SMS
29/04/2005
🖋: 

De examens zijn in zicht en we horen her en der reeds klagen over de vele uren hersenarbeid die eenieder van ons zal gaan verrichten de komende maanden. Al hoeven we niet te klagen, getuige het volgende voorbeeld. In Nederland moeten een twintigtal leerlingen vliegtuigtechniek al hun afgelegde examens sinds 2001 overdoen wegens het niet compatibel zijn aan een Europese richtlijn. De studenten kunnen nu de ongeldige examens opnieuw afleggen, zonder voor de kosten te moeten opdraaien. Dat zou er nog aan moeten mankeren.

Vaak hoor je klagen over hoe erg het wel gesteld is met de tradities in het studentenleven. Alsmaar minder volk voelt zich blijkbaar geroepen om deel te nemen aan wat studentikoos verzet na de colleges. Om de cantussen volgend academiejaar wat extra cachet te geven en een gedegen inleiding te bieden, organiseert Studiant op 9 mei het cantorenconvent. Je leert er alles over het wat, hoe en waarom van de betere cantus. Voor meer informatie kan je terecht op www.cantorenconvent.be

 

Al dan niet een verbod op het dragen van religieuze symbolen in België? Aan de universiteit van Cambridge ontstond er grote heisa door het invoeren van een verbod op het dragen van kilts en militaire uniformen op officiële universitaire plechtigheden. Luid klinkt het protest en velen maakten reeds duidelijk ook op toekomstige plechtigheden hun nationale trots te zullen dragen.

 

Minister Onkelinx besliste onlangs dat de volksjury in de assisenrechtspraak moet blijven bestaan. Wel zal de assisenprocedure drastisch worden hervormd. Een Amerikaans jurylid denkt er het zijne van. Hij zat té overtuigend te geeuwen tijdens een zitting en kreeg daarvoor een boete van 100 dollar.

 

Op kennis staat geen leeftijd. Dit dacht ook een 81-jarige Chinees die zich inschreef voor de universitaire toelatingsexamens. Ondanks zijn respectabel aantal levensjaren wil de man toch zijn levensdroom, het behalen van een universitair diploma, in vervulling zien gaan.

 

Met hard werken kom je er wel. Dit dacht ook een Zuid-Koreaanse man die na 272 keer proberen slaagde in zijn theoretisch rijexamen. Vijf jaar lang was hij vaste klant in de rijschool, die nu hoogstwaarschijnlijk een groot deel van haar omzet ziet dalen.

 

“Nog één glas wodka”, klinkt het in het bekende lied. Een groep Indische apen ging een avondje stappen en dronk een fles vers bereide alcohol leeg. Dorpsbewoners trachtten de benevelde dieren weg te jagen, waarbij enkele dorpelingen zelf gewond raakten. De primaten besloten dan toch maar, te voet weliswaar, richting woud terug te keren.



Handleiding voor al dan niet terecht (misnoegde) gebuisden
29/04/2005
🖋: 

“Als ge goed op tijd begint, en goe blokt, dan zal 't allemaal wel lukken.” Mijn vader. Twee weken voor 't examen. Niet alleen is het dan te laat om goed te beginnen (hoewel: Pedro Delgado begon in 1993 zijn Tour vier minuten te laat, maar eindigde toch derde op iets meer dan drie minuten van winnaar Indurain), ook tussen goed blokken en slagen ligt een hobbelige kasseistrook waar pech en ongeluk als meedogenloze islamitische doodseskaders op de loer liggen.

Zo kunnen een toevallig voorbijwandelende zwarte kat, een schrikwekkend examennummer dertien of een achteloos gebroken autospiegel onderweg nefaste gevolgen hebben op het moment van de waarheid, het mondeling examen. En dan praten we niet eens over de grillen van professoren, hun drang naar willekeur bij het verbeteren, hun mannelijk eergevoel na een blauwtje bij die knappe studente uit eerste lic. Waar zwarte katers en gebroken spiegels tot de risico's van het vak behoren, mogen we ons bij breedgrijnzende en leedvermakende professoren niet zo licht neerleggen. Omdat niet iedere lezer van dwars rechten studeert, en omdat zelfs die categorie vermoedelijk niet meer weet dan hetgeen in de cursus staat (en zelfs dat) legt dwars het één keer voor u uit: de raad voor examenbetwistingen.

 

Alle begin is moeilijk, zeker als het een examen is. Maar dat is dus waar de ellende start. Niet omdat je een moeilijke vraag had, evenmin omdat je gewoon te dom bent (beide lastig maar niet aanvechtbaar); wel omdat professor x uw gezicht wat akelig vond afsteken tegen het vergaan lichtgroen van de zetels in zijn bureau, u daarvoor vervolgens met een drie belonend. Dat soort situaties vraagt om rechtvaardigheid, en bij gebrek aan een UA-versie van dr. Phill zullen we daarvoor de juridische weg moeten volgen.

 

Al start die queeste in eerste instantie wel op de universiteit zelf. De ombudsdienst. Het instituut is Zwitsers van origine, en dus niet echt gebrand op conflict. De ombudsman (of -vrouw, al vermeldt het groene boekje die variant niet) zal trachten in onderling overleg tot een oplossing te komen. Meer dan vergeefs hopen op een excuus en een tweede kans is dat echter doorgaans niet. Minstens kan je bij de brave man inlichtingen krijgen omtrent de eventueel te volgen procedure. Al zal overbluffen van dit artikel lastig worden.

 

Belangrijk is dat je dan binnen de vijf dagen na de bekendmaking van de deliberatie, beroep aantekent bij de voorzitter van de examencommissie. Je legt klacht neer, waarna de UA intern op zoek gaat naar een fout. De UA treedt dus zelf op als beroepsorgaan, en moet een gemotiveerde beslissing nemen binnen de vijftien dagen.

 

Eén en ander staat overigens beschreven in het examenreglement. Ben je te laat, zal je beroep onontvankelijk zijn, en dus niet eens behandeld worden. En dat legt dan weer een hypotheek op de eventuele verdere beroepsmogelijkheden, want om de juridische procedure te mogen volgen, zal je eerst een negatieve beslissing van de examencommissie moeten hebben. Vijf dagen dus, niet getalmd!

 

Te weinig punten, geen oplossing via de ombudsdienst en niet het gewenste antwoord van de examencommissie gekregen? Geen nood. Ook als de gehele UA zijn rug naar je keert als ware je de baarlijke dumbo, de nieuwe raad voor examenbetwistingen opent zijn deuren en werpt je een reddingsboei toe. Objectiviteit at last!

 

Bij de raad kan je een beslissing van de examencommissie (ook van de tuchtcommissie overigens) betwisten. Opnieuw heb je vijf dagen om je verzoekschrift (aangetekend ditmaal) in te dienen. Die korte termijnen zijn er om te vermijden dat je pas in december weet of je in oktober mocht beginnen aan het volgende jaar. In dat verzoekschrift horen jouw gegevens, die van de UA en je klacht. Verder kenmerkt de procedure zich door alle garanties van een gerechtelijke procedure: objectiviteit, mogelijkheden tot wraking van raadslieden, openbare zittingen waarop gepleit wordt, en een definitief oordeel.

 

De raad gaat echter je examenresultaat niet aanpassen. De bevoegdheid om dat te doen, rust net exclusief bij de examencommissie. Wel kan de raad bevelen dat er opnieuw een deliberatie volgt, maar dat bepaalde motieven expliciet genegeerd moeten worden, of andere motieven expliciet geëvalueerd dienen. Ook mogelijk is dat een nieuw examen wordt opgelegd, hetgeen bij ernstige twijfel vermoedelijk de oplossing zal zijn.

 

Te technisch? Een voorbeeld? Stel: je krijgt een vier na een examen dat echt meer verdiende. Je vermoedt dat je relatie met de zoon van de professor in kwestie er voor veel tussenzit, maar je krijgt de examencommissie niet zover je resultaat te hervormen. Bij de raad krijg je de kans één en ander te bewijzen: je hebt je kladpapier nog, je laat anderen die aan het voorbereiden waren in hetzelfde lokaal getuigen, kortom je bewandelt alle opties die openliggen om je gelijk aan te tonen. Gelooft de raad je, zal je vermoedelijk ‘'voorlopig' al kunnen inschrijven voor het volgende jaar. ‘'Voorlopig' is dan in afwachting van een nieuwe, definitieve beslissing van de commissie, of een nieuw examen voor dat vak.

 

Blijf je zelfs na deze procedure ontheemd achter, niet getreurd. Willy Sommers haalde ook nooit een universitaire bul, en kijk eens waar hij het gebracht heeft.

 

 

Centrale ombudspersoon UA: Patrick Cras
direct telefoonnummer: 03 821 57 57
e-mail: patrick.cras@ua.ac.be



27/04/2005
🖋: 

Op 22, 23 en 24 april werd er gefeest op het De Coninckplein. De nieuwe Permeke-bibliotheek opende haar deuren en het jaar Antwerpen Wereldboekenstad was ten einde. De literatuur moest dan ook gevierd worden. Schrijvers als Tom Lanoye, Al Galidi en Ramsey Nasr waren van de partij en de Antwerpenaar werd getrakteerd op lezingen, muziek, rondleidingen in het nieuwe gebouw, een ontbijt en boekenbals voor jong en oud.

Na de officiële opening ging vrijdagavond het lezersfeest van start. De bibliotheek zette haar deuren wagenwijd open en het volk stroomde toe. Het indrukwekkende gebouw (ooit een Ford-garage, vandaar Permeke) bleek niet alleen een enorme boekenvoorraad te herbergen. De opvallende glazen kubus vooraan doet dienst als grand café, er is een auditorium voor allerhande voorstellingen, een vergaderruimte, en ook het stadskantoor (waar je terecht kan met al je vragen over de stad) wordt er gehuisvest. De bibliotheek zelf valt op door haar ruimtelijkheid, licht en de eerder industriële architectuur. Op de benedenverdieping, ‘De Markt', worden de meer populaire boeken in rode, rollende boekenkasten bewaard, is er plaats voor de kinderboeken en kan je je boeken inleveren en uitlenen. Alles gebeurt uiteraard elektronisch (zelfs het sorteren!) zodat het personeel volledig ter onzer beschikking staat voor belangrijkere zaken. Op de bovenverdieping is er dan de ‘Open Ruimte' en de onvermijdelijke leeszaal waar de stilte wordt geëerd.

Van stilte was er op de opening gelukkig nog geen sprake.

 

Elk hoekje van de bib werd benut. De witboeken die eerder dit jaar in het kader van ABC werden uitgedeeld werden tentoongesteld, met verve door honderden mensen volgeschreven en -getekend. Marcel Vanthilt liet bekende Vlamingen voorlezen en in het auditorium lazen auteurs voor uit eigen werk. Zo bracht Dimitri Verhulst een lezing ten berde en dat uit het cahier (26 cahiers die elk een letter van het alfabet vertegenwoordigen en ingevuld werden door evenveel duo's van schrijvers en kunstenaars) dat hij met de acrobaat Danny Ronaldo opgesteld had: een dialoog tussen een circusartiest en zijn paard. Gerda Dendooven wist ons dan weer te boeien met een verhaaltje over drie oude zusters, de liefde en de dood, en ook auteurs als Bart Moeyaert en Stefan Hertmans deden hun ding. Ondertussen kon je hoog in het stadskantoor de wat intiemere interviews met onder andere Jef Geeraerts, Chris de Stoop en Oscar van den Boogaard bijwonen en werd er op het plein zelf duchtig gevierd.

 

De Stad wil er voor zorgen dat de buurt rond het plein opleeft onder invloed van dit initiatief. Men wil voor meer diversiteit zorgen en zo het verval en de marginaliteit die welig tieren op en rond het De Coninckplein tegengaan. Tussen pot en pint wist één van de architecten die tien jaar geleden mee aan de wieg stond van dit project ons te vertellen dat de Stad de oude garage ooit opkocht met dit nobele doel voor ogen zonder dat ze er een precieze bestemming voor had. Men heeft pas laat beslist dat er een openbare bibliotheek moest komen. Sterker nog, de architecten hebben moeten ontwerpen zonder dat ze wisten waar ze eigenlijk naartoe moesten werken. In elk geval, het opzet lijkt geslaagd. De vastgoedprijzen zitten in de lift en een ‘Zuid-effect' lijkt op til. Wat er met de huidige, minder begoede buurtbewoners moet gebeuren, is natuurlijk een ander paar mouwen...

 

Interview met Michael Vandebril

Op zaterdag interviewden wij voor u de artistiek coördinator van ABC Michael Vandebril die onze stad mooi door het Wereldboekenstadjaar heeft geloodst. Wij keken met hem terug op het afgelopen jaar maar vroegen ook naar zijn mening over de buurt.

 

Denkt u dat de komst van de nieuwe bibliotheek een gunstige invloed zal hebben op de buurt?

Michael Vandebril Ja, ik denk van wel. Een bibliotheek heeft een publieke functie, er komen sowieso mensen naartoe. Dat betekent een nieuwe publieksstroom in deze wijk, de mensen gaan deze wijk ontdekken. Deze buurt is de laatste jaren ook gezelliger geworden. Je zit bovendien ook vlak bij het station en de Meir, deze buurt hoort dus gewoonweg bij het geheel van de stad.

 

Maar als je hier zo rondloopt zie je niet echt veel mensen uit de buurt...

Vandebril Jawel, absoluut wel... Mensen uit de straat en uit de buurt waren heel nieuwsgierig en hunkerden ernaar dat nieuwe gebouw ook eens vanbinnen te zien. Zij zijn dan ook in groten getale aanwezig vandaag. Het is natuurlijk ook niet uitsluitend een bibliotheek voor de wijk hé, het is iets voor de hele stad.

 

Denkt u niet dat het voor de buurtbewoners eerder een negatieve zaak is om deze buurt te herwaarderen? Zullen zij na een tijd hier niet gewoon worden weggejaagd door stijgende huurprijzen?

Vandebril Ja, dat is al bezig, daar heb je geen bibliotheek voor nodig. Zo gaat dat altijd in een stad. Er is altijd een beweging bezig van verloederde buurten. Mensen die weinig geld hebben, zoals jonge mensen, artiesten, ... die kopen hier een woning. Dat proces is al een tijdje aan de gang. De Stad steunt deze beweging door er een bibliotheek te zetten, maar ook door het bouwen van andere gebouwen zoals het Designcentre en de vernieuwing van het Astridplein. Deze combinatie herwaardeert de hele wijk en het effect daarvan is inderdaad dat de huurprijzen gaan stijgen. Maar je ziet ook dat de mensen dan meer energie gaan steken in het opknappen van hun huizen, wat van deze wijk terug een gezellige, leefbare omgeving maakt. En dat is positief.

 

En hoe kijkt u terug op het jaar Antwerpen Wereldboekenstad?

Vandebril Dat waren twaalf lange maanden. We hebben veel kunnen doen: grote opvallende dingen, maar ook veel intieme, kleine en die vind ik minstens even belangrijk. Het stopt ook niet, Antwerpen Wereldboekenstad wordt dit weekend afgesloten maar de organisatie Antwerpen Boekenstad leeft verder, dat blijft een vast onderdeel van het Antwerpse cultuurbeleid. We gaan dus initiatieven blijven nemen, en projecten ondersteunen. Het is dus nog niet afgelopen voor mij. Aangezien we samenwerken met de stedelijke dienst, de bibliotheek en o.a. het Letterenhuis zullen we nog genoeg serieuze dingen op poten zetten.

 

Staan er dan nog grote projecten op stapel?

Vandebril We zijn nu plannen aan het maken en tegen het einde van dit jaar, met de boekenbeurs, gaan we die op tafel leggen.

 

Het is dus nog een beetje geheim...

Vandebril Ja. (lacht)

 

Heb je uiteindelijk alles kunnen doen wat je wou met ABC?

Vandebril Dat gaat natuurlijk niet. Antwerpen heeft de titel 'World Book Capital' in 2003 van UNESCO gekregen en dat heeft veel deuren geopend, maar je moet keuzes maken in wat je doet natuurlijk. Uiteindelijk ben ik wel blij met de keuzes die we hebben gemaakt. Het waren ook niet altijd de klassieke keuzes, we hebben soms gekozen voor avontuur. Dan mag je je natuurlijk aan kritiek verwachten, maar zo bereik je ook nieuwe doelgroepen. Zo was er bijvoorbeeld het undergroundprogramma, Sixpack in Petrol waarbij er een literaire activiteit plaatsvond vóór elke party. Dat was iets dat buiten de lijntjes viel maar niettegenstaande zeer goed gewerkt heeft. Anderzijds hebben we ook de klassieke dingen georganiseerd, zoals de tentoonstelling met het overzicht 200 jaar Vlaamse letteren. Zulke dingen moeten er uiteraard ook zijn en dat heeft ervoor gezorgd dat we een zeer gevarieerd, boeiend jaar achter de rug hebben.

 

Wat ziet u als uw persoonlijk hoogtepunt?

Vandebril Mijn hoogtepunt was een heel klein moment. Simon Vinkenoog – een Nederlandse dichter van bijna 80 jaar die hier vroeger de Beatgeneration geïntroduceerd heeft en Kerouac en Ginsberg vertaald heeft – heeft in onze ‘Beatbookstore' in de Wolstraat een gedicht voorgelezen. Dat was dus iets heel kleins, maar het bruiste. Een heel groot moment was dan weer de dag waarop we het grote doek met het gedicht van Tom Lanoye op 'den Boerentoren' ontrolden. Dat gedicht heeft een jaar lang enorm veel indruk gemaakt volgens mij. Uit 'Stad van Letters', de 26 cahiers, zijn schitterende resultaten voortgekomen zoals de kleine theatervoorstelling van Dimitri Verhulst en Danny Ronaldo, 'de Gigantomaan'. Die hebben zij speciaal geschreven om op te voeren in het planetarium van de Zoo, in 'de pikkendonker', enkel met een draaiende sterrenhemel. En zo kan ik nog uren doorgaan...

 

Hoort vandaag er ook een beetje bij?

Vandebril Ja, absoluut, ik vind dit echt een hoogtepunt. Ik ben blij dat we kunnen afsluiten met zoiets groots, met een mooie bibliotheek en een groot lezersfeest. Er is gisteren (vrijdag, nvdr.) op drie uur tijd 3000 man geweest, dus we kunnen zeker spreken van een groot succes. Ik ben een tevreden man.



27/04/2005
🖋: 
Auteur extern
Christoffel Hendrickx

Dat de UA meer is dan een warm nestje waar slimme jongens en meisjes zich intellectueel kunnen verrijken, wist u al. Dat er studenten zijn die al eens experimenteren met illegale genotsmiddelen waarschijnlijk ook wel. Het hoeft niet te verbazen dat druggebruik zich niet beperkt tot tuig dat in een kartonnen doos woont. Wij vroegen ons af in welke mate de student rookt, slikt, snuift of spuit en wat hij daarover denkt. Omdat u niet kon wachten op de uitslag van de grootschalige enquête die pas aan de UA liep, zochten wij al een en ander uit.

Studenten staan bekend als grote aandeelhouders in de alcoholconsumptie. Uit een informele rondvraag bij studenten op de Campus Drie Eiken en de Stadscampus blijkt dat ze ook niet vies zijn van andere genotsmiddelen. 70% van de 60 ondervraagde studenten heeft ooit zijn astrale hersenbanen verkend of zijn escapistische verlangens met wondermiddelen bevredigd. We peilden ook, aan de hand van enkele simpele ja-neenvragen, naar hun kennis over drugs en naar hun houding tegenover drugsvoorlichting en een eventuele legalisering. De resultaten roepen heel wat vragen op: een groot aantal studenten, zo blijkt, is wat naïef als het gaat om het gebruik van illegale geestverruimers. Acht op tien studenten staan achter een volledige legalisering van softdrugs. Los van de vraag of legalisering een goed idee is, lijken studenten er zich bovendien niet van bewust dat de wettelijke omkadering heel wat problemen veroorzaakt (zie kader). In werkelijkheid is er nu zo goed als geen wet, maar dat baart gebruikers blijkbaar geen zorgen; een stem pro legalisering heeft vaak meer weg van een politiek statement dan van een nuchtere houding.

 

Daarnaast staan onze boekenwurmen blijkbaar niet stil bij de problematische term ’softdrugs’. Op één student na, zijn ze allen tegen het toelaten van ’hardrugs’. Heel wat specialisten verwerpen echter het onderscheid tussen hard en soft. Psychologen, psychiaters en therapeuten komen dagelijks in contact met mensen die lijden onder de neveneffecten van het gebruik van geestverruimende middelen. Zij spreken dan ook graag van het ’hard gebruik’ van softdrugs; een verslavend gebruik met chronische gevolgen voor de psyche en het gedrag. Deze addertjes onder het rookbare gras worden niet in de beredenering van de student betrokken.

 

Met al deze dubbelzinnigheden en moeilijkheden in gedachten, lijkt het me in de eerste plaats belangrijk dat men geen onbezonnen standpunten inneemt. Het is dan ook des te schrijnender dat de helft van de studenten toegeeft dat ze niet voldoende kennis hebben over de voor- en nadelen van een joint. De ironie wil dat bij de niet-gebruikers acht op tien er dan weer wel zeker van is dat ze goed ingelicht zijn. Dergelijke resultaten kunnen ons misschien veel zeggen over de politieke gevoeligheid van de drugsproblematiek. Het hele debat wordt daarbij getekend door eenzijdige pro’s en contra’s, veel vooroordelen en weinig feitelijke kennis. Drugs worden al te vaak als een middel beschouwd om zich politiek te profileren als progressief of conservatief. De ondervraagde studenten gaan onder diezelfde stigmatiseringen gebukt en velen van hen blinken spijtig genoeg uit in onwetendheid. Misschien wordt het inderdaad eens tijd voor een degelijke voorlichting en een nuchtere en onpartijdige analyse.

 

 

Christoffel Hendrickx

 

De regering worstelt al jaren met het inpassen van blowgedrag in de samenleving. Er is al heel wat heibel geweest over de oude rondzendbrief, waaruit een onduidelijk beleid en een willekeurige beslissingsgrond spraken. In principe werd op 28 januari 2003 de drugswet van paars-groen goedgekeurd. Nu is de rondzendbrief, die de parketten en de politie een houvast moest bieden voor de toepassing van de veelbesproken wet, herschreven. Het document, van de hand van de vorige minister van Justitie, Marc Verwilghen, werd door de parketten als onbruikbaar afgedaan. De definitie van ’problematisch gebruik’ van cannabis en de registratie van gebruikers deugden niet volgens de procureurs-generaal die de rondzendbrief moesten ondertekenen. Een werkgroep met specialisten van de parketten, leden van de dienst Strafrechtelijk Beleid en van het kabinet Onkelinx buigen zich over een nieuwe tekst. Die zou voor de zomer klaar zijn. In welke richting de wijzigingen gaan, wil Onkelinx nog niet kwijt. Ondanks deze moeilijkheden bij de regering zijn de ondervraagde studenten zeker dat ’de legalisering’ mogelijk is en maar beter nu dan nooit kan plaatsvinden.



Voor u bekeken
27/04/2005
🖋: 

Kinsey

Liam Neeson is Alfred Kinsey, wetenschapper. Na een traumatische jeugd door een dictatoriale vader, kiest Alfred voor zijn ware liefde: biologie. Lange tijd is de jonge bioloog gefascineerd door galwespen, tot hij na een stuntelige ervaring op zijn huwelijksnacht besluit de menselijke seksualiteit onder de loep te nemen. Dit recept staat garant voor verbazing en woede in het puriteinse Amerika. In feite zou dit eerste succes voldoende moeten zijn om een degelijke film te maken, maar regisseur Bill Condon weigert hier halt te houden: hij wil per se een morele boodschap meegeven. Jammer genoeg zonder succes. Het verhaal slingert een beetje doelloos rond. Het weet niet of het nu een moraalles wil zijn, dan wel een vranke film over vrije seks. Het resultaat is vis noch vlees. Voeg daaraan nog de fletse acteerprestaties toe van de acteurs in de bijrollen, vooral Laura Linney, die haar puriteinse imago nooit van zich kan afwerpen, en je krijgt een middelmatige film. Enkel Neeson zelf, en de immer charismatische John Lithgow als dictator ten huize Kinsey, geven nog licht in de duisternis. Onvoldoende echter: wij bleven onbevredigd achter...

SCORE: 55%

 

The Machinist

Ooit al gehoord van ‘'method acting'? Christian Bale geeft in deze film een nieuwe betekenis aan deze woorden. Hij viel voor deze rol schrikwekkend veel af: hij is letterlijk vel over been. Bale vertolkt het hoofdpersonage – Trevor Reznik –, een arbeider die al een jaar niet meer geslapen heeft. De reden hiervoor blijft lang een mysterie, maar wat je wél ziet, zijn de gevolgen van die insomnia op de geest van Reznik. De stijl van de film is zodanig kleurloos, dat je na een kleine twee uur het gevoel hebt dat je zelf al een jaar niet meer hebt geslapen. Begrijp me niet verkeerd, dit is niet noodzakelijk een nadeel. Brad Anderson, de regisseur, beoogde namelijk net dit effect. Je maakt dan ook gedurende enkele dagen de ‘bad trip' die Reznik ondergaat mee. Weinig echte gebeurtenissen, des te meer sfeerbeelden en hallucinaties. Het eindresultaat is dan ook bewonderenswaardig beklemmend.

SCORE: 75%

 

White Noise

Over deze thriller van Geoffrey Sax kunnen we snel een oordeel vellen. Een vernietigend oordeel! Michael Keaton speelt Jonathan Rivers, een man wiens vrouw onlangs overleden is. Via een vreemde man komt hij in contact met zijn overleden vrouw. Normale, sceptische studenten verwachten dan tenminste een zigeunerin die in een rokerig tentje je toekomst voorspelt (Veel geld! Veel sex! Veel rock'n'roll!). De waarheid is echter veel simpeler: de doden communiceren met de levenden via de TV. Nu wisten we allemaal dat dat toestel vele nuttige functies had, maar een link met ‘de andere kant'? Gevolg van deze ietwat ridicule setup is een film waarin veel naar ‘sneeuw-TV' wordt gekeken, met op de achtergrond zware stemmen en dreigende schaduwen. De bedoeling van een thriller is het publiek angst aanjagen. Als dat enkel lukt door op de meest onverwachte momenten een luide gil door de bioscoopboxen te jagen, schort er iets aan je film. Dat had Sax echter niet zo begrepen, en hij liet deze miskleun toch op de wijde wereld los. Besluit: White Noise is een genrefilm die nooit de cliché's van het genre overstijgt, en enkel op de makkelijkste manier zijn doel bereikt: van enige filmische suspens heeft deze regisseur duidelijk nog nooit gehoord.

SCORE: 30%



27/04/2005
🖋: 
Auteur

Met dit haartje poëzie uit de oude doos voltooide het Harig Monster exact 8 jaar geleden een schrijfopdracht Engels; trouw aan Moeder Natuur en meer dan ooit berustend in zijn lot. Welnu, beste lezers, zoals Bob Dylan reeds wees op de steeds veranderende tijden, zo ook wil ik nu een einde maken aan mijn lijden.

Hair, hair, hair
I’ve got hair everywhere
On my legs on my back
On my chest and on my head

 

What should I do
Or what could I do
Nothing can repair
My overwhelming hair

 

But life goes on
And hair grows on
So I let it there
Everywhere

 

U hoort het goed; het Harige Monster strijkt zichzelf tegen de haren en trekt zijn wintervacht voorgoed uit. Voortaan is het gedaan met al die vernederende uitlatingen zoals ‘bosaap', ‘bolleke wol' en ‘l'homme tricoté est arrivé'. En ook ‘Hé papa, kijk daar een harig monster!' zal van nu af aan definitief tot het verleden behoren.

 

Zonder een traan weg te pinken zeg ik eveneens vaarwel tegen al die gênante situaties bij de kapper. “Meneer, zal ik eveneens uw nektapijt wegscheren?” Waarna laatstgenoemde driftig op zoek ging naar het eerstvolgende stukje huid met maanlandschapprofiel. tevergeefs: wat volgde was immers een gefrustreerd gesleur aan de kraag waarbij het ander uiteinde zich langzaam maar zeker in de keel van de klant sneed en deze verstikt achterliet. Meestal werd ik dan opnieuw wakker wanneer de verstopte tondeuse met rukkende epileerbeweging van tussen mijn bilspleet werd verwijderd. Nooit meer!

 

Zo ook zal geen badmeester mij nog liggen hebben met zijn verplichte badmutsen voor het ganse lijf. Om nog maar te zwijgen van het immer verscheurende douchedilemma: wassen met zeep of met shampoo. Mythes voor de geschiedenisboeken!

 

Want voor u, beste lezer, staat een totaal nieuwe realiteit: het VOLLEDIG KALE MONSTER. Voortaan geen filosofisch gezwets omtrent het uiteinde der haren noch nestwarmte dicht bij de huid, maar wel uw reactie op dwars' oproep naar viriele kandidaten: de ware naaktheid!

 

Tot volgend jaar!



08/04/2005
🖋: 
Auteur extern
Tim Goedemé

DOt is het Duurzaam Ontwikkelingsteam van de studenten van de UA, een jonge studentenclub van enthousiastelingen die duurzame ontwikkeling willen promoten in de werking van de universiteit en bij de studenten zelf. DOt bestaat intussen al meer dan twee jaar. Het is de eerste studentenclub in de geschiedenis van de Universiteit Antwerpen (RUCA en UFSIA ontstaan in 1852) die duurzame ontwikkeling als leidraad koos.

Duurzaam? Duurzaam!

Duurzame Ontwikkeling is in. Of zo lijkt het toch, soms. 17 jaar geleden werd in een rapport voor de VN geschreven dat duurzame ontwikkeling een ontwikkeling inhoudt die in de behoeften voorziet van de huidige generaties zonder de toekomstige generaties de mogelijkheid te ontnemen in hun behoeften te voorzien. Als je dit wil bereiken, dan moet je rekening houden met aspecten op economisch, sociaal, politiek, cultureel en ecologisch gebied. Ondertussen is het Kyoto-protocol in werking getreden (dat de grootste vervuiler in de wereld nog (?) niet heeft ondertekend), werden de Millennium Development Goals door de VN uitgewerkt en heeft ook de universiteit zelf zo haar eigen duurzame ontwikkelingsprotocol (het Copernicus Charter). Moet er dan nog DOt zijn? Zeker weten!

 

DOt, het Duurzaam Ontwikkelingsteam

Via allerlei projecten, op korte en op lange termijn, wil DOt duurzame ontwikkeling promoten. Met andere woorden: we houden ons bezig met het verminderen van de papierberg op de UA, we promoten ‘eerlijke handel', we gebruiken een subsidie van het Electrabelfonds (beheerd door de Koning Boudewijnstichting) om de tienduizenden wegwerpbekers door herbruikbare bekers te laten vervangen op TD's, we doen mee aan het project ‘Ecocampus' (dat een ecologisch verantwoord beheer van de campussen nastreeft) en ten slotte promoten we ook het gebruik van open source en vrije software. Zo zijn we te weten gekomen dat enkel op de Stadscampus alleen al per jaar een stapel cursussen wordt verbruikt van wel minstens 7 keer de hoogte van de kathedraal (minstens 872m). Wat eerlijke handel betreft, kan u ergens anders in dit nummer lezen dat de UA ‘verkocht' is. Met het wisselbekerproject willen we ons in de toekomst voornamelijk op de Konijnepijp richten, hier hoort u zeker nog van!

Dit is niet alles, DOt is ook een gewone studentenclub met praesidium. Daarom organiseren we ook meer studentikoze activiteiten zoals ons maandelijks DOtters Pintje (een pint pakken op één van de campussen van de universiteit) en de DOt-is-verkocht Quiz (maar die heeft u vorige maand reeds gemist). Hiernaast heeft DOt ook een on line nieuwsbrief – het DOtters briefke – met allerlei nieuws over duurzame ontwikkeling op en rond de universiteit (gratis in te schrijven via nieuwsbrief@dotua.tk).

 

UA verkocht?!

Het thema waarmee we de week van 25 april op de UA zullen opvallen, is Fair Trade of eerlijke handel. DOt heeft zich aangesloten bij een campagne van de NGO’s Oxfam-Wereldwinkels, Max Havelaar en Vredeseilanden die gedurende drie jaar over heel België loopt. DOt is helemaal verkocht: voor fair trade. Er was niet veel lobbywerk nodig om ook de UA verkocht te kunnen verklaren.

Het is duidelijk dat heel wat boeren in het Zuiden bij de huidige concurrentie en prijzen van hun producten het vandaag moeilijk hebben om in hun basisbehoeften te voorzien en tegelijk nog te investeren in die ‘andere basisbehoeften’ van sociale voorzieningen – zoals sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidszorg, een goede watervoorziening – en een meer ecologisch verantwoorde productie. Daarom zijn we ervan overtuigd dat een andere manier van handel nodig is.

Organisaties die vertrekken vanuit het principe van fair trade, gaan duurzame relaties met de boeren in het Zuiden aan: lange termijncontracten en stabiele prijzen boven de wereldmarktprijs. Hierdoor wordt het voor de producenten mogelijk om op lange termijn te plannen en kunnen de boeren investeren in de zo noodzakelijke lange termijnprojecten die zorgen voor een opbouw van de nodige economische infrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid. Kleine producenten krijgen hierdoor meer overlevingskansen en staan sterker om hun rechten tegenover tussenhandelaren af te dwingen.

Tegelijk dient fairtrade als voorbeeld van een handelspartnerschap tussen Noord en Zuid, op basis van transparantie en dialoog. Hiermee richten fairtrade-organisaties hun politieke eisen aan beleidsmakers op nationaal en internationaal niveau, om de regels van de wereldhandel rechtvaardiger te maken. Daarom promoot DOt fair trade: fair trade zorgt voor een betere voorziening in de behoeften van de huidige generaties én werkt eraan dat dit in de toekomst gegarandeerd blijft.

 

DOt zoekt m/v met talent

Veel projecten, dus ook veel mensen nodig. DOt heeft niet enkel een vast praesidium, per project zoeken we iemand die de coördinatie op zich wil nemen. Verder werken we ook met ‘losse medewerkers': mensen die wel geïnteresseerd zijn en eens een handje willen komen helpen, maar niet elke keer willen vergaderen. Van beide soorten kunnen we nog hard helpende handen gebruiken. Ben je geïnteresseerd? Stuur dan snel een mailtje naar nieuwsbrief@dotua.tk!

 

DOt dan!

Binnenkort is het de UA-is-verkocht-Week. Volgend jaar gaat het wisselbekerproject verder en in oktober organiseren we de tweedehands boekenmarkt op de Stadscampus. Als je nog sneller iets van ons wil weten, surf dan naar onze website op!

 

 

Tim Goedemé,
Praeses DOt ’04-‘05



08/04/2005
🖋: 
Auteur extern
Soetkin Desmet

De Universiteit Antwerpen is helemaal verkocht ... voor fairtrade. Sinds het begin van dit academiejaar biedt de universiteit fairtradeproducten aan in de koffie- en snoepautomaten van verschillende faculteiten – bijvoorbeeld in 'de kelder' van de R-blok op de Stadscampus en in de R- en S-blok op de Campus Drie Eiken.

Restaurants, cafetaria's en de centrale diensten nemen al langer fairtrade af. De universiteit sluit zich daarmee aan bij de campagne “Ik ben verkocht” waarmee drie Vlaamse ngo's drie jaar lang het idee van rechtvaardige wereldhandel onder de aandacht willen brengen.

Ook DOt, het Duurzaam Ontwikkelingsteam van UA-studenten, is helemaal verkocht. Daarom organiseert DOt in samenwerking met de catering van de universiteit een driedaagse in het teken van fairtrade, met een (h)eerlijke menu in de studentenrestaurants, info en animatie. Dinsdag 26 april in de Agora op de Stadscampus, Woensdag 27 april in het restaurant (gebouw T) van de Middelheimcampus, Donderdag 28 april in 't Kaf op de Campus Drie Eiken, telkens tussen 12h30 en 14h!

 

Wat is fairtrade?

Koffie, suiker, cacao bananen en thee zijn voorbeelden van producten die we hier in het Noorden zowat dagelijks consumeren. Voor veel boeren in het Zuiden is de teelt ervan hun belangrijkste bron van inkomsten. Hoewel productie voor de lokale markt duurzamer is, werd export naar het rijke Westen jarenlang als veel winstgevender beschouwd. Maar tegen de toenemende concurrentie van multinationale bedrijven die de wereldmarktprijzen doet kelderen, kunnen kleine producenten niet op. Tegelijk zorgt de vrije markt ervoor dat goedkope overschotten uit het Noorden ook de interne markten in het Zuiden overspoelen. Hierop wil fairtrade een antwoord bieden. Coöperaties van kleine producenten die een deel van hun productie aan fairtradevoorwaarden verkopen, krijgen daarvoor een prijs die hoger ligt dan de wereldmarktprijs. Die premie investeren ze in sociale voorzieningen, en ecologische productie, waardoor hun waren op de interne markt een verschil kunnen maken. Kleine producenten krijgen hierdoor meer overlevingskansen en staan sterker om hun rechten tegenover tussenhandelaren af te dwingen. Tegelijk dient fairtrade als voorbeeld van een handelspartnerschap tussen Noord en Zuid, op basis van transparantie en dialoog. Hiermee richten fairtrade-organisaties hun politieke eisen aan beleidsmakers op nationaal en internationaal niveau, om de regels van de wereldhandel rechtvaardiger te maken.

 

De campagne

Door zoveel mogelijk mensen, bedrijven, organisaties, winkels, horecazaken ‘verkocht' te verklaren, willen Max Havelaar, Oxfam-Wereldwinkels en Vredeseilanden het brede maatschappelijke draagvlak van fairtrade zichtbaar maken om hun eisen kracht bijzetten. De bedoeling is om na drie jaar zoveel mogelijk FairTradeGemeentes in Vlaanderen te hebben, waarvan ook het stadsbestuur duurzame ontwikkeling actief gaat promoten en initiatieven ondersteund. De universiteit is de eerste instelling in Antwerpen die officieel verkocht is, en geeft daarmee het startschot om ook Antwerpen tot FairTradeGemeente te maken. De keurmerkorganisatie Max Havelaar kent een label toe aan producten die aan de criteria van fairtrade voldoen. Oxfam-Wereldwinkels is niet alleen de grootste verdeler van fairtradeproducten, maar ook een beweging van meer dan 200 wereldwinkelgroepen die educatieve campagnes voert en aan lobbywerk doet. Duurzame landbouw is de specialiteit van de ontwikkelingsorganisatie Vredeseilanden. Naast begeleiding van partners in het Zuiden doet ook ze ook aan beleidsbeïnvloeding op het vlak van Noord-Zuidrelaties.

 

Ben jij al verkocht?

Fairtradeproducten kun je aan één van onderstaande logo's herkennen. Ze zijn niet alleen in alle Oxfam-Wereldwinkels te koop, maar ook in heel wat supermarkten en biowinkels. De koffieautomaten op de universiteit schenken Max Havelaar en in de snoepautomaten Yuca Chips en chocoladerepen van Oxfam Fairtrade, Probeer ze uit en proef het verschil! Meer info: www.ua.ac.be/dot

 

 

Soetkin Desmet



08/04/2005
🖋: 

Eind februari werd het ModeMuseum aangekleed met een nieuwe thematentoonstelling: BEYOND DESIRE. Over verlangen, attitude en styling in Afrikaanse en Westerse culturen, maar vooral over het wederzijdse streven naar een persoonlijke stijl. Door het Westerse verlangen naar exotisme en het Afrikaanse verlangen naar luxe inspireren en kopiëren de beide culturen elkaar en doen ze er hun eigen ding mee. Verder dan het verlangen dus. In de tentoonstelling worden de verschillen, de clichés, de overeenkomsten, de kitsch onder de loep genomen. dwars geeft u een rondleiding tussen de afrokapsels, animale tijgerprints, modeshows van YSL en D&G en de Kongolese modemaffia.

Kleren leven

De filosofie van het modemuseum is er geen van statische etalagekasten en dode paspoppen. De natuurlijke omgeving van mode is dicht bij mensen en moet dus ook zo getoond worden. Je krijgt niet alleen kleren te zien, maar ook platenhoezen en gemanipuleerde covers van grote magazines als Vogue en Cosmopolitan. Foto's tonen hoe typisch Afrikaanse kapsels met vlechtjes en dreadlocks hun ingang vinden in de haute couture en al overduidelijk ingeburgerd zijn in ons modebeeld. Reclameborden van DIESEL uit 2001 met de quote: “What if Africa were the ruling centre of the world?” laten je een omgekeerde wereld zien. Grote kanonnen zoals Christian Dior Couture, Roberto Cavalli, Yves Saint Laurent Rive Gauche tonen de etnische invloeden in hun zomercollecties en luipaard- en tijgerprints. De tentoonstelling sluit af met een ‘'Xuly Bët Funkin' - 'Fashion Factory INC'-shop, een hippe winkel die helemaal in de Kammenstraat lijkt te passen, maar met typisch Afrikaanse prints en stijlen.

 

Labelgeil

Zeker niet te missen is ‘'The importance of being elegant', een documentaire over Kongolese ‘sapeurs. La Sape (La Société des Ambianceurs et des Personnes Elégantes) is een beweging van Kongolezen in Parijs en de Brusselse Matongewijk. Deze jongeren creëren zich een sociale identiteit door het dragen van peperdure haute couture zoals Cavalli, Dolce&Gabanna en Versace in voor ons soms verschrikkelijk vreemde combinaties. Namaak is doodzonde en er is een voortdurende strijd om de hoogste sapeur in rang te zijn. Hier zie je duidelijk hoe de straat de mode kan beïnvloeden en hoe anders je kan omgaan met haute couture.

 

Praktisch

De tentoonstelling Beyond Desire loopt nog tot 14 augustus in het ModeMuseum in de Nationalestraat. Tegelijkertijd loopt er in de MoMu-galerij op het gelijkvloers MARIAGES, een tijdelijk project waarin twee kunstenaars (dit kan een fotograaf en een designer zijn bijvoorbeeld) een ‘huwelijk aangaan en samen ontwerpen. Er is ook een ruimte voorzien voor de laatste creaties van de Antwerpse school zoals Dries Van Noten en AFVandervorst. En al dit lekkers voor maar 4€. Maar leest u het allemaal gerust eens na op www.momu.be.



editoriaal
05/04/2005
🖋: 

Studeren is werken. En werken is studeren. Uit het recent bekendgemaakte VDAB-rapport over de arbeidsmarktkansen van schoolverlaters blijkt alvast dat een universitair diploma aanzienlijk hogere kansen biedt op een job.

Maar om te kunnen studeren, moeten veel studenten in eerste instantie al werken. Het studentenleven is immers duur en voor wie het thuis wat minder breed heeft, zijn alle extra centen meer dan welkom. Een studiebeurs kan daarbij helpen, maar volstaat meestal niet. En dus nemen vele studenten een extra job tijdens het weekend of tussendoor in de week er graag bij. Sommige studenten zijn daarbij creatiever en ondernemender dan anderen. Zo brengen we u deze maand het verhaal van een studente die zich, om haar studies te kunnen betalen, prostitueert. Een harde confrontatie met de universitaire en maatschappelijke realiteit, zo blijkt. Wie staat immers klaar om deze studentes op te vangen als het fout gaat? Het is niet omdat prostitutie al te vaak een maatschappelijk taboe is, dat dat onder studenten ook zo hoeft te zijn.

 

Verder onderzoek naar de verspreiding van prostitutie onder studenten lijkt aangewezen. De studente die in dit nummer aan het woord komt, is immers geen alleenstaand geval. Harde cijfers moeten uitwijzen hoe groot de problematiek in werkelijkheid is, en kunnen indicaties geven voor mogelijke oplossingen. In ieder geval blijkt nu al dat de mazen van ons sociaal vangnet niet overal even groot zijn. Wie zocht er nog een thesisonderwerp? Verder hebben we in dit nummer aandacht voor de initiatieven van Netwerk Vlaanderen rond ethisch bankieren, duurzame ontwikkeling aan onze universiteit, de abdij van Westmalle die blokkende studenten opvangt, en nog veel meer. Veel leesplezier!