kunst op de campus

05/06/2023
🖋: 

Soms kan kunst bevreemdend werken. Meer dan eens kunnen we ons afvragen wat een kunstwerk nu eigenlijk is, wat het moet voorstellen en of het zelfs kunst is. Welk verhaal moeten we erin lezen? De campussen van UAntwerpen staan vol kunstwerken, maar of er veel studenten zijn die ze goed bekijken valt te betwijfelen. dwars vliegt er echter in en belooft je dat vijf minuten eerder opstaan om de pareltjes op de universiteit toch eens goed te bekijken, helemaal de moeite waard is.  

Het lijkt me onmogelijk om Komposities niet te zien. Schrap dat maar. Wie volslagen kleurenblind en compleet zoned out is, kan het zich misschien veroorloven, maar voor de rest van de universitaire bevolking springen de felle composities onmiddellijk in het oog. Het is als het ware een matrix van kleuren aan de witte muren van de hal richting gebouw US op campus Groenenborger. Beide werken bestaan uit vierkanten met parallelle lijnen, een duo dat haast mathematisch aandoet. 

Geestelijke vader Guy Vandenbranden was een Vlaams kunstenaar en meteen ook een van de oprichters van de Nieuwe Vlaamse School, een kunstenaarsgroep waar artiesten als Vic Gentils en Paul Van Hoeydonck eveneens toe behoren. Klinkt geen van die namen bekend in de oren? Geen zorgen, je hebt hun werk ongetwijfeld al op de campus gezien: de Nieuwe Vlaamse School is goed vertegenwoordigd op UAntwerpen. Zo vind je in gebouw D.Q. een heel legertje aan Gentils’ standbeelden en hangt Van Hoeydoncks astronaut trots als een pauw aan de muur van S.C. te pronken. Vandenbranden is een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Belgische abstracte kunst en kantte zich resoluut tegen het realisme en het nieuw-realisme. De waarheid zit niet in verisimilitude, maar in een canvas vatbaar voor interpretatie. Zijn stijl is constructivistisch, vol geometrische vormen, zwarte vlakken en een limiet op de hoeveelheid gebruikte kleuren. 

Komposities past mooi binnen die stijl. De twee werken vragen tijd. Tijd om de kleuren en de lijnen te laten bezinken, om je te verslinden. Ze zijn gelijkaardig opgebouwd, maar het verschil in kleurpalet houdt me bezig. Is er betekenis te vinden in het licht-donkercontrast? Of zoek ik dan naar betekenissen die er niet zijn? De titel vertelt me niets, slechts dat het werk zorgvuldig samengesteld is, zoals een kunstenaar als Vandenbranden placht te doen, maar dat gebrek aan informatie maakt het misschien juist zo intrigerend. Er is niets aan kunst als het alle antwoorden prijsgeeft bij de eerste kennismaking. Komposities begroet en neemt afscheid, maar alleen tot de volgende keer. 



kunst op de campus

29/05/2023
🖋: 

Soms kan kunst bevreemdend werken. Meer dan eens kunnen we ons afvragen wat een kunstwerk nu eigenlijk is, wat het moet voorstellen en of het zelfs kunst is. Welk verhaal moeten we erin lezen? De campussen van UAntwerpen staan vol kunstwerken, maar of er veel studenten zijn die ze goed bekijken valt te betwijfelen. dwars vliegt er echter in en belooft je dat vijf minuten eerder opstaan om de pareltjes op de universiteit toch eens goed te bekijken, helemaal de moeite waard is.  

Campus Groenenborger is een bedrieglijk eenvoudige campus. De grote hal van gebouw T lacht me toe, een charmante charlatan. Het enige wat ik hoef te doen om op mijn bestemming te raken, is rechtdoor lopen – zelfs de ergste GPS-verslaafde kan hier zonder. Tot ik verder en verder kom, de minzame affiche met de busroutes voorbij, de komida voorbij, de trappen voorbij, in een wirwar van gangen en nissen die nergens heen lijken te leiden. De paniek overvalt me haast, ware het niet dat De Grote Totem me geruststelt. Het lange standbeeld is donkerbruin van kleur en lijkt het midden tussen een mens en een boom te houden. Het reikt naar links, als een wegwijzer in de witte gangen naar een niemandsland à huis clos. Oh, misschien had ik hier op een andere dag naartoe moeten gaan, maar misschien had het beeld van Jacky De Maeyer me dan geen aandacht besteed. 

Jacky De Maeyer is een Oostendse kunstenaar. Wie al eens in Oostende Airport is geweest (ja, Oostende heeft een luchthaven), kan niet naast zijn beeldengroep Vuurtorens hebben gekeken. Zijn sculpturen verlangen naar versimpeling: De Maeyer vereenvoudigt zijn beeldentaal naar herkenbare vormen, zodat het enige wat overblijft de essentie is. De kern van de zaak, het substantiële van de wereld in enkele curven en lijnen gevat. Hij grijpt daarvoor vaak terug naar de natuur: liefst van al werkt hij met eikenhout dat hij in allerhande geometrische vormen kapt. Bijna al zijn beelden zijn verticaal opgebouwd, bomen nog te jong om te vertakken. 

De Grote Totem is een sculptuur dat in De Maeyers reguliere stijl past. Je kan discussiëren of de vorm van het beeld menselijk dan wel natuurlijk is. Een totem, associeer je dat met een mens of met een natuurfenomeen dat over je waakt? De Maeyer is op zoek naar die persoonlijke associaties. Zijn beelden draaien vaak rond de geboorte en de groei van de mens en van de natuur. Al wat groeit, groeit richting een eigen betekenis, zo ook totems, groot of klein. Het beeld van De Maeyer is niet volgroeid, zal dat ook nooit zijn en dat geeft het een zekere kwetsbaarheid, op zoek naar de bescherming die een totem juist zou moeten afgeven. Misschien maakt dat het juist zo krachtig als talisman: bescherming verleen je pas als je begrijpt waarom het nodig is. 

 



poëzie

29/05/2023
🖋: 
Auteur

verdriet wordt gerecycleerd 

zodat het waterwerk recupereert 

tranen vloeien ongemerkt voort  

totdat ze worden herverdeeld 

en iemand ze uiteindelijk weer hoort  

zo komen ze van pas als tranensabotage 

in de fabricage van troostteelt 



wat vinden we er nu van?

29/05/2023
Geronimo Stilton (© Geronimo Stilton | dwars)
Bron/externe fotograaf

Geronimo Stilton

🖋: 

“Het begon zo, zo en niet anders …”. Dat zijn de eerste woorden uit het eerste boek van mijn favoriete boekenreeks uit mijn jeugd: Fantasia van Geronimo Stilton. De gekleurde en opvallende woorden, de illustraties, de geheime code en natuurlijk ook de alomgekende geurpagina’s zijn me altijd bijgebleven. Dit werk heeft mijn liefde voor literatuur aangewakkerd. 

In de Fantasia-reeks volg je de muis Geronimo Stilton terwijl hij allerlei spannende avonturen beleeft in het land van de verbeelding, Fantasia. Het eerste boek uit de reeks vertelt het verhaal van Stilton op zijn queeste om de feeënkoningin te redden uit een eindeloze slaap. Om die reis tot een goed einde te brengen, moet de muis door zeven rijken. Elk rijk wordt bewoond door mythische figuren: zo is het eerste rijk dat Stilton moet doorkruisen Wicca, het rijk van de heksen, waar ook de Griekse mythologische figuur Arakne Veelpoot rondloopt. Onderweg naar het rijk van de feeën beleven Stilton en zijn vrienden, de Fantasia Club, allerlei epische avonturen en komen ze heel wat opmerkelijke figuren tegen. 

Bij het herlezen van het boek viel me meteen op hoe actueel de thema’s zijn. Zo staat body positivity erg centraal in het verhaal, maar ook dat je vriendelijk moet zijn voor iedereen wordt veel herhaald. Erg verrassend vond ik dat in het rijk van de kabouters, Miniatura, de bevolking met veel respect voor de natuur leeft. Zo gebruiken ze enkel maar zonne-energie en eten ze voornamelijk biologische producten die ze zelf telen. Voor een werk dat is uitgekomen in 2002, zijn de thema’s dus verrassend hedendaags. 

Verder staan er veel bekende mythes en verhalen in het boek. Zo lees je bijvoorbeeld de Ierse legende over Cú Chulainn of het oud-Engelse gedicht over de held Beowulf. Ook mythische planten en dieren krijgen een eigen uitleg in Fantasia en worden op een speelse manier geïntegreerd in het verhaal en de verschillende rijken. Die rijken zijn op hun beurt ook gebaseerd op bestaande mythes en folklore. Zo is het rijk van de draken, Dragonië, gemodelleerd naar de verhalen over Graaf Dracula en put het rijk van de feeën, Florissant, inspiratie uit Gallische volksverhalen. Door de integratie van deze mythes en figuren in Fantasia, leren kinderen op een speelse manier verschillende bekende verhalen kennen. 

Als kind vond ik deze reeks al ontzettend spannend en leuk om te lezen. Zo kon ik me in sneltempo door de boeken lezen en aan het einde van de namiddag mijn ouders weer lastigvallen met de vraag of we snel terug naar de bibliotheek gingen. Tegenwoordig lees ik heel weinig fantasyboeken, voornamelijk omdat mijn leesvoorkeuren zijn veranderd. Toch verloor ik mezelf meteen in het verhaal. Door de eenvoudige schrijfstijl vloog ik door het boek en had ik, voor ik het wist, Fantasia uitgelezen. Nochtans zorgde de drukte van de pagina’s er eerst voor dat ik niet wist waar kijken. Gelukkig maakte dat gevoel van verwarring al snel plaats voor plezier en nostalgie. Zowel de thema’s als de verschillende mythes maken van dit verhaal meer dan een simpele reis doorheen verschillende rijken. Het nostalgisch gevoel dat het verhaal me geeft, zorgde ervoor dat ik met veel plezier Fantasia heb herlezen en ik maar al te graag aan het tweede boek uit de serie wil beginnen. 



stuvers aan het woord

16/05/2023
🖋: 

Waar is de Studentenraad zoal mee bezig? Hun roze logo verschijnt te pas en te onpas in de mailbox, maar wat doen ze naast mailen? Achter welke nieuwe initiatieven aan de universiteit schuilt stiekem de Studentenraad, op welke manieren beïnvloeden ze het dagelijks leven van de student? Om daarachter te komen neust dwars in de projecten van de Studentenraad. Het kotentekort is een prangend probleem in Vlaanderen, maar hoe zit het in Antwerpen?

Julien De Wit is voorzitter van VVS (Vlaamse Vereniging Studenten), een koepelorganisatie die alle studenten wil vertegenwoordigen in Vlaanderen en waar de Studentenraad ook lid van is. Vorig jaar publiceerde VVS een nota rond het kotentekort, maar het probleem is nog verre van opgelost. “Het probleem is tweeledig”, zegt Julien. “Ten eerste is er een tekort aan koten. Er zijn meer studenten die een kot nodig hebben dan er koten zijn. Ten tweede is er eveneens een tekort aan betaalbare koten. Luxekoten met een gym en spelkamers worden bijgebouwd, maar veel studenten willen een gewoon kot met de basisvoorzieningen.” Hoeveel geld je ook wil betalen, een kot vinden is niet evident, maar het wordt een pak moeilijker als je er per maand geen 1000 euro voor kan neerleggen.

Op dit moment is Antwerpen niet de slechtste leerling van de klas. In een stad als Brussel wordt een vierde van de koten verhuurd aan 800 euro per maand. “Antwerpen moet opletten dat het niet zo ver komt”, waarschuwt Julien. “Niemand kan tenslotte voorspellen hoe de studentenbevolking zal evolueren. Het is goed mogelijk dat de studentenpopulatie in Antwerpen alleen maar zal groeien en dat het kotentekort op die manier nóg nijpender wordt.” Een teveel aan studenten is niet de enige reden voor het tekort. Er zijn nog andere uitdagingen: zo moeten koten binnenkort klimaatneutraal worden.

Wat doen we aan het kotentekort? “Er moet een structureel beleid worden uitgedacht”, zegt Julien. “De stad moet bekijken hoeveel studenten ze willen, hoeveel koten er in welke wijken kunnen zijn en ze moet inzetten op buurtwerking. Oplossingen moeten voornamelijk vanuit de overheden komen. Ik denk aan versimpeling, zodat particulieren met een kamer op overschot eenvoudiger een student kunnen huisvesten. Ik denk aan spreiding: een student die in Antwerpen studeert, kan ook in Berchem op kot zitten, zo ver is dat niet. Ik denk aan grotere projecten, zoals de student villages in Gent, een groot huisvestingcomplex voor studenten gelegen buiten de stad. Als dat goed werkt, kan het idee naar hier gebracht worden.”

De onderwijsinstellingen doen hun best, volgens Julien. “De instellingsgebonden koten zijn goed in orde en helpen veel studenten, maar de financiering van de universiteiten zorgt ervoor dat het niet meer haalbaar is. De overheid moet het voortouw nemen, vind ik. Ze moeten samen met de instellingen het probleem aanpakken en onder andere de financiering van studentenvoorzieningen bekijken. Als de overheid wil dat het hoger onderwijs een grotere rol op zich neemt, moet er dan ook geïnvesteerd worden in die voorzieningen.” Het is niet de eerste keer dat Julien dat zegt. “Met VVS zetten we het probleem op de kaart. Er verandert weinig: ik doe elk jaar net hetzelfde babbeltje. We zijn te veel bezig met symptoombestrijding en te weinig met het eigenlijke probleem. Tegelijkertijd geloof ik wel in die structurele oplossingen. Dit hoeft niet te blijven aanslepen.”



editoriaal

16/05/2023
🖋: 

Grosso modo heb je twee stromingen binnen de wijze citaten over wraak. Je hebt enerzijds de hippiecitaten die je wijselijk bezweren dat je beter bent dan dat. Echte wraak is verder gaan met je leven, het verleden vergeten als verheven amnesie. Zoiets ongeveer, alsof je een inherent beter mens bent als andermans misdaden je niet eens opvallen. Anderzijds heb je de revanchecheerleaders. Gij zult het zo lang uitrekken als menselijk mogelijk is, opdat het kwestieuze slachtoffer zich onmenselijk behandeld voelt zonder te weten uit welke bron hun lijden komt. Wat is tenslotte anders het nut van wraak?

Om het alvast uit de weg te hebben: enige wijsheid omtrent revanche heb ik niet in pacht. Daarvoor verwijs ik je best door naar de artikelen over het thema, maar zelfs die hebben weinig concrete tips. Wat moet je doen als iemand je onheus behandelt? Een superioriteitscomplex ontwikkelen of de metaforische knieën eruit kloppen? De echte goeroes hebben daar ongetwijfeld een antwoord op, maar ik vrees dat mijn opleiding dat onderwerp evenmin in het curriculum heeft gezet. Klachten mogen aan het adres van de onderwijscommissie gericht worden.

Dat houdt me – al een geluk – niet tegen om een mening te hebben gevormd over het concept. Menselijkheid zit tenslotte in de kleine kantjes, de scherpe randjes; met een egale kei van een ziel zal je niet snel een goede wraakactie kunnen plannen. Quitte staan doet veel voor een mens, wil ik maar zeggen, en hier en daar een wrokkige daad houdt je rein. Zo is een bepaalde plausible deniability cruciaal. Wraak werkt het best als er een sterk vermoeden van daderschap bestaat, maar als het niet bewezen kan worden. Anders kom je in een cyclus terecht. Ik verwijs je door naar de Erinyen en de gehele Griekse canon voor verdere informatie.

Ook essentieel is dat je wraak idealiter bestaat uit kleine ongemakjes die de uitverkorene na verloop van tijd hard raken. Eén grote actie vereist te veel planwerk om genoegen te verschaffen; meerdere kleine acties halen de druk van de ketel, waardoor je optimaal kan genieten. Al helemaal relevant is dat je niet continu wraak kan nemen. Rancune is geen goede hobby, dus kies je uitverkorene goed uit. Het kan niet de eerste de beste zijn. En daarna? Dan moet je dat superioriteitscomplex beginnen kweken. Jij hebt nergens iets mee te maken, want woede is als gif drinken en hopen dat de ander sterft. Jij hebt na de toxinen van die persoon alleen maar nood aan een fijne spadag. Oh, nee, ik geloof niet in wraak. Daar ben ik te volwassen voor, te kalm, te gelukkig, mijn kinderlijke impulsen en nood aan oog-om-oogrechtvaardigheid allang van me afgeschud in de loop van jaren. Ik geloof gewoon sterk in jouw potentieel. De deadlineperiode is het ideale moment om te stoken bij je nemesis. Dan ben je net op tijd klaar om in de zomervakantie te herrijzen als een zenfeniks. Succes!



opinie

16/05/2023
🖋: 
Auteur

De beleidsnota van Vlaams minister van onderwijs Ben Weyts beweert het secundair onderwijs jaarlijks te moderniseren om de kwaliteit van de uitstroom te versterken. Alle opleidingen in het secundair onderwijs moeten in het kader van die uitstroom specifiek genoeg zijn om aan te sluiten op ofwel de noden van de arbeidsmarkt, ofwel op de startkwalificaties van het hoger onderwijs, of op beide. Weyts’ plan luidt als volgt: “De oriënterende functie van de eerste graad secundair onderwijs wordt versterkt. De nieuwe indeling van het studieaanbod van de tweede en derde graad zorgt voor meer transparantie en eenvoud. De onderwijsdoelen worden ambitieuzer.”

Die doelstellingen rollen zich jaarlijks verder uit volgens de zogeheten matrix. Die matrix omvat acht studiedomeinen: Taal en Cultuur, STEM, Kunst en Creatie, Land- en Tuinbouw, Economie en Organisatie, Maatschappij en Welzijn, Sport, en Voeding en Horeca. Daarnaast zijn er drie finaliteiten: finaliteit arbeidsmarkt, finaliteit doorstroom en dubbele finaliteit. Kort samengevat wil men met die matrix meer duidelijkheid creëren over de doorstroomrichtingen van studenten. Leerlingen die een richting kozen met ‘finaliteit arbeidsmarkt’, worden op de arbeidsmarkt voorbereid. De richtingen die onder ‘finaliteit doorstroom’ vallen, bereiden voor op hoger onderwijs en de richtingen met ‘dubbele finaliteit’ bereiden voor op beide.

Weyts wil doelgericht te werk gaan. Zo stelt hij: “In onderwijs moet elke jongere uitgedaagd worden, zodat zo veel mogelijk jongeren een zo hoog mogelijk niveau kunnen halen.” Dat jongeren uitgedaagd moeten worden, is een feit. Echter denk ik niet dat het de bedoeling is om jongeren systematisch tot hun limiet te pushen zodat ze het ‘hoogst mogelijke niveau’ mogelijk bereiken. Het kan niet de bedoeling zijn dat leerlingen elke dag ettelijke uren moeten studeren zodat ze de ‘hoogst mogelijke studierichting’ kunnen volgen. Dat neemt een enorm zware werkdruk met zich mee die de mentale gezondheid van kinderen geen goed zal doen. Want als er een hoogst mogelijk niveau is, is er ook een laagst mogelijk niveau. Dat is niet echt een constructief idee om mee te geven aan kinderen die nog volop in een ontwikkelingsfase zitten. Het is een idee dat noch thuishoort in de schoolomgeving, noch het leren bevordert. Daarnaast lijkt het me sterk dat elk kind zijn of haar uiterste limiet wil bereiken. Kinderen zouden gestimuleerd moeten worden om hun eigen interesses en talenten te ontwikkelen op hun eigen tempo, niet om een ‘hoog niveau’ te bereiken.

Hoewel ik begrijp dat het voor politici en beleidsmakers gemakkelijk moet zijn om een rechtlijnig stappenplan op te stellen dat kinderen compartimentaliseert, denk ik niet dat dat een voordelige aanpak is om met kinderen om te gaan. Weyts stelt in zijn beleidsnota dat er geen sprake meer kan zijn van een brede eerste graad. Kinderen van twaalf jaar oud zullen voortaan geconfronteerd worden met doelgerichte keuzes die hen moeten voorbereiden op hun toekomst. Ze moeten hun leven op jonge leeftijd uitstippelen volgens de gloednieuwe matrix waarin al hun toekomstmogelijkheden staan samengevat. Daaruit moeten jongeren één specifiek gebied van interesse kiezen, waaruit ze dan hun studierichting moeten kiezen. Die studierichting bepaalt dan weer de finaliteit, de toekomst van het kind, met andere woorden. Ik vind het idee van een matrix die ervoor zorgt dat elk kind netjes binnen één categorie past en dat elk kind wordt klaargestoomd voor ofwel de arbeidsmarkt, ofwel het hoger onderwijs extreem toxisch. Het zet kinderen onder druk, duwt hen in hokjes en het zet hen weg als onafgewerkte producten die zo snel en efficiënt mogelijk klaargestoomd moeten worden om een nut te dienen in de samenleving. Het is een toekomstperspectief dat ik geen enkel kind toewens.



Humans of UAntwerpen

16/05/2023
Humans Julien De Wit (© Jannes Van Den Wouwer | dwars)
Bron/externe fotograaf

Jannes Van Den Wouwer


Kunstenaar of topsporter, bejaarde of ondernemer, geen enkele soort ontspringt de dans. Je wordt op een dag wakker met de intense drang om je aan Universiteit Antwerpen in te schrijven. Het gevolg: zo veel vreemde vogels dat het uitzonderlijk wordt om normaal te zijn. Elke maand zetten wij een bijzondere student in de kijker.

Julien De Wit (23) is student internationale betrekkingen en voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) – een koepel van de verschillende studentenraden van Vlaamse hogescholen en universiteiten. In september publiceert hij zijn tweede boek Ge(e)neratie waarin verschillende maatschappelijke uitdagingen onder de loep worden genomen, in samenspraak met jongeren en experten. Klonk dat al als een behoorlijk cv? Julien schreef in 2021 met Koen Metsu Ontwapend over de hedendaagse veiligheidsproblematiek en is nog steeds actief stuver bij de faculteit Sociale Wetenschappen. Tegelijkertijd zie je Julien tegenwoordig vooral als voorzitter van VVS, waarvoor hij in meerdere televisieprogramma’s opduikt om de stem van de student te vertegenwoordigen.

“We laten heel bewust onze stem meer horen, naar binnen en naar buiten toe”, zegt Julien over zijn engagement bij VVS. “We willen erg open zijn naar de leden toe. Ik merk dat er extern vraag is naar ‘de stem van de student’ en VVS is toch wel een dankbaar orgaan om die te belichamen. Juist daarom vind ik het zo belangrijk om die band met de achterban niet te verliezen en hun spreekbuis te zijn.”

Op die manier zijn er al verscheidene thema’s op de agenda gezet. “Ik ben blij dat grensoverschrijdend gedrag nu besproken wordt. Er was op zijn minst de perceptie van een doofpotcultuur en ik heb het gevoel dat er nu meer bewustwording rond het thema is ontstaan.” Daarnaast komt VVS veel in het nieuws rond het kotentekort. “Er wordt veel over gesproken, ja, maar weinig aan gedaan”, zegt Julien. “We horen van de overheid dat de vrije markt het zal oplossen, maar de mensen op die markt trekken het duidelijk niet meer. Al is het natuurlijk bijzonder moeilijk. We appreciëren het wel dat de minister kijkt waar bijsturing nodig is.”

Dat brengt Julien meteen bij een ander punt: de financiële kwetsbaarheid van veel studenten. “Opnieuw: er wordt veel over gesproken, maar de grootte van het probleem is naar mijn mening niet altijd duidelijk. Binnen de moeilijkheden die studenten op financieel vlak ondervinden, is het moeilijk om te horen dat er meer en meer tegenreactie komt op het concept dat de student meester is van het eigen traject. We horen steeds meer dat de flexibilisering van het onderwijs te hard is doorgeslagen.” Die stemmen vindt Julien beangstigend. “Flexibilisering en democratisering van het onderwijs zijn juist cruciale principes. Ik denk dat het probleem vooral is dat we nooit echt zeker zullen zijn van de hoeveelheid studenten die we kwijtspelen als zulke principes verdwijnen. Als rectoren gratuit zeggen dat het inschrijvingsgeld hoger mag, houd ik mijn hart vast voor de toekomstige generaties studenten. Ik zie op dat punt ook een link met de zakkende onderwijskwaliteit in het lager en secundair onderwijs. Daardoor raken minder studenten over de lat. Dat is toch een groot probleem?”

De vraag hoe hij het allemaal gedaan krijgt, is niet nieuw voor Julien. “Ik heb die drukke agenda, die uitdaging nodig, heb ik gemerkt. Mijn mama vindt mij prikkelverslaafd.” Hij lacht. “Natuurlijk vloek ik af en toe, maar de zoveelste déjà vu-vergadering waarop dezelfde punten worden herhaald, hoort erbij. Ik heb het altijd wel gehad. Zo gaf ik in het middelbaar bijles, maar dat groeide dan uiteindelijk uit tot een halve onderneming.” Tegelijkertijd wil Julien niet continu bezig zijn met het drukke verenigingsleven. “Sporten ontspant mij; onlangs heb ik tot mijn verbazing ontdekt dat yoga me goed doet. Naast al die engagementen is een sociaal leven voor mij belangrijk. Het is fijn om vrienden te hebben die niet continu zijn bezig over onderwijs of andere dingen waarmee ik bezig ben, dat brengt perspectief.”

Prikkelverslaafd of niet, Julien steekt erg veel energie in opkomen voor studenten. “Ik ben altijd iemand geweest die voor anderen opkomt”, zegt hij. “Als er een gesprek is, wil ik dat er naar íédereen geluisterd wordt. Ik probeer zo benaderbaar mogelijk te zijn. Als ik van één student hoor dat hij financiële problemen heeft, dan laat dat me niet los. Door benaderd te worden komt het dan ook dichtbij, maar dat is mijn drijfveer. Het is wel erg belangrijk voor mij dat ik de stem van studenten niet verwar met mijn eigen mening.” Toch is studentenvertegenwoordiging meer dan alleen de signalen van studenten naar het beleid brengen. “Ik heb de indruk dat niet veel studenten bezig zijn met de financiering van het hoger onderwijs, maar door dat probleem verdwijnen de instellingsgebonden koten en worden de studentenrestaurants, het inschrijvingsgeld en de studieboeken duurder.”

Tegelijkertijd kan er gesteld worden dat het niet elke student studentenvertegenwoordiging überhaupt veel kan schelen. “Eerlijk? Ik denk dat de groep studenten die het totaal niets interesseert, een vrij kleine groep is. Wat ik wél denk, is dat er een grote groep is die de aangehaalde thema’s wel belangrijk vindt, maar niet de bandbreedte heeft om zich in al die vergaderingen en werkgroepen te smijten. Je moet het ook maar willen, hè? Vergaderen terwijl je vrienden op café zitten.” Hij lacht erbij. Al een geluk dat Julien dat wel wil.



Bierman

16/05/2023
🖋: 

De pastor en het bier, er is geen duo dat meer onafscheidelijk is. Als pastorale superheld schrijft Gert Van Langendonck ons met zijn geestelijk vernuft op weg naar de beste smaken in het bierlandschap. Prosit!

Tot zijn schande moet Bierman bekennen dat hij het nog nooit gehad heeft over dwars, het huiseigen bier van deze verheven publicatie. Dat is eigenlijk onvergeeflijk, want het gaat hierbij toch om een lokaal studentenbier dat al sinds november 2001 door studenten gebrouwen wordt. Bij deze wil Bierman dan ook zijn fout herstellen en meteen iedereen aanbevelen om dit bier zeker eens uit te proberen.

Het dwarsbier komt uit de traditie van de Russian Imperial Stout. Dat betekent dat het om een inktzwart bier gaat met een sneeuwwitte schuimkraag. Het bier is overigens zo donker dat het onmogelijk is om er doorheen te kijken. Op het eerste gezicht lijkt deze zwart-witcombinatie een wat ongenuanceerde smaak op te leveren, maar het bier schittert vooral in de complexe afdronk. Daarmee valt dwars nog het best te omschrijven als een eigenzinnig bier dat blijft plakken aan alles wat het aanraakt. Vandaar ook de naam die letterlijk betekent: een smaak die loodrecht op de hoofdsmaak staat. In Rusland komt het bier overigens onder de naam Pravda op de markt omdat alles wat daar op de markt komt zo moet heten. In Angelsaksische landen heeft de brouwer lang getwijfeld tussen de namen Head-Strong, Cross-Wise, Trans-Verse of zelfs Pig-Headed. Uiteindelijk verschijnt het bier daar nu onder de naam A-Breast.

Hoewel het bier alcoholvrij is, zijn er toch zeer veel gevallen bekend van studenten of collega’s die eigenaardig gedrag beginnen te vertonen na het nuttigen van dwars. Het bier heeft dus eigenaardig genoeg zelfs zonder alcohol het vermogen om in te werken op de prefrontale cortex waardoor emoties de vrije baan krijgen, evenwicht houden lastig wordt en kleine motoriek zoals bijvoorbeeld samenhangende spraak ernstig te lijden krijgt. Onderzoek hiernaar is nog lopende.

Mensen die niet van dwars houden, Bierman aarzelt niet om ze kwatongen of zelfs zuurpruimen te noemen, vinden het bier veel te bitter. Nu is er vandaag wel duidelijk een terugval merkbaar in de samenleving naar gemakkelijk toegankelijke smaken en infantiele eetpatronen en daarin heeft een bier met een uitgesproken smaak als dwars eerder weinig kans. Er is wel een geval bekend waarbij de studentenvereniging NSV het bier overgoten heeft met azijn, maar dat was duidelijk geen verbetering van de smaak, want daarna hebben ze er niet meer van gedronken.

Hoe dan ook: het recept veranderen is vooralsnog niet aan de orde. Mogelijks wordt wel het speciale glas waarin dwars geschonken wordt aangepast. Momenteel is dat namelijk breder dan het hoog is, waardoor het lijkt alsof het bier geschonken wordt in een klein visbokaal. Dat is een unieke ervaring, maar echt vlot wegdrinken doet het niet. In de toekomst wordt gedacht aan een glazen versie van de scheve Toren van Pisa.



kun je verslagen van de raad van bestuur van UAntwerpen verkrijgen?

16/05/2023
🖋: 

Er wordt flink vergaderd aan de universiteit. De verslagen van die vergaderingen zijn bestuursdocumenten die gewone burgers zoals studenten en niet-studenten kunnen opvragen. Ik vroeg het verslag op van het bestuurscollege en de raad van bestuur van UAntwerpen, nog in de onwetendheid dat een bochtig traject zou volgen.

Op 20 september van het jaar 2022 vroeg ik de verslagen op van de vergaderingen van de raad van bestuur en het bestuurscollege. U, ik en iedere andere burger hebben recht op inzage ter plaatse, op een afschrift en op uitleg over bestuursdocumenten. Tenzij het gaat over documenten van persoonlijke aard moet je als verzoeker geen belang doen blijken. Met andere woorden: je hoeft niet te bewijzen dat het document een impact heeft op je leventje. Verslagen van de raad van bestuur en het bestuurscollege zijn verslagen van de meest elementaire vergaderingen aan UAntwerpen, dus dat mag geen probleem opleveren.

De dag daarna volgde het bericht dat die verslagen niet online staan voor studenten, maar een mail en een telefoontje later was ik gerustgesteld: het zou allemaal in orde komen. Een tiental dagen later kreeg ik spontaan een mail om te melden dat men mij niet vergeten was, maar dat er nog een aantal GDPR-aspecten moeten worden besproken en dat ik op de hoogte zou worden gehouden. Evenwel ongeveer gelijktijdig kreeg een ander dwars-redactielid een zorgelijk telefoontje van de universiteit vanwege mijn interesse in de verslagen van de belangrijkste vergaderingen aan UAntwerpen: of ik die wel werkelijk opvroeg als studentenblad-auteur en niet ten bate van een studentenvereniging waar ik nog nooit van had gehoord, die een conflict uitvocht met de universiteit waar ik helemaal geen weet van had?

Ondanks die op niets gefundeerde achterdocht weigert deze burger zijn geloof te verliezen in UAntwerpen, laat staan in de spontane en welwillende toepassing van een essentieel principe als openbaarheid van bestuur. Ik wachtte rustig af, vanwege mijn geduldige inborst. Men ging mij immers op de hoogte houden. Op 1 februari 2023 contacteerde ik de universiteit opnieuw en na een mail en een telefoontje werd er me op het hart gedrukt dat ik het verslag van de raad van bestuur van februari zou krijgen en ook die van de volgende raden. Er werd mij ook gemeld dat het bestuurscollege eigenlijk niet zo belangrijk is. Er zijn lezers die na het lezen van vorige zin hard moeten grinniken.

Op 21 april van het jaar 2023 ontving ik een mail met als onderwerp “verslag RvB”. Mijn hart maakte begrijpelijkerwijs een sprongetje. Helaas kreeg ik in de plaats van de notulen een zogeheten beslissingsverslag “met de beslissingen zoals ze zijn opgenomen in de notulen”, een summier document van geen vier bladzijden waarvan een volle pagina wordt ingenomen door een inhoudstafel en de rist kennisnames tot de veelzeggendste puntjes behoren. De bijbehorende mail laat verstaan dat ik zodoende word geïnformeerd over de agenda en de beslissingen van de raad van bestuur.

Kun je verslagen van de raad van bestuur van UAntwerpen verkrijgen? Helaas, opdracht gefaald. Alleen na geduldig de tijd te verbijten krijg je een beslissingsverslag waar nagenoeg niets in staat. De vraag blijft waarom het UAntwerpen zoveel moeite kost om die minimale vorm van transparantie te bieden. Het zegt hopelijk niet te veel over de gangbare bestuurscultuur.