Gesprek met berucht journalist Douglas De Coninck
16/03/2007
🖋: 
Auteur

“Volgens mij heeft Douglas De Coninck al meer misdaden opgelost dan de federale politie”, schrijft een anonieme lezer in Humo’s lezersbrievenrubriek. Een boude stelling, maar ver zal de briefschrijver in kwestie er heus niet naast zitten.

De Coninck staat immers bekend als dĂ© speurneus van de Vlaamse journalistiek. ControversiĂ«le dossiers die niet door hem onder de loep zijn genomen, zijn op één hand te tellen. En het mag gezegd worden: maar al te vaak haalt De Coninck nieuwe elementen of getuigenissen naar boven. Het maakt hem tot ’s lands meest notoire onderzoeksjournalist, wat meteen voldoende aanleiding is voor een gesprek. Hoewel er eerst iets rechtgezet diende te worden.

Douglas De Coninck Ik ben geen onderzoeksjournalist.

 

(lacht)

De Coninck Echt niet.

 

(met stijgende verbazing) Nee?

De Coninck Ik vind van niet. Ik probeer onderwerpen misschien vanuit een andere invalshoek te benaderen, maar maakt dat me een onderzoeksjournalist? Er komt vaak iets voorbij in het nieuws dat geen steek houdt. Zo voel ik dat toch aan. Dan ga ik dieper graven: nieuwe bronnen raadplegen of eens andere betrokkenen aan het woord laten. Het verbaast me juist dat niet meer journalisten dat doen.

 

Je collega’s zullen het graag horen.

De Coninck Vraag me niet waarom Vlaamse journalisten vaak niet verder kijken dan hun neus lang is. Ik kan het ook niet goed verklaren. Er heerst zo’n beetje een ons-kent-ons-cultuur die de berichtgeving enorm eenzijdig maakt. Voor De Morgen ben ik nog redacteur geweest voor de regio Brussel. Daar waren ook nog redacteurs van pakweg De Standaard, Het Nieuwsblad, Het Volk, ik zeg maar iets. Op persconferenties waren altijd dezelfde tien journalisten present. Na verloop van tijd beginnen die elkaar te helpen, of aan te vullen waar nodig. Informatie wordt volop uitgewisseld. Ik zeg niet dat dat zo’n schande is, maar bevorderlijk voor de objectieve journalistiek kan het niet zijn, zo’n clubje dat nauw samenwerkt. Na de regio Brussel te verslaan, heb ik ook nog Luchtvaart gedaan. Daar waren het ook weer steeds dezelfde journalisten. En zo gaat het er overal aan toe, denk ik. Bij de journalisten die de rechtszaken doen of de mannen van sport, zal het echt niet anders zijn.

 

De Morgen heb je ondertussen voor Humo verruild.

De Coninck Bij Humo krijg je de kans om je ding te doen. Het is een weekblad, dus je moet altijd wel even wachten voor een van je primeurs gepubliceerd wordt: dat steekt soms wel een beetje. Maar ik werk er ontzettend graag. De laatste jaren was de redactie de progressieve oriëntatie wel wat uit het oog verloren. Het werd meer het blad van de betere BV, terwijl samenlevingsgerichte onderwerpen minder aan bod kwamen. Een kwalijke evolutie, maar er is nu toch opnieuw een en ander in beweging gezet.

 

De enige stommerik

Ook je artikels voor Humo lokken heel wat controverse uit.

De Coninck En wat dan nog?

 

Het stuk over Guido Demoor staat ons nog levendig bij. De man liet het leven bij een schermutseling op de bus. In tegenstelling tot de reguliere pers stelde je dat het niet enkel de schuld was van enkele jonge allochtonen die hem geslagen hadden.

De Coninck Na de moord op Guido Demoor is er een hetze door de media op gang gebracht die weinig plaats liet voor enige nuance. Ik zat in de wagen en hoorde plots op de radio dat zes allochtonen een man vermoord hadden, op klaarlichte dag, in een bus van De Lijn. Dat is erg, maar is daarmee alles gezegd? Een paar dagen later wordt er een immense klopjacht uitgevoerd in het migrantenmilieu van Antwerpen, door de antiterreureenheid, met de steun van een helikopter. Nadat de vermoedelijke daders opgepakt zijn, moet Verhofstadt zonodig het parket feliciteren met het uitstekende speurwerk. De storm gaat wat liggen, en dan komt de ene zogenaamde moordenaar vrij, en dan de volgende. Twee weken later zitten er nog maar twee mogelijke betrokkenen in de cel. Ben ik dan de enige stommerik die zich afvraagt: klopt dit wel? Hebben journalisten het totaalplaatje in beeld gebracht?

 

Door te stellen dat de schuld niet enkel bij de vermeende moordenaars ligt, ga je lijnrecht in tegen de consensus die de media wekenlang gepresenteerd heeft.

De Coninck Demoor is niet gestorven omdat hij wat klop heeft gehad van een paar allochtonen, denk ik. De nagel van zijn pink is gescheurd, hij heeft een vuistslag op de kin gekregen en hier en daar had hij nog een blauw plekje, maar daar stopt het. Dat die man de keel begon dicht te knijpen van een ventje dat twee koppen kleiner was, wordt nogal snel over het hoofd gezien. Na de schermutseling heeft Demoor een hersenbloeding gekregen. Ja, hoe je het ook draait of keert, uiteindelijk was dat niet meer dan een banaal incident. Er zal misschien wel ergens een causaal verband zijn, maar dat is niet erg duidelijk. Wie of wat zou mij dan moeten tegenhouden dat verhaal te brengen?

 

De weduwe van Demoor misschien; het lijkt me niet zo aangenaam met een dergelijk artikel geconfronteerd te worden in de rouwperiode.

De Coninck Ik denk ook niet dat het voor die zes onschuldige kinderen leuk was om gearresteerd te worden. Niemand denkt blijkbaar aan hĂșn levens, hĂșn familie. De weduwe van Guido Demoor heeft klacht tegen me ingediend bij de Raad voor Journalistiek.

 

De Raad achtte haar klacht gegrond.

De Coninck Je moet weten dat enkele collega’s van Demoor hun steun toen zijn gaan betuigen bij de familie thuis. Die mannen hebben daar een paar boeken zien staan die op zijn minst van bedenkelijke aard zijn. Nu schets ik de zitting van de Raad even voor je: de weduwe van Demoor komt binnen binnen met een aantal van die boeken, ploft ze op tafel neer en stelt dat dat onschuldige werken zijn. Een van die boeken was wel geschreven door de leider van het VNV tijdens de Tweede Wereldoorlog: één van ’s lands grootste neonazi’s, maar dat wist mevrouw Demoor blijkbaar niet. De Raad is haar niettemin gevolgd. Ze wou geen uitspraak doen over de essentie van mijn artikel, namelijk dat uit de autopsie bleek dat Guido Demoor overleden is aan een hersenbloeding en niets anders. Omdat er nog geen proces geweest is, zei de Raad. Maar dat argument geldt blijkbaar maar in één richting.

 

Je geniet er een zekere reputatie.

De Coninck (grijnst) Mochten ze ooit een rangschikking publiceren van journalisten waartegen de meeste klachten ingediend zijn, ik zou ongetwijfeld bovenaan prijken. Zo is er een topambtenaar die elke keer als ik iets over hem schrijf, een klacht neerlegt. Ik kan het me niet meer aantrekken.

 

Halen al die klachten je geloofwaardigheid niet onderuit?

De Coninck Af en toe maak je fouten als journalist. En als je dat niet durft toegeven, dan ben je niet integer bezig. Iedere journalist heeft zo bijvoorbeeld wel eens fout nieuws verspreid. Dat gebeurt vaak ten laste van het parket. Dat kan ook vragen geen nieuws te verspreiden: een voorbeeld hiervan is de zaak van X-getuigen.

 

De tanden erin zetten

Getuige X1, of Regina Louf, beweerde dat ze jarenlang misbruikt werd door een vermeende pedofielenbende, die leden tot in de hoogste regionen van de Belgische politiek had. Begin ’98 heb je samen met enkele collega’s van De Morgen de zaak voor het eerst naar buiten gebracht.

De Coninck Veel mensen denken dat Regina Louf voor het eerst opgedoken is in de Morgen. Maar dat is helemaal niet waar. Het is niet alsof wij plots met haar op de proppen kwamen. Voor ze in De Morgen aan bod kwam, was ze al zeventien keer ondervraagd door de politie, met psychiaters erbij. Er zijn drie onderzoeken heropend naar onopgeloste moorden, en er zijn ettelijke bijeenkomsten van de procureurs-generaal geweest. De gerechtelijke wereld vond dit belangrijker dan de Agusta-affaire, dan de Bende van Nijvel zelfs. Veel journalisten wisten dat er iets groots zat aan te komen. En dan viel het onderzoek plots stil. Zes maanden later hebben wij het verhaal naar buiten gebracht.

 

Waarom hebben jullie het wel gepubliceerd en de andere media niet?

De Coninck Je moet weten dat procureur Bourlet alle hoofdredacteurs samengeroepen had op een geheime vergadering. Hij smeekte ze voorlopig niets te schrijven over dit dossier, of over de nevendossiers. De kranten wisten ook niet precies wat er gaande was, enkel heel vage dingen. Nadat het onderzoek enkele maanden stil gelegen had, hebben we bij De Morgen onze tanden erin gezet. Na lang zoeken hebben we Regina Louf gevonden. Ook wij hadden onze twijfels bij haar getuigenis. Maar goed: het gerecht heeft haar al die maanden zo serieus genomen en heeft zoveel middelen gemobiliseerd. Waarom mochten wij dan niet hardop in de krant de vraag stellen: waarom eerst wel en opeens, van de ene dag op de andere, niet meer?

 

Wat ze beweerde over de internationale pedofilienetwerken, de daaruit resulterende moorden en de betrokkenheid van toppolitici, klonk niet altijd even waarschijnlijk.

De Coninck Bij De Morgen hebben wij nooit gesteld dat Regina Louf de volledige waarheid vertelde. Ik heb in die tijd vaak gepraat met slachtoffers van pedofilie en incest. Die mensen hebben heel wat meegemaakt in hun jeugd. Ze verdringen die gebeurtenissen, maar de herinneringen aan het misbruik blijven in hun achterhoofd rondspoken. Zoveel jaar na datum is het onmogelijk alles volledig en correct te verklaren. Maar wil dat daarom zeggen dat er niets van waar is? Regina Louf kende heel wat zaken over de vermoorde meisjes die verder niemand wist: dat lijkt me geen toeval.

 

Keien verleggen

Je hebt, samen met Annemie Bulté en Marie-Jeanne Van Heeswijck, een boek geschreven over de hele affaire.

De Coninck Er is ontzettend veel kritiek op gekomen vanuit de Belgische media, maar uiteindelijk heeft niemand dat boek gelezen, hoor. In het buitenland heeft het daarentegen wel de nodige aandacht gekregen. De BBC heeft het nog gebruikt als een draaiboek voor een reportage over het onderwerp. Ook Nederlandse, Franse en Duitse tv-zenders hebben er documentaires op gebaseerd. Het ging daar telkens om teams van topjournalisten die maanden aan de zaak gewerkt hadden en die net als wij slechts konden vaststellen dat het Belgische gerecht het vertikt om tientallen simpele vragen over oude kindermoorden op te helderen. Geen enkele van de moorddossiers die ten tijde van de zaak-X1 heropend werden, is achteraf opgehelderd.

 

Zal er ooit terug schot in de zaak komen?

De Coninck Nee, nooit.

 

Er is toentertijd heel wat te doen geweest over de berichtgeving van De Morgen omtrent de X-getuigen. Was je niet bang voor al te verontwaardigde reacties?

De Coninck Ik schat de reacties op mijn artikels altijd compleet verkeerd in. Maar sowieso vind ik niet dat een journalist zich moet bezighouden met te kijken naar wat zijn stuk teweeg brengt.

 

Je houdt er dus geen rekening mee dat je stukken een bepaalde invloed zullen hebben?

De Coninck Ik sta daar echt niet bij stil. Mijn stukken hebben meestal weinig politiek draagvlak, dus je kan me al niet verwijten de politieke agenda te bepalen. Als ik ergens het verschil gemaakt heb, dan is het met mijn stukken over gebonden ontwikkelingssamenwerking. Die gebonden hulp betekende dat de overheid Belgische bedrijven hielp aan contracten in ontwikkelingslanden. Ik ben dat eens beginnen uitvlooien. Het bleek dat het de bedoeling van die bedrijven was om compleet nutteloze fabrieken in Afrika te bouwen, en daar nog geld voor te krijgen ook. Als journalist is dat heel simpel: er staat hier al tien jaar een glasfabriek in Tanzania en tot op heden is er nog geen enkel stuk glas gemaakt. De fabriek heeft wel een heleboel geld gekost. Dan weet je het wel. Een parlementaire onderzoekscommissie heeft toen mijn artikels van a tot z uitgeplozen, en me gelijk gegeven. Die vorm van ontwikkelingssamenwerking is toen ook afgeschaft. Als ik ergens een kei in de rivier verlegd heb, dan is het daar wel.

 

Maar daar is het je dus niet om te doen?

De Coninck Ik vertrek toch liever vanuit mijn eigen verwondering, en ga dan kijken wat er aan de hand is. Het gaat er mij niet om de politieke agenda helemaal overhoop te gooien. Als de media weer uitblinkt in eenzijdige berichtgeving, dan wil ik het gewoon eens van een andere kant bekijken. Meer schuilt er echt niet achter.

 

Beloofd?

De Coninck Beloofd.



De Snor Van De Maand
15/03/2007
🖋: 
Auteur

Vanaf heden looft dwars elke maand De Snor uit aan wie zich op een uitzonderlijke manier in de actualiteit wist te werken. Omdat dwars vindt dat de verdiensten van sommige personen al te weinig in de kijker worden gezet en omdat dwars van snorren houdt. Van alle vormen van gezichtsbeharing is de snor namelijk zonder twijfel de meest karaktervolle. Lieve lezer, laat uw compulsieve wenkbrauwepilatiedrang voor wat hij is en dompel uzelf onder in de wondere wereld van de moustache, de sneusj, het sprekende neushaar, quoi. Net zoals deze maand OpenVLD’ster Margriet Hermans dat deed.

Wie Margriet Hermans zegt, denkt natuurlijk meteen aan haar senatorenambt, dat ze met verve vervult. Maar misschien kent u deze volksvertegenwoordigster ook nog als allround artieste. Haar omvangrijke muzikale oeuvre omvat hits als ‘Alle Mooie Mannen Zijn Zo Lelijk (Als Ik Jou Zie)’ en ‘Een Vriend’, en op de VRT was Margriet jarenlang een graag geziene gastvrouw, gekenmerkt door een gulle bulderlach en een brede maatschappelijke interesse.

 

Die maatschappelijke interesse vertaalde zich onlangs in een misschien wat krasse, maar zeker moedige uitspraak. In het vakblad ‘TV-Familie’ liet Margriet zich ontvallen dat drugsverslaafden door de staat “moeten behandeld worden als waanzinnigen.” Senator Margriet liet het natuurlijk niet bij deze ene, wat ongenuanceerde zin; veeleer werkte ze meteen een heel plan uit om ons mooie land te behoeden voor spuiters, slikkers en snuivers: “We moeten gevangenissen voor drugsverslaafden bouwen en die mensen behandelen en opsluiten tot ze volledig genezen zijn. En hen tijdelijk onvruchtbaar maken, zodat ze zich niet meer kunnen voortplanten.”

 

Kijk, daar heeft dwars alle respect voor. Het moet maar eens gedaan zijn met al die zwangere heroïnehoeren, die de stamcellen van hun kleine zouden ruilen voor wat paddestoelen als ze even konden. Als al die junks achter slot en grendel zitten, kunnen onze oma’s eindelijk weer veilig de straat op na het laatavondjournaal. U zal weer kunnen rondhuppelen in stadsparken allerhande, zonder de vrees om in een met hiv besmette naald te trappen.

 

Dat OpenVLD Margriets vooruitstrevende ideeën niet meteen volgt, is ongetwijfeld maar een kwestie van tijd. Wie kent immers niet de voortrekkersrol die deze onvervaarde politica binnen de blauwe partij speelt?

 

dwars weet meer dan zeker dat de liberalen Margriet nu nog steviger aan hun boezem zullen drukken. Waar vind je immers nog iemand die zo capabel de stem van het volk vertolkt? dwars wil Margriet bedanken voor haar moedige plan en kent haar daarom de Snor Van De Maand Maart toe. Een snor die zij niet zonder trots mag dragen, als bewijs van haar niet aflatende inspanningen om van deze wereld een mooiere plaats te maken. Beste Margriet, respect.



blijft er geen inhoud meer over...
21/02/2007
🖋: 

De geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaar. Enkel de Jedi konden hieraan ontsnappen tijdens de keizerlijke overheersing, maar dan vooral omdat ze twee moon sized battle stations tot schroot hadden herleid. Lang vóór ‘a long time ago
’ was er echter een twist met iets meer
 diepgang: Socrates versus de sofisten. Aangezien ‘sofist’ vandaag de dag ‘leugenaar’ betekent, lijkt het duidelijk wie er gewonnen heeft.

Met een hoofdredacteur die te pas en te onpas haar kandidaatsdiploma Filosofie in mijn gezicht smijt, moet ik oppassen met mijn uitspraken over ‘het leven’. Gelukkig is mijn persoonlijke overtuiging, die ik hier zal proberen neer te pennen, er één die dat gemakkelijk naast zich neer kan leggen. Die overtuiging – noem het een levensbeschouwing, zo u wil – leunt een stuk dichter aan bij de verguisde sofisten dan bij Socrates.

 

Aangezien ik niet veel plaats heb, wou ik het geheel zodanig simplificeren dat ik hoogst waarschijnlijk op de hit list van de filosofische wereld terecht zou komen. Na een bolwassing van mijn hoofdredacteur zal ik er echter geen enkele filosofische pretentie meer aan vasthangen, en de twee standpunten (die al dan niet iets met de Klassieke Oudheid te maken kunnen hebben) naakt tegenover elkaar plaatsen.

 

Aan de ene kant is er de mogelijkheid dat elke vraag en elk probleem één juiste oplossing heeft. Deze unieke oplossing, die gelijk is voor iedereen, valt niet makkelijk te bereiken, maar elke dag brengt ons dichter bij deze waarheden. Het impliceert dan ook een ultiem eindpunt, een moment waarop onze samenleving en onze culturele ontwikkeling ‘af’ zullen zijn.

 

Aan de andere kant kan men onze realiteit als voortdurend vormend zien: elk moment in ons bestaan herwerken we de antwoorden die we hebben, doen we sommige vragen af als achterhaald en komen er nieuwe vragen aan de orde.

 

Voor al te veel nuance heb ik niet echt plaats, mijn excuses. Ondertussen zegt de verantwoordelijke fotografie me dat een halve bladzijde wat weinig is om iets zinnigs te zeggen over een onderwerp waar al boeken en boeken over volgeschreven zijn. Tant pis, laat hem maar bij zijn filmrolletjes blijven.

 

Het eerste idee hangt op veel manieren samen met de god van onze monotheïstische religies: ik ben hem (of haar (of het)) reeds lang ontgroeid en hij (of zij (of het)) leidt geregeld tot bloedvergieten. Of wordt er alleszins als excuus voor gebruikt. Misschien laten we god tegen de volgende eeuw eindelijk vallen. Dan
 *zucht* dan zijn we weer een klein stapje verder op de oneindige weg die het menselijke ras afwandelt. Sorry, mijn plaats is op.



Vrije tribune voor de vrijzinnige dienst
21/02/2007
🖋: 
Auteur extern
Jurgen Slembrouck

Mogelijk heeft de voorbije weken een fascinerende poster ook jouw aandacht getrokken: een gedetailleerde röntgenopname van het hoofd van een man en vrouw die elkaar met het puntje van de tong raken. Met dit beeld â€“ Lick 1 van kunstenaar Wim Delvoye â€“ werd je warm gemaakt voor het programma ‘Tussen lust en zonde’, zeven activiteiten over seksualiteit en erotiek. Op het menu hiervan stonden toneel, films, lezingen, poĂ«zie en een getuigenis over leven met hiv. Alle activiteiten hadden tot doel te sensibiliseren over veilig vrijen en te peilen naar jouw mening over de plaatsing van condoomautomaten op de stadscampus. Geen overbodige luxe, als je bedenkt dat door onveilige seks in 2005 elke dag 3 mensen in BelgiĂ« te horen kregen dat ze hiv-positief waren: een stijging met 7% in vergelijking met 2004.

Met die cijfers in het achterhoofd lijkt het voor de hand te liggen dat je op de verschillende campussen van de universiteit condoomautomaten zou vinden. Voor de buitencampussen is dat inderdaad het geval. Daar vind je ze in sommige dames- en herentoiletten en worden er ook via de snoepautomaten condooms te koop aangeboden.

 

Op de stadscampus is dat echter niet zo. Nochtans is dit ook bij de studenten van de stadscampus de realiteit: wisselende seksuele contacten zijn er niet ongewoon. Men kan die promiscuĂŻteit betreuren of afkeuren, maar dat verandert niets aan de feiten: wisselende seksuele contacten zijn eerder regel dan uitzondering.

 

Reeds vorig academiejaar stelde dwarsjournalist Mehdi Koocheki in zijn artikel ‘A bas le condom sanitaire?’ die verschillende preventiepolitiek aan de kaak. Zijn vraag naar het waarom ervan werd een agendapunt op de vergadering van de sociale raad. In het verslag lezen we: “Het is duidelijk dat de Stadscampus in een totaal andere omgeving gesitueerd is dan de buitencampussen. Deze laatste liggen buiten de dorps- annex winkelkernen, terwijl de Stadscampus ingebed ligt in het centrum van Antwerpen Ă©n omgeven door handelszaken. Uiteraard zijn er in het stadscentrum een flink aantal plaatsen waar men condooms kan aanschaffen... Conclusie: Men ziet geen noodzaak in het bijkomend plaatsen van condoomautomaten in de gebouwen van de Stadscampus.”

 

De aanwezigheid van verkooppunten in de onmiddellijke omgeving van de stadscampus lijkt een drogreden. Men kan diezelfde logica immers ook toepassen op tal van andere zaken: snoep en frisdrank, bijvoorbeeld. Waarom wel snoep- en frisdrankautomaten op de stadscampus, maar geen condoomautomaten? De reden ligt voor de hand: snoep en frisdrank zijn levensbeschouwelijk neutraal, seksualiteit is dat niet.

 

Schuilt er een fundamentalistische visie achter de afwezigheid van condoomautomaten? Mag seksualiteit alleen beleefd worden in een langdurige monogame relatie, idealiter met het oog op het hebben van kinderen? In dat geval zijn condooms onnodig. Volgens deze visie leidt het aanbieden van condooms onherroepelijk tot moreel verval. Ze maakt trouwens ook elke nuance onmogelijk.

 

Met het programma ‘Tussen lust en zonde’ werd die nuance wel aangebracht. Er werd gepleit voor een respectvolle en bewuste seksualiteit waarbij de ander niet enkel een middel is ter bevrediging van de eigen verlangens, waar zelf gekozen grenzen uiting geven aan wederzijds respect en verbondenheid.

 

Een seksualiteit die zich bewust is van het gevaar van seksueel overdraagbare aandoeningen en aanspoort tot verantwoordelijkheid. Een humanistische visie die met andere woorden niet afkerig staat ten aanzien van genot, die een persoonlijke invulling toejuicht en waarbij condoomgebruik een normaal onderdeel is van een preventiebeleid.

 

Het plaatsen van condoomautomaten op de stadscampus zou de verantwoordelijkheidszin van de universiteit benadrukken en de eenheid van de instelling onderstrepen. De peiling die massaal werd ingevuld, ondersteunt die visie ten volle.

 

 

Jurgen Slembrouck
Vrijzinnige Dienst



Eigen gelijk eerst
20/02/2007
🖋: 
Auteur
Auteur extern
Boudewijn Bouckaert en Matthias Storme

“Discriminatievrijheid of discriminatieverbod” is het thema van het laatste debat van het Academisch Forum. dwars biedt u alvast een korte smaakmaker. Boudewijn Bouckaert is voorzitter van Nova Civitas. Deze vzw kende enkele jaren geleden de Vrijheidsprijs toe aan Matthias Storme omwille van diens standpunten over discriminatievrijheid

Bouckaert is niet te vinden voor overheidsmaatregelen tegen discriminatie. Naima Charkaoui daarentegen is wél gewonnen voor legale maatregelen: als coördinator van de vzw Minderhedenforum wordt zij dagelijks geconfronteerd met de benadeling van minderheidsgroepen.

Contra

De Romeinen drukten het mooi uit. ’Non omne quod licitum est, honestum est’. Niet alles wat juridisch toegelaten is, is daarom moreel netjes. Het ongelijk behandelen van mensen zuiver op grond van hun huidskleur, geloofsovertuiging of politieke overtuiging is inderdaad in vele gevallen moreel verwerpelijk. Dikwijls valt deze ongelijke behandeling te verklaren door de vrees voor de onbekende of door het woekeren van een slechte collectieve reputatie. Een verhuurder durft zijn woning niet verhuren aan een zwarte kandidaat-huurder omdat hij dit niet gewoon is en vreest voor slechte betaling of vernielen van de inboedel. Een cafĂ©-uitbater laat een jongen van Marokkaanse afkomst niet binnen omdat Marokkanen de reputatie hebben boelmakers te zijn. Het veroordelend vingertje omtrent dit discriminatorische gedrag gaat meestal uit van instanties die zich via overheidsgeld van elk economisch risico hebben weten vrij te stellen. Hun moreel gezag is dan ook niet bijzonder groot. Maar toch blijft het zo dat het ten sterkste moet ontmoedigd worden. Discriminatie op grond van collectieve kenmerken zoals huidskleur, geeft blijk van wantrouwen in de medemens en leidt tot polarisatie tussen collectieve groepen die in een samenleving nochtans tot samenwerking gedoemd zijn. Het tegengaan van dergelijk discriminatorisch gedrag is dus een goede zaak. Is antidiscriminatiewetgeving daarvoor echter de geĂ«igende weg? Moet het, omdat het moreel verwerpelijk is, daarom ook juridisch verboden worden, wat meteen het inzetten van het repressieapparaat van de overheid impliceert? De verleiding is groot alles wat moreel verwerpelijk is via overheidsoptreden te willen bannen. Dat is echter niet de weg die onze Westerse beschaving gekozen heeft. Via een kader van individuele rechten, gaven we de burgers een morele ruimte waarbinnen ze naast hun eigenbelang ook hun morele perfectie kunnen nastreven. De collectivisering van de morele perfectie via bijvoorbeeld antidiscriminatiewetgeving schakelt ons uit als morele actoren. Bovendien leidt de repressieve aanpak tot maatschappelijke polarisatie, net het tegenovergestelde van wat men ermee wou bereiken. Antidiscriminatiewetgeving is daarom beschavingsdestructief. Het geleidelijk doen wegebben van vooroordelen via vrijwillige actie en dialoog (bijvoorbeeld tussen cafĂ©-uitbaters, gemeentelijke overheden en vertegenwoordigers van de gediscrimineerde groepen) effent het pad voor een duurzaam samenleven van diverse bevolkingsgroepen.

 

Boudewijn Bouckaert is hoogleraar Rechten aan de UGent en voorzitter van de vzw Nova Civitas.

 

Pro

Op 19 maart vindt er in Antwerpen een debat plaats over de vraag of je discriminatie mag verbieden. Waarom zou dát een interessante vraag zijn? Men kan evengoed debatteren over de vrijheid om wapens te dragen of om afval te dumpen in natuurgebied. Discriminatie is niet enkel moreel verwerpelijk: het recht om gelijk behandeld te worden – ongeacht geslacht, afkomst, seksuele geaardheid 
 – is een fundamenteel mensenrecht.

Discriminatie schaadt de rechtstreeks betrokkene Ă©n de hele samenleving. Wanneer bijvoorbeeld een competent persoon niet op de juiste functie terechtkomt door een ‘verkeerde’ afkomst, mist de economie kansen.

Desondanks is discriminatie wijdverbreid. Sinds de studie van het Internationaal Arbeidsbureau uit 1997 twijfelt geen enkele sociale wetenschapper eraan dat allochtone Belgen gediscrimineerd worden op onze arbeidsmarkt. Allochtonen ondervinden discriminatie dagelijks aan den lijve bij het uitgaan, op de woonmarkt, enzovoort.

De juiste vraag is niet waarom, maar hoe de overheid efficiënt discriminatie kan bestrijden. Een sterk juridisch kader is onontbeerlijk. In vergelijking met andere Europese landen is de bestraffing van discriminatie in België erg zwak. De Europese Commissie tikte ons land op de vingers omdat het Europees antidiscriminatieverbod slecht is omgezet in Belgisch recht. Onze antidiscriminatiewet is een papieren tijger zonder tanden. De slachtoffers hebben er niets aan.

Waarom dan een debat rond holle frasen als “een tolerant persoon discrimineert intolerantie”? Het is al bedroevend genoeg dat de Vlaamse overheid nog geen antidiscriminatiedecreet heeft. Het is al bedroevend genoeg dat werkgevers die zwart op wit toegeven dat ze discrimineren (Feryn, Eurolock) intussen vrijuit gaan. Het Minderhedenforum staat open voor elke discussie, maar niet voor abstract gefilosofeer over de zin en onzin van wetten die een basisvoorwaarde zijn om in deze maatschappij te kunnen wonen, werken en leven.

 

Naima Charkaoui is coördinator van de vzw Minderhedenforum.



Actief pluralisme aan de Universiteit Antwerpen
19/02/2007
🖋: 
Auteur

Bij de eenmaking van onze universiteit besliste men niet alleen over de actief pluralistische strekking van de nieuwe instelling, men wilde er ook een concrete invulling aan geven. De praktische vorm heeft veel voeten in de aarde gehad maar sinds dit academiejaar was het er dan eindelijk: het vak ‘Levensbeschouwing’.

Het Centrum Pieter Gillis (CPG) stond in voor de inrichting ervan en vorig semester konden alle studenten van de Stadscampus voor het eerst kennismaken met een aantal levensbeschouwingen. Kort samengevat werd er eerst algemeen ingegaan op het christendom, de islam, het jodendom, het vrijzinnig humanisme en de Oosterse levensbeschouwingen. Na die inleidende module mochten de studenten hun eigen traject samenstellen waarbij ze de keuze hadden uit negen modules met elk een eigen invalshoek en thema. Dit semester krijgen ook de studenten van Campus Drie Eiken, Groenenborger en Middelheim een familiepak levensbeschouwing voorgeschoteld.

 

dwars volgt de ontwikkelingen op de voet en ging voor dit nummer op zoek naar de voor- en nadelen van de verplichte colleges rond levensbeschouwingen. We interviewden een sceptische Geert Lernout, legden de coördinatoren van het vak, Walter Van Herck en Patrick Loobuyck, het vuur aan de schenen en vroegen ook CPG-voorzitter Guy Vanheeswijck om een korte toelichting.

 

Voor we ons oor te luisteren legden bij de academische voor- en tegenstanders, gingen we echter eerst te rade bij de studenten. Het draait tenslotte om hun vorming.

 

Dries studeert Rechten en stelt zich vragen bij het nut van het vak: “Ik heb slechts vier colleges gevolgd en had in een mum van tijd de cursus geblokt. Voor mij blijft het een groot vraagteken of het vak zijn doel wel heeft bereikt. Verder is het absurd en nutteloos om mensen te verplichten hun leven te beschouwen. Op zichzelf vind ik het okĂ© dat men in een notendop de verschillende levensbeschouwelijke visies toelicht, maar laat het op zijn minst aan de studenten zelf over om te beslissen of ze zo'n vak al dan niet willen volgen.”

 

Lucy (Taal- en Letterkunde) is wat enthousiaster: “Ik vond het zeker een interessant vak, alleen is het op een verkeerde manier aangepakt. Ze zouden het beter niet verplichten en als ze het in een debatvorm gieten, zou het vak volgens mij op wat meer sympathie kunnen rekenen. We moesten er ook vrij veel voor doen, wat de studiedruk stevig verhoogde, terwijl het derde jaar al zwaar genoeg is...”

 

De meeste klachten hadden betrekking op de organisatorische perikelen. Didier (TEW): “Ik vond het levensbeschouwelijk vak een goede aanvulling op onze opleiding. Het breekt alleszins met de soms erg technische vakken uit ons pakket. Aan de organisatie moet uiteraard nog gewerkt worden. De grote groepen tijdens de algemene module waren echt niet werkbaar en de cursussen waren veel te laat beschikbaar. Maar soit, dat zijn kinderziekten. Ik heb er zeker wat van opgestoken.”

 

Stephanie (Communicatiewetenschappen) heeft de colleges met veel plezier gevolgd maar was wat teleurgesteld in het examen: “De vragen waren erg gericht op reproductie en niet op inzicht. Het vak sloot volgens mij ook niet genoeg aan op bepaalde richtingen; sommige mensen zijn het niet gewend om op die manier te studeren. Ik ben benieuwd naar de reacties van de exacte wetenschappers (lacht).” Bovendien bevielen de twee laatste modules haar heel wat meer dan de eerste algemene module. “Maar daar kon je ook veel pech mee hebben, natuurlijk. Sommige cursussen waren trouwens echt heel slecht geschreven.”

 

Marco studeert Geschiedenis en vindt vooral dat het vak niet in elke richting past: “De leerstof lijkt me onvoldoende aan te sluiten bij de voorkennis van de studenten. Voor velen is het een herhaling, anderen hebben dan weer te weinig vorming gehad op het vlak van levensbeschouwing om helemaal mee te zijn.”



LOKO beschouwt leven na VVS
19/02/2007
🖋: 

LOKO, de studentenraad van de KU Leuven, heeft besloten om uit de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS), de koepel van alle Vlaamse studentenraden, te stappen. Ze is naarstig op zoek naar gelijkgezinde studentenraden om samen een nieuwe overkoepelende organisatie op te richten.

‘Brave studenten komen op de proclamatie, stoute studenten komen overal.’ Zo werd uw verslaggever plots een van de vertegenwoordigers van de studentenraad van de Universiteit Antwerpen bij VVS. Op 14 december jongstleden mocht ik mijn eerste verschijning maken op de Algemene Vergadering (AV) van dit keurkorps van de Vlaamse studentenvertegenwoordiging. Volledig los hiervan verlieten de vertegenwoordigers van LOKO en de VUB deze vergadering met slaande deuren en wilde LOKO zelfs niets meer met VVS te maken hebben. Oeps?

 

De AV is de plaats waar de VVS-standpunten bepaald worden door haar leden. Wanneer een standpunt aangenomen is, moet de koepel het naar de buitenwereld (ministerie, parlement, pers en dergelijke) toe verdedigen en bekend maken. Indien uw bloed ook spontaan sneller begint te stromen bij het vooruitzicht van ellenlange redevoeringen, gehouden door een aantal tafelspringende wannabe politici, dan kan ik u een deelname aan een dergelijke AV van VVS ten stelligste aanbevelen. Ikzelf vermaakte me alleszins kostelijk, zij het wel voornamelijk met het bijslijpen van mijn potlood om het nadien efficiënter doorheen mijn trommelvlies te kunnen rammen (kwestie van de pijn toch ietwat te verzachten). Het moet gezegd: veel studentenvertegenwoordigers doen echt hun best, maar er zit toch ook een flink pak zeveraars tussen.

 

Soit. Die avond stond er een discussie in de marge van het VVS-standpunt over de rationalisering van het hoger onderwijs op de agenda. Koken kost nu eenmaal geld en lesgeven nog veel meer, dus wou VVS een constructief voorstel op tafel kunnen leggen met betrekking tot de vraag van de minister om het aantal aangeboden opleidingen in Vlaanderen te rationaliseren. Dat standpunt was voordien al grotendeels gestemd, maar op een vorige AV had LOKO gevraagd om een ander standpunt met betrekking tot levensbeschouwing in te nemen. In de eerste tekst stond namelijk dat levensbeschouwing geen doorslaggevend argument mocht vormen om een overbodige opleiding te behouden en dat regionale overwegingen voorrang moesten krijgen. LOKO vond dit een te negatieve formulering van het levensbeschouwelijke aspect. Op de AV erna bleek er ook geen eensgezindheid te zijn en werd er gestemd om het uit te stellen naar de volgende vergadering, 14 december dus.

 

In de weken daartussen bleek echter dat rond levensbeschouwing geen standpunt gevormd kon worden waar een meerderheid voor gevonden zou worden op de AV. Op het VVS-vormingsweekend kwam een informele werkgroep hierover samen die een dubbel voorstel formuleerde voor de AV. Eerst zou er gestemd worden over het al dan niet opnemen van een standpunt over levensbeschouwing, daarna kon dan eventueel gekozen worden uit drie varianten van het LOKO-voorstel. Kan het u ondertussen allemaal nog iets schelen? Mij alleszins niet, gelieve mij dan ook even te verontschuldigen terwijl ik een nieuwe slijper ga zoeken...

 

Oef, dat lucht op. Waar waren we gebleven? Oh ja, levensbeschouwing. Uiteindelijk besliste een meerderheid op de AV om toch geen standpunt hierover in te nemen totdat er een voorstel gevonden zou worden waar een grote meerderheid van de Vlaamse studentenraden zich achter kon scharen. Als reactie op deze stemming deed de LOKO-fractie wat elke zichzelf respecterende volwassene die een democratische stemming verliest, zou doen en verliet huilend de vergadering. Hierin werd ze achterna gehuppeld door de VUB-fractie, die zich blijkbaar van universiteit vergist had bij het inschrijven. Vijf minuten later namen de twee fracties, tijdens een ultieme opstoot van volwassenheid, opnieuw plaats aan tafel om nog snel even een VVS-standpunt over de invloed van de Lissabonstrategie van de Europese Unie op het hoger onderwijs te kelderen. Waarna gezwind weer de deur werd uitgehuppeld.

 

Korte tijd later besliste LOKO om VVS te laten voor wat het was en de koepel officieel te verlaten. Aanvankelijk wilde men een nieuwe koepel oprichten, maar daar blijkt niet veel meer van in huis te komen. De voorzitter van LOKO, Frederiek Vermeulen, benadrukt dat deze beslissing niets te maken heeft met de discussie over levensbeschouwing, maar met structurele problemen bij VVS. De Raad van Bestuur en de staf van de VVS zouden namelijk te veel macht hebben bij het bepalen van de VVS-standpunten en de AV teveel domineren (zie kader). Een kritiek die sterke gelijkenissen vertoont met die van Stijn Baert.

 

Stijn wie? Sta mij toe u voor te stellen aan ongetwijfeld de mediageilste der Vlaamse studentenvertegenwoordigers. Deze frisse jonge heer is de voorzitter van de Gentse studentenraad (GSR) en besliste, na een verloren stemming op een AV (waar hebben we dat nog gezien?), een eenmans-guerrilla te voeren tegen VVS. Tot hiertoe heeft hem dat een rist krantenartikels opgeleverd, het verbod van VVS om nog aan AV’s deel te nemen en een verklaring van de GSR dat hij enkel zijn persoonlijke mening verkondigt en dat zij wel nog bereid zijn binnen VVS te werken.

 

Ondertussen probeerde ook de VUB-fractie haar studentenraad ervan te overtuigen om uit VVS te stappen. Op een leugentje meer of minder werd daarbij niet gekeken. Zo legde de fractie een lijst van andere studentenraden op tafel die ook bereid zouden zijn om VVS de rug toe te keren en een nieuwe koepel op te richten: achteraf bleek hier echter niks van waar te zijn. De VUB floot haar VVS-fractie terug en besloot uiteindelijk om een aantal voorstellen ter verbetering aan VVS voor te leggen en haar verdere deelname daarvan te laten afhangen. Die voorstellen werden in januari opgesteld door de voorzitter en de twee fractieleden. Eén van hen verliet echter tijdens het opstellen van deze voorstellen de vergadertafel (macht der gewoonte zeker?).

 

Tot nader order besliste dus enkel LOKO om uit VVS te stappen. VVS heeft echter een aantal vertegenwoordigende mandaten in verschillende organisaties die met hoger onderwijs bezig zijn, zoals de Vlir (Vlaamse Interuniversitaire Raad). Sommige van die mandaten werden door leden van LOKO opgenomen. Nu LOKO echter beslist heeft om niet langer deel uit te maken van VVS zou men verwachten dat ook het ‘lekkers’ dat VVS te bieden heeft, wordt teruggegeven. LOKO bleek daar echter niet meteen toe bereid. VVS stelt nu voor dat de mensen van LOKO die een mandaat hebben dat behouden onder voorwaarde dat ze in die verschillende raden de standpunten van VVS blijven verdedigen en dat ze bereid zijn om als individu de standpuntvoorbereidende vergaderingen en werkgroepen van VVS te blijven bijwonen. LOKO zal bij het ter perse gaan hierover nog geen standpunt hebben ingenomen.

 

Op de eerste AV van VVS na de examens, op 14 februari, werd ook een vertrouwensstemming gehouden over de huidige voorzitter en Raad van Bestuur. De aanwezige studentenraden stemden unaniem voor de huidige ploeg. Aangezien ik uiteindelijk toch ook maar niet meer ben dan een persluis in de pels van een hond met een hoed op, werd het officiĂ«le standpunt van de VVS-fractie van de UA-studentenraad vertegenwoordigd door fractieleider Bart Braem: “We vinden het een heel spijtige situatie en hopen dat LOKO snel terugkomt. We onderhouden ook nog altijd contacten met LOKO. Daarom hebben we ermee ingestemd dat ze de mandaten die ze via VVS hebben gekregen mogen behouden en hebben we tegen de beslissing om het paswoord van de interne VVS-documenten te veranderen gestemd. We zijn echter niet te vinden voor een aparte vertegenwoordiging voor LOKO bij de Vlir. We denken dat het beter is als er een verenigd studentenstandpunt wordt verdedigd door de VVS.” Ook Hans Plancke, de voorzitter van VVS, hoopt dat LOKO alsnog van gedachten zal veranderen en betreurt de verdeeldheid in de studentenbeweging. Hij erkent dat er kritiek te geven valt op VVS, maar benadrukt dat hervormingen een werk van lange adem zijn en dat er momenteel binnen VVS een interne audit loopt over hoe bepaalde zaken beter zouden kunnen.



19/02/2007
🖋: 

Op vrijdag 2 februari hield de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) een ludieke actie aan het Vlaams Parlement. De organisatie vindt dat de stem van de studenten nog steeds niet serieus genomen wordt in het debat over het nieuwe financieringsdecreet voor het hoger onderwijs. Tijdens de actie overhandigde de organisatie een petitie met meer dan 18.000 handtekeningen, waarin een hoorzitting met VVS over het nieuwe decreet in de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement geëist werd.

Vorig jaar mobiliseerde de organisatie meer dan tienduizend studenten voor betogingen tegen het nieuwe financieringsplan van minister Vandenbroucke. VVS-voorzitter Hans Plancke sluit nieuwe acties niet uit indien de studentenkoepel niet meer gehoord zou worden in dit dossier. De eisen blijven dezelfde als in het begin van het academiejaar. VVS wil een correctere verdeelsleutel voor de middelen die naar onderwijs en naar onderzoek gaan, eist meer aandacht voor achtergestelde groepen in het hoger onderwijs en wil dat het voorgestelde leerkrediet van 140 naar 180 studiepunten opgetrokken wordt. “We staan natuurlijk open voor alternatieve ideeĂ«n indien die een deftig antwoord op onze bekommernissen vormen.” Ondertussen werd de petitie ontvankelijk verklaard en wacht Plancke op een datum voor de hoorzitting. Vraag blijft of het nog veel zal uithalen. De minister heeft immers al te kennen gegeven zijn plan liefst nog voor het zomerreces door het parlement te jagen. Meer info op www.vvs-axie.be

 

Euhm... VVS?

De Vlaamse Vereniging van Studenten is de overkoepelende organisatie van de Vlaamse studentenraden. De organisatie werd in 1938 opgericht. Sinds 2000 wordt VVS erkend als de officiële spreekbuis van de Vlaamse student.

 

De standpunten van VVS worden bepaald op de Algemene Vergadering (AV) door de vertegenwoordigers van de verschillende studentenraden. De AV verkiest ook elk jaar een Raad van Bestuur, die belast wordt met de dagelijkse leiding van de organisatie. Vooraleer een standpunt op de AV komt, wordt het besproken in een werkgroep die open is voor alle Vlaamse studenten. Daarnaast telt VVS ook vijf stafmedewerkers die de organisatie moeten helpen haar doeleinden te verwezenlijken en de nodige informatie moeten leveren aan de AV en de werkgroepen om tot een degelijk standpunt te komen.

 

VVS stelt zichzelf volgende vijf doelstellingen:

  1. Het behartigen van de rechten en belangen van alle studenten in Vlaanderen.
  2. Het ontwikkelen van activiteiten om de democratisering van het onderwijs te stimuleren en te verdedigen.
  3. Het nastreven van een onderwijs van de allerhoogste kwaliteit.
  4. Het ijveren voor democratisch georganiseerde onderwijsinstellingen met reële studenteninspraak.
  5. Het zich inzetten voor de democratisering van de maatschappij


column
19/02/2007
🖋: 

De hele LOKO-affaire drukt een vinger op de zere wonden van de Vlaamse Vereniging van Studenten. De organisatie mag dan wel hoog aangeschreven staan bij het kabinet en de commissie Onderwijs van het Vlaams parlement voor haar lobbywerk ten behoeve van de student, de meeste studenten hebben nog nooit gehoord van hun belangenbehartiger bij de overheid. Deze redacteur is het dan ook een beetje beu om, telkens er een artikel over VVS moet worden geschreven, eerst een alinea uitleg te moeten geven over wat voor een beest dat nu weer precies was. Zelfs bij de studentenraden is de organisatie niet altijd even bekend. Van de 28 erkende studentenraden in Vlaanderen zijn er maar 18 lid van VVS (tot voor kort dus 19). Ook de belangstelling van onze eigen studentenraad voor VVS is relatief nieuw.

VVS zou er dus goed aan doen om zich niet alleen naar de wetgevende instanties te profileren, maar ook en in de eerste plaats naar de student. Het is inderdaad waar dat onderwijsbeleid niet de meest sexy materie is, maar het is ook de taak van VVS om deze zaken die iedere student aanbelangen op een concrete en verstaanbare manier naar haar achterban te vertolken. Nu worden er op Algemene Vergaderingen te vaak standpunten ingenomen waar meer dan de helft van de Vlaamse studenten zich moeilijk iets bij kan voorstellen.

 

Het is niet omdat er nu al een aantal jaar een decreet bestaat met betrekking tot studenteninspraak, dat deze strijd voorgoed is gestreden. Studenten vormen het hart van elke instelling voor hoger onderwijs en dienen als volwassenen ook ten volle betrokken te worden in het bestuur van hun instelling. VVS heeft nog enorm veel werk om de studenten te helpen de kansen die door dit decreet worden gecreëerd maximaal te benutten. Nog al te vaak verlopen de verkiezingen van onze studentenvertegenwoordigers zonder enige vorm van inhoudelijk debat en kan een vertegenwoordiger op de Algemene Vergadering van VVS om het even wat uit zijn botten slaan en dat in naam van alle studenten van zijn instelling.



Asielcentrum Linkeroever
19/02/2007
🖋: 

Geen vuiltje aan de lucht op Linkeroever. Het lenteweer broedt een kolder in het hoofd, je voelt je vrij. Langs deze groene zijde van de Schelde verwacht je je aan alles, van een uitzonderlijke eendensoort tot een stel nudisten. Aan alles, behalve een asielcentrum. Tweehonderd vluchtelingen en ettelijke procedurestappen zeggen genoeg: ’t stad is ní van iedereen.

Een bewoner poetst de vloer en kijkt onbeholpen als we zijn veegroute belemmeren. We staan op vreemd terrein, een beetje als gulzige ramptoeristen in eigen land. Om die notie ‘land’ draait het hier allemaal, of hoe een afgebakende lap aarde iemands kans op geluk begrenst.

 

Om het wachten en vermoeid hopen te verzachten, probeert het 27-koppig Rode Kruiskader een huiselijke sfeer op te bouwen. Die gezelligheid begint bij centrumverantwoordelijke Jan Hertogs: gedreven loodst hij ons langs alle zalen en initiatieven die het gebouw rijk is. Tijdens de rondleiding piepen nieuwsgierige ogen over zijn schouders. “You are police?” De asielzoeker klinkt bang en ironisch tegelijk. “We small newspaper. Can we take a picture of you?” De strakke spieren op de foto ballen zijn verhaal samen, vertellen hoe hij het statuut van vluchteling aanvroeg bij de dienst Vreemdelingenzaken. Dat hij tegen het negatief antwoord in beroep ging. Hoe hij zich nu, net als vele anderen in het centrum, blind staart op dat 0,01 procentje slaagkans om in BelgiĂ« te blijven. En intussen leidt de procedureweg van interview naar document naar document. Maar zolang het onderzoek aansleept, verschaft de overheid wel verplicht onderdak.

 

Gezocht: deurmat met ‘welkom’

In het gebouw is de privacy duidelijk zoek. Gelukkig heeft ieder zijn eigen kamer; gezinsleden kunnen samen slapen als ze dat willen. Het opvangcentrum met haar grote slaapcapaciteit diende in de jaren ’70 als internaat voor de hoge zeevaartschool. Uiteindelijk hebben er slechts twintig leerlingen geslapen en sloten de deuren een povere tien jaar later. Begin ’99 bood het centrum onderdak aan Kosovaarse oorlogsvluchtelingen, om nu een hele waaier van nationaliteiten te herbergen. Aan de organisatie schort kennelijk niets. Een stoet bewoners schuift rustig aan voor hun wekelijks zakgeld. Die vier euro kunnen ze door klusjes aandikken – al maakt twee euro per uur geen Rockefeller van je. Met hun bijeengesprokkelde som kopen ze onder meer WC-papier of kleren die niet in hun basispakket zitten. Giften van buurtbewoners zorgen voor een goed gevulde voorraadkamer en een aanlokkelijke prijzenlijst. “First time free, 50 cent alles except shoes, 25 cent kinderen.” Verder kunnen ze ingrediĂ«nten kopen voor een nationaal gerecht. In de bewonerskeuken staat een groepje vrouwen (en moderne huismannen!) op Tibetaanse wijze deeg te rollen en eigeel te klutsen. Eeenmaal per maand voorziet de centrale keuken een typische maaltijd in overleg met de groep. Het zelf koken geeft dan weer een stukje verantwoordelijkheid en eigenheid terug aan de asielzoeker. Zo ontpopt de eettraditie zich tot een welkome urendoder.

 

Vechten tegen Verveling

“De gouden remedie tegen groepsconflicten: zorg dat mensen iets te doen hebben”, waarop de verantwoordelijke de activiteiten op vingers en tenen begint te tellen. “We voorzien culturele uitstappen, een fietsenatelier en binnenkort een heus carnavalfeest. Beneden kan je fitnessen en instrumenten bespelen. Voor de vrouwen hebben we een apart lokaal.” Op zijn wenken nemen we een kijkje in een zaal vol kinderbedjes, naaimachines en multiculturele foto’s van lachende gezichten. Nauwelijks buiten leidt de gids ons naar de bib en TV-ruimte. Dankzij de sponsortocht van het Sint-Annacollege vullen tuigen zelfs een hele kinderspeeltuin. Verder blijkt ook de beauty-avond bijzonder in trek te zijn. Asielzoekster of niet, vrouwen zijn overal hetzelfde. Alleen hun rechten en rijkdom lopen soms jammerlijk uit elkaar.

 

Aller-retour

Tweehonderd mensen onder één dak huisvesten vraagt om een duidelijk reglement. Propaganda voor de eigen godsdienst kan tot conflicten leiden en is dus uit den boze. Ook drugs en alcohol worden geweerd uit angst voor scheve schaatsen. De bewoners moeten vóór 24u aankomen en de deuren openen weer om 6u. Ze krijgen zeven nachten per maand de kans om elders te slapen. Wie meer weg gaat, geeft zijn bed beter aan iemand die het wél kan gebruiken. Ruiken deze regels iets te veel naar de peutertuin en willen bewoners meer zelfstandigheid, dan is een huis van het OCMW een optie, tenminste voor wie langer dan twee jaar in een opvangcentrum verblijft. Elke asielzoeker kan ook op eender welk moment van zijn procedure beslissen om bij vrienden of familie te gaan wonen. Het wegvallen van de voedselvoorziening metselt die keuze echter voor vele gezinnen dicht. In de acht jaar dat dit Rode Kruis-centrum actief is, vonden er nauwelijks verplichte repatriëringen plaats. "Wij verzetten ons duchtig tegen het oppakken van asielzoekers in het centrum. Hier moeten mensen zich veilig voelen. Indien de dienst Vreemdelingenzaken laat weten dat een bewoner zal worden opgepakt, lichten wij deze persoon hierover in en begeleiden hem."

 

Schimmel

Ondanks die mogelijkheid tot een gedwongen terugkeer, galmen klanken opgewekt door de gang. Het Albanees, Arabisch, Servisch
 lopen kriskras onze oren binnen, tot de naam “Filip Dewinter” de echte inhoud aangeeft. “Antwerpen stinkt naar schimmel, pourri par Vlaams Belang. De kleinste keffers hebben hier meer rechten dan wij. En ik weiger een hond te worden.” De Albanese asielzoeker spreekt een bijna vlekkeloos Nederlands. “Wil ik mij verdedigen in het openbaar leven, dan moĂ©t ik jullie taal wel beheersen.” Vrijwilligers geven in het centrum lessen Nederlands en het zestigtal kinderen heeft één jaar recht op speciaal onderwijs, gericht op de studie van de taal. Daarna stromen ze door naar het regulier onderwijs. Omdat de meeste ouders het Nederlands niet zo onder de knie hebben, helpen vrijwilligers de kinderen bij het huiswerk.

 

“What is your nationality?” Deze vraag doet het clichĂ© allicht eer aan, maar polsen naar ervaringen stuit misschien op een te droeve blik en antwoord. En ook wel een overdreven empathie van onze kant. De Iranees dist echter meteen zijn verhaal op. “You journalist, you can help me. I don’t have the permission to see my daughter, I’m a good dad but for the government I’m just an Iranian.” Hij wil zo graag op de foto, zegt hij nog, en na een klik en ingehouden snik zoeken we de buitenlucht op. Even nog glijden onze kijkers langs de kroezelharen, het plan van Antwerpen aan de wand en de poster “Courage Hope Respect”.