Erasmus kan je leven redden
01/05/2002
🖋: 

Op de UA krijgt elke student de mogelijkheid om in het buitenland te gaan studeren tijdens zijn studies. Maar wat houdt dat nu juist in? Wat moet je er voor doen? En waar kan je overal naartoe? Waar kan je inlichtingen bekomen? Enzovoort. Vragen waar menig student mee speelt en waar dwars jullie hier het antwoord op geeft.

Op Erasmus gaan’ betekent dat je voor een periode van minimum 3 en maximum 12 maanden in het buitenland studeert. Je bent dan gewoon ingeschreven aan de UA en betaalt dus geen extra inschrijvingsgeld. Je kan aan alle universiteiten gaan studeren waar de UA een akkoord mee heeft afgesloten. Deze universiteiten liggen binnen de Europese Unie of bevinden zich in Ijsland, Noorwegen, Liechtenstein, Estland, Letland, Litouwen, Bulgarije, Cyprus, Hongarije, Polen, Roemenië, Slovakije, Slovenië, Tsjechië of Malta. Je kan ook naar de USA, Canada of Australië.

 

Bestemmingen per faculteit

De universiteiten waar je naartoe kan, verschillen wel per faculteit. Kijk zeker alle landen die voor jou mogelijk zijn eens na. Het is niet omdat je over een land niets hoort van andere studenten dat het niet de moeite is om erheen te trekken. Landen zoals Spanje en Frankrijk zijn bijvoorbeeld veel populairder dan Duitsland en Polen.

 

Meer plaatsen dan vroeger!

Als je de grote stap durft zetten, moet je een formulier invullen (met of zonder persoonlijk gesprek). Op basis van dit formulier gebeurt de selectie. Men hecht veel belang aan studieresultaten, je keuze van bestemming, motivatie, talenkennis, zelfstandigheid en voorbereiding van je verblijf. Er zijn nog bijkomende selectiecriteria per departement. Doorgaans kunnen alle kandidaten vertrekken eenmaal ze geselecteerd zijn. Bissers en IAJ-studenten hebben wel een veel kleinere kans. Elk jaar zijn er op de UA zo’n 250 uitgaande studenten. Voor 2002-2003 kunnen deze cijfers er wel anders uitzien. De drie instellingen hebben hun bestemmingen samengevoegd en opengesteld voor elkaars studenten. Voor sommige faculteiten betekent dit dat er veel meer plaatsen komen om uit te kiezen.

 

Je hebt in ieder geval nog alle tijd om er over na te denken. De aanvragen voor 2003-2004 moeten eind februari – begin maart binnen zijn.



Vraaggesprek met Roland Duhamel
01/05/2002
🖋: 

Het taalonderwijs in Vlaanderen, nochtans een parel aan de Vlaamse onderwijskroon, krijgt de laatste jaren zware klappen. Bij praktisch elke hervorming zijn het de taalvakken die uren moeten inleveren. Geviseerd broertje is vooral het Duits. dwars ging te rade bij Roland Duhamel, professor Duitse Literatuur aan de UFSIA en de UIA, tevens voorzitter van het Belgischer Germanisten- und Deutschlehrerverband (BDGV) en had een gesprek over het talenonderwijs en de positie van het Duits.

Directe aanleiding voor ons gesprek was een onlangs bekendgemaakte beslissing van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs (RAGO). “Vanaf 1 september 2002 wordt het vak Duits geschrapt uit de lesroosters van de tweede graad, niet alleen in het Vlaamse gemeenschapsonderwijs, maar ook in het provinciaal en het stedelijk onderwijs. Het is echter niet de eerste keer dat het Duits moet inleveren: in 1985 verloor het Duits een uur ten voordele van informatica.”

 

Gevaarlijke lacune

Ditmaal zijn wiskunde en fysica de begunstigden, het Duits dus andermaal de benadeelde. “Men mag echter niet blind zijn voor het feit dat de belangstelling voor alle vreemde talen (uitgezonderd het Engels) sterk op de helling staat.” Het blijkt een algemene maatschappelijke tendens om de exacte wetenschappen op (over?) te waarderen, ten koste van de taalvakken. Op die manier ontstaat er een gevaarlijke lacune in het onderwijsaanbod. Een taal leren vraagt namelijk een langdurige, intense bestudering en training. Minder taalonderwijs op school veroorzaakt dan ook een niet op te halen achterstand. “Bepaalde vakken leer je vanzelf, bijvoorbeeld computer, bij andere is de drempel zo hoog dat je er nooit mee begint, tenzij je ze op school leert. Wie op school geen Duits leert, leert het nooit meer.”

 

Meer Spaans dan Duits

Dit kan meteen ook een gedeeltelijke verklaring zijn voor de lage interesse voor het Duits bij studenten. Velen vinden bovendien het Duits een ‘moeilijke’ en ‘lelijke’ taal. Gemakkelijke talen bestaan echter niet. Toch weerspiegelt die negatieve appreciatie van het Duits zich duidelijk in latere studiekeuzes. “In elke handelshogeschool, tolkenschool en universiteit zijn er meer studenten die voor de optie Spaans kiezen dan voor de optie Duits. Op de UFSIA is het aantal studenten Duits in eerste kan. in tien jaar teruggelopen van 80 naar ongeveer 30. Ook in de grote avondscholen leert men liever exotische talen als het Spaans, het Russisch of het Japans, die men nooit zal gebruiken, dan de taal van een buurland.” Dit laatste mogen we niet uit het oog verliezen: Duits is niet alleen de taal van een buurland, maar tevens onze eigen derde landstaal.

 

Door het Engels overspoeld

Ook internationaal gezien is het Duits belangrijk: met honderd miljoen moedertaalsprekers is het de grootste taal van Europa. Bovendien is het nog steeds de derde belangrijkste wereldhandelstaal. Daar valt in de praktijk echter weinig van te merken, aangezien we in Europa eenzijdig door het Engels overspoeld worden. “Dit is geen verrijking.” Deze tendens laat zich ook voelen in het onderwijs, waar het ‘prestigieuze’ Engels, ondanks het feit dat het ook moet inleveren, veel meer aandacht krijgt dan eender welke andere vreemde taal.

 

Men is met andere woorden het onderwijs in Vlaanderen aan het afbouwen en verarmen tot een systeem waarin slechts aandacht is voor positieve wetenschappen en waarin enkel het Engels als vreemde taal overblijft. Zit er nog toekomst in het taalonderwijs of zet deze tendens zich voort ? “Er is nog geen kentering in zicht. De evolutie is niet te voorspellen, niemand kan de toekomst voorspellen.”



01/05/2002
🖋: 
Auteur extern
JA

Wanneer het weer beter wordt, is het voor elke student duidelijk: de examens komen eraan. In dit verband spreekt de rector-voorzitter ons door de mond van Cis Van den Bogaert toe: er is een toelichting bij het examenreglement opgesteld, waar je je rechten en plichten mooi uitgeschreven ziet.

 

We citeren bijvoorbeeld uit artikel 18:

 

"Studenten die niet slagen in de eerste zittijd kunnen alle examencijfers van 10 of meer overdragen naar de tweede zittijd. Zij kunnen die overdracht weigeren, bijvoorbeeld met de bedoeling hun 10’n en 11’n op te trekken naar 12’n of meer om zo overdrachten naar een volgend academiejaar te realiseren (artikel 19)."



Hebt u het laatste gadget al?
01/05/2002

Merchandising lijkt iets dat enkel belangrijk is voor grote voetbalclubs en wereldberoemde sterren, maar ook onze eigen universiteit heeft de weg gevonden naar de artikelen met opdruk.

Op UIA en RUCA kan je terecht voor een balpen, drinkbeker, pet, das, lucifer, chocolaatje, briefkaart... met het logo van de respectievelijke instelling. Niet alleen nerds kopen dergelijke parafernalia, want er worden er heel wat verkocht. Het pronkstuk is het UIA-ganzenbord dat een prijs van de Europese gemeenschap won als beste relatiegeschenk. Het werd ontworpen door de vorig jaar overleden Oscarwinnares Nicole Van Goethem die ook de UIA-briefkaarten ontwierp.

 

De artikelen hebben een dubbele functie. Ze worden door UA-ers op hun buitenlandse omzwervingen weggegeven als relatiegeschenk of als onthaalgeschenk aangeboden wanneer iemand onze universiteit bezoekt. Vol verwachting wordt trouwens uitgekeken naar de nieuwe aanwinsten: witte en zwarte T-shirts met lange en korte mouwen en uurwerken.

 

Net als van UIA en RUCA, heb je ook relatiegeschenken van UFSIA. Zeventien items om precies te zijn. Dit gaat van een blocnote tot een regenjas, er is voor ieder wat wils. Heb je nog een kale muur op kot? Eindelijk is hier de tip die je verlost uit de jarenlange zoektocht naar de beste invulling van die leegte: Waarom schaf je de prent met Scheldezicht niet aan?

 

Nog altijd vrijgezel: Ga naar de les met de linnen UFSIA-draagtas. Maar dan is er nog altijd het top-geschenk van UFSIA, de teddybeer. Koning Albert II kreeg bij zijn recente bezoek aan de universiteit zo een reuzegrote UFSIA-beer cadeau en was vertederd door dit gebaar. Hij verkondigde dat de kleine prinses Elizabeth ongelooflijk blij zou zijn met dit cadeau. Zo ziet u maar weer, de UA-relatiegeschenken vertoeven in de allerhoogste kringen.



Extra onderwijsbevoegdheid voor de UA
01/05/2002
🖋: 
Auteur extern
Danny Mathysen

De eenmaking van de Universiteit Antwerpen. Er wordt tegenwoordig zo vaak mee naar je hoofd geslingerd, dat je op den duur niet goed meer kan volgen wat dat nu in de praktijk aan voordelen kan bieden. Ongetwijfeld moet die eenmaking positieve gevolgen hebben voor onze universiteit op onderwijsniveau, maar welke zijn die dan juist? Met dit stukje proberen wij u een beetje meer duidelijkheid hierover te verschaffen.

Zoals u ongetwijfeld wel weet, wordt vanaf volgend academiejaar de zogenaamde BaMa-structuur ingevoerd. Praktisch gezien komt dit erop neer dat de benamingen kandidaat en licentiaat niet langer gehandhaafd worden, maar vervangen worden door bachelor en master. Momenteel bestaan nog steeds de drie afzonderlijke instellingen waar de nu gedoceerde studierichtingen gewoon behouden kunnen blijven in de nieuwe BaMa-structuur.

 

Van zodra RUCA, UFSIA en UIA definitief verenigd zullen zijn tot de Universiteit Antwerpen krijgt deze “nieuwe” universiteit de onderwijsbevoegdheden van een “volwaardige” Vlaamse Universiteit. Praktisch gezien komt dit erop neer dat de Universiteit Antwerpen onderwijsbevoegdheid krijgt voor het uitreiken van graad van master voor wijsbegeerte, geschiedenis en toegepaste biologische wetenschappen. Bovendien krijgt de Universiteit Antwerpen dan ook de mogelijkheid om de graden van bachelor en master uit te reiken voor onderwijskunde.

 

Voor wat betreft die graad van master voor de toegepaste biologische wetenschappen moet de Universiteit Antwerpen dan nog wel een samenwerkingsakkoord sluiten met een andere universiteit die hierover onderwijsbevoegdheid heeft. Details over mogelijke onderhandelingen met andere universiteiten en hun houding ten opzichte van de oprichting van de Universiteit Antwerpen hebben we jammer genoeg nog niet kunnen lospeuteren. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd...

 

Extra onderwijsbevoegdheden van de eengemaakte Universiteit Antwerpen:

 

  • master wijsbegeerte
  • master geschiedenis
  • master bio-ingenieur
  • bachelor en master onderwijskunde


Twaalfurenloop
01/05/2002
🖋: 

De tent uit, stokje in de hand, rechtsop en meteen weer tweemaal links naar het Kaf toe. Eerst eenzaam, later tussen drommen van de les terugkerende supporters, weer links de trapjes op en door het kaf.

Een muur van warme frituurdampen, gevaarlijk geplaatste nadar en veel, erg veel studenten. Eindelijk weer buiten, over het water een moeilijke bocht of drie en dan plots erg smal naar de parking op. Nog één keer linksaf, de laatste rechte lijn nu. Strompelend en helemaal kapot van de pijn onder de boog door en die stok doorgeven. Enthousiaste commilitiones met ondersteunende armen, bemoedigende woorden en het enige wat echt helpt op zo’n moment: een frisse pint.

 

Keihard, genadeloos, hilarisch

Het relaas van de twaalfurenloop bevat echter een stapel meer dan heroïsche verhalen over rondetijden en blessureleed in dienst van de studentenclubs. Wie immers een ronde lang (toch al gauw bijna 500m) het beste van zichzelf had gegeven, zag een wereld van vertier voor zich open gaan. Botsauto’s. Je weet wel, zoals vroeger, op de kermis. Keihard, genadeloos en vooral hilarisch. Adjectieven die twintig meter verder niet minder op hun plaats waren, waar menig student zich aan een miniversie van “enduring freedom” waagde in de paintball-kooi. Houten stellingen en groepjes golfplaten symboliseerden er oninneembare bunkers van wie de vijand ook mocht wezen en nodigden uit tot gewelddadige taferelen. Dat de helden des vaderlands licht roze wederkeerden van die gevaarlijke missies, droeg enkel maar bij tot de sfeer.

 

Benen verzwaarden naarmate hoofden lichter werden en de namiddag vorderde. Mensen keken uit naar de afsluitende TD en genoten van het laatste gratis vat op de stilaan donker wordende parking. Tussen de rode hoofden en zwetende ruggen van dodelijk vermoeide en zwaargewonde deelnemers door toch nog enkele blije en opgewekte gezichten boven zwart-witte T-shirts. De organisatie van Stuwer-ASK en Sport-UIA had er dan ook haar redenen voor. Meer van dat!



¡Kabaal!
01/05/2002
🖋: 
Auteur extern
Willem-Frederik Schiltz (¡Kabaal!)

U merkt het, een wat paradoxale titel, een schijnbare tegenstelling dus. Een week of wat geleden werd ik in de auto getrakteerd op de borsten van een niet nader te noemen Bekende Vrouwelijke Vlaming.

Het is te zeggen, ik mocht enkele luttele ogenblikken genieten van haar zoetgevooisde stem, toen de dame in kwestie een kort pleidooi kwam houden over de echtheid van haar esthetisch verantwoorde welvingen. Ontboezemend was het alleszins. “Wat kan daar in godsnaam mis mee zijn”, vroeg ik mij af. Niets. Inderdaad. Er blijkt zodanig weinig mis mee te zijn dat allerlei roddelende slangentonen de authenticiteit van de juffrouw haar boezem betwisten.

 

Compleet moegetergd, en door deze hardnekkige geruchten bijna op het randje van een zenuwinzinking, besluit ze zichzelf en haar borsten aan een röntgenfoto te onderwerpen. Vervolgens wordt deze foto als ultiem bewijsstuk in een tijdschrift geplaatst. Dat deze foto geen uitsluitsel kan geven en een of andere televisiemaker daar nog wat heisa rond verkocht heeft is een ander verhaal. Hoe dan ook, blijkbaar springt men niet overal zo schroomvallig om met borstvergrotingen.

 

Er zijn plaatsen, en ja, laten we de Verenigde Staten maar als voorbeeld nemen, waar een borstvergroting op je zestiende niet abnormaal is. Althans niet als je tot het vrouwelijke geslacht behoort. En als je vader behoorlijk goed in de slappe was zit. In de betere kringen is zo’n geschenk “bon ton” en bovenal een teken van hoge status. (Zelf zullen ze het misschien zelfs over goede smaak hebben, maar ja.) Na de tandarts nu de plastische chirurg. En zo lanceren we ons in het goede milieu.

 

U ziet het. De ongezonde interesse voor de boezem van onze Vlaamsche schone lijkt toch niet zo ver te staan van de bijna onverschillige ombouwpraktijken in de VS. Beiden hebben alvast met elkaar gemeen dat ze een product zijn van een op zintuigen gerichte wereld waar uiterlijk vertoon enorm belangrijk is. Ik zou natuurlijk ook liever met een lijf als dat van Brad Pitt rondlopen en doe die stralende glimlach er ook maar bij. Hoewel ik liever met de pruillipjes van Johnny Depp zou zoenen en als het effe kan de elegante haardos en sprankelende ogen van Richard Gere. Ja inderdaad dokter. Nr. 34F62k uit de glimlach catalogus en Nr. 50D89bis uit de nieuwe collectie wenkbrauwen, dank u, dat zal het zijn. Om over allerlei viagra-verschijnselen nog maar te zwijgen. Fantastisch toch, die maakbare wereld.

 

Ik kan het me al voorstellen, twee vrouwen op een receptie: “Ach hoe beeldig, die neus van jou, ik heb nog getwijfeld om hem ook te nemen, maar ik vond hem wat duur. Waaaaaat? In promotie?” Jongens jongens, het is al erg genoeg dat jan en alleman er zo westers mogelijk gekleed bij wil lopen en Coca-Cola drinken. Zo zie je dat de globalisering van de schoonheidsidealen ook op dit terrein haar werk doet.

 

Wat is nu het probleem? Wel, als we zo voortgaan graven we waarschijnlijk ons eigen graf. Een mens zou toch gewoon knettergek worden om in een entourage van mensen te leven die op den duur zodanig op elkaar en op een opgelegd schoonheidsideaal lijken dat ze volledig vervangbaar worden. Daarbij vraag ik mij af: is diversiteit nu net niet de garantie voor een soort om te ontsnappen aan genetische fouten? Is diversiteit nu net niet wat anderen zo boeiend maakt? Ik zou denken dat we ver genoeg geëvolueerd zijn om onze eigenheid te kunnen beleven en niet meer als een kudde bange wezels tegen de brulaap met het grootste bakkes aan te moeten schurken. De degeneratie lijkt echter niet ver af. Het heeft waarschijnlijk te maken met oeroude tegenstrijdigheden zoals eigenheid en groepsgeest, angst en nieuwsgierigheid. Maar vaak zijn het diegenen die schrik hebben van de anderen, die trachten om hen hun eigen normen op te leggen. Vraag dat maar aan Fidel, Ariel, Osama, Boris, Goran, Sadam, en zeker aan Georgy boy maar meer nog aan die goede oude Adolf en als we Homeros mogen geloven voerden zelfs de Grieken al oorlog om een stel fijne borsten. Tijd voor iets nieuws!



brief uit de VS
01/05/2002
🖋: 
Auteur extern
Jacques Tempère

Hoi.

De voorbije week was enigszins gekruid. Het begon nochtans heel mild met een Thanksgiving diner. Vervolgens werd het wat spicy-er toen ik bij de nieuwe Indische postdoc op bezoek ging, maar zelfs dat kon me niet voorbereiden op wat komen zou: een Southern-States festival. Het is algemeen geweten dat de zuidelijke staten, die amper 150 jaar geleden in de burgeroorlog vruchteloos probeerden af te scheuren van de rest van de VS, het beste voedsel hebben dat niet uit het buitenland wordt geïmporteerd. Dus ik er naartoe.

 

Daar aangekomen werd mij een onmetelijke eer toebedeeld: ik mocht mijn mening geven als jurylid in een wedstrijd. Ik hoopte natuurlijk vurig dat het om een Miss South verkiezing zou gaan en begon al plannen te smeden over hoe ik me zou laten omkopen door een ambitieuze ‘southern belle’...

 

Maar neen, het was een traditionele ‘hete saus’ wedstrijd en ik zou als een van de vele proevers moeten fungeren. Blijkbaar heeft elk zuiders festival zo’n wedstrijd, de ‘chili cook-off’. Ik was onmiddellijk bang, het recente pikant Indisch diner in gedachten, en excuseerde me omdat ik helemaal niet tegen hete sausen kan. Er werd mij echter verzekerd door de organisatie dat de sausen niet heet zouden zijn. Het is immers een ‘culinaire wedstrijd’ (ja, in de USA), en een goeie saus moet dus heel mild zijn. Om me nog verder te overtuigen, werd me gratis bier aangeboden.

 

De eerste saus die ik probeerde, ‘Lizzies Lip Shredder’ genaamd, werd door andere juryleden te flauw bevonden, met te veel ajuin, hoewel sommigen het heel ‘smooth’ vonden. Mijn commentaar: het is waarschijnlijk geschikt om plaatstaal te smelten. Gelukkig was er bier.

 

De tweede saus was ‘Fonzies Flaming Ass’. Volgens de juryleden had ze wel een leuke hint van jalapeno pepers, maar was ze toch eerder geschikt voor bonen dan voor vlees. Mijn persoonlijke mening was dat dit samen met kernafval in een bunker op de bodem van de oceaan hoort, maar ondertussen had ik reeds aan spraakvermogen ingeboet en kon slechts “hhhh hh hhh” zeggen.

 

De derde saus heette “Georgeen’s Gutbuster”. In het algemeen waren de andere juryleden heel tevreden, vooral over de shredded beef die in deze saus werd gebruikt en de kwaliteit van de tomaten. Het werd nu nog moeilijker om mijn opinie te verwoorden – ik kreeg een visioen van de Hitchhiker’s Guide waarin mijn darmen omhoog kruipen naar mijn hersenen om die in een daad van zelfverdediging te wurgen. Toch vermoed ik dat mijn algemene opinie goed werd weerspiegeld toen ik een boer liet in de richting van een bloembak en de planten erin spontaan ontvlamden.

 

De vierde saus werd gebracht door de winnaars van vorig jaar. Een van hun creaties werd op de markt gebracht onder de welluidende naam “Hot Pussy Juice”. (Vrienden van me kunnen getuigen dat een pepersaus met dergelijke naam inderdaad te verkrijgen is op de Amerikaanse markt, als ik me niet vergis hebben ze zelfs een flesje mee naar België.) Dit jaar zouden ze zichzelf overtroffen hebben, met hun creatie “Red Hot Flaming Death” (onderschrift “Die Piggy Die Die”).

 

Aangezien ik toen echter al blind was geworden aan mijn linkeroog, nog enkel het kloppend ruisen van m’n hart kon horen, en men een mes door mijn verschroeide stompje tong kon steken zonder dat ik het merkte, heb ik bedankt voor de moeite en deze culinaire veldtocht door de Hel gestaakt. Ach, hoe mijn hartje verlangt naar een bakske friet met totaal niet pikante mayonaise....

 

Jacques
(Indianenstammen in de regio
noemen me ‘Bloedende Tong’)

 

 

PS: Nonkel Jacques’ tip van de week (voor vrijgezellen): wilt ge ontbijt aan bed, slaapt dan in de keuken



12-urenloop
01/05/2002
🖋: 
Auteur extern
MD

Zoals u eerder in deze dwars kon lezen heeft de sportieve Antwerpse student zich de voorbije weken weer van zijn/haar sterkste kant laten zien. Een twaalfurenloop is echter, ondanks de duidelijke naam, meer dan lopen alleen.

Natuurlijk maakt de fameuze loopwedstrijd tussen opgehitste faculteiten de hoofdmoot uit. Zelden waren studenten meer bezweet dan na zo’n rondje vechten en zwoegen tegen de meters en trappen en bochten. Zelden een student zo luid om zijn moeder horen roepen ook.

 

Dat laatste kwam geregeld voor die dag. Vergezeld van andere, niet zo beschaafde kreten doken, sprongen, kropen en schoten collega-studenten elkaar aan flarden in de daartoe speciaal geplaatste kooi, ergens opzij op parking 2.

Geen cage-fight, paintball. Kogels die om oren floten en er hier en daar één raakte, het slachtoffer kermend van de pijn, onder luid gejuich van de vijand in elkaar stortend met een plasje roze verf als symbolisch bloed op het verkrampte aangezicht. Heerlijk.

 

En dan waren er botsauto’s. Een kluwen van razende, niets-ontziende karretjes met dito bestuurders zorgden voor een waardige afsluiter.

Ook menig haastig opgedronken pint dacht er zo over en wurmde zich weer naar boven, de buitenlucht tegemoet. Ze zullen het daar geweten hebben, op parking 2.



ik vond je leuker // op papier
01/05/2002
🖋: 
Auteur extern
Carl De Strycker

“dichter zijn // is een ongeneeslijke pijn” noteert Nana Ramael (°1982) in haar debuutbundel “Water en vergeten”. Ze ervaart het schrijven als een drang, maar ook als een dwang. Haar gedichten zijn voornamelijk liefdesgedichten, maar vaak hebben ze een wrange bij- of nasmaak.

 

Het boekje opent eerder puberaal met een gedicht over een meisje dat door een oudere jongen afgewezen wordt. De eerste cyclus is niet echt de sterkste van de bundel, maar wie verder leest wordt beloond. In deze eerste reeks zijn er echter al aanduidingen van het talent van Ramael, wat resulteert in enkele leuke gedichten met verrassende pointes. De tweede cyclus opent met een gedicht dat sterk aan een vers van de Coninck doet denken: “een straat met daarin een huis / met daarin een man die jou als kind / nooit buiten liet spelen”, maar al gauw wordt de problematiek duidelijk: er wordt een kind mishandeld! Even verderop analyseert Ramael de vaderbinding: “papa / ik haat je graag” is het paradoxale vers waarin liefde en haat, gevoelens die dicht bij elkaar liggen, letterlijk in elkaar opgaan. Verder wordt een soort concurrentiestrijd om een geliefde geëvoceerd:

 

hoe ik vroeger net als haar
zijn hand zocht en trots
dacht hij is van mij
ik glimlach het dier
in haar ogen weg
wees gerust

 

geen speld krijg ik
tussen jullie

 

laat staan mezelf

 

 

De reeks eindigt met het verdwijnen van een “dunne man” en loopt uit op ontgoocheling en eenzaamheid. Dan wordt in een hele reeks gedichten de liefde in al haar aspecten beschreven, maar vooral ook met haar bijbehorende twijfels. In een krachtig en technisch hoogstaand gedicht vergeeft de ik het overspel van de geliefde:

 

wees zo
vrij
er maar op los

 

en als je
longen
weer gevuld

zijn
monden
nieuwe lucht

kom
kom terug

 

 

In deze cyclus wordt het duidelijk dat liefdesrelaties niet altijd een lachertje zijn: “rouwende vrouwende ik” is het krachtige slotvers van het sterke gedicht “sooma sèma” waarin de triestheid na de liefdesdaad, le petit mort, gesuggereerd wordt. Toch eindigt Ramael positief en met een kwinkslag. Ze geeft twee redenen waarom de geliefden in het gedicht “daarom” elkaar graag zien en laat het psychologische met het praktische samenvallen als
ze schrijft: “en omdat ik, zo alleen / toch maar koude voeten heb ’s nachts”.
De volgende gedichten maken een conflict binnen de relatie duidelijk en doen de ontnuchterende ontdekking dat lichamelijke liefde toch slechts een roes is:

 

wat is erg
niet dat hij
twee armen
nam

toen ik hem
een vinger
gegeven
had

maar dat hij
nadien
alles terug
gaf en ik

niet wist
waar ik
het had

 

 

Verder bevat de bundel nog een mooie ode aan de moeder, waarin een sterke psychologische én lichamelijke verbondenheid duidelijk wordt.

Het boekje eindigt met een reflectie op het dichten en de taal. In het eerste gedicht lijkt het schrijven mooier te zijn dan de werkelijkheid: “ik vond je leuker // op papier”, maar al vlug blijken ook woorden geen vuist te kunnen maken tegen de vergankelijkheid die dit leven en dus ook de liefde kenmerkt.

 

In de gedichten van Ramael worden relaties onderzocht en ontmaskerd. Er wordt waanzinnig liefgehad, maar ook gruwelijk gekwetst en verlaten. Deze bundel slingert tussen gevoelens van euforie en verdriet, maar weet het overzicht te behouden. Met “Water en vergeten” schrijft Ramael absoluut een sterk debuut.

 

 

Nana Ramael, Water en vergeten, Bakermat, Mechelen, 2000, 50p. / 9,79 euro, ISBN 90 5461 296