30/11/2004
🖋: 
Auteur extern
Michael Verdonck

We zijn nu één jaar na de fusie van RUCA, UIA en UFSIA, maar als je aan studenten vraagt hoe de UA gerund wordt, kan nog niet 1% een licht bevredigend antwoord geven. Uiteraard moet niemand zich beschaamd voelen, want vele personeelsleden weten ook niet alles tot in de puntjes. Om iedereen toch de nodige achtergrond te geven en om een duidelijk beeld te krijgen van wat waar en door wie beslist wordt, vindt u hier een overzicht van de grote beleidsstructuren binnen de UA.

De raad van bestuur (voorzitter: Prof. A. Verschoren) is het hoogste beslissingsorgaan. Zij keurt het jaarverslag en de jaarrekeningen goed, stelt de begroting op, benoemt de professoren, stippelt de strategische koers van de universiteit uit en controleert de onderliggende organen. Vermits de raad van bestuur gemiddeld 6 à 7 keer per jaar samenkomt, wordt de meer operationele leiding waargenomen door het bestuurscollege. Het bestuurscollege staat rechstreeks onder de raad van bestuur en bereidt beslissingen van de raad van bestuur voor, geldt als beroepsinstantie in tuchtzaken, benoemt personeelsleden (bepaalde voorwaarden) en is het hoogste orgaan inzake de dagelijkse leiding van onze universiteit.

 

Het bestuurscollege wordt voorgezeten door de rector (Prof. F. Van Loon) en als leden zetelen de drie vice-rectoren, de algemene beheerder en 1 lid van de 4 geledingen (ZAP = Zelfstandig Academisch personeel; AAP = Assisterend Academisch personeel; ATP = Administratief en Technisch personeel en de studenten). De rector wordt ondersteund vanuit het rectoraat.

 

De voorbereiding van de meeste beslissingen van het bestuurscollege gebeurt ofwel in het college van beheer, ofwel in de drie grote adviesraden, die elk onder leiding van één van de vice-rectoren staan: de onderwijsraad (Prof. J. Denekens), de onderzoeksraad (Prof. D. Van Dyck) en de raad wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening (Prof. B. Cantillon).

 

De onderwijsraad adviseert het bestuurscollege en de raad van bestuur in onderwijskundige aangelegenheden, zoals de goedkeuring van curricula, het examenreglement, de indeling van het academiejaar, enz. Verder staat de onderwijsraad ook in voor het uitstippelen van het onderwijsbeleid en voor de uitvoering daarvan, samen met de faculteiten. In de onderwijsraad zetelen 7 studenten, naast 7 assistenten en 7 professoren.

 

De onderzoeksraad staat in voor het bepalen en uitvoeren van het onderzoeksbeleid van de UA. De raad wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening overkoepelt verschillende stuurgroepen zoals duurzame ontwikkeling, gelijkekansenbeleid, enz.

 

De administratieve departementen worden geleid door het college van beheer. Onze universiteit telt drie beheerders: een algemeen beheerder (Prof. B. Heijnen) verantwoordelijk voor de algemene leiding en infrastructuur; een beheerder financiën en studentgerichte diensten (M. Decancq) en een beheerder personeel en ICT (S. Simon). Zij leiden alle administratieve diensten. Daaronder vallen bijvoorbeeld de dienstverlening qua computers en openingsuren van computerklassen. Onder het college van beheer valt het departement studentgerichte diensten dat voor studenten toch belangrijk is. Met als departementshoofd B. De Loght staat dit departement in voor studieadvies, studentenrestaurants, de studentenkoten, het studentensecretariaat (inschrijvingen), sport enz. Boven dit departement staat nog de sociale raad met een gelijke samenstelling uit academische overheid en studenten. Dit orgaan staat in voor het bepalen van de strategische doelstellingen binnen de hele sociale sector en het vastleggen van de begroting. De leden van VUAS vertegenwoordigen de studenten in de sociale raad.

 

Om het nog wat ingewikkelder te maken, bestaan er buiten de reeds vermelde adviesorganen nog verschillende andere: het college van decanen (coördinatie centrale en decentrale leiding), personeelsoverlegorganen en sinds kort de studentenraad. Sinds de fusie is er ook de autonome overkoepelende studentenvereniging van de hele UA, VUAS.

 

De studentenraad is vanaf dit jaar door het van kracht worden van het participatiedecreet nieuw in het leven geroepen. Vorig jaar bestond de studentenraad uit alle verschillende studentenvertegenwoordigers in alle mogelijke organen. Deze was vooral bedoeld als informeel overlegorgaan tussen de top van de universiteit en de studenten. Uiteraard hebben we in de nieuwe structuur dit orgaan behouden, maar moeten omdopen naar studentenoverlegcomité.

 

De studentenraad bestaat vanaf dit jaar uit 15 leden: de 3 vertegenwoordigers in de raad van bestuur, 1 vertegenwoordiger per faculteit en 5 vrij verkozen leden. Uiteraard zitten we nu nog maar in de opstartfase, maar de studentenraad heeft volgens het participatiedecreet wel grote bevoegdheden toegewezen gekregen. Zo moet ze bijvoorbeeld verplicht geraadpleegd worden ivm. het examenreglement, de indeling van het academiejaar, de bepaling en besteding van de inschrijvingsgelden, de regels inzake internationale mobiliteit, het beleid inzake kwaliteitszorg, de taalregeling, de evaluatie van het academisch personeel inzake onderwijs en de besteding van de sociale toelagen. Verder mag de studentenraad over alle aangelegenheden die studenten aanbelangen advies uitbrengen, waarna de bevoegde organen of personen moeten antwoorden. Je merkt onmiddellijk dat goed contact met de vertegenwoordigers in de faculteiten, onderwijsraad en sociale raad noodzakelijk is.

 

De studentenraad zal binnen twee weken voor de tweede maal samenkomen om de aandachtspunten voor dit jaar te bepalen. Het is ons opzet om een goede communicatie naar de studenten op te zetten, om zo iedereen op de hoogte te houden van de genomen beslissingen, maar ook om iedereen de mogelijkheid te bieden aandachtspunten op de studentenraad te brengen. Hieronder staan de namen van de leden van de studenten. Iedereen kan op zijn UA-webmail bereikt worden.

 

Leden Studentenraad 2004-2005
 
Voorzitter Michael Verdonck
Ondervoorzitter Sofie Mesens
Secretaris Natalie Melsen
   
  Jonathan Van Bergen (Geneeskunde)
  Tim Wouters (Letteren & Wijsbegeerte)
  Stijn Stes (Politieke & Sociale Wetenschappen)
  Bart Nelissen (Rechten)
  Toon Peeters (Toegepaste Economische Wetenschappen)
  Kim Van Beek (Wetenschappen)
  Stefanie Cornwell (Farmaceutische, Biomedische & Diergeneeskundige Wetenschappen)
  William Verdonck
  Pieter Brabants
  Stijn Bogaers
  Andries Etienne
  Jan Coveliers
   
zetelen ook in VUAS  
  Toon Peeters (woordvoerder)
  Natalie Melsen (secretaris)
  Jan Coveliers (financiën)
  Andries Etienne
   
zetelen ook in de Raad van Bestuur  
  Michael Verdonck
  Natalie Melsen
  Jan Coveliers

 

Naast de studentenraad worden de studenten extern en intern (sociale raad) vertegenwoordigd door VUAS, de verenigde UA-studenten. Onder VUAS vallen de verschillende overkoepelende studentenverenigingen per campus: ASK, Stuwer en Unifac. Zij verzorgen verder samen met de andere studentenclubs de studentikoze werking op en rond de campus. Alle praesessen en vice-praesessen voor zowel de binnen- als de buitencampussen worden verenigd in de kringraad, de studentikoze vergadering, voorgezeten door de voorzitter per koepel.
Buiten de UA-vertegenwoordiging zorgen zowel de studentenraad als VUAS voor een vertegenwoordiging binnen het studentenoverlegcomité (overleg met het stadsbestuur) en ASRA (de studentenraad van de associatie – overleg met de hogescholen).

 

Zoals je waarschijnlijk al hebt gemerkt, is de organisatie van onze universiteit niet evident. Het is vooral belangrijk te onthouden dat er acht top-figuren bestaan, die samen met de overlegorganen de universiteit sturen. De algemene belangen van de studenten worden door VUAS en de studentenraad vertegenwoordigd, waarbij alle studentenvertegenwoordigers apart ook een grote constructieve bijdrage leveren.

 

Dan zijn er nog de decentrale besturen, die dichter bij de student staan, op het niveau van de faculteiten. Elke faculteit heeft een faculteitsraad/algemene faculteitsvergadering (FR), die wordt voorgezeten door de decaan van elke faculteit. In de FR zetelen professoren, assistenten, administratief personeel en studenten. De FR is het hoogste beslissingsorgaan van de faculteit, bevoegd voor het aanstellen van personeel, de invulling van onderwijs en onderzoek, het opmaken van de begroting enz. Zoals op centraal niveau bestaan er naast de faculteitsraad ook een onderwijscommissie en een onderzoekscommissie die elk op hun domein instaan voor de implementatie en evaluatie van het beleid. De onderwijscommissie is voor studenten die met onderwijsproblemen geconfronteerd worden de belangrijkste instantie, want zij kan hierover onmiddellijk uitspraak doen. Deze commissie stelt bijvoorbeeld de studieprogramma's op en controleert in eerste instantie de haalbaarheid voor de studenten. In geval van problemen kan je de studentenvertegenwoordigers in de onderwijscommissie contacteren, de voorzitter van de onderwijscommissie of de CIKO medewerking. Deze laatste is een extra administratieve kracht die instaat voor de kwaliteitsbewaking van het onderwijs en die onafhankelijk problemen moet detecteren. Voor examenproblemen moet je wel bij de ombudspersonen zijn.

 

Zo, tot hier het lange, maar geloof me, toch nog beknopte overzicht van de structuren binnen de UA. Binnenkort zullen we jullie vanuit de studentenraad een overzicht geven van de stand van zaken. De officiële berichtgeving van VUAS gebeurt via de individuele campusbladen.
Natuurlijk zijn al jullie suggesties welkom en nog voor de examens zullen wij op Blackboard terug het forum van de studentenraad oprichten, zodat we gemakkelijk te bereiken zijn.

 

Volgende keer zullen we niet meer zo beschrijvend, maar kritischer zijn!

 

 

Michael Verdonck
Voorzitter Studentenraad
0494/94.34.62



30/11/2004
🖋: 

Elkaar uit de weg blijven gaan, was geen optie meer. Het werkwoord negeren kregen de heren niet langer vervoegd. Hun respectievelijke lastdieren die elkaar in het gewei, respectievelijk de haren vlogen waren niet langer in staat een pluimgewichtige last te verplaatsen. Een confrontatie drong zich op. De geciviliseerde verwoording daarvan vindt u hier. Van hun zogenaamde noblesse bleef tijdens de fotoshoot echter niets overeind.

Is de vijandigheid te wijten aan een verschil in godsdienstige strekkingen waarvan u stamt?

Kerstman Iedereen weet dat mijn geestelijke vader een commercieel bedrijf is. Het zaad dat mij verwekte, zijn als het ware de pareltjes uit een glas ijsgekoelde Coca Cola. Ik kwam naar boven gebruist in een nieuwe wereldorde. Ik denk dat mijn collega het symbool is van een oude wereldorde; koloniaal, conservatief en katholiek.

Sint Je kan van Coca Cola ook een religie maken, waarbij de winst centraal staat. De kerstman komt wel opdraven, maar kijkt niet om naar de kinderen. Hij heeft enkel een dollarteken in zijn ogen, hoe spijtig dat ook is. Ik ben een heilig man, en bij mij is tenminste alles onderbouwd. Neem nu die zwarte pieten, de mensen kijken er wel eens raar van op, maar ik vind dat een teken van integratie, een teken dat de multiculturele samenleving een feit is. Bij mijn volslanke collega is en blijft het een PR-stunt.

Kerstman Ik denk dat u gewoon een beetje passé bent.

 

U bent niet bepaald verdraagzaam tegenover elkaar?

Sint Ik denk dat er bewust een periode tussen ons in zit. En dan ook terecht dat de Kerstman na Sinterklaas komt. Op sommige plaatsen zijn ze dan nog met Sint-Maarten aan komen draven. Ik ben oud en wijs genoeg. Ik laat de kerstman en co gewoon doen.

Kerstman Ik vind het inderdaad vrij frustrerend dat ik tot 6 december moet wachten om met mijn bullen op de proppen te komen. Serieus veel commercieel interessante ruimte wordt hier geblokkeerd door een monopolie van de Sint. Ik ga het eerlijk zeggen: er zijn overnameplannen...

 

Het zaad dat mij verwekte, zijn als het ware de pareltjes
uit een glas ijsgekoelde Coca Cola.

 

Het getuigt toch van weinig respect om de goede heilige man die al zoveel honderden jaren de barre wintermaanden voor de kinderen draaglijker maakt doodleuk te willen elimineren.

Kerstman Ik wil mijn collega ook niet afschaffen. Ik heb veel bewondering voor wat hij gepresteerd heeft. Maar we zitten nu eenmaal rond deze periode telkens met een conflict. Al tientallen jaren houd ik hierover mijn mond, en ook nu ga ik er geen polemiek van maken.

 

Maar vroeg of laat neemt u hem over.

Kerstman Als het erop aan zal komen dat een van ons beiden moet wijken, dan zal het de sterkste zijn die zal overleven.

Sint Ik vind dat we elk een eigen niche in de markt hebben. Daarom ben ik er stellig van overtuigd dat ik zal kunnen blijven bestaan.

 

Old timers

Sint, u vaart met een boot en Kerstman, u rijdt met rendieren. Wordt het geen tijd om die oubollige vervoersmiddelen up te daten?

Sint Voor Antwerpen, met haar wereldhaven, is en blijft de boot een ideaal vervoersmiddel. Zeker nu, met al die wegenwerken.

Kerstman Lieve Sint, ik denk dat bedoeld wordt dat het concept van de stoomboot verouderd is.

Sint U vindt dat verouderd. Ik vind dat juist heel vernieuwend. Als je kijkt naar hybride wagens, dan vind ik stoom nog zo'n gek idee niet.

Kerstman Ik begrijp dat mijn collega voor de retro stijl is. Tenslotte zijn al die katholieken daarin wat conservatiever. Mijn slee, met toch wel twaalf rendieren onder de motorkap, wordt mij aangeboden door mijn sponsor Coca Cola. Ik ben er zeer over te spreken.

Sint Ik vind het spijtig dat mijn collega vervallen is in de truken van de platte commercie. Ik heb mijn eigen imago, ik blijf me daar ook aan vasthouden. Je kan wel innoveren, maar gewoon meelopen is toch maar zielig.

 

Sint, het brugpensioen is niet aan u besteed, maar wordt het niet stilaan tijd om de fakkel door de geven?

Kerstman De fakkel is wel een vrijzinnig symbool. De staf doorgeven zou meer gepast zijn.

Sint Welke jongere wil vandaag de dag nog op een dak rondcrossen met zwarte pieten en een wit paard? Het probleem is dat er gewoon geen kandidaten zijn. Ik vrees dat ik nog zeker duizend jaar deze taak op mij zal moeten nemen. Iedereen moet de dag van vandaag langer werken, dus geldt dat ook voor mij.

 

Gaat uw paard het nog zolang uithouden?

Sint Het dier heeft een symbolische waarde en spreekt de kinderen sterk aan, daarom hoop ik er nog lang beroep op te kunnen doen. Maar misschien dat binnen tweehonderd jaar het paard verdwenen is, wie zal het zeggen? Als ik tegenwoordig GAIA bezig hoor, dan kan dat niet dat dat beestje zoveel risico's loopt. Hetzelfde geldt ongetwijfeld voor Rudolf, het rendier met de rode neus. Het alcoholische rendier mag niet worden afgeschaft.

Kerstman Rudolf is een geval apart.

 

dw22 - Sinterklaas en de kerstman op het dak.jpg

 

Heimat

In hoeverre kan u nog rekenen op de steun van een achterban in de respectievelijke landen waar u vandaan komt, Spanje en Noorwegen?

Sint Daar gaat u in de fout. Ik kom uit Turkije. Ik vind het zeer positief dat Europa ernaar streeft om Turkije op te nemen. Of beter, dat Turkije ernaar streeft om ingelijfd te worden bij de Europese Unie. Afkomstig uit Batara, ben ik bisschop geweest in Mira. Hoe het komt dat iedereen denkt ik uit Spanje kom? Mijn zwarte pieten, die ook al honderd jaar meegaan, komen uit Spanje. Zij waren gewend om pofbroeken te dragen aan het hof. Ook de fiere Andolousische paarden komen uit Spanje. Zo is de bal aan het rollen gegaan.

Kerstman Hebt u dan een verblijfsvergunning of bent u hier illegaal?

Sint Ik ben enkel op doortocht, voor verdere commentaar moet u zich wenden tot mijn advocaat.

Kerstman Ik ben niet afkomstig uit Noorwegen. Mijn uitvalsbasis situeert zich aan de Noordpoolcirkel.

 

Uw land smelt dus stilaan weg.

Kerstman We hebben inderdaad last van de opwarming van de aarde. We kunnen ook minder en minder ijsberen schieten om speelgoed van te vervaardigen. Ook het aantal zeehondjes dat we kunnen neerknuppelen vermindert zienderogen. Een achterban heb ik niet echt. Ik leef namelijk totaal geïsoleerd.

 

Als men zijn schoen klaarzet, denkt men altijd dat het een Timberlandpantoffel moet zijn

 

Sokken en schoenen

Voor Sinterklaas leggen de kinderen rapen, wortelen en suikerklontjes klaar en de Kerstman wordt niets gegund.

Kerstman Er hangt een sok en die steek ik vol. Het is niet omdat ik iets commerciëler ben dat ik ooit een kind zou vergeten. Ik steek iedere sok vol die ik tegenkom. Die raap, symbolisch of niet, gaat het verschil niet maken.

 

En zij die sok nog schoen dragen, hoe bedeelt u hen?

Sint Ik maak geen onderscheid tussen rang of stand. Staat er een schoen of een versleten sandaal, iedereen krijgt een cadeautje. Dat is een misvatting van de Westerse cultuur. Als men zijn schoen klaarzet, denkt men altijd dat het een Timberland-pantoffel moet zijn, maar voor mij is een tekening in het zand evengoed. Uiteindelijk zijn de zak en de roe ook veeleer symbolisch bedoeld en vaak opgeblazen door de media. Iedereen krijgt iets.

 

De geschenkjes die u weggeeft, zijn die ethisch verantwoord?

Kerstman Het gaat niet zozeer om wat je vraagt, het gaat erom in hoeverre je in me gelooft. In de eerste plaats gaat het om het verlangen naar de cadeautjes, niet zozeer het ontvangen ervan.

Sint Inderdaad. Kinderen schrijven een brief waarin ze bepaalde verwachtingen koesteren. De vreugde en de spanning die errond hangen doen iedereen toch het meeste plezier. (merk op hoe beiden de vraag handig ontwijken, nvdr.)

 

Van harte

Wat geven jullie aan elkaar cadeau?

Kerstman Zes en half op tien.

 

Sint,wat legt u zoal in het stinkend schoeisel van de Kerstman?

Sint Ik herinner me toch dat hij een nieuwe set belletjes heeft ontvangen vorig jaar. Ik heb ook zijn slee laten verlagen. Ik vond dat hij een nieuwere look moest hebben. Velgen, een spoiler en toch niet onbelangrijk een muziekinstallatie. Het was een eerder jongensachtig cadeau.

Kerstman Eén dat ik ten zeerste kon appreciëren. Trouwens vorig jaar heb ik naast de gebruikelijke wortels en bieten ook een tube schimmelwerende zalf aan de Sint gegeven, waar ook ikzelf reeds dankbaar gebruik van heb gemaakt.

 

Wat verlangt de gemiddelde student van de goede heilige man?

Sint De studenten leiden een leventje apart. Ik voel me steeds welkom op de campussen hier in het Antwerpse. Ook het feit dat ze zich als mij verkleden om zo hun mede-studenten te amuseren kan ik wel appreciëren. De gemiddelde student verlangt volgens mij niet meer dan een vleugje humor, wat gezelligheid en amusement.

Kerstman Laten we eerlijk zijn. Er worden toch meer fratsen uitgehaald met kerstmutsen dan dat het geval is met mijters.

 

Heren ik bedank jullie beiden voor dit interview. Laten we afsluiten voor u elkaar in de baard vliegt.

 

 

Met dank aan Jan Decleir en Gert Van Langendonck



lezersbrief
29/11/2004
🖋: 
Auteur extern
Emile Vanlommel

Graag een reactie op “Er ontbreekt een kwart” van een scribent, die blijkbaar niet de moed kan opbrengen om zijn hersenspinsels te ondertekenen en die het nodig oordeelde om zijn habitaat, gebouw G op de Middelheimcampus en de erin aanwezige kunstwerken, naar de vernieling te schrijven.

Dat het gebouw “pedant, kitcherig en aan de jaren 60 ontsproten” zou zijn lijkt mij een aberrante uitlating. Het is toch wel erg gesteld met de man als hij ook al niet van ronde vormen houdt! Ze zouden oneconomisch en onefficiënt zijn. Ik moet er op wijzen dat er bouwwerken zijn waar de ronde vorm dominant is en die zeer efficiënt blijken te zijn. Zo werd op het eiland Islay in Schotland (in Bowmore) een kerk gebouwd waarin geen enkele, maar dan ook geen enkele, hoek voorkomt, dit opdat de duivel geen kans zou krijgen zich in de kerk te verbergen. En naar het schijnt heeft zich daar nooit een duivel gemeld. Met enig inzicht in de architectuurgeschiedenis zou de auteur zich trouwens een hele trits van ronde gebouwen voor de geest kunnen toveren zoals bekende skioordhotels (toch bedoeld om super-efficiënt te zijn!), diverse musea zoals het Guggenheim museum enz. Maar het G-gebouw is blijkbaar niet efficiënt genoeg om er de wiskunde in te bedrijven! Wiskunde en ... efficiency. Was het niet een Society for Pure Mathematics die op het jaarlijks banket in een Engelse elite-universiteit de toast uitbracht: “To pure mathematics, may they never be of any use to anybody!”

 

Akkoord, de krantenknipsels over drugs in de Jan Fabre-zaal storen mij ook en ik kan er zelfs niet om lachen, maar die zijn dan wel het produkt van één der huidige “catacomben-bewoners” – en blijkbaar geduld door de anderen – die zichtbaar minder discipline en respect opbrengen voor hun omgeving dan de vorige bewoners, die blijkbaar wel het onderscheid kenden tussen ad valvas-faciliteiten en muren van vergaderzalen en klaslokalen.

 

Maar nu het vernietigende verdict van de nieuwe kunstpaus: het G-gebouw herbergt een “grote collectie middelmatige kunstvoorwerpen”. Merci. Laten we wel wezen: iedereen heeft het recht gelijk welk kunstwerk lelijk of oninteressant te vinden en kunstbeleving is zeer persoonlijk. Maar de kunstenaars aanwezig in gebouw G, w.o. Jan Fabre, Philip Vandenberg, Pol Bury, Jan Cox, Reinhoud, Hugo Claus, Pierre Alechinsky op een hoop van middelmatigheid samenvegen geeft blijk ofwel van een absoluut gebrek aan elementaire kennis van de kunstscène ofwel van een grenzeloze pretentie en arrogantie.

 

Een door mij verzorgde becommentarieerde rondleiding voor de nieuwe bewoners van gebouw G had steller blijkbaar niet nodig. Dit zou een gepast moment geweest zijn om zijn diepzinnige overpeinzingen over de aanwezige kunst te ventileren.

 

Het gebouw wordt gedomineerd door monumentaal werk van Pierre Alechinsky, één der belangrijkste nog levende Belgische kunstenaars, aanwezig in de belangrijkste musea in alle windstreken van de wereld.

 

De 32 pagina's van dwars zijn ontoereikend om zelfs zijn samengevatte biografie te publiceren. Een indrukwekkende retrospectieve tentoonstelling in dat ronde, uiteraard inefficiënte Guggenheim-museum in New York, zou daarin maar één lijntje zijn!

 

Nooit had de UA zich dergelijk werk kunnen veroorloven zonder de verregaande generositeit van de kunstenaar, die nauwelijks de kostprijs van het werk aanrekende. In de ULB bedacht men hem met een eredoctoraat; voor onze kunstpaus kan hij het stort van de middelmaat op. Stank voor dank!

 

Ik vraag me trouwens af met welke kunstwerken de kunstpaus zich zelf omringt. Als die er überhaupt zijn! Zo ja, dan valt misschien te overwegen de talrijke externe groepen (service-clubs, vrienden van musea, academies...) die het wél de moeite vinden onze kunstcollectie te komen bezoeken de identiteit mee te delen van ons kunstorakel, dat er zeker een punt van eer zal van maken hen te laten mee genieten van zijn acquisities en kennis van de kunstwereld.

 

Of was gebouw G met “zijn gevaarlijke kloven aan de randen” (Jesus!) en de kunstcollectie maar een alibi om een paar frustraties weg te “schrijvelen”? Hopelijk is hij daar dan in geslaagd.

 

 

em. Prof. Dr. Emile Vanlommel
Ere-vice-rector RUCA
Voorzitter Kunst op de Campus UA



Hoe het kruis een prikklok werd
29/11/2004

Wie herinnert zich de oude UFSIA niet meer? Een kleine en gezellige stadsuniversiteit, badend in een heel verdraagbaar, ja zelfs knus katholiek sfeertje. De seizoenen en examens wisselden elkaar af. Generatie na generatie waaide bij ons binnen. Ze buisden of promoveerden, zongen drinkliederen, vonden een lief en verdwenen – met straf verhaal en al – terug in de samenleving. Een katholieke universiteit dus, van de Jezuïeten zelfs, waar bijgevolg hier en daar een kruisbeeld hing. Het afgelopen jaar hingen ze nog steeds wel wat te hangen: uitgesneden houten figuurtjes die wat verveeld in de aula keken, zachtjes wat voor zich uit floten als de lichten al lang gedoofd waren en zo – symbool wezend – een beetje tijdloos de generaties overspanden.

Maar nu zijn ze weg. Niet ten hemel gevaren, of opgesist als een bruistablet op deze ketterse universiteit, maar heel eenvoudig en profaan opgehaald door de technische dienst. Ik mis ze wel een beetje. Je merkte ze niet op toen ze er nog waren, maar ze leefden toch ook met je mee als de les een dipje kende. En je kon toch nog naar iets vertrouwds kijken als de prof je doordringend aanstaarde bij een mondeling examen. Misschien heeft diezelfde prof er in het geheim nu nog wel eentje hangen in zijn bureau, achter een schilderij of zo. Zulke dingen gedijen tenslotte het beste als ze verboden worden. Clandestien komt het christendom toch wat beter tot haar recht.

 

Er moet een reden zijn waarom Jezus zijn kruis mocht inpakken, maar veel woorden zijn er hoogstwaarschijnlijk niet aan vuil gemaakt, getuige zijn stille aftocht vlak voor Kerstmis. Actief pluralisme, de intentie van de UA om alle levensbeschouwingen een plaats te geven, kan er niet veel mee te maken hebben. Dan hang je toch een halve maan naast het kruisbeeld, of dan praat je daar toch eerst even over. Het minste wat je kan doen is even vragen: “Ziet iemand die Jezus nog hangen of mag hij meteen weg?” Misschien wekte Jezus wel ergernis. Dat bracht hem tenslotte op het kruis en twee millennia later dus van het kruis.

 

Eigenlijk is het Jezus zijn eigen schuld. Hij zei tenslotte “Mijn tijd is nog niet gekomen ... (Joh 7,6)”. En in plaats van alleen maar te hangen had hij beter nog iets nuttigs gedaan. Een bordje met “nooduitgang” vasthouden bijvoorbeeld of via een ingenieus luidsprekertje de pauzes aankondigen met bijbelse citaten. Uiteindelijk moest iemand het wel opvallen dat hij nutteloos was. En dan moet je gaan natuurlijk, dat is de wet. Tom Waits had hem al flink gewaarschuwd: “Come down off the cross, we can use the wood” (Mule variations).

 

Binnenkort moet ieder personeelslid een prikklok gebruiken om de werkuren te tellen. Dat was al de gewoonte in de buitencampussen. Het is een beetje strikt, maar wel efficiënt en je kan op die dingen zelfs de tijd aflezen. Toevallig is er net plaats voor vrijgekomen aan de muur. Jezus zelf voelde het lang geleden al afkomen: “Mijn tijd is nog niet gekomen, maar voor jullie is iedere tijd goed. (Joh 7,6)”.

 

 

Reacties op dit artikel lees je hier en hier.



afscheid van een militant
29/11/2004
🖋: 

Veertig jaar lang, vanaf de eerste gewapende aanval van Al Fatah (Beweging voor de bevrijding van Palestina) in 1965 tot zijn dood vorige maand, was de naam van Arafat onlosmakelijk verbonden met de Palestijnse strijd voor het recht op zelfbeschikking. Ik heb het geluk gehad hem in maart van dit jaar te mogen ontmoeten in het hoofdkwartier van de Palestijnse Autoriteit, waar hij al ruim twee jaar werd gegijzeld door de Israëlische bezettingsmacht.

Op het moment dat hij de kamer binnenkwam, schrok ik even. De man die sinds 1968 de onbetwistbare leider was van de PLO (Palestinian Liberation Organisation) had ooit betere dagen gekend. Zijn handen trilden voortdurend en hij nam ontzettend traag plaats aan de vergadertafel.
Er was echter niet veel nodig om hem te doen heropleven. Zodra hij begon te praten over de zaak waar hij al zijn hele leven voor vocht, stond daar plots terug de man die ooit met een olijftak bij de Verenigde Naties had staan zwaaien. In dit artikel laat ik hem postuum nog één maal aan het woord. Enkele uittreksels uit het gesprek:

“... sinds het begin van de tweede intifada in september 2000 tellen we 72.000 gewonden. 38% van hen is invalide, 31% is jonger dan 16 jaar...”

“... Ze trekken door Palestijns gebied een muur op. Daarmee stelen ze nog eens 58% van onze beste grond. Als deze muur hen moet beschermen tegen het terrorisme, waarom bouwen ze hem dan niet op hun eigen land? Wij zijn in Oslo akkoord gegaan met een Palestijnse staat op slechts 22% van historisch Palestina (voor de oprichting van Israël in 1948, nvda). En nu willen ze van die 22% nog eens 58% afnemen?!...”

“... Onze beste landbouwgrond is vernietigd en 64% van onze olijfbomen zijn ontworteld. Waarom? Bomen plegen toch geen zelfmoordaanslagen?..”

“... De Palestijnse Autoriteit heeft tot nu toe alle initiatieven in de richting van een oplossing voor het conflict gesteund. Wij hebben zelfs de Roadmap (vredesplan van de VS in 2003, nvdr.) aanvaard. Israël van zijn kant wil de Roadmap niet in de praktijk zetten. Ze weigeren ieder gesloten akkoord uit te voeren en hebben al meer dan 100 VN-resoluties naast zich neergelegd...”

Nu hun president begraven is, moeten de Palestijnen een nieuwe vertegenwoordiger kiezen. Ik vroeg aan enkele Palestijnse jongeren welke gevoelens zij hadden bij de dood van Arafat en wat zij van de verkiezingen en de nabije toekomst verwachten. Sami van de PYO (Palestinian Youth Organisation) en Wissam van het PFLP (Popular Front for the Liberation of Palestine) wonen in het vluchtelingenkamp Yarmouk in Damascus (Syrië). Fouad is lid van de SPU (Students Progressive Union) en studeert aan de Bir Zeit Universiteit in Ramallah.

 

Welke gevoelens had je bij de dood van Arafat?

Sami Ik beschouw zijn dood niet als die van een mens, maar als die van een symbool. Met de mens Arafat was ik het vaak niet eens, maar hij was een symbool voor onze strijd voor een rechtvaardige vrede.

Fouad Iedereen hier in Ramallah heeft het gevoel dat met zijn dood, de Palestijnse strijd mee gestorven is. Ik hoop dat zijn opvolger zijn werk verderzet.

 

Wat verwacht je van de verkiezingen voor zijn opvolger?

Sami Ik ben niet voor verkiezingen, omdat ik niet akkoord ga met de Oslo-akkoorden in die zin dat ik vind dat de Palestijnse Authoriteit moet worden afgeschaft, omdat ze toch geen echte macht heeft en ook nooit zal krijgen en omdat de Palestijnen hun strijd beter volledig binnen het kader van de PLO zouden voortzetten. Zoals het er nu uitziet zal de kandidaat van Fatah zeker winnen. Als er echter algeme verkiezingen zouden komen, dus op alle niveaus, is de positie van Fatah als grootste partij volgens mij niet meer zeker. Dat zou democratischer zijn.

Fouad Ik steun de kandidaat van de PPP (Palestinian Popular Party), Bessam Lilsalhi. Hoewel hij niet zal winnen van de Fatah kandidaat, denk ik toch dat hij een goede uitslag zal halen.

Wissam Met het PFLP hadden we gisteren een vergadering. We zijn voor een stembusgang, maar dan wel een die voldoet aan enkele voorwaarden. Ten eerste moeten de verkiezingen gebaseerd zijn op de onafhankelijkheidsverklaring van Algiers en niet op de Oslo-akkoorden. Ten tweede moet er een scheiding van macht komen tussen de PLO en de Palestijnse Authoriteit, dus niet dezelfde persoon aan het hoofd van de twee. Ten derde moeten er verkiezingen komen op alle niveaus, dus niet alleen voor een president. We hadden een akkoord met Hamas en met andere democratische organisaties om Hidal Abed El Shasi te steunen. Hij wil zich echter geen kandidaat meer stellen omdat hij zichzelf te oud vind.

 

Op dit moment lijkt Mahmoud Abbas (Abu Mahzen), de architect van de Oslo-akkoorden, het meeste kans te hebben. Denk je dat hij in de voetsporen van zijn voorganger kan treden?

Sami Het ziet er naar uit dat hij zal winnen. Dat zou een ramp zijn voor de 4 miljoen Palestijnse vluchtelingen, ik denk niet dat je hem nog veel over recht op terugkeer zal horen spreken en wij dreigen nog meer dan nu door iedereen vergeten te worden. Zelfs Farroukh Al Kaddoumi, die samen met Yasser Arafat en Abu Iyad één van de oprichters van Fatah is en die de huidige partijvoorzitter is, is tegen Abu Mahzen. Spijtig genoeg leeft Al Kaddoumi nog altijd in ballingschap in Tunesië.

Fouad Ik denk dat Abu Mahzen goed zou zijn om orde op zaken te stellen, maar ik denk dat hij te zwak is voor onderhandelingen met Israël, de Palestijnen hebben hem niet graag.

 

Anderhalf jaar geleden toen Abu Mahzen premier was, was de spanning tussen de verschillende Palestijnse partijen te snijden nadat een lijfwacht van Abu Mahzen een militant van Hamas neerschoot. Denk je dat er een burgeroorlog komt mocht hij verkozen worden?

Sami Neen, ik denk dat er weinig risico op een burgeroorlog bestaat. Abu Mahzen zal geen aanvallen durven uitvoeren en Hamas en Jihad hebben verklaard deel te zullen nemen aan de verkiezingen, dus zij zullen de uitslag ook erkennen.

 

Iemand die lange tijd als opvolger van Arafat werd beschouwd en ook brede steun genoot onder de Palestijnse bevolking en partijen was Marwan Barghouti, die nu in een Israëlische gevangenis zit. Verkies je hem boven Abu Mahzen en waarom denk je dat hij zijn kandidatuur onlangs heeft ingetrokken?

Sami Mja, ik verkies hem boven Abu Mahzen maar dat wil niets zeggen natuurlijk. Ik denk dat hij zijn kandidatuur heeft ingetrokken omdat hij orders van Fatah moest volgen.

Fouad Ik denk niet dat hij de juiste man is. Ik respecteer hem als strijder, maar hij is geen man die binnen instituties past. Hij heeft ook nooit zijn kandidatuur officieel ingediend, ik denk dat hij zich heeft teruggetrokken omdat hij in de gevangenis zit.

 

De dood van Arafat wordt door veel waarnemers als een nieuwe kans op vrede beschouwd, ben je het daarmee eens?

Fouad Vrede? Welke vrede? Gaan wij een leefbare staat krijgen of zo? Na de dood van Arafat heeft Sharon verklaard dat hij de Palestijnse Authoriteit wil examineren. Hij eist een verandering in het curriculum dat aan onze universiteiten wordt gegeven en wil dat we stoppen met te zeggen dat we worden aangevallen. Als we aan deze voorwaarden niet voldoen zijn we voor hem gebuisd.

 

Welke toekomst zie je dan voor de intifada en de gewapende strijd?

Fouad Ten eerste is de intifada geen gewapende strijd, ze wordt gedragen door heel het Palestijnse volk en er is maar één zijde gewapend. Ik denk dat de intifada zal uitsterven als ze zich niet herbront. We kampen met heel veel problemen. De leiders van de intifada zouden bezig moeten zijn met wat het volk wil en niet enkel met wat zij willen.

Sami De intifada is geboren uit het onrecht dat ons is aangedaan en zal dan ook niet sterven zolang ons land bezet is, de Palestijnen staan al vier jaar tegenover het vierde sterkste leger ter wereld met niets anders dan stenen in hun handen, toch kan voor ons van opgeven geen sprake zijn alvorens wij rechtvaardig behandeld worden.



De mens achter de acteur
29/11/2004
🖋: 

In een taverne vlak voor de fotoshoot in het Middelheimpark maken we kennis met Pol Goosen, Antwerpenaar in hart en nieren. Een gesprek met de culturele kameleon avant la lettre.

Valt het wat mee om als Frank Bomans door het leven te gaan?

Pol Goossen Ik ga niet letterlijk als Frank Bomans door het leven. Laat het duidelijk zijn dat Frank maar één van de personages is die ik speel, daarnaast zijn er ook andere rollen die me liggen. ‘De Wereldkampioen', ‘Gilbert en Gilberte', ‘Schroom', ‘De Dienstlift'... dat waren voor mij als acteur schitterende producties waar ik veel in kwijt kon. ‘Reispap' met theater Paljas was ook een ervaring apart, een kruisbestuiving tussen theater en cabaret. De tekst, het spel en de regie heb ik voor mijn rekening genomen, en dat was geen sinecure. Alleen de muziek was van pianiste Gill Masson, die samen met me live op de scène speelde.

 

U bent de polyvalentie zelve, geen rol die u afslaat?

Goossen Toch wel. Eerst en vooral heb ik het geluk gehad om met een gezonde dosis acteertalent geboren te zijn, en heb ik nu het geluk om in de situatie te verkeren dat ik niet alles moet aannemen ‘om den brode'. Ik neem enkel rollen aan waarin ik iets van mezelf kan leggen, rollen waarin ik een beetje een boodschap kan uitdragen waar de persoon Pol Goossen achter staat. Ik heb destijds zelf aan den lijve ondervonden dat beginnende acteurs die keuze vaak niet hebben en moeten nemen wat hen aangeboden wordt.

 

Wat draagt Frank dan mee van Pol?

Goossen Frank beschouwt iedereen als zijn gelijke, en dat vind ik zelf ook heel belangrijk. Toen de schrijvers van ‘Thuis' bij de intrede van de Marokkaanse Mo in de serie voorstelden om Frank hier met racistische praat op te laten reageren, heb ik dan ook resoluut mijn veto gesteld. In heel de historie van Thuis is Frank de sociale ladder een beetje opgeklauterd, van clochard tot zelfstandige... maar toch blijft hij altijd een volksjongen. Voor mij geldt dat ook: ik hoef geen riante villa, ik ben heel tevreden met mijn appartement. Hij is geen materialist, ik evenmin. De occasionele woedeaanvallen die Frank typeren geven me ook de mogelijkheid om mijn woede al eens te koelen. Daar is Pol Frank dankbaar voor, want in het dagelijks leven sta ik bekend als een minzaam man. Hmm...

 

Welke ambities koestert u nog?

Goossen Zo lang mogelijk zo gezond mogelijk blijven. Mijn vaste rol in ‘Thuis' maakt het me ook makkelijk om rustig op extraatjes te wachten, extra rollen die me écht aanspreken. Al heb ik wel de drang om op tijd en stond de planken van het theater op te zoeken. Zonder rechtstreekse interactie met het publiek is het ook maar een beetje onvolledig, vind ik. Streven nààr, en dromen vàn bepaalde vertolkingen in bepaalde gezelschappen hoeft voor mij niet zo direct. Mensen waar ik graag mee samenwerk, dat is eerder primordiaal.

 

Op het politieke toneel wil u dan weer liever niet verschijnen?

Goossen Nee, me laten gebruiken in de politieke wereld is er niet bij. Me enkel laten opvoeren voor mijn bekende kop, is de kiezer al bedriegen voor de verkiezingen begonnen zijn. Schoenmaker, blijf bij je leest. Ik wil me concentreren op mijn job en daar heb ik mijn talenten voor gekregen. Soms stoort het me wel eens dat mensen steen en been klagen in een land waar het al bij al toch niet zo slecht is om te leven. Ierland is nog beter naar 't schijnt, maar daar regent het nog méér. Dat soort pessimisme is niet aan mij besteed.

 

Als Antwerpenaar pur sang wil u uiteraard niet weg uit de metropool?

Goossen Ik zie het niet als een dogma, maar ik heb als geboren Lierenaar altijd graag in het Antwerpse gewoond. Antwerpen heeft van alles wat, veel variatie. En Wilrijk is een heerlijke gemeente om in te leven. Zoveel groen, zoveel aandacht voor cultuur, en tegelijk zo dicht bij het Antwerpse stadscentrum. Als het van mij afhangt blijf ik hier nog lang.



KULUM
29/11/2004
🖋: 

‘Life is always sunny, with the beer of Ronny.' Met deze fijne strijdkreet werd, zo bleek later, Brabants trekpaardbrouwsel uit een gloednieuw vaatje getapt. De lancering van het pseudo-innovatieve gerstenat werd georkestreerd door Bart Peeters, ditmaal met mediacircus, voor de droomfabriek anno 2004, 'Geen zorgen tot paniek'. De natte droom van marktkramer Ronny ging in vervulling. Als prematuur kerstcadeau kan zoiets tellen, dachten zij die in de novembermaand reeds ‘Dobbelpalm' bij het haardvuur nuttigen teneinde zich de met ballen en slingers getooide spar al te kunnen voorstellen.

Illusies, gebakken lucht, gestoomde achterklap, gefrituurde voorwaaraangenomenheden. Ordinaire Palm, de amberkleurige vloeistof waarmee in brouwerij De Konick de urinoirs worden gereinigd, in flesjes met opzichtig blauwe etiquette, moest doorgaan voor de gepersonaliseerde godendrank. Over deze doorgestoken kaart, deze frauduleuze rêve-realisatie verscheen een artikel waarin de persverantwoordelijke van de gifmengers op boerenknol werd gedwongen tot bekentenissen over de samenstelling van de betreffende substantie ‘Ronny'. De vrijheid van mening die dezer dagen met zoveel karakters wordt beschreven als er euro's tekort komen in het budget van Rudy Demotte, laat het dan wel toe ‘Palm' ‘Ronny' te noemen, toch brengt gebeten onderzoeksjournalistiek uiteindelijk de ‘om te weten' waarheid wel aan het licht (De Morgen, 17/11/04).

 

Het ootje waarin Ronny zich nu genomen weet, brengt echter niets bekerends mee voor Ronny's medemens. A la fin is dus niemand gebaat bij de harde waarheid waarop Ronny is neergesmakt nadat hij van zijn wolk in hogere sferen was gegleden. Een kaakslag die ook het jukbeen ernstig abimeert voor de goedgelovigheid is het, en dat tijdens het bezoek van een goed, gelovig heilig man aan ons land. De schade die aldus wordt aangericht blijft veelal niet persoonsgebonden. Het feit dat mijn brief waarin ik vriendelijk verzoek de inwoners van Israël naar Cyprus over te brengen, nadat de bewoners aldaar van hun langdurige vakantie terugkeren naar Griekenland of Turkije, vergeefse moeite is geweest, is niet onoverkomelijk. Zeker niet als geweten is dat ik er bij god slechts 2 rapen, 3 wortels en een suikerklontje voor over had.

 

Economisch zijn de gevolgen echter niet te overzien: al die familiebedrijfjes die gespecialiseerd zijn in het bouwen van schijnschouwen dreigen door de naakte waarheid in hun blootje te worden gezet. Ook het verlengde van de VDAB zal door de wrede vérité niet langer een post-piek in te behandelen items naar het land van de bomma's en bompa's kennen in de herfstmaanden.

 

Al zijn de meeste dromen dan bedrog, het in de waan laten bestaan doet Ronny alle eer aan. Wat haalt het uit Yves Desmedt te confronteren met allerhande verkiezingsuitslagen om hem wakker te schudden uit zijn schutkringen-dromen. Zijn hart zou het kunnen begeven, wat dan waarschijnlijk een kostelijke transplantatie met zich mee zou brengen. Zodoende zou Rudy weer oppervlakkig knip- en plakwerk moeten verrichten. Een mogelijke piste zou dan kunnen zijn dat de accijnzen op alcohol naar boven gaan. Dan zou Ronny niet enkel de prijs van zijn ‘Ronny' naar boven zien schieten, maar tevens die van het wannabe Konick-substituut. Stel je eens voor welke slagvelden zouden ontstaan als mocht verkondigd worden dat de Sint even authentiek is als ‘Ronny'.



Studentenparticipatie op een rijtje gezet
29/11/2004

Bruno De Loght heeft als hoofd van het departement Studentgerichte Diensten een resem verantwoordelijkheden, gaande van studentenartsen over de resto's tot studentenvertegenwoordiging. Naar aanleiding van de recente verkiezing van studentenvertegenwoordigers aan onze universiteit, wilde dwars hem over dat laatste wel eens aan de tand voelen.

Bent u tevreden over de voorbije verkiezingen die toch niet overal even vlot verliepen?

Bruno De Loght De organisatie van de verkiezingen is gedelegeerd aan de VUAS (Verenigde UA Studenten, de overkoepelende studentenorganisatie op de UA). Zoiets organiseren brengt heel veel werk met zich mee en is echt niet eenvoudig. We gaan dat inderdaad nog eens evalueren, er is altijd wel ruimte voor verbetering. Maar je moet ook weten dat er bijzonder veel mandaten open stonden, in allerlei verschillende raden en commissies. VUAS heeft zowel het reglement als die verschillende mandaten afgedrukt in de ASK Snelkrant en het Unifac Postje en we denken er ook aan om volgend jaar Blackboard te gebruiken om informatie te verspreiden. Al die media moeten daar natuurlijk ook wat in groeien, daar is nog verbetering mogelijk. Anderzijds moet ik VUAS zeker feliciteren: die mensen hebben daar serieus wat werk in gestoken, wat niet altijd evident is. Een van de problemen is dat participatie verschilt per faculteit. Soms gaat dat heel ver, bijvoorbeeld in de faculteit Wetenschappen: daar zijn meer dan 70 mandaten! Er zit eigenlijk geen echte lijn meer in. Misschien moeten we overwegen om dat in de toekomst te vereenvoudigen, maar dat ligt niet binnen mijn bevoegdheden.

 

Studentenraad

In hoeverre denkt u dat studenten eigenlijk weten dat ze vertegenwoordigd worden?

De Loght Vaak zijn het telkens opnieuw dezelfde vertegenwoordigers en weet de rest niet eens dat ze zich kandidaat kunnen stellen. Dat is een beetje een zaak van de verkozenen natuurlijk, maar dat is ook aangekaart in het studentenoverlegcomité: hoe moeten we dit aanpakken? Ergens moet dat wel centraal geregeld worden, want individuele initiatieven zijn veel te wisselvallig om op verder te bouwen. Dat is iets wat in de nu opgerichte studentenraad (waar per faculteit een aantal verkozen vertegenwoordigers zetelen) eens op een rijtje gezet moet worden: wat hebben we hier nu allemaal en hoe kunnen we ons naar de studentenwereld toe manifesteren, hoe kunnen we duidelijk maken hoe alles werkt?

Daar is de studentenraad hét orgaan voor maar haar werk gaat veel verder, ze kan het over alles hebben. Als ze dat ernstig nemen, als je daar goede vertegenwoordigers hebt en een goede voorzitter die de zaak trekt – wat nu ook het geval is – dan kan je heel ver geraken. Met de huidige voorzitter (Michael Verdonck) moet dat zeker lukken. Maar het blijft een belangrijke vraag: hoe weten jullie wie je vertegenwoordigers zijn? Er moet een continue interactie zijn binnen de studentenwereld. Met de studentenraad kan je zoiets doen, individueel lukt zoiets niet want dat is enorm veel werk.

 

Hoe doet Antwerpen het ten opzichte van andere universiteiten op het vlak van studentenparticipatie?

De Loght Qua studentenvertegenwoordiging heeft de UA momenteel een echte voortrekkersrol in België. De vertegenwoordiging gaat bij ons verder dan in bijvoorbeeld Gent, terwijl op de KULeuven de studentenvertegenwoordiging lang tegengehouden is. (de rector van de KULeuven is naar het arbitragehof gestapt om studenten uit zijn Raad van Bestuur te houden, nvdr.). Studenten zijn de core-business van een universiteit, het is toch evident dat de student maximale participatie heeft? Dat ze niet alles kunnen beslissen is normaal, maar inspraak moet er zijn. Daarom kan de UA eigenlijk als model beschouwd worden voor de organisatie van studentenvertegenwoordiging.

Vorig jaar kregen we de VVS (de overkoepelende studentenorganisatie van Vlaanderen) op bezoek en die stelden vast dat er weinig te verbeteren valt. Ik was vanaf het begin bij de besprekingen rond studentenparticipatie aanwezig en ik weet nog goed hoezeer participatie van de studenten in de nieuwe UA essentieel zou zijn. Ik kan u verzekeren dat als je met een serieuze vraag naar de rector gaat dat je een serieus antwoord zal krijgen, gegarandeerd. Je wordt hier echt au sérieux genomen, wat in andere instellingen niet altijd het geval is.

 

Er moet een continue interactie zijn binnen de studentenwereld.

 

Waarom moet iemand studentenvertegenwoordiger worden, je steekt daar uiteindelijk toch veel tijd en moeite in?

De Loght Eigenlijk om de participatie op zich, maar dat zegt niet veel natuurlijk... We moeten het gevoel overbrengen dat participatie zin heeft en daar komen we natuurlijk terug op de interactie tussen studentenvertegenwoordigers en de gehele studentenpopulatie. Als je kan realiseren dat de studentenraad structureel naar buiten treedt dan zit je al heel ver. Ik denk dat als daar meer communicatie rond komt, dat je meer interesse creëert en dan ziet men daar ook het nut van in: wat je concreet mee kan realiseren, welke stempel je mee kan drukken.

 

Wat zijn concrete voorbeelden van belangrijke realisaties door studenteninspraak?

De Loght Het is heel moeilijk om zomaar voorbeelden te noemen omdat studenten vanaf het begin op elk niveau van de besluitvorming betrokken worden. Vooral bij onderwijs gebeurt participatie van in het begin. Vroeger werd alles op voorhand voorbereid en dan kwam dat in de Raad van Bestuur waarin enkele studenten zaten die dan niet akkoord gingen. Nu is alles al voorgekauwd en aangepast, nu hebben jullie alles al mee opgebouwd. Je kan dus niet zomaar zeggen dat je iets specifieks hebt gedaan, je hebt het geheel mee gerealiseerd.

Een heel concreet voorbeeld van vorig jaar is de wijziging van de start van het academiejaar. Op een bepaald moment zijn daar serieuze discussies over gevoerd en dan bleek dat studenten daar helemaal niet mee akkoord gingen. Die hele situatie is toen onstaan via kanalen waar inspraak voor studenten nog niet volledig operationeel was en de studentenvertegenwoordiging heeft daar toch serieus haar werk mee gehad. Uiteindelijk zijn die plannen dus in de ijskast gestoken: de studentengemeenschap is tegen en daar wordt echt rekening mee gehouden. Als je problemen aanbrengt met een serieuze argumentatie geraak je ver, je zou ervan opkijken hoeveel macht studentenvertegenwoordiging uiteindelijk heeft.

 

Problemen

Hoe is studentenvertegenwoordiging historisch gegroeid?

De Loght Die vraag rond betrokkenheid stamt uit de jaren '68-'69, daarvoor bestond er gewoon nergens inspraak. Dat gold zowel voor studenten als voor administratief personeel: ook zij hadden niets te zeggen, de macht lag bij professoren. Dan is er een mentaliteitswijziging gekomen, waardoor de inspraak stelselmatig toenam. Ik heb het nooit anders geweten dan dat er wettelijke bepalingen waren in de oude instellingen (RUCA, UFSIA, UIA) dat in de Raad van Bestuur studentenvertegenwoordiging vast lag, naast bijvoorbeeld inspraak voor assisterend en administratief personeel. Dat is dan in heel Vlaanderen gegroeid en sommigen hebben zich beperkt tot het strikt wettelijke. Hier in Antwerpen was er vóór de UA ook al overal participatie. Met de UA nu is men daar veel verder in gegaan. Dat decreet waarin studentenvertegenwoordiging verplicht wordt, is niet gemaakt voor de UA maar voor de hogescholen waar de toestand helemaal niet zo goed was. Daar waren ook geen overkoepelende studentenorganisaties die de tekorten opvingen. Als er problemen waren dan gingen die via de studentenverenigingen.

 

Kunnen de vertegenwoordigers ergens terecht als ze in conflict komen met één van de professoren of met elkaar?

De Loght Als er problemen zijn op het vlak van onderwijs dan kan de student daarmee altijd naar de ombudsman. Elk departement heeft zijn eigen ombudsdienst met één of twee personen. Deze mensen vallen onder een centrale ombudsman. Momenteel is dat professor Cras.

Als de problemen eerder van sociale aard zijn, kan de student terecht op de sociale dienst van de Universiteit, waarvan ik hoop dat die voldoende bekend is. Op elke campus zijn er verantwoordelijken voor deze dienst die hun best doen om sociale problemen op te lossen.

Daarnaast is er nog een bemiddelaar op onze Universiteit. De huidige bemiddelaar is Johan Vanhoutte. Stel dat er een lid van het personeel wordt gestalkt, wat in het verleden trouwens al is gebeurd, dan is het de taak van de bemiddelaar om daar een oplossing voor te vinden. Ook als er conflicten zijn tussen studenten of tussen een student en een professor kan de bemiddelaar ingeschakeld worden. De bedoeling van een bemiddelaar is te voorkomen dat zulke geschillen meteen voor de rechtbank komen. Soms gaat het daarbij om zeer moeilijke dossiers, en als de bemiddelaar er dan niet in slaagt de twee partijen min of meer te verzoenen, gaat het dossier naar de deontologische commissie. Die commissie kan oplossingen suggereren en sancties opleggen, gaande van schorsing tot uitsluiting. Straffen worden zelden toegepast, ze zijn meer een laatste uitweg als alles anders faalt. In de commissie zetelen, naast een juridisch adviseur, onder andere drie leden van de overkoepelende studentenvereniging VUAS en drie studenten uit de studentenraad. Bij de bemiddeling is er dus ook inspraak van de studenten. Vroeger werden problemen als deze uitsluitend door de Rector beslist, wat nogal paternalistisch overkwam. Deze bemiddelingsdienst is waarschijnlijk uniek in België.

 

Het is onder andere de bedoeling de studentenclubs meer geld te geven dan vroeger.

 

Waar kunnen studenten die geen vertegenwoordiger zijn met hun ideeën heen?

De Loght Moeten ze eerst de vertegenwoordigers over de kwestie aanspreken of kunnen ze elders terecht? Dat hangt sterk af van het soort probleem of idee dat ze hebben. Ze kunnen wel via de studentenvertegenwoordigers hun mening geven maar dat vind ik niet de ideale manier. Als het gaat om een idee over hun opleiding kunnen ze ermee naar de vertegenwoordiger van de onderwijscommissie of naar die van de faculteitsraad. Daarnaast kunnen jullie ook een onderhoud vragen met de Rector en dat lukt jullie dan waarschijnlijk sneller dan mij. (lacht)

Ik wil er toch nog op drukken dat de sociale dienst van de UA er is voor de studenten. We willen de problemen van de studenten echt oplossen. Natuurlijk is de werking nog niet optimaal, maar er is een grote bereidheid om eraan te werken, vooral aan de drempelverlaging. Ik begrijp dat sommige studenten niet voldoende durf of assertiviteit hebben om naar mij te stappen, en zeker niet om naar de rector te gaan, maar dat wil ik in de toekomst zien veranderen. Studenten kunnen steeds bij mij terecht met vragen of ideeën die niets met onderwijs te maken hebben. Natuurlijk moet men dit jaar saneren en bezuinigen, maar dat willen we doen zonder mensen te ontslaan en zonder dat de studenten daar iets van voelen. Het doel is een efficiënter beleid zodat we het geld anders kunnen verdelen. Het is onder andere de bedoeling de studentenclubs meer geld te geven dan vroeger. De voorbije jaren was er 80 000 euro voorzien, volgend jaar worden dat er 90 000. Het geld hiervoor komt uit een centralisatie van het automatenbeleid. Zo krijgen we tussen de 25 en 30 duizend euro extra, waarvan er 10 000 naar de studentenclubs gaat. De rest van dat geld gaat naar de sociale sector en naar culturele activiteiten zoals de Studay en de cultuurcheques.

 

Om af te sluiten: bent u tevreden over de studentenvertegenwoordiging?

De Loght Ik ben tevreden, ik heb er alleen goede ervaringen mee. Met VUAS heb ik ook al vele positieve ervaringen, ik vind het een schitterende ploeg. Het is heel verfrissend om met de studentenvertegenwoordigers en de studenten in het algemeen te praten, ze weten vaak goed waarover ze het hebben. Door met jongere mensen te praten, bekijken we sommige gegevens vanuit een nieuwe invalshoek die we zelf eerder niet zagen omdat we te dicht met onze neus op de feiten zaten. De interactie met de studenten zorgt ervoor dat we niet vastroesten maar telkens terug uitgedaagd worden om over dingen na te denken.



Erasmus uit
28/11/2004
🖋: 
Auteur extern
Joris Verschaeve

Wie gaat er nu naar Moskou voor een Erasmusjaar? Ik! Nu woon ik in één van die zeven stalinistische wolkenkrabbers en probeer mijn leven hier aan de MGU-universiteit (www.msu.ru) voor een jaar op een rijtje te krijgen. Bang voor urenlang aanschuiven, voor politiemannen die geld van je willen, voor een bureaucratie die voor Europeanen niet te verstaan is? Dan is dit niet de ideale bestemming voor jou.

Maar er valt toch veel af te dingen op de mythe Rusland. Moskou is een Europese, redelijk veilige stad. Wie dacht dat de Russen grijs en gesloten zijn, vergist zich. Het is een vriendelijk volkje en ze leren graag nieuwe mensen kennen. Daarom is het voor een buitenlander niet zo moeilijk aansluiting te vinden, ook al spreek je niet goed Russisch. De taal blijft wel een probleem. Ze is moeilijk te leren, maar je kan je vooruitgang zien aan je gesprekken die steeds langer en langer worden. Om cursussen te volgen moet je wel al een beetje meer taalkennis hebben dan ik, die aankwam zonder een woord te kennen. Nu heb ik nog geen examen moeten afleggen maar makkelijk zal het niet zijn, hoewel men zegt dat er een bonus is voor buitenlanders. Het is misschien ook beter niet al te veel aandacht te schenken aan de Russische onderwijsmethode, want iedereen weet dat de universiteit thuis de beste is. Je zou toch maar in praatjes vervallen als “Bij ons is de uitrusting beter!” of “De pauzes zijn bij ons langer!” Kortom: hier loopt het anders. En dat “anders” is wat je tenslotte zoekt in het buitenland.

 

Zo is Moskou een heel, heel grote stad waar iedereen zijn gading vindt, van cultuur, theater, ballet, opera tot toffe cafés en nog toffere clubs, ... Het boeiendste is nog altijd de kennismaking met de levenslustige Russen en samen met hen avonturen in het iets te grote Moskou beleven. En als je nu nog altijd wat bang bent voor de Russen: er zijn ook talrijke Europeanen, die net zoals jij genoeg tijd te verdoen hebben. Ondanks het feit dat de sneeuw nu al (november) met pakken valt, is het niet zo koud in Moskou, zolang je open genoeg bent om uitnodigingen te aanvaarden. Hier heb je alvast de eerste: ”Vergeet Spanje, kom naar Moskou!”

 

Joris Verschaeve,
Vlaams student aan de école polytechnique fédérale de Lausanne



SMS
28/11/2004
🖋: 
Auteur

Het valt ons misschien niet altijd op, maar er lopen op elke universiteit hoogbegaafde jongeren rond, die dan ook al heel jong mee les volgen. Zo kreeg de Universiteit van Amsterdam Floor Sietsma over de vloer, een hoogbegaafde twaalf-jarige, die Wiskunde en Informatica komt volgen. Ze is licht autistisch en daardoor is het heel goed dat ze zoveel nieuwe dingen leert. Een eerstejaars zal erover waken dat Floor haar boterhammen op tijd eet en in de juiste collegezaal geraakt.

Mensa, de vereniging van mensen die zichzelf tot de intelligentsten op aarde rekenen, heeft een nog jonger lid. Chloe Bennion uit Wednesfield is op haar 6 jaar lid geworden met een IQ van 138. Ze is een van de 26 leden jonger dan 10 op een totaal van iets minder dan 30.000. Het jongste lid ooit is zo mogelijk nog jonger: de 3-jarige Dineshi Nirgunananthan werd in 1997 aanvaard met een IQ van 158. Misschien is je onderscheiding van vorig jaar dan toch niet zo speciaal?

 

De Nederlanders doen het ondanks al onze grapjes bijzonder goed op het vlak van intelligentie: het aantal studenten van 15 en 16 jaar die hoger onderwijs volgen is in het laatste decennium gestegen tot iets meer dan 60. Daar sta je dan als gewone student, al heeft veel te maken met de toenemende erkenning en herkenning van de 2% hoogbegaafden. Misschien wordt je intelligentie dus gewoon miskend.

 

Praktisch geeft zoiets soms vreemde problemen. Zo mag je in Nederland bier bestellen vanaf 15 jaar als je al een jaar in een studentenclub zit. Je voelt hem al komen: in Utrecht is een vijftienjarige studente lid van de Vrouwelijke Studenten Vereniging. Volgens een officiële mededeling zal ze er op aangesproken worden als ze voor haar zestiende drinkt.

 

Aan de overkant van het Kanaal ontstaan er minstens even bizarre situaties. Zo hebben Schotse studenten uit de Highlands nogal wat problemen om te wennen aan het stadsleven, ze weten bijvoorbeeld niet wat te doen als ze beroofd worden.

 

Daarom is een speciaal programma opgestart waarin de laatstejaars van secundaire scholen een cursus 'survival in de stad' krijgen van leden van de wereldvermaarde SAS, het Schotse equivalent van onze para's. Er is enorm veel interesse voor de cursus die onder andere bestaat uit zelfverdedigingstechnieken, het herkennen van mogelijke gevaren, veiligheid aan de bankautomaat, of hoe je moet reageren op bedreigingen.

 

Engelse scholieren die drugs gebruiken zullen in de toekomst problemen krijgen. Blair is voorstander van een veralgemening van drugstesten op school en bij ons is Patrik Vankrunkelsven ook voorstander van dergelijke tests. Dat zal vermoedelijk niet lukken omdat een blik op de situatie in de VS duidelijke resultaten geeft: de elitescholen houden zo hun instellingen vrij van druggebruik en gebruikers belanden in concentratiescholen voor marginale studenten.

 

De laatste Britse realisatie rond drugsvoorlichting zal wel nooit naar België overwaaien: drugsvoorlichting moet gespreid worden over de verschillende vakken op school. Een typische wiskundeoefening zou bestaan uit het berekenen van de hoeveelheid heroïne gewonnen uit een kilootje opium en in aardrijkskunde worden de Colombiaanse cocaplantages bestudeerd. Een suggestie voor een Belgische variant: hoe lang houdt een wet rond drugsregularisatie het gemiddeld uit?