er zich grensoverschrijdend gedrag stelt van een personeelslid naar een student moet je bij een van de vertrouwenspersonen (zie verder, n.v.d.r.) zijn. Wanneer er een geval van grensoverschrijdend gedrag is tussen studenten, kan men bij mij terecht. Ook personeelsleden die menen dat een student bepaalde regels overtreedt, kunnen bij mij terecht.”

“Dan start mijn werk tot bemiddeling. Ik hoor zowel de partij van wie de klacht uitgaat als de partij die wordt beschuldigd. Het is mijn taak neutraal te zijn ten aanzien van beide partijen. De verzoeker bepaalt wanneer de bemiddeling is geslaagd en moet dat expliciet te kennen geven. Als de bemiddeling niet geslaagd is, ben ik verplicht om de zaak door te schuiven naar de Deontologische Commissie die tuchtmaatregelen kan toekennen. Die maatregelen gaan van een vermaning tot een verbod aan examens of bepaalde diensten deel te nemen tot een tijdelijke of zelfs definitieve uitsluiting. Zelf kan ik geen sancties toekennen. Er is niemand die bang hoeft te zijn van mij – dat werkt drempelverlagend en creëert een sfeer van vertrouwen. Het biedt comfort voor alle partijen, inclusief voor mezelf.”

“Is de bemiddeling geslaagd? Dan leggen we afhankelijk van de situatie een eenzijdig of wederzijds engagement op papier vast. De beklaagde erkent dat hij iets heeft overtreden, toont zich ervan bewust en belooft dat het niet meer zal gebeuren. Komt hij zijn engagement niet na? Dan zal zijn zaak uiteindelijk bij de Deontologische Commissie belanden die dus wel sanctioneringsbevoegd is.”

“De student krijgt in de regel binnen de 48 uur antwoord van mij en in diezelfde week voer ik zo mogelijk de bemiddelingsgesprekken. Voorbeelden van meldingen die tot bij mij komen: studenten die zich belaagd voelen of gepest worden, maar ook professoren die menen dat een student auteursrechten heeft geschonden of zich onfatsoenlijk heeft gedragen tegen hen.”

Sevenhans benadrukt tot slot dat bij het bemiddelingsproces zorgzaam wordt omgegaan met het welbevinden van de student. “Het is niet evident om de twee mensen tegelijk aan tafel te krijgen. Het kan samen, het kan apart. We gaan dat niet forceren. Elke case (meer dan 90%) die leidt tot schuldinzicht, vergevingsgezindheid en verzoening geeft de verschillende partijen én mezelf veel voldoening.”

Evaluatie: zoals bij de andere mogelijke aanspreekpunten is de eerste drempel niet de geringste. De persoonlijke pagina van Sevenhans vermeldt dat hij studentenbemiddelaar is, maar daarmee weet je nog altijd niet wat een studentenbemiddelaar doet. Bovendien moet je al weten van het bestaan van een studentenbemiddelaar om op de pagina van Sevenhans uit te komen. Eens je de studentenbemiddelaar hebt gevonden, zijn er nog maar weinig drempels.

 

vertrouwenspersonen

Mocht je geconfronteerd worden met grensoverschrijdend gedrag waarbij een medewerker van de universiteit is betrokken, zijn de vertrouwenspersonen het geschikte aanspreekpunt. UAntwerpen telt tien vertrouwenspersonen voor studenten en drie vertrouwenspersonen voor doctorandi. We spraken Iris Wyns, een van die vertrouwenspersonen. “Iedereen is vrij om zich tot een van deze vertrouwenspersonen te richten, ongeacht de campus. Je kiest dus zelf een vertrouwenspersoon – dat hoeft niet iemand van jouw campus te zijn.”

“De cases waarmee je bij ons terecht kunt, gaan onder andere over grensoverschrijdend gedrag zoals machtsmisbruik, verbale agressie, ongewenste intimiteiten en pesterijen. Een vermoeden van grensoverschrijdend gedrag, wanneer je bijvoorbeeld denkt dat iemand in jouw directe omgeving hiermee te maken heeft, kan ook gemeld worden. Idem voor het gevoel hebben dat je er door je huidskleur, geloof of seksuele voorkeur niet bij hoort of anders behandeld wordt.”

“Als vertrouwenspersoon bied ik een luisterend oor en geef ik advies en ondersteuning bij eventuele verdere stappen. Die vervolgstappen zullen afhangen van de case. Op basis van een analyse van de situatie zoekt de vertrouwenspersoon mee naar oplossingen.” Wyns beklemtoont dat de student de regie in handen houdt en dat alle meldingen met de grootste discretie en zorg worden behandeld. “De vertrouwenspersoon mag niets ondernemen zonder het akkoord van de persoon die het probleem heeft aangekaart en is gebonden door het beroepsgeheim. Wanneer een verzoek toekomt (telefonisch of per e-mail), dan wordt er binnen de tien dagen een afspraak geregeld.”

Evaluatie: sinds enige tijd bokst de Vlaamse Regering een decreet in elkaar dat een juridisch betrouwbaar kader schept voor vertrouwenspersonen voor studenten. Zolang dat decreet uitblijft, is er de facto geen wettelijk kader voor die vertrouwenspersonen. UAntwerpen lost dat tussentijds op door de vertrouwenspersonen voor werknemers ook in te zetten voor studenten. Het is uiteraard van het grootste belang dat er goed opgeleide mensen zijn bij wie studenten kunnen aankloppen in alle gevallen dat zij met grensoverschrijdend gedrag worden geconfronteerd. De vertrouwenspersonen bleken goed bereikbaar. Het is alleen maar de vraag hoe bekend vertrouwenspersonen bij studenten zijn en of ze niet te ver staan van studenten.

 

facultaire ombudspersonen

Om te beginnen moeten we het onderscheid maken tussen de facultaire ombudspersonen en de centrale ombudspersoon. In cases van grensoverschrijdend gedrag beperken ze zich allebei evenwel tot doorverwijzen. We contacteerden de ombudsdienst van de faculteit Rechten: “Facultaire ombudspersonen fungeren als aanspreekpunt bij geschillen die verband houden met de toepassing van het onderwijs- en examenreglement. De ombudspersoon heeft een hoofdzakelijk bemiddelende, maar ook een informerende en adviserende rol. Een van de kerntaken van de ombudspersoon is optreden als bemiddelaar tussen student en examinator met als doel problemen te voorkomen of op te lossen met betrekking tot examensituaties, inclusief permanente evaluatie.”

In gevallen van grensoverschrijdend gedrag heeft de facultaire ombudspersoon een doorverwijs- en opvolgfunctie. “Wij zijn als ombudspersonen een nulde lijn en eerste luisterend oor, maar zullen steeds doorverwijzen naar de meer gespecialiseerde bevoegde diensten. Ombudspersonen hebben immers een meldingsplicht. De ombudspersonen zijn dus een van de verschillende opvangkanalen voor de student. Wanneer het grensoverschrijdend gedrag tussen een personeelslid en een student betreft, zal de vertrouwenspersoon (naar keuze) de meest aangewezen persoon zijn. Ombudspersonen kunnen wel personen vergezellen naar de vertrouwenspersoon bij een eerste gesprek.”

 

centrale ombudspersoon

Naast heel wat facultaire ombudspersonen heeft UAntwerpen ook één centrale ombudspersoon in de persoon van Luc Van de Poele, die daarnaast ook departementshoofd onderwijs is. “Het is de bedoeling dat studenten zich eerst wenden tot de facultaire ombudspersoon. Wanneer een student zich bij mij veiliger voelt of wanneer de student vindt dat de facultaire ombudspersoon geen soelaas kan bieden, kan die bij mij terecht. Denk aan de situatie dat de faculteit of facultaire ombudspersonen zelf een betrokken partij zijn. De centrale ombudspersoon is ook het klankbord van de facultaire ombudspersonen. Wanneer een reglement geïnterpreteerd moet worden en ze niet goed weten hoe ze ermee overweg moeten, kunnen ze bij mij terecht. Maar bijvoorbeeld ook bij conflicten met een student die delicaat of tijdrovend zijn.”

“Reglementen dekken niet alle situaties”, stipt Van de Poele aan. “Er zijn altijd studenten aan wie niet is gedacht bij het opstellen van een reglement. Dan moet je als centrale ombudspersoon durven zeggen dat een beslissing die normaliter conform de regels is voor die ene individuele student niet de meest redelijke beslissing is, om die argumenten vervolgens voor te leggen aan diegene die hierover beslist – dat kan gaan van een examencommissie tot de rector.”

Van de Poele schat dat hij op jaarbasis een veertigtal interventies doet. Vaak gaat het over even een facultaire ombudspersoon informeren hoe die een bepaalde situatie best inschat. Dus lang niet genoeg om de functie voltijds te maken. “Het risico is reëel dat een voltijds ombudspersoon zaken zal wegtrekken van de faculteiten. We trachten facultaire ombudspersonen zo veel mogelijk problemen zelf te laten oplossen. Als centrale ombudspersoon treden we in tweede instantie op. Aan onze universiteit vinden we het belangrijk dat problemen worden opgelost op een zo laag en functioneel mogelijk niveau.”

Evaluatie: aangezien de gezichten van de facultaire ombudspersonen onder studenten in de regel bekender zijn dan die van de vertrouwenspersonen mag hun rol niet worden geminimaliseerd en is het van belang dat zij ondanks hun schijnbaar beperkte doorverwijsfunctie goed voorbereid zijn om met situaties van grensoverschrijdend gedrag om te gaan. De rol van de centrale ombudspersoon wordt aan UAntwerpen bijzonder minimalistisch ingevuld. De naam van de huidige ombudspersoon kwamen we via mondelinge weg te weten. Op de website van UAntwerpen wordt er opmerkelijk genoeg geen gewag gemaakt van het bestaan van een centrale ombudspersoon – zelfs de persoonlijke pagina van Van de Poele vermeldt het niet als een van zijn mandaten.

 

STIP

Bij het STIP kunnen studenten terecht voor de meest uiteenlopende steun, van financiële ondersteuning en studietrajectbegeleiding tot psychologische begeleiding. “Mocht je geconfronteerd worden met grensoverschrijdend gedrag, kan het STIP je helpen met psychologische begeleiding”, vertelt een medewerker. “We vangen je dan op en proberen zo goed mogelijk te achterhalen waar je op dat moment nood aan hebt en gaan vooral daarop in. De studentenpsychologen van het STIP zijn specifiek opgeleid om de eerste opvang te doen van studenten die grensoverschrijdend gedrag hebben meegemaakt en om de verdere verwerking van wat er gebeurd is te ondersteunen. Het STIP kan ook helpen om gespecialiseerde hulp te zoeken buiten de universiteit, zoals traumatherapie. Wil je eerder melding doen van grensoverschrijdend gedrag? Dan contacteer je best een vertrouwenspersoon van onze universiteit. Vertrouwenspersonen zijn niet verbonden aan het STIP, maar studentenpsychologen kunnen je wel naar hen doorverwijzen.”

Evaluatie: als er iets is waar de communicatiedienst van UAntwerpen op hamert, is het wel dat je als student met zowat alles naar het STIP moet. De veelvuldige herhaling zorgt er evenwel voor dat de studentenpsychologen gemakkelijk bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Qua doorverwijsluik maakt het STIP het de student alleszins gemakkelijker dan de meeste andere diensten. Enig puntenverlies mag je het betalende karakter van de individuele begeleiding aanrekenen.

Mensura

Wat doet Mensura eigenlijk? We hadden het hen graag zelf gevraagd, maar na een beetje mailen bleek Mensura niet bereid te zijn tot een gesprek. Wel verwees het ons door naar een gesprek dat we hadden met de Dienst Welzijn dat niet ging over Mensura. Nochtans kan het geen kwaad om hun rol even te belichten. Zelfs de rector verslikte zich vorig jaar in een interview in de rol van Mensura. Van de Dienst Welzijn kregen we volgende reactie: “Mensura is onze externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Zij nemen die welzijnsdomeinen op waarvoor we intern geen expertise hebben, waaronder medisch toezicht, psychosociale aspecten en ergonomie.” Voorts werd er naar Pintra doorverwezen, wat niet toegankelijk is voor studenten en voorts ook weinig extra informatie bevat. Ook de site van UAntwerpen meldt niets over Mensura in het kader van welzijn.

Evaluatie: om geen foutieve informatie te verspreiden verzoeken we via deze weg de universiteit om opheldering te bieden over de hulp die Mensura kan bieden aan studenten. Vragen die zeker een antwoord verdienen, volgen hierna. In welke situaties kunnen studenten bij Mensura terecht? Hoe komen ze bij Mensura terecht? Biedt Mensura begeleiding aan in gevallen van grensoverschrijdend gedrag? Zo ja, hoe ziet die begeleiding eruit? En waarom juist Mensura?

 

onder constructie: extern meldpunt

Pro forma vermelden we ook dat er een extern meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag in het hoger onderwijs in de pijplijn zit en deel zal uitmaken van een meldpunt van het nieuwe Vlaamse Mensenrechteninstituut. De universiteiten zagen zo’n extern meldpunt eerst niet zitten, daarna ineens wel. Klinkt niet echt laagdrempelig? Ook de Vlaamse Vereniging voor Studenten uitte die bezorgdheid al. To be continued.

 

studentenportaal

Het nieuwe Studentenportaal, tevens het oude Blackboard, zou alle informatie voor studenten op een laagdrempelige manier moeten bundelen. We deden de test in het bijzijn van mensen van de Dienst Welzijn en de theorie bleek charmanter dan de werkelijkheid. Na je te hebben ingelogd op Studentenportaal, zie je bovenaan verschillende knoppen. Je klikt logischerwijs semiautomatisch op de knop “ondersteuning en begeleiding” en ziet daar verschillende lemma’s van vakinhoudelijke begeleiding tot ombudspersonen. Je klikt op ombudspersonen, zij kunnen je wellicht helpen. Je komt op de pagina ‘wanneer contacteer je een ombudspersoon?’: een pagina van twee zinnen die leidt naar een lijvig pdf-document waarin niet wordt verwezen naar grensoverschrijdend gedrag. Je keert terug. Je ziet ineens te midden van tien lemma’s “sociaal en mentaal welzijn” staan. Je klikt erop. Je komt op een pagina met zes lemma’s, waarvan het vijfde “grensoverschrijdend gedrag” heet. Je klikt erop en komt uit op vertrouwenspersonen waar je op een nauwelijks zichtbare link kunt doorklikken naar een contactpagina met de vertrouwenspersonen dat valt onder het kopje “campusleven.” Over deze pagina in volgende alinea meer.

Want ja, je kunt deze pagina op een zowaar nog efficiëntere wijze bereiken. Mocht je via “ondersteuning en begeleiding” hier niet geraken, kun je bij gebrek aan beters grensoverschrijdend gedrag met “campusleven” associëren, een pagina op Studentenportaal met dertien lemma’s. En mooi zo, je ziet het knopje “welzijn”. Daar moet je zijn! Denk je. Je klikt erop, maar dan kom je opnieuw uit op een doorverwijspagina en besluit op je stappen terug te keren. Vervolgens twijfel je tussen “verloren voorwerpen” en “veiligheid en gezondheid”. Je klikt toch maar op dat laatste en driewerf hoera! Het zesde van de acht lemma’s is grensoverschrijdend gedrag. Daar klik je op en je komt uit op de pagina met vertrouwenspersonen die er zich presenteren na een nauwelijks te doorworstelen inleiding wat grensoverschrijdend gedrag is. Nee, ongelukkige! Niet wegklikken! Niet nu, je bent er echt bijna! Het enige wat je nog moet doen is naar beneden scrollen. Daar stoot je op meer informatie wat de vertrouwenspersonen voor je kunnen betekenen, wie ze zijn en je komt er zelfs te weten hoe polyglot ze zijn.

Evaluatie: we willen de vrienden en de familie van de studenten aan wie we hebben gevraagd om te achterhalen bij wie ze terechtkunnen in gevallen van grensoverschrijdend gedrag geruststellen dat ze niet vermist zijn, maar gewoon nog bezig. Misschien een revolutionaire gedachte waar nog flink moet over worden vergaderd, maar zet bovenaan naast campusleven een knop welzijn, met daarachter een overzichtelijke schematische pagina wat je kunt doen als je slachtoffer bent van grensoverschrijdend gedrag. Het is ook een signaal dat de universiteit grensoverschrijdend gedrag niet wil verstoppen, maar echt belangrijk vindt. Toch minstens even belangrijk als dat studenten hun verloren voorwerpen terugvinden.

 

conclusie

Het was werkelijk een karwei om dit stuk te schrijven. Een groter karwei dan het had mogen zijn. Er werd duchtig doorverwezen en tijd gekocht om te antwoorden op algemene vragen die spontaan moeten kunnen worden beantwoord. De verkregen antwoorden bleken niet altijd even accuraat. Procedures raken moeilijk op elkaar afgestemd met als gevolg dat een toegankelijke communicatie op maat van de student onmogelijk is – niet bepaald een detail. Onderweg groeide de bedenking of UAntwerpen de afgelopen jaren überhaupt een aanspreekpunt had voor gevallen van grensoverschrijdend gedrag tussen een student en een medewerker. De vertrouwenspersonen nemen deze taak pas recent op zich. Voorheen moesten studenten te rade bij de studentenbemiddelaar, die nochtans kwesties van studenten onderling behandelt, of facultaire ombudspersonen, die daar niet voor zijn opgeleid en een doorverwijs- en opvolgfunctie hebben. De vraag stelt zich naar wie er binnen de universiteit door te verwijzen viel en hoe cases verder werden opgevolgd.

In afwachting van een centraal actieplan ontstaan er ook binnen faculteiten ad-hocinitiatieven zoals werkgroepen rond diversiteit en grensoverschrijdend gedrag. We hebben veel goede wil gezien van individuen, maar de kloof tussen wat theoretisch werkt en de praktijk heeft soms veel weg van een oceaan. Mensen zijn blij dat ze de eigen procedures kennen, maar wanneer er niveau-overschrijdend moet worden gedacht, wordt het onduidelijk. Een gesprekspartner stelt het zo: “Het is goed dat jullie opmerken dat het moeilijk is om te weten waar je terecht kan. De procedures worden uitgedacht door mensen die de structuren van de universiteit kennen en van daaruit denken, maar die zelf niet ervaren wat grensoverschrijdend gedrag is. Ik merk dat bij mezelf ook: ik weet wat ik doe en naar wie ik moet verwijzen in welke omstandigheden, maar vraag me niet wat de mensen doen naar wie ik verwijs.”

Niet zonder belang natuurlijk. Een geïnterviewde vat de essentie goed samen: “Het is confronterend om te horen dat het zo moeilijk is om de juiste aanspreekpunten te vinden. Als je slachtoffer bent van grensoverschrijdend gedrag en je wilt er iets mee doen, dan heb je echt geen energie om nog twee dagen uit te zoeken waar je terecht kan.”

Laat dit stuk een nieuwe aansporing zijn om niet in functie van structuren te denken, maar de student voorop te stellen. Je zou geen hulp nodig moeten hebben bij het krijgen van hulp.



poëzie

18/04/2023
🖋: 

– Welk type vulkaan heeft felsische, visceuze lava?

Goh, ik weet het niet, mevrouw.

 

Misschien het soort vulkaan dat lijkt op het kloppende reliëf

die mijn walzakken maken

onder mijn ingezonken oogkassen

veroorzaakt door de drainage aan vitaliteit

die uw zandstenen van me vragen.

 

Ik vraag me eerder af of uw hogedrukgebieden zich realiseren

welke vlagen ze op mijn psychische fitheid spuwen

in plaats van mijn attentie telkens te wervelen

richting de oh zo korte rok van Julie op de bank naast mij

omdat we bij het minste lentebriesje haar supernova zouden spotten

terwijl ze de heuvels op haar polsen bedekt met die ecofriendly blouse.

 

Beseft dat magma van u

Spuwend als drama

hoe het mijn handen doet beven

bij elke gebuisde test

die u als een tornado op me doet afstormen,

verdrinkend in het systeem

dat u mee instant houdt

ondanks het mijn geografische depressie blijft aanhitsen?

 

– Excuseer?

Een stratovulkaan, mevrouw.