Erasmus uit
01/10/2004
🖋: 
Auteur extern
Tim Hanegreefs

Een goeie week na mijn laatste examen van vorig jaar was het zover. Recht het avontuur tegemoet want ik zou een semester gaan studeren in Australië. Na een 23 uur durende heenreis via Wenen, Kuala Lumpur en Sydney kwam ik eindelijk op mijn bestemming aan: Wollongong. Een stad van 300.000 inwoners op een uurtje ten zuiden van Sydney gelegen aan de stille oceaan.

Ik verblijf hier in het International House, een soort complex van de universiteit waar 300 studenten samenwonen uit 21 verschillende landen. Vooral Australiërs, Amerikanen, Aziaten (de universiteit heeft ook een campus in Dubai) en een paar Europeanen. Eén gezellige boel dus, alhoewel niemand ook maar iets over België blijkt te weten. Een Amerikaanse vertelde me dat ze samen met nog wat vriendinnen op een wereldkaart tevergeefs België heeft proberen op te zoeken. Een mens wordt dat op den duur wel gewoon...

 

Samen met 16 000 andere studenten studeer ik aan de University of Wollongong tijdens de ‘spring semester’. Inderdaad, hier in Australië is de winter achter de rug en momenteel is het volop lente. Maar dat is niet het enige verschil met het leven in Antwerpen: auto’s rijden links, de zon staat ’s middags in het Noorden, tijdens de middagpauze een broodje kangoeroe eten in de schaduw van een ecalyptusboom met krijsende papegaaien om je heen, voor de les begint nog snel even wat gaan surfen,... Ja, het studentenleven is op zijn zachtst gezegd wat anders.

 

Vriendelijke en erg behulpzame mensen, die Australiërs. Ze maken zich ook nooit en over niks zorgen, de clichématige ‘no worries!’ en ‘Take it easy, mate!’-mentaliteit heerst hier volop.

 

Voor de rest ben ik Nicole Kidman, Natalie Imbruglia, Kylie Minogue of Kim Clijsters haar wederhelft nog niet tegengekomen, maar hoop doet leven.

 

Cheers!

 

Tim Hanegreefs



in het nieuws
01/10/2004
🖋: 

Op het vlak van de studiebeurzen betekenden de Bologna-hervormingen voornamelijk een vooruitgang voor de student. Een beurs kan voortaan meegenomen worden door wie in het buitenland wil studeren, en door het credit-systeem kan ze bovendien over meerdere jaren gespreid worden. Dat brengt echter bijkomende kosten met zich mee, en er moest ergens bespaard worden. Slachtoffer werden de MAnaMA’ers, studenten die na een masteropleiding nog een bijkomende master willen behalen. Zij moeten het voortaan zonder studiebeurs stellen. Voor de BAnaBA’ers geldt deze hervorming niet.

 

De universiteiten hebben gelukkig al in een vangnet voorzien. De VUB, de RUG en de KU Leuven bieden de getroffen studenten renteloze leningen aan. Volgens de website van de UA kunnen aan onze universiteit MAnaMA’ers die aan de financiële voorwaarden om een studiebeurs te bekomen voldoen, via de sociale dienst een korting van 418 euro op het inschrijvingsgeld aanvragen. Vreemd genoeg kregen we geen reactie bij de Dienst Studentgerichte Diensten om dit te bevestigen.

 

Miskende MAnaMA-studenten kunnen bij dwars steeds terecht voor een betrekking als redacteur.



01/10/2004
🖋: 
Auteur extern
Christophe Verhoeven

Met andere zinnen wil hét forum voor jong literair talent uit Nederland en Vlaanderen worden. Vanaf februari 2005 zal dat om de drie maanden resulteren in de publicatie van een tijdschrift. In dwars loopt met andere zinnen al een beetje op de zaken vooruit door jullie de komende maanden telkens één gedicht voor te schotelen van een jong schrijftalent, dat daarbij ook zijn/haar motivatie om scheppend met taal om te gaan tracht te verwoorden.

Ik zou hier een betoog kunnen starten over de diep menselijke, noem het sociale, betekenis van mijn teksten. Ik zou best wel ‘cool’ zijn als ik je kon melden dat ik zou sterven als ik niet kon schrijven, of beter nog, dat ik in een soort trance kom als ik schrijf en me van het hele proces niet eens bewust ben en enkel het resultaat heb als bewijs.

 

Helaas ben ik me echter maar al te bewust van het schrijfproces en zal ik blijven leven als ik niet schrijf. Diep menselijk kan ik m’n werk bezwaarlijk noemen en sociaal geëngageerd zijn enkel die stukken te noemen die zo hermetisch zijn dat je er alles in kan zien als je je ogen maar hard genoeg tot spleetjes knijpt.

 

Harde feiten dan maar. Ik schrijf met vlagen zeer veel en dan weer wat minder. Wat ik schrijf is heel divers, gaande van toneelstukken voor kinderen over zwaar op de hand zijnde poëzie voor psychiatrische patiënten tot slogans voor onbestaande wasprodukten. Maar hoewel ik veel zou geven om meer proza te kunnen schrijven, moet ik toegeven dat er toch voornamelijk poëzie in me zit.

 

Ik schrijf omdat ik de drang voel om te schrijven en eens iets geschreven is voel ik zelden de behoefte om er nog veel aan te schaven. Inspiratie is mijn beste vriend en techniek komt pas op de tweede plaats en is vooral handig om het schrijfproces zelf te verbeteren. Je voelt iets opkomen en in plaats van ‘knal, daar begin ik te schrijven en hoe het op papier terecht komt dat zien we wel’ kan je zeggen: ‘daar is het en kijk, het is er zoals ik het graag gewild had’. Maar eens het er staat is het meestal af voor mij, dan moet je het niet meer tot stervens toe herwerken. Een tekst moet bovenal ademen vind ik.

 

Tot zover mijn motivatie om te schrijven.



30/09/2004
🖋: 
Auteur extern
Véronique Scheyvaerts

Op 20 oktober is het precies honderd jaar geleden dat James Joyce aankwam in Triëst om vrijwel meteen in de gevangenis te belanden en niet veel later tot de vaststelling te komen dat de hem beloofde betrekking als leerkracht Engels bij de befaamde Berlitz school niet vacant is. Tot hij bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog naar het onpartijdige Zwitserland verhuist, blijft Joyce in 'la nostra bella Trieste': het is de stad waar zijn kinderen worden geboren en waar hij het eerste hoofdstuk schrijft van het boek dat iedereen kent, maar vrijwel niemand heeft gelezen: Ulysses.

Met uitzondering van Dublin, de stad die Joyce – zo zegt hij zelf – nooit verlaten heeft, is Triëst dus de meest uitgelezen plaats om een Joyce Summer School te organiseren. De school, die afgelopen zomer aan haar achtste editie toe was, is ondertussen een gevestigde waarde geworden onder de Joyceans: dit jaar kregen de vele namen op de kaften van boeken in de universiteitsbibliotheek een gezicht.

 

Vandaag is Triëst een Italiaanse stad, maar toen Joyce er verbleef maakte ze deel uit van het Oostenrijk-Hongaarse rijk. Het kasteel van Maximiliaan van Habsburg (Miramare) en de Piazza Dell'Unità d'Italia zijn daar het statige bewijs van. “This is not Italy”, weet mijn Italiaanse kamergenote te vertellen en “It looks like Vienna”, zegt de Oostenrijkse uit ons gezelschap. De zon schijnt, de Liffey is een riool vergeleken bij de azuurblauwe zee en ik begrijp waarom Joyce is gebleven.

 

Normaliter betaal je naast je verblijf inschrijvingsgeld tenzij je natuurlijk, zoals ik, een beurs kan bemachtigen. De school wordt financieel gesteund en in ruil voor een enthousiaste sollicitatiebrief, een weinig indrukwekkend cv en een aanbevelingsbrief van de juiste professor wordt je hotel en tenminste een deel van je inschrijvingsgeld betaald. Heb je een beurs dan deel je je kamer met twee à drie andere beursstudenten: een week lang heb je geen privacy, maar eens terug thuis mis je al dat exhibitionisme wel.

 

Mocht je in Triëst de juiste restaurantjes niet vinden, wat me zou verbazen, dan zorgt de school er wel voor dat je met wat extra kilootjes huiswaarts keert. Ze brengen je naar een Sloveense boerderij in de vermaarde Carso waar traditionele gerechten worden geserveerd en ze nodigen je naast een avondje 'Pasta, Wine and Song' ook uit voor een afscheidsdiner... Altijd is er wijn in overvloed.

 

Maar we zijn in de eerste plaats in Triëst voor Joyce en als je goed uit je doppen kijkt is hij – net als in Dublin trouwens – overal: je zou er bijna paranoïde van worden. Een fikse wandeling onder begeleiding van een deskundige ter zake brengt je onder meer bij de James Joyce trappen, de buste van de auteur en vele plaatsen in de stad waar Joyce met zekerheid is geweest.

 

Maar naar goede gewoonte moet op een summer school ook 'geleerd' worden. Zo waren er in de namiddag seminaries en in de voormiddag lezingen over onder meer Joyces schrijverschap, zijn leven in Triëst en het vertalen van Ulysses in het Frans en het Chinees. Tijdens het seminarie toonde Ulysses zich tot mijn grootste spijt inderdaad het prototype ongelezen boek, maar volgende keer volg ik misschien het seminarie over Finnegans Wake – dat zonder medische begeleiding gewoon niet te lezen vàlt – en dan hou ik wijselijk mijn mond. Wie daar niet van wakker ligt, staat het volledig vrij om andere summer school-horizonten te verkennen.



01/06/2004
🖋: 
Auteur

Laatst reageerden agenten in Amsterdam heel alert op een ontvoeringsmelding aan de Grachten en al gauw troffen ze een busje aan met daarin een geknevelde jongeman. De chauffeur verklaarde direct dat dit eigenlijk een studentengrap was maar moest mee voor ondervraging. *** Later meldden zich nog 4 studenten die bevestigden dat hun grap misschien wat uit de hand gelopen was. Voor zijn eigen veiligheid durfde het slachtoffer geen klacht neerleggen, de kosten voor de politieactie werden wel verrekend. *** De Duitse politie is dan weer te ijverig: ze merkte tijdens een patrouille in het station in Kassel een student op die de stekker van zijn laptop in het stationsstopcontact stak. De agenten waren er heilig van overtuigd dat de computer gestolen was dus pakten ze de jongeman op. *** Toen die echter al snel kon bewijzen dat de laptop zijn rechtmatig eigendom was werd hij aangeklaagd wegens diefstal van 0,2 eurocent elektriciteit. De officier van justitie verklaarde dat de zaak verder wordt onderzocht maar dat vervolging onwaarschijnlijk is. *** Maar als je geen geld meer hebt om te studeren en op kot te wonen, wat doe je dan? Je zoekt een droog, liefst stil plekje om rustig te slapen. *** In de universiteitsbiblitoheek kan je je daarenboven zelfs wassen dus bedacht een student in New York dat hij de ultieme oplossing gevonden had. Alles liep vlot, hij mocht zelfs soms douchen bij vrienden. Tot hij zijn dagboek op het net zette. Een surfende bibliothecaris betrapte na sluitingstijd de student op heterdaad. Die kreeg uit medelijden gratis een volwaardig kot tot het eind van het academiejaar. *** Als je het vak «Coaching Principles and Strategies of Basketball» volgt in de VS verwacht je examenvragen over complexe strategieën en moeilijke technieken. Studenten aan de Georgia University moesten echter antwoorden op meerkeuzevragen als Voor hoeveel punten telt een driepunter? en Hoeveel quarters duurt een hele wedstrijd? *** De National Collegiate Athletic Association diende klacht in tegen de coach in kwestie omdat studenten eigenlijk ook niet op het examen moesten aanwezig zijn, volgens de man «is dat toch zo erg niet». *** Een Amerikaanse student die 8 jaar geleden beide benen verloor tijdens een ongeval is veel sportiever. Na een intense training en toelating van de autoriteiten omdat fietsen daar verboden zijn beklom hij de berg Fuji in Japan. *** Gedurende een vier dagen durende tocht naar de top overwon hij bijna 4000 meter met een speciaal ontwikkelde mountainbike op 4 wielen. De moedige student was niet echt aan zijn proefstuk toe, hij had al bergen van 5.000 meter in de wielen...



editoriaal
01/06/2004
🖋: 

Het is een maand van wereldleiders. Mandela is ongetwijfeld de grootste van hen allemaal. Op zijn vijfentachtigste nam hij afscheid van het Zuid- Afrikaanse parlement met een toespraak die de ‘grootste democratie’ met de grond gelijk maakte. Mandela is voor de wereldpolitiek wat Cruijff is voor het voetbal: hij heeft altijd gelijk. En dus moeten we die andere wereldleider maar eens op het matje roepen.

Dat had de kleine man overigens zelf al moeten doen met zijn minister van defensie. Nu weet ik wel dat je met Photoshop één en ander kan bewerken, maar op zulke wijze? En terwijl de wereld zit te wachten op een ontslag, een proces, of toch minstens een blaam en een uit schaamte zelf opstappende oorlogsminister, kwam er niets dan lof uit de mond van de kleine president. De ene wereldleider is de andere niet, zal ik maar zeggen.

 

Mandela, dat is voor de goede orde dus die andere, krijgt overigens een eredoctoraat van de UA. Niet dat hij het niet verdient -verre van- maar wat heeft zo iemand in vredesnaam met Antwerpen te maken? Hij spreekt de taal in een wat grappige variant en de meeste Antwerpse diamanten komen van een familiebedrijf uit zijn thuisland, maar verder dan dat gaat de connectie met ons aller universiteit toch niet. Waarom de man dan hier een eredoctoraat krijgt is me een groot raadsel. Om het prestige van de universiteit op te krikken dan maar zeker? Om aan de wereld te laten zien dat de UA die Nelson toch zo’n fantastische man vindt? Geef me dan inderdaad maar liever de Afrikaanse grijsaard dan de kleine Texaan. En de universiteit moet zich ook een beetje verkopen, toch?

 

Daar gebruikte ze tot voor kort overigens ook Erasmusstudenten voor. De rechtsfaculteit liet slechts die kandidaten vertrekken die een ‘voldoende’ haalden op een ingewikkelde schaal, uitsluitend gebaseerd op behaalde academische resultaten. Het resultaat daarvan betekende dan weer dat studenten moesten thuisblijven, ondanks een overvloed aan vrije plaatsen. Stel je immers maar eens voor dat we een student zouden sturen die al eens een bisjaar heeft gehad! Nee, een universiteit met Nelson Mandela in de etalagekast, die kon toch enkel voorname en excellente pupillen uit te sturen. Een wijziging van het hopeloos verouderde systeem kwam er vorige week dankzij krachtdadig optreden van de studentenvertegenwoordigers. Iedereen het buitenland in, niet enkel diegenen die steeds uitstekende examens afleggen!

 

Nu we er toch over bezig zijn... Wat verder lees je een paar smeuïge verhalen en klassieke anekdotes over die examens. Laat je er vooral niet door ontmoedigen. Veel succes en tot volgend jaar.



Michaël Vandebril, artistiek coördinator ABC2004
01/06/2004
🖋: 
Auteur

Een heel jaar lang en nog veel langer zal Antwerpen in de hele wereld te boek staan als een literair paradijs waar, oprecht en eerbiedwaardig, een stroom van woorden doorheen bruist. Althans, dat is het meeslepende verhaal dat A(ntwerp)B(ook)C(a pital)2004 en zijn artistiek coördinator Michaël Vandebril willen schrijven. Vormt een stad zonder boekhandels echter niet eerder het decor voor een troosteloze tragikomedie? Een hoopvolle optekening van de stand van het boek in Vlaanderen en een catalogus van de inspirerende hoofdstukken die ons te wachten staan.

Het officiële openingsweekend van ABC2004 op 8-9-10 mei regende uit en de leeshoek voor de Bourla waagde zich bijgevolg niet buiten. Binnen verwaterde de sfeer echter niet en werd officieel en feestelijk het vuur van het boekenjaar ontstoken met een bont geheel van optredens. Wat echter meteen opviel, was de afwezigheid van een Vlaamse, laat staan Antwerpse literaat. De schrijvers die voorlazen uit eigen werk waren daarentegen een Hollander die al jaren de nobelprijs hoopt te winnen (Harry Mulisch) en zijn landgenoot Toon Tellegen, een Amerikaanse SF-auteur (John Haldeman) en een spannende Britse trouwboek (Nicci French).

 

Wil ABC2004 de Antwerpenaar tonen dat het boek in de rest van de wereld nog leeft, of wil het toch eerder Antwerpen als boekenstad in het internationaal geletterd bewustzijn inschrijven?

Michaël Vandebril Beide. Tijdens de openingsceremonie stonden inderdaad enkel buitenlandse schrijvers op het podium. De enige Antwerpenaar, die weliswaar niet op het podium stond maar wiens geest aanwezig was, was Maurice Gilliams. Het MartHa!Tentatief bracht een ode aan deze (in 1982, nvdr.) overleden Antwerpse schrijver. We hebben in de eerste plaats voor die aanpak gekozen, omdat we het moeilijk vonden om één persoon uit Antwerpen, of zelfs Vlaanderen te kiezen. Dat hebben we bij andere projecten wel gedaan, doorheen het jaar leggen we accenten op auteurs die hier wonen en werken. Zo heb je bijvoorbeeld het boekje Levende Schrijvers, waarin zesentwintig Antwerpse schrijvers geportretteerd staan, telkens met een tekst erbij. Zesentwintig omdat er zesentwintig letters zijn; we spelen graag met dat aantal. Aan het boekje is ook een tentoonstelling verbonden, die vanaf 14 mei te zien is in het filiaal van de Openbare Bibliotheek in Berchem en na een reis door Vlaanderen in november terug naar Antwerpen komt, wanneer de nieuwe bibliotheek aan het De Concinckplein geopend wordt. Bij grote evenementen, zoals de Boekenbeurs en Zuiderzinnen, zullen dan weer heel wat internationale auteurs uitgenodigd worden. Daarnaast zal ook een internationaal publiek, vooral uit Nederland, naar hier gehaald worden om het met Antwerpen als boekenstad te laten kennismaken. Daarbij zullen niet alleen levende schrijvers in de spotlights gezet worden; Antwerpen heeft ook een rijk verleden. Denken we maar aan het begin van de boekdrukkunst met Plantin-Moretus.

 

Triestig

Antwerpen heeft inderdaad een rijk verleden. Maar ook vandaag de dag is er op literair vlak nog heel wat bedrijvigheid: er zijn niet alleen de jaarlijkse evenementen, maar ook veel auteurs en uitgeverijen hebben hun thuishaven in Antwerpen. Net dat maakt het des te schrijnender dat Antwerpen zo bitter weinig boekhandels heeft. Zijn we de titel Wereldboekenstad dan wel waard?

Vandebril Dat is inderdaad de zwakste schakel in het verhaal van ABC2004. Als je echter kijkt naar de vorige wereldboekensteden (Madrid, Alexandrië en New Delhi, nvdr.), dan zie je dat bijvoorbeeld ook New Delhi de titel niet heeft gekregen omdat het zo ongelooflijk veel boekhandels per hoofd telt. Het gaat meer om het totaalverhaal dat wordt verteld. En in dat opzicht is Antwerpen wel een heel mooi verhaal, zowel historisch gezien als vandaag de dag en naar de toekomst toe. Vooral dat heeft de UNESCO doen kiezen voor Antwerpen. Maar het aantal boekhandels ligt wel degelijk erg laag. De situatie is overigens in heel Vlaanderen triestig. Zelfs in vergelijking met Nederland hebben we minder boekhandels. Eén van de redenen daarvoor is dat wij nog altijd geen vaste boekenprijs hebben. Zo’n vaste boekenprijs beschermt net de kleine boekhandel, omdat een boek bij zijn lancering overal dezelfde prijs heeft en je dus niet naar de Fnac moet om het goedkoper te krijgen. Ondertussen is de kaalslag natuurlijk al lang gebeurd; enkel de ketens, de professioneelste en de kwalitatiefste boekhandels hebben overleefd. Wij willen dat er terug meer boekhandels komen.

 

Ondertussen is de kaalslag al lang gebeurd. Er moeten terug meer boekhandels komen.

 

Kan Antwerpen Wereldboekenstad een vruchtbare bodem zijn voor zo’n renaissance?

Vandebril Als Stad kan je daar natuurlijk heel weinig aan doen, je mag geen boekhandels subsidiëren. Wat je in ieder geval wel kan doen is, ten eerste, zeggen dat je boekhandels belangrijk vindt en voorwaarden scheppen zodat er meer kunnen komen, bijvoorbeeld door te investeren in activiteiten die er kunnen plaatsvinden. Het tweede, en daar willen samen met onze partners aan werken, is zorgen dat er een boekenvakopleiding komt. Dat betekent dat je de sector professionaliseert zodat nieuwe boekhandels langer blijven bestaan, omdat ze goed weten waar ze mee bezig zijn.

 

Geert Buelens, dichter, docent literatuurwetenschap aan het departement Germaanse Talen van de UA en één van de grote voorstanders van die opleiding, sprak de hoop uit dat ABC2004 als hefboom zou kunnen dienen om het idee een vastere vorm te geven (DS 8-9 mei). Zijn er al stappen in die richting gezet?

Vandebril We zijn aan het overleggen met prof. De Brabander van de opleiding Cultuurmanagement aan de UA om, als eerste stap, in het najaar een colloquium te organiseren. Dat colloquium zou dan jaarlijks plaatsvinden in het kader van die opleiding. Daarnaast zijn we aan het bekijken of we een soort masterclass kunnen invoeren. Dat zou dan een specifieke opleiding voor het kader in het boekenvak worden. We zijn echter ook nog andere pistes aan het onderzoeken. We werken daarvoor samen met boek.be (de vertegenwoordigende organisatie voor uitgevers, boekhandels en distributeurs, nvdr.), het Vlaams Fonds voor de Letteren en de Universiteit Antwerpen.

 

Zelf heb je de universiteitsbanken nog niet zo lang verlaten. Je was in die tijd, als hoofdredacteur van de Gans, de UIA-voorloper van dwars, nauw betrokken bij het studentenleven. Heb je bij de programmatie van ABC2004 ook een speciaal hoofdstuk voor studenten ingevoegd?

Vandebril Er zijn zeker evenementen die jongeren kunnen aanspreken. Zo is er Six-Pack, het zomerprogramma van ABC2004. Six-Pack, omdat het zes weken duurt (van 6 augustus tot 10 september, telkens op donderdag en vrijdag, nvdr.) en omwille van de verwijzing naar bier natuurlijk. Dat wordt zonder twijfel een heel sprankelend, spetterend en jong programma. We werken daarvoor samen met 5voor12, dat onder andere ook De Nachten mee organiseert. Elke zomer creëren zij sowieso een bijzondere partylocatie. In het verleden hadden we reeds Hospitaal, Luna en Cuba. Zo wordt er een nieuwe gecreëerd, waar wij iedere vrijdag voor een literair voorprogramma zullen zorgen. Dat is telkens gericht op de podiumliteratuur of performance, “spoken word” uit binnen- en buitenland, gaande van The Last Poets tot en met Vitalsky. Ook de “poetry slammers” uit Amerika en Duitsland komen naar Antwerpen. Na het literaire gedeelte is er een party. Op de donderdagavonden maken we thema-avonden, bijvoorbeeld rond horrorliteratuur of humor. Er komen ook twee hommages: één aan de onlangs overleden Antwerpse auteur en voorloper van de performers, Gust Gils, en één aan J.M.H. Berckmans.

 

Dandy

Zijn er nog andere evenementen die zich specifiek op jongeren richten?

Vandebril ABC participeert ook in de jaarlijks weerkerende festivals zoals Zuiderzinnen en De Nachten. Dat laatste wordt dit jaar overigens nog veel groter en bovendien over drie dagen gespreid. Wat ook heel leuk is, is Robodandy. Vanaf 29 mei kan je één zaterdag per maand een Robodandy huren in het ModeMuseum. Je laat hem een fragment kiezen uit een bundel teksten van literaire dandy’s, van Paul van Ostaijen tot Charles Baudelaire bij wijze van spreken, en laat hem vervolgens naar een bepaalde plek in de stad gaan: het Centraal Station, de Fnac, de metro... De Robodandy flaneert daar dan naartoe, leest er zijn tekst voor en flaneert vervolgens terug naar het MoMu. Daar kan je overigens zijn tocht op schermen volgen en iets drinken. Bovendien zullen er ook elektro-acts zijn. Robodandy combineert op die manier literatuur met mode, design en muziek. Interessant voor talenstudenten is zeker ook de grote overzichtstentoonstelling over tweehonderd jaar Vlaamse literatuur in het AMVCLetterenhuis. Die gaat door in het kader van het historische luik van ABC2004 (vanaf september, nvdr.). Tenslotte heb je ook het witboek. Naast het programmaboek dat we zelf schrijven, delen we ook onbeschreven boeken uit. Een witboek is dus een leeg boek, een plek waar iedereen aan het woord kan zijn. Bedoeling is dat mensen anekdotes, gedachten of verhalen opschrijven en zo een eigen boek maken. Iedereen die er een wil kan er hier (bij Antwerpen Open, nvdr.) één komen halen, maar je vindt ze ook in de bibliotheken. Op het einde van ABC willen we zoveel mogelijk beschreven boeken terug verzamelen om een mooie tentoonstelling op te zetten. Daarna krijgt iedereen zijn boek natuurlijk terug.

 

Six-Pack, omdat het zes weken duurt en omwille van de verwijzing nar bier.

 

ABC duurt maar één jaar. Doet Antwerpen daarna gewoon weer de boeken toe als boekenstad?

Vandebril ABC wordt gecontinueerd in Antwerpen Boekenstad, dat blijft een beleidsaccent van de Stad Antwerpen. Alles wat we nu doen, alle resultaten en alle energie, zullen blijven voortleven in bijvoorbeeld de nieuwe bibliotheek. Maar ook andere projecten die ABC nu ondersteunt, zoals Zuiderzinnen, zullen verder opgevolgd worden. Door middel van een ondersteunings- en uitstralingsbeleid zal Antwerpen op de kaart blijven staan als boekenstad.

 

Hoe zou je de Stroom van Woorden van ABC2004 graag zien voortleven bij de mensen die hem nu lezen?

Vandebril Het kernwoord van Antwerpen Wereldboekenstad is begeestering. We willen mensen begeesteren met boeken, met woorden. We willen hen ook de kracht van woorden meegeven. Iedereen gebruikt woorden. En in die zin zijn taal, taligheid en woorden bouwstenen. Bouwstenen van je eigen verhaal, maar ook van de wereld waarin je leeft.

 

 

Meer info vind je op www.abc2004.be en bij Antwerpen Open vzw, Wapper 2.



Studentenvertegenwoordigers
01/06/2004
🖋: 

In vorige edities heb ik meermaals de laksheid van studenten gehekeld, en me kwaad gemaakt in de onverschillige houding ten aanzien van universiteit en medestudenten. Studenten zijn van te weinig op de hoogte omdat ze van te weinig op de hoogte willen zijn, zoiets. Vandaag is een mooie meidag en tijd om met die traditie te breken. Er bestaan nog studenten, sire, en wat voor. Studentenvertegenwoordigers heten we hen vandaag, en ze zouden als bedreigde diersoort erkend moeten worden.

Een voorbeeld om te verduidelijken. Vorige maand raakte bekend dat de rechtsfaculteit maar achttien van de ruim vijftig beschikbare Erasmusplaatsen voor de derde licentie zou invullen. Te weinig interesse, zo bleek. Amper twintig inschrijvingen. Maar twintig is nog steeds tien meer dan tien. Wat was er dan van die studenten geworden? De rechtsfaculteit hanteerde blijkbaar een selectiedrempel, gebaseerd op academische resultaten uit de voorgaande jaren, en die tien studenten haalde deze drempel niet. Gevolg: geen Erasmus voor hen.

 

Een rondvraag door studentenvertegenwoordigster Barbara Janssens, en Jorgen Van Laer, één van de benadeelden, leerde echter dat de rechtsfaculteit daarmee een vreemde gans bleek binnen de UA. In geen enkele andere faculteit werd op die manier geredeneerd (het bleek overigens dat eigenlijk evenveel selectieprocedures bestonden als faculteiten), overal konden studenten vertrekken als er voldoende beschikbare plaatsen zijn. “Op termijn moet iedereen een buitenlandse studie-ervaring gehad kunnen hebben”, is doorgaans het credo aan de UA. Niet dus wanneer je rechten studeert. Resultaat van die rondvraag was een extra vergadering en een nieuw agendapunt op de volgende faculteitsraad: de oude regel moest herbekeken worden om situaties als deze te vermijden. Resultaat van die stemming: een versoepeling van de norm, en een individueel gesprek met de kandidaten die de drempel dan nog niet halen, om te peilen naar de slaagkansen in het buitenland.

 

De eindbalans is dus overduidelijk positief, en wel om twee redenen. Tien studenten krijgen een nieuwe kans om zich Europa in te werken, en de studentenvertegenwoordigers blijken wel degelijk een impact te hebben op het beleid.



Wilde verhalen en klassiekers

01/06/2004
🖋: 
Auteur

Elk jaar doen rond deze periode de wildste geruchten de ronde over examens en dan vooral over de professoren die ze afnemen. dwars ging op zoek naar de leukste, gekste en vooral grofste verhalen uit onze verschillende faculteiten. Voor we erin vliegen een belangrijke tip voor studenten op de Stadscampus: in de grote aula in de kelder van de Rodestraat komt van de trappen stuiken op je examen echt niet goed over.

Een professor in de Informatica wil al jaren voor zijn studenten een fles sterke drank meebrengen op mondelinge examens. Volgens hem hebben ze dan minder stress. Volgens het departement is het verboden.

 

Bij de Rechten kom je bij een bepaalde prof beter niet in pak naar zijn examen, wel integendeel. Hoe sjofeler hoe liever; haar warrig, kin half geschoren en vooral geen merkkledij. Ongeveer halfweg je uurtje voorbereidingstijd zegt hij tegen die ene student die toch een kostuum heeft aangetrokken: ‘Zeg, kom jij nu maar al, want ik zie dat je nog naar een trouwfeest moet’. Bij een andere opgeklede student: ‘Ik zie dat u zo dadelijk nog naar een plechtige opening moet. We zullen het dan maar kort houden zeker en de voorbereidingstijd overslaan, neemt u maar plaats.’
Zijn geliefkoosde vraag gaat overigens als volgt: ‘Beste student ... (prof leunt achterover, legt zijn benen op de tafel, trekt zijn broek op tot net boven zijn enkels, tot je de lichtroze kousen kan zien) ... mijn kousen, vind je die logisch?’ Het antwoord van de ietwat overdonderde student is doorgaans ‘nee’, een enkele keer ‘ja’. Telkens fout echter. Dingen ontsnappen aan logica, dus is het antwoord eigenlijk steeds verkeerd. ‘Kom dan in september maar terug’.

 

Slim blondje

Hopelijk is dit maar een legende: op een mondeling examen heeft een student met een zwak hart een hartaanval gekregen toen de professor hem openlijk uitlachte. De student in kwestie had om goed te kunnen blijven studeren pillen geslikt, maar in combinatie met zijn zwakke hart en de krijsende prof is dat fataal afgelopen.

 

Een professor uit de PSW heeft de gewoonte blonde studentes lichtjes te benadelen. Een slim blondje dat voor de vierde keer hetzelfde examen mocht afleggen opteerde voor een bruin kapsel en slaagde plots zonder problemen.

 

Een professor in de scheikunde bevoordeelde dan weer alle studenten, zonder uitzondering: de man was alle examens kwijt, gewoon verloren! De studenten van het jaar in kwestie vragen zich nog altijd af wat er is gebeurd, maar klagen doen ze niet want iedereen heeft een 12 gekregen! Tussendoor een onbevestigde klassieker tussen alle seksistische opmerkingen: “Oh u hebt 2 tekorten: u bent een vrouw én blond”.

 

Zeg eens gebuisd

Een student wiskunde die nul ging vragen omdat hij er gewoonweg niets van begreep, kreeg die niet. Het departement in kwestie schijnt zelfs de reputatie te hebben slimme maar timide studenten toch binnen te trekken en tegen hun wil examen te laten afleggen. Ze slagen dan met glans.
Ook sommige uitspraken van professoren zijn een speciale vermelding waard:

  • (bij aanvang mondeling examen, na blik op eerste antwoord)
    “Het is schoon weer vandaag hé? Ga maar wat buiten spelen. See you in September.
  • “Roer eens in mijn thee alstublieft.”
    – ‘Maar er is geen lepeltje, meneer.”
    “Kom dan maar terug in september en zorg dat je er één bij hebt.”
  • “Loop eens rond de tafel.” (na uitvoering): “Dat is ongeveer uw punt”

 

En als je het zelf meemaakt? Als je zelf zoiets meemaakt is de gulden regel om op het moment zelf rustig te blijven. Let goed op wie er nog in de zaal zit en stap direct na je examen naar je ombudsman. In ongeveer alle gevallen krijg jij gelijk. Maar laat dat de proffen niet tegenhouden om deze reeks weer nieuwe legendes in het leven te roepen.



Europa breit een verlengstuk
01/06/2004

Feestvreugde alom op Belgische markten en pleinen tijdens de nacht van 30 april op 1 mei. Zelf kon ik de slaap maar niet vatten door de oorverdovende explosies van het Bengaals vuur en het vreugdevol dronkemansgelal in de straten van Antwerpen. We roepen onze tien nieuwe vrienden met de borst vooruit halt toe om hen met welluidende stem te begroeten: Ahoi scheepsmakkers, uiteindelijk toch mee op de boot gesprongen. Fantastisch nieuws! En de ironie dat ex-communistische landen juist op 1 mei toetreden laten we maar even in de marge van dit feestgedruis.
Even kijken wat vanaf nu zoal op talrijke diplomatenbals en walking diners voorgeschoteld zal worden. Wat volgt is een kortzichtige blik op onze verruimde menukaart.

Slowakije

U kunt ze zich nog herinneren: de Hongaarse grenswachters in hun groene uniformen die met zware metaalscharen gaten knipten in de prikkeldraad langs de Oostenrijkse grens; de oost- en westberlijners die een gat hakten door de met graffiti beschilderde muur en elkaar onder tranen in de armen vielen; de manifestanten in Praag die hun sleutelhangers lieten rinkelen aan de voet van het standbeeld van de Tsjechische patroonheilige Vacláv; de burgers van Boekarest die het echtpaar Ceausescu van het balkon van het partijgebouw joelden. Het IJzeren Gordijn, dat Europa bijna vijftig jaar lang verdeeld had, werd uiteindelijk neergehaald. Met het toetreden van Slowakije tot de EU werden de laatste sporen van dit schaamlapje van Europa volledig met de grond gelijk gemaakt.

 

Estland

De eerste die het Estse volk beschreef was de Romeinse historicus Tacitus, die schreef: “De Fenni (Esten) zijn barbaren zonder bezittingen. Ze hebben geen wapens, geen paarden en geen huizen. Ze eten kruiden, kleden zich in dierenhuiden en slapen op de grond.” In de tussentijd is er veel veranderd. Zo hadden ze tot voor kort staatswapen, staatspaarden en staatshuizen. En ook dat hebben ze nu definitief achter hen gelaten.

 

Polen

In het Pools betekent ‘pole’ niet meer als we hadden kunnen verwachten: veld. Dit ‘Land van Velden’ kent een alles behalve politiek stabiele intrede. Miller, de voormalige eerste minister, maakte zijn ontslag bekend daags nadat de EU groen licht had gegeven voor de toetreding van Polen. Ook heeft de Europese Commissie veel commentaar gegeven op de hoge mate van corruptie, waarbij de voormalige eerste minister Miller zelfs bij naam en toenaam werd genoemd. Maar de toekomst ziet er voor Polen mooi uit. Traag maar zeker werken de Polen aan de reconstructie van hun ooit zo gehavende land.

 

Malta

Wisten jullie dat Valletta de hoofdstad was van de kleinste nieuwe lidstaat van de EU? Een mens leert bij. Deze voormalige Engelse kolonie is vooral bekend voor zijn zon, zee en strand(janetten). Zag de EU in deze 390.000 hotel- en restaurantuitbaters de gedoodverfde catering voor op de europarlementaire vergaderingen?

 

Letland

De hemel van Letland wordt sinds mensenheugenis bevolkt door zwarte ooievaars. Deze zwarte varianten van de ons bekende Planckendaelvogel zullen zorgen voor een multiculturele samenleving in onze eengemaakte vogelpopulatie. Wat zou de reactie van Beestenbos nu zijn?

 

Litouwen

In Litouwen tellen we meer dan 100 nationaliteiten. Dit staatje heeft zijn sporen dus al verdiend op multicultureel vlak. Op economisch vlak is Litouwen het zwakkere broertje van de Baltische staten. Europese hulp is hier dan ook meer dan broodnodig.

 

Tsjechië

Praag is ongetwijfeld een van de mooiste Europese hoofdsteden. Een suggestie van onzentwege: Praag als volgende culturele hoofdstad? Een vraag voor Praag! We drinken ons alvast een stuk in onze kraag. Tsjechië is immers ook het thuisland van de alomgeprezen pils. Pilsner Urquell staat bekend als de eerste brouwerij die dit goddelijke gerstenat uit zijn ketels gekregen heeft. Jaja, het studentenambrozijn heeft Oost-Europese roots.

 

Slovenië

Slovenië is het meest noordelijke deel van voormalig Joegoslavië. En van het voormalig Joegoslavië is dit het deel dat het meest geëvolueerd is. Slovenië wordt algemeen gezien als de nieuwe lidstaat die het meest bij West-Europa aanleunt. We hopen dat ze snel hun draai vinden in ons midden. We zouden deze staat niet graag hun odhod willen geven. (Opzoeken maar!!)

 

Hongarije

Hongerige Hongaren (alliteraties met Hongaren zijn altijd fijn, dachten we zo) houden er de rare gewoonte op na om naast hun gewone verjaardag ook hun naamdag te vieren. Twee keer goed eten op een jaar. Hoe houden ze het vol? Decadentie ten top. Ze worden onze gezonde feestneuzen. Overmaat schaadt Hongaren duidelijk niet.

 

Cyprus

Althans een deel. De Grieken op Cyprus herinneren zich de bezetting van Darius en Alexander de Grote nog levendig duidelijk en reageerden dan ook verwacht afwijzend tegenover het herenigingsplan voorgeteld door de VN. Europees kunnen we misschien ook hier iets uit leren. Historische onenigheden worden immers niet opgelost door geïsoleerde en diplomatiek verantwoorde voorstellen.

 

Het Europese volk?

Van de regeringsleiders hoorden we niets dan lovende woorden over een eindelijk terug eengemaakt Europa (alsof Europa ooit één is geweest), over volkeren die elkaar de hand toesteken en nog van die romantisch-heroïsche en dromerige krachttermen, volledig in lijn met de ‘Ode an die Freude’ van de immer melancholische Schiller, op muziek gezet door Beethoven. Maar verliezen we ons niet in de drang snel een grootmacht te worden dat een deftig tegengewicht kan leveren tegen de VS? Hebben de nieuwe ex-communistische lidstaten wel al genoeg democratische ervaring opgedaan? Vergeten we toch zeker niet dat 15 jaar geleden deze staten nog planeconomieën en hoogdravende 1 mei-optochten hielden op pleinen met namen zoals ‘Het Stalinplein’ of ‘Het Rode Plein’ …

 

Natuurlijk komen we met zulk cultuurpessimisme nergens. Dat weten we ook wel. Er moeten kansen gegeven worden, zoals het PHARE-project in Polen en Hongarije. Maar misschien moeten we eerst aan de gezamenlijke toekomst en continuïteit denken, en daarbij eventueel nog wat aan ontwikkelingshulp doen. De EU moet eerst transparant worden voor de nu al bestaande lidstaten. Eerst interne processen en communicatie verbeteren, en dat niet willen combineren met de grootste uitbreiding in de geschiedenis van de toch zo broze Europese Unie.

 

De landen van Oost-Europa schudden de bolsjewistische dictatuur af en zullen net zo democratisch worden als West-Europa. Daarmee zal Europa net als Duitsland destijds eengemaakt worden. Met andere woorden krijgt Oost-Europa de opportuniteit zich te vereenzelvigen met de authentieke Europese waarden en zich los te maken van een Euraziatisch despotisme.

 

Dit is een eenmalige kans jongens, grijp ze en veel succes!