Op zoek naar eeuwige roem achter het stuur
01/12/2001
🖋: 

Breng een hal van 4.200 m2, twaalf karts met piloten en een horde luidruchtige fans bij elkaar, ga er eens met de mixer door en je krijgt wat door alle aanwezigen als een fantastisch spektakel zal herinnerd worden: de Karting Endurance van de UA-Sport en BBL Futuris.

Met een lekker vettige hamburger in de ene hand, en een frisse pint in de andere verdrongen de supporters zich aan de ballustrade om hun respectieve studentenclubs naar de snelste rondetijd te loodsen. De piloten van hun kant haalden het onderste uit de kan in een poging steeds weer die voorganger in te halen en achter te laten, de traditionele slippende en botsende karts tot gevolg. Remsporen streepten het asfalt waar bandenrijen op hun weerstand werden getest.

 

Everts was de snelste BV

Dat Stefan Everts de snelste aller BV’s was, zal weinigen die dinsdagavond verbaasd hebben, dat Bartje van BigBrother zoveel punten sprokkelde voor Sofia-UIA echter des te meer. De BV-race was trouwens best te pruimen, zeker als je de enkele rondjes brommeren van Everts tussen de twee reeksen, en de schaterlach van Stany Crets bij het uitstappen van zijn kart meetelt. Vaten, reizen, plezier, muziek, gelach en tooghang-gedrag vulden dan de nacht die begon ergens op de Noorderlaan.

 

 

De Uitslag:

1. Ufka/Fabiant
2. Wikings
3. Sofia UFSIA
4. WINAK
5. Sofia UIA



Een gekend en erkend probleem
01/12/2001
🖋: 

Stel je voor: je komt thuis na een avondje film, cafĂ©bezoek of iets anders nuttigs. Je doet de deur van je kot open. Dan blijf je als versteend staan. Het raam staat open, al je cd’s zijn weg, de plaats waar je stereo of computer stond, biedt opnieuw plek voor een decoratief meubelstuk
 met andere woorden, er is ingebroken.

Inbraak op studentenkoten is helemaal geen fabeltje, integendeel. Meer en meer studenten krijgen te maken met deze laffe daad. Vooral de buurt rond UFSIA (Vekestraat, Rodestraat
) blijkt een geliefde stek te zijn voor grijpgrage vingers.

 

De dieven doen alle moeite van de wereld om ergens hun slag te kunnen slaan. Zo zijn bijvoorbeeld enkele duistere individuen een kot binnengedrongen langs een brandtrap die zich naast het raam bevond. De kamer lag op de vierde verdieping en aan de achterkant van het huis. De studente had haar raam op een mooie zomeravond op een kier laten staan, wat door de dieven als een uitnodiging werd aanzien. Nu kunnen we wel elke keer ons raam sluiten, maar dat blijkt ook geen garantie te zijn voor een veilig avondje uit. Lukt het niet via een brandtrap, dan forceren ze toch gewoon de voordeur om daarna elk kot leeg te roven. De gestolen items verschillen van kot tot kot; bij één meisje werd al haar lingerie meegenomen, bij een jongen zijn laptop mĂ©t de diskette waar zijn thesis op stond – die trouwens die week afgegeven moest worden.

 

Hulp! Hulp? Op komst!

Moest je zo’n pijnlijke gebeurtenis meemaken, dan contacteer je best de politie, uw vriend in ‘t stad. Zij maken dan een proces-verbaal op dat in een mooie, kleurige dossierkaft terechtkomt. Nadien mag je wachten en kan je enkel bidden voor en hopen op een miraculeuze vondst van de gestolen spullen. En die kans is even groot als de kans op het vinden van Bin Laden.

 

De UA is zich echter duidelijk bewust van deze problemen, en is eveneens vastberaden om er samen met de Stad Antwerpen iets aan te doen. Het herwaarderen van de studentenbuurten – zeker inzake veiligheid â€“ staat dan ook hoog op het prioriteitenlijstje vóór 2004, het Jaar van de Student in Antwerpen.



01/12/2001
🖋: 

‘Gaat u daar maar zitten. Nee, daar. En wat was uw naam? Soit, wat heeft u er ditmaal van weten te maken?’

Wat was ook weer de reden om examens mondeling af te nemen? Ik hou namelijk niet van mondelinge examens. En me dunkt al sinds het begin van mijn studie dat de onpartijdigheid van onze docenten ernstig lijdt onder de aanname dat het beter is zo. Ernstig. Toch lijkt vrijwel iedereen voorstander van het gehanteerde systeem. Waarom liefst geen schriftelijk examen? Omdat ik mezelf altijd nog kan corrigeren tijdens een mondeling. Omdat ik goed ben in mondelinge examens. Omdat ik anders geen kijk heb op mijn uitslag. Omdat ik beter ben in praten dan in schrijven. Maar eigenlijk omdat ik het nu eenmaal zo gewend ben. Vertrouwen we de professoren dan niet? Zouden ze niet in staat zijn een schriftelijke vragenlijst te maken die op een eerlijke wijze het kaf van het koren scheidt? Ze hebben toch gestudeerd? En het is zo ontzettend veel objectiever om de student slechts op zijn antwoorden te beoordelen en niet op kleding, stem, haardracht, bedenktijd of wallen onder de ogen. Is dat niet heel belangrijk?

 

En de relatie tussen studenten en professoren zou veranderen. Het gekruip en geslijm zou achterwege kunnen blijven als zij niet wisten aan welke gezichten ze nu welke cijfers gaven. Een eerlijkere, openere productievere verhouding tussen de onderwijzer en de onderwezene komt beide partijen zeker ten goede. Onze hypocriet omhoogkijkende houding zou overbodig worden. Misschien durven we het dan zelfs wel eens te zeggen als we een mening hebben, iets slecht vinden, ergens ontevreden over zijn. Misschien zou er eens een structurele relatie ontstaan tussen de student en zijn opleider. Ik ken massa’s mensen, waaronder ikzelf, die veel stresslozer zouden studeren, veel helderder op examens zouden komen, veel minder bang zouden zijn als het examen bestond uit een aantal lege vellen met vragen erop. Invullen, afgeven en naar huis. Ook dat lijkt me een valide reden.

 

Het is in iedere richting verschillend, maar er zijn te veel mensen die geslachtofferd worden door professoren. Niemand kan toch de stelling hooghouden dat de examens op deze universiteit er onverdeeld eerlijk aan toe gaan?

 

Stel je voor, niet meer tegenover die mannen gegooid te hoeven worden. De doorvragers, de zwijgers, de persoonlijk betrokkenen, de robots, al die rare types. En stel je voor, nooit meer ‘Wat vond u er zelf van’, of ‘Ik wìl u er wel doorlaten, maar ja
’, of ‘Ik kan u zo toch niet op de maatschappij loslaten?’

 

Een schriftelijk examen, mits goed opgesteld, is niet minder eerlijk of onderscheidend dan een mondelinge variant. Natuurlijk is een schriftelijke test beperkend wat de stof betreft, kun je niet over de gehele cursus vragen stellen, maar dat kan ook echt niet tijdens een mondeling. Tijdens een mondelinge overhoring word je zeker ook beoordeeld op twijfelen, stotteren, nerveus gedrag en dat zijn geen graadmeters voor kennis of kunde. Professoren hebben een grotere invloed op de student, en dus op diens prestaties, dan ze denken. Daarom lijkt het me een goed idee om de richtlijnen voor examens eens dusdanig aan te passen dat die achterhaalde, ouderwetse, tijdrovende mondelinge verhoren verboden worden en vervangen door uitdagende, doordachte, objectieve schriftelijke overhoringen. Laat onze kennis ons cijfer eens bepalen.



U weet wel, met zo’n doek en een camera
01/12/2001
🖋: 

Het staat buiten kijf dat de Antwerpse student op het gebied van film niet te klagen heeft. Natuurlijk is éénieder al wel eens één van de grote commerciële filmtempels zoals UGC of Metropolis binnengewandeld. Diegenen die deze groteske popcorncultuur even voor bekeken willen houden en het over een alternatieve boeg willen gooien, blijven niet in de kou staan. Zij weten natuurlijk de weg wel naar Cartoons of het eigenste Antwerpse Filmmuseum.

Het Filmmuseum is, naar men verwacht, nog tot 2003 gevestigd op de Meir aan de hoek met de Wapper. Tegen dan zou er in het huidige Fotografiemuseum aan de Waalse Kaai plaats zijn om het Filmmuseum als ook het documentatiecentrum Sinebase in onder te brengen. Dit doet denken aan de UA-eenmaking, enkel heeft dit kind nog geen officiĂ«le naam. Het idee achter de verhuis is de oprichting van een “centrum voor beeldcultuur”. De Vlaamse Gemeenschap is reeds begonnen aan de renovatie van het huidige gebouw. Eens dit in zijn oude staat is teruggebracht, is een filmmuseum hier niet meer op zijn plaats, maar voorlopig kun je echter nog terecht in het oude, vertrouwde gebouw, temidden van de Antwerpse winkelpracht.

 

De kritische student vraagt zich natuurlijk af wat er zo bijzonder is aan het Filmmuseum. Neem als vuistregel dat inhoud steeds primeert boven inkomsten.

 

Charmant filmzaaltje

Het gevarieerde programma dat je aangeboden wordt, overstijgt met gemak de triviale consumptie die men in de filmcomplexen aantreft. Je hebt een ruime keuze uit verschillende recente en oudere films die je in het charmantste filmzaaltje van’t stad kan bewonderen. Zeker een aanrader voor wie het hedendaagse geraas wil vergeten en iets wil opsteken van wat de vorige eeuw op filmgebied te bieden had. Voor de die-hard filmfans is er zelfs de mogelijkheid de studies te combineren met een verrijkende cursus filmgeschiedenis.

 

Neen, steek ze maar terug weg, want de studentenkaart zal je hier geen korting opleveren, hoewel dit ook overbodig zou zijn. Alles valt te beleven aan democratische prijzen. Je betaalt 2,97 euro in voorverkoop en 4,50 euro aan de kassa. Voor luttele duiten gaat dus een heuse filmwereld voor je open. Heb je dus zin in een cinémake of weet je gewoon niet waarheen met je lief, spring gerust eens binnen op de Meir nr. 50.



Voor- en nadelen van onze bioscopen
01/12/2001
🖋: 
Auteur

Nee, we hebben het hier niet over de nieuwe lichting studenten aan de Modeacademie. We hebben het wel over de drie bekendste bioscopen van Antwerpen.

Twee van deze cinema’s, Metropolis en UGC, zijn bij de Antwerpse studenten zeer goed bekend en het lijkt mij dan ook niet nodig hen uitgebreid aan u voor te stellen.

 

Voor zuinige studenten die willen genieten van een kleine korting is het wel belangrijk te weten dat bij eerstgenoemde de normale studentenkaart van UA niet geldig is: men moet in het bezit zijn van de Guido-Kinepolis Student Card die kan aangevraagd worden aan de kassa van Metropolis (of andere vestiging van Kinepolisgroup) of op tal van studentenactiviteiten te lande.

 

Vaste uren zijn passé

Bij UGC moet je dan weer opletten dat je op voorhand beslist welke film je wil bekijken. Zij hebben er namelijk voor gekozen alle films op verschillende momenten te laten beginnen met een interval van vijf tot vijftien minuten, en dus geen vertoningen op een drietal vaste uren, zoals in andere bioscopen. De motivatie die hiervoor wordt gegeven, luidt dat men op die manier “meer vertoningen per dag kan draaien van films die korter zijn en dat maakt weer een extra voor de filmliefhebber” aldus Peter Serneels, pr-verantwoordelijke van UGC. We verstaan hier dus: meer vertoningen per dag, en dus meer inkomsten
 Pluspunt van UGC is dat er nog altijd de film ‘Le fabuleux destin d’AmĂ©lie Poulain’ draait, een must voor iedere rechtgeaarde filmliefhebber.

 

Onze favoriet: Cartoon’s

Ten laatste, de kleinste, maar ook de fijnste van de drie bioscopen, namelijk Cartoon’s. Hier mikt men niet alleen op een ander publiek door het genre films dat hier wordt gedraaid (meer alternatieve films), ook de atmosfeer die in de zaaltjes hangt, is speciaal. De zalen zijn ongeveer drie keer kleiner dan de kleinste zaal in UGC en dit zorgt voor een ongelooflijke intimiteit. Voor de verloren zielen die deze onontgonnen bron van filmisch genot nog niet gevonden hebben, Cartoon’s bevindt zich in het oude stadsgedeelte. Adres: Kaasstraat 4 (tussen Schelde en stadhuis). Misschien moeilijker te vinden, maar zeker de moeite waard!



01/12/2001
🖋: 
Auteur extern
K. Van Goethem

Bij deze wens ik te reageren op het artikel “De UA, een quasi doodgeboren kindje” uit dwars nummer één. Op de UA zijn er dit jaar 45 studenten minder in het eerste jaar van de tweede cyclus. Dat is 5% en geen 10% eerstejaars. Globaal hebben wij echter een stijging van 210 hoofdinschrijvingen. Positieve zaken worden meestal niet vermeld in de pers, dwars maakt daar geen uitzondering op.

 

Het is nuttig te weten dat de UA qua studentenaantal de derde universiteit in Vlaanderen is, ondanks het feit dat wij een zeer onvolledige onderwijsbevoegdheid hebben. De minste verschuiving in de keuze van studenten (bv. naar ingenieur, psychologie of kunstgeschiedenis toe) gaat ten koste van de opleidingen die wij in Antwerpen mogen inrichten. Over de stand van zaken betreffende de inschrijvingen hangt helemaal geen sluier (zie de nota van de Raad van Bestuur UIA in bijlage). In een tweede/derde-cyclus instelling die de UIA is, staan de studenten echter niet te dringen om zich op 1 juli in te schrijven. Publicaties van gegevens rond 1 oktober is op de UIA voorbarig, zeer onvolledig en dus zeer misleidend.

 

K. Van Goethem
directeur rectoraat-academische planning
UIA

 

RAAD VAN BESTUUR UIA
INSCHRIJVINGEN 2001-2002
STAND PER 31.10.01

Hierbij vindt men een overzicht van de stand der inschrijvingen 2001-2002 vergeleken met de situatie 31.10.00.

 

Er is een globale terugval wat de eerstejaars in de tweede cyclus betreft (789 tgov. 834 vorig jaar). Deze is vooral toe te schrijven aan geneeskunde (-19, effect toelatingsexamen?) en romaanse (-20, doch verleden jaar een uitzonderlijk talrijk jaar). Andere verschuivingen zijn procentueel spectaculair doch in absolute aantallen betekenen zij weinig (scheikunde van 8 naar 13, biochemie van 7 naar 14).

 

Opgemerkt moet worden dat er verleden jaar voor de gehele tweede cyclus een opvallende stijging was (+81) en dat de globale daling van dit jaar (-7) daartegenover wel als zeer beperkt moet worden beschouwd.

 

Wel spectaculair is de stijging in de VAO’s (voortgezette academische opleidingen): +116. Het hernemen (om de twee jaar) van documentatie- en bibliotheekwetenschap is de belangrijkste verklaring (+61) voor deze stijging, maar ook ‘american studies’ (+19), internationale politiek (+18), milieuwetenschap (+18) doen het goed terwijl ook meertalige zakelijke communicatie en publiek management een behoorlijk grote belangstelling wekken.

 

De afzonderlijke inschrijvingen voor de lerarenopleiding stijgen van 67 naar 105.

 

Thans zijn er al 525 ingeschrevenen voor de doctoraatsopleiding (+36 tgov. vorig jaar). Al met al brengt dit het aantal hoofdinschrijvingen op 3.426, 210 méér dan vorig jaar op dezelfde datum.



De vergane filmwijk
01/12/2001
🖋: 
Auteur

We schrijven 1923. Paul van Ostaijen neemt de hoed van het hoofd en vlijt zich neer in de fauteuils van taverne Hulstkamp aan de Keyserlei om er te bakkeleien met de gebroeders Jespers. Hier ligt het bruisende centrum van het vooroorlogse uitgangsleven. Het wemelt er van de variĂ©tĂ©theaters: Scala, Royal, Olympia, Eden, cafĂ© Arabe. En ook het licht van de gebroeders LumiĂšre bereikt Antwerpen. Meer en meer cinema’s openen hun deuren, zij het als nieuw complex, de Rex, of als verbouwd variĂ©tĂ©theater. Mettertijd wordt de Scala tot Metro, cafĂ© Arabe cinema Kursaal, Olympia cine Rubens. Zelfs W.O. II kan de sfeer niet drukken. Toch ontsnapt ook de stationsbuurt niet aan de bijbelse vloek van de zeven magere jaren. Vanaf 1975 verpaupert ze langzaam en met haar ook het cinemagebeuren.

 

Het feestgedruis is intussen verstomd. Taverne Hulstkamp is verworden tot het etablissement dat in je gedachten opdoemt als je Frank Valentino hoort verkondigen dat hij het tot taverne-uitbater heeft geschopt. De zo talrijke cinema’s zijn dichtgespijkerd of hebben een andere twijfelachtige bestemming gekregen. Wat dacht u van de ‘Universele Kerk van Gods Rijk’ en haar antichrist ‘cinema Royal’, non-stop vertoning van elf tot elf? Zelfs het als tegenhanger voor Metropolis uit de grond gestampte Gaumont-complex lijkt het tij niet te doen keren. Als lichtje in de duisternis, honderd jaar na de heren Lumiùre, moeten we het voorlopig stellen met Etienne Schouppe. Misschien slaagt hij erin de buurt op een nieuw spoor te krijgen.



brief uit de VS
01/12/2001
🖋: 
Auteur extern
Jacques TempĂšre

Hoi allemaal.

 

Vorige zondagochtend sliep ik, zoals gewoonlijk op een zondag, lang uit. Ik lag daar al negen snooze-buttons lang in mijn bed, rustigskes bezig wakker te worden, toen een vreemd gezang mijn oren bereikte.

 

Het was de hymne ‘America the beautiful’, die na 11 september al volkomen mijn strot uithangt. ‘Wel als ik hier toch een nachtmerrie heb, kan ik evengoed opstaan’, dacht ik.

 

Gewoonlijk stopt een droom na het opstaan. Maar het spookachtige gehuil bleef voortduren. Het was inderdaad de hymne, maar vals gezongen en met bibberende, schrapende stemmen. Hoogst ongewoon voor een zondagochtend, en dus besloot ik om de bron van het geluid te achterhalen.

 

Het schriel gezang kwam van buitenaf. Toch wel met enige angst voor het onbekende in mijn hart ging ik naar het raam, en het tafereel dat ik daar te zien kreeg achtervolgt me nog steeds op duistere nachten...

 

Een troep bejaarden, met vlaggen en medailles en vijftig jaar oude kostuums met mottegaten, stond in het gelid een lied te kermen vlak voor ons huis. Niet op straat, maar aan de zij-ingang. Valse gebitten kletterden, botten kraakten en kwijl spetterde lustig terwijl ze de volgende strofe aanheften.

 

Dit is niet het beeld dat ge wilt hebben als ge opstaat.

 

Wat was er aan de hand ? Halloween was toch al voorbij! Was er een nieuwe terroristische aanslag geweest, en waren de patriotten van het lokale rusthuis, als weerwraak hierop, een spoor van vernieling doorheen de straten van het multiculturele Boston aan het trekken? Ging de geriatrische meute nu ook ons huis bestormen en de Belg lynchen gelijk in de goeie ouwe tijd? Ik zou de meesten onder hen wel kunnen ontlopen, maar ik vreesde voor dat drietal in hun gemotoriseerde rolstoelen, die dingen kunnen hier in de States illegaal worden opgedreven en gaan verdomd snel.

 

Toen ik piepte over mijn vensterbank merkte ik iets op dat me echt deed vermoeden dat ik in de Twilight Zone terecht was gekomen. Al die oudjes leken op elkaar. OK, alle bompies lijken op elkaar, maar dit was meer dan een overeenkomst op het niveau van rimpeligheid en tandloosheid, het was alsof ze klonen van elkaar waren. Ze deden me aan iemand denken, maar wie?

 

Mijn huisbaas.

 

Kruipend langs de vloer zodat ze me niet konden zien in het venster, sloop ik naar de kamer van de dichtstbijzijnde roommate, Katie. Die wist ook niet wat er aan de hand was. Spoedberaad werd gehouden in de kamer van Katie. David werd er bij gehaald, en die heeft een cruciaal stukje van de puzzel geboden. De oudjes stonden gegroepeerd rond een paal met een groen plakkaatje op.

 

Het stuk grond dat ons huis, een huis achterin, en het nieuwe huis omvat, is allemaal eigendom van de familie van de huisbaas. Zijn overover- overgrootvader, Farrell genaamd, heeft het opgeeist toen hij met zijn vrouw en kinderen emigreerde naar Boston in 1840. Hij heeft er toen het huis gebouwd waar ik nu in woon, en ook het huis achterin.

 

Sindsdien is er aan die gronden niets veranderd. Tot dit jaar. George Oleson, afstammeling van mijnheer Farrell, wiens naam nog steeds gegraveerd staat op onze voordeur, begon een nieuw huis te bouwen. Er moesten oude bomen sneuvelen. Ook een honderdvijftig jaar oude wijnrank moest er aan geloven vlak voordat het ons de jaarlijkse druiven kon geven. Ik herinner me nog dat een oud bommaatje, een nicht van de huisbaas, toen vol nostalgie en droefheid stukjes van de wijnrank kwam knippen om te enten op een andere stam.

 

Jaja, de familie Farrell en (aangetrouwd) Oleson zal niet gelukkig geweest zijn met de plannen van huisbaas George. Vooral omdat de oude grond, waar naar ‘t schijnt nog een of ander lid van de familie Farrell in ligt te rotten (mooie revelatie was dat), nu overdekt is met een asfaltje. Dat asfaltje vormt een weg tussen ons huis en het nieuwe, en eindigt bij het kleine huis achterin.

 

Huisbaas George heeft, uit schuldgevoel voor het overbouwen van de familiegronden, betaald aan de gemeente Cambridge om deze veredelde oprit te verheffen tot een straat. Het groen plakkaat op de paal waar de oudjes rond staan is de straatnaam, “Farrell Way”.

 

Ik woon dus vanaf vorige zondag op een hoek. De hoek van Inman Street en Farrell Way. En de gruwelijke ceremonie waaraan ik onrechtstreeks werd onderworpen was de inhuldiging van de nieuwe straat. De patriarchen en matriarchen van de familie Farrell waren in grote getale komen opdagen, blijkbaar konden het de jongere generaties geen moer schelen.

 

Nu staat er op het naambord “Farrell Way” met eronder in ‘t klein “private way”.

 

We gaan dat overplakken.

 

Het wordt “No Bloody” Way met eronder “Don’t even think about it” (of “eat this, mapquest”).

 

Groetjes van uw trouwe vandaal,

Jacques

 

PS: Nonkel Jacques’ tip van de week: als ge aan iemand $20 leent, en ge ziet die persoon nooit meer terug, dan was het dat waarschijnlijk waard.

 

 

Jacques TempĂšre is post-doc onderzoeker aan het departement natuurkunde van de UA. Momenteel verblijft hij in Boston, aan Harvard University.



Waar gaat ons hoger onderwijs naartoe?
01/12/2001
🖋: 

Harmonisatie is een trend. Naast de eenmaking van de universiteiten in Antwerpen wordt volop gewerkt aan de creatie van een zogenaamd hoger Europese onderwijsruimte. Het plan hiervoor is samengevat in het Bologna-akkoord dat op 19 juni 1999 werd ondertekend door de onderwijsministers van 29 landen, waaronder ook België.

De Bologna-verklaring betekent een ingrijpende verandering in het onderwijssysteem. De huidige structuur (universiteiten en hogescholen) krijgt een nieuwe dimensie met de zogenaamde 3-5-8-structuur, naar Angelsaksisch model. Dit houdt in dat studenten een opleiding volgen van drie jaar die hen de titel van bachelor oplevert. Respectievelijk volgen een master (twee jaar extra, hoewel het ministerie vanwege budgettaire redenen alsnog voorstander is van slechts één extra jaar) en een doctoraat (PhD). De bachelor-opleiding behoort zowel kwalificatie te bieden voor de arbeidsmarkt als de mogelijkheid om door te stromen naar een master- en/of PhD-opleiding.

 

Europa biedt geen concurrentie

Dit nieuwe hoger Europese onderwijssysteem wordt o.a. gecreëerd om de mobiliteit en de tewerkstelbaarheid van de Europese studenten te verhogen. Hiermee moet ook de concurrentiepositie van het Europees onderwijs, vooral ten opzichte van de VS en Zuid-Oost Azië, verbeteren. Vooralsnog vertrekken meer studenten richting laatstgenoemde gebieden als er naar Europa komen. Voorts zou er ook een studiepuntensysteem worden ingevoerd zoals het ECTS (European Credit Transfer System) opdat studenten de in het buitenland behaalde studiepunten kunnen laten meetellen bij hun studie in België. Ten laatste beoogt men ook een betere samenwerking op het gebied van de kwaliteitszorg van het hoger onderwijs. Om deze doelen te bereiken is een herkenbaarder, transparanter en internationaal aantrekkelijker onderwijssysteem nodig in Europa. En dat zou voorzien zijn in het Bologna-akkoord.

 

Bovendien wordt gesuggereerd dat de kosten voor een master-opleiding aan de studenten zelf toekomen.

 

Haken en ogen, dus protest

Hoewel de intentie van de inmiddels fameuze verklaring zeer juist lijkt te zijn, zitten er nogal wat haken en ogen aan het plan. Studenten uit Brussel hebben dan ook al meermaals geprotesteerd tegen het Bologna-akkoord.Vele studenten vragen zich af hoe de kwaliteit van het onderwijs kan worden gewaarborgd bij opleidingen die maar 3 jaar duren. Ook de beroepsgerichtheid (“het klaarstomen voor de arbeidsmarkt”) van het nieuwe systeem wordt bekritiseerd. Bovendien wordt gesuggereerd dat de kosten voor een master-opleiding aan de studenten zelf toekomen. Dit gebeurt uit de bizarre redenatie dat studenten die een master hebben behaald een hogere positie op de arbeidsmarkt zullen innemen en daardoor de kosten voor de opleiding kunnen opvangen. Naast deze punten van kritiek blijkt ook het ook nog niet duidelijk binnen welk kader het onderwijssysteem moet worden aangepast. Landen zijn hiervoor zelf verantwoordelijk en BelgiĂ« werkt dan ook momenteel aan een wettelijk kader. Toch zou het nieuwe onderwijssysteem al in rond 2004 moeten worden ingevoerd. Het is echter al onzekerheid wat de klok slaat. De voorontwerpen van decreet spreken uitspraken van de minister tegen, en de universiteiten interpreteren dat dan maar op hun manier. De vraag blijft dus: hoe gaan ze dit klaarspelen? Niemand die het echt weet.

 

 

De UA biedt op haar website onderdak aan een uitgebreide verzameling zeer actuele documenten in verband met Bolgona in Vlaanderen, de Lage Landen en Europa.



De UA helpt je!
01/12/2001
🖋: 

Kotweb is een organisatie van de UA en de verschillende hogescholen in het Antwerpse. Het is sinds 1996 de voorloper van de op til zijnde associatie.

Het Kotweb-team onderhoudt een uitgestrekte – er is immers steeds een overaanbod – visvijver aan adressen van vrijstaande studentenbehuizingsmogelijkheden, gaande van het neusje van de nogal geprijsde zalm tot de goedkopere haring. U huurt echter nooit echt een schelvis in een zak, aangezien het pand aan strenge criteria moet voldoen vooraleer de huisbaas het kan slijten op de databank van Kotweb. Bovendien wordt de huur van kamer of appartement in een standaardcontract gegoten, zodat niemand achteraf voor rotte vis moet worden uitgescholden. Verder vindt u er ook allerhande praktische randinformatie: van veiligheidstips tot de huisvuilophaling. Wie weet, helpen ze ons volgend jaar (virtueel) een kabeljauw pocheren.

 

www.kotweb.uia.ac.be/kotweb of ga eens langs op de dienst huisvesting van uw eigen campus.