editoriaal
15/02/2008

“Ik heb met vreugde gemerkt hoe groot het belang van een rectorverkiezing voor de universitaire gemeenschap is. De zeer hoge opkomst toont dat velen zich betrokken voelen bij de toekomst van de universiteit: professoren, studenten, medewerkers.”

Komen deze woorden van onze nieuwbakken rector? Dat zou hij wel willen, maar de waarheid is anders. U raadt het al: het citaat hierboven komt niet uit Antwerpen, maar uit Leuven, waar Marc Vervenne het uitsprak na zijn verkiezing tot rector. Bij de UA-studenten vierden niet engagement en betrokkenheid, maar apathie en apolitisme hoogtij. Daarnaast liep er bovendien heel wat mis bij de organisatie van de verkiezingen.

 

Als één woord de voorbije stemmingsronden kan samenvatten, is het wel: chaotisch. Hoeveel studenten waren geïnformeerd? Hoeveel personeel was überhaupt degelijk op de hoogte? Tekenend is dat niet eens alle beschikbare plaatsen in het kiescollege ingevuld waren. Het name-and-shame-principe indachtig verdient de faculteit PSW alvast een vermanend vingertje: maar liefst één vierde van de kiesmandaten voor studenten bleef leeg.

 

Ook het Centraal Stembureau, dat de rectorverkiezingen organiseert, is niet vrij van blaam: kandidaten voor het kiescollege moesten zich ten laatste op 7 januari aanmelden. De precieze data van de verkiezingen waren toen echter nog niet vastgelegd. Pas op 8 januari bepaalde men dat ze op 20 en 27 februari zouden doorgaan, met als gevolg dat een deel van de kiesgerechtigden niet in staat bleek te gaan stemmen omwille van andere verplichtingen. Toegegeven, de drastische vervroeging van de rectorverkiezing bemoeilijkte de taak van het Centraal Stembureau aanzienlijk.

 

Bij de Wetenschappen gingen de facultaire verkiezingen voor het kiescollege van het Assisterend en Bijzonder Academisch Personeel (AAP/BAP) de mist in. Na de verkiezing volgden verschillende klachten over de gebrekkige informatie, het chaotische verloop en de oneerlijke uitkomst. Het Centraal Stembureau achtte de verkiezing geldig, maar werd prompt teruggefloten door de regeringscommissaris: de stemming moest overgedaan worden.

 

Tot slot was de stemverdeling per faculteit niet al te democratisch: het aantal stemmen voor het assisterend personeel en de studenten weerspiegelde de grootte van de faculteit niet. En door de aanhechting van niet-facultaire instituten aan de faculteiten Toegepaste Economische Wetenschappen en Letteren en Wijsbegeerte, verloren deze faculteiten een heel aantal kostbare stemmen. Zo werd het Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen – met bijvoorbeeld de lerarenopleiding, toegankelijk voor studenten alle richtingen – bij L&W gevoegd, waardoor deze faculteit een derde van haar stemmen verloor. Dit is des te pijnlijker als je bedenkt dat TEW en L&W sowieso al het minste stemmen hadden: ondanks hun grote omvang hadden ze maar recht op even veel stemmen als de kleinste faculteiten.

 

Moge de beste kandidaat – al dan niet representatief, democratisch en proceduregetrouw – verkozen worden.



Van Loon eveneens kandidaat-associatievoorzitter
15/02/2008
🖋: 
Auteur

Voor velen dé verrassing van de voorbije kiescampagne: Dirk Van Dyck kandideerde samen met die andere vice-rector, Bea Cantillon. Terwijl Van Dyck op het rectorschap mikte, richt Cantillon haar pijlen op het associatievoorzitterschap. Want ja, ook de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen (AUHA) kiest binnen enkele maanden een nieuwe voorzitter: dit mandaat gaat tegelijkertijd in met dat van de nieuwe UA-rector.

De AUHA is een samenwerking tussen de Universiteit Antwerpen, Karel de Grote, Hogeschool Antwerpen, Plantijn en de Hogere Zeevaartschool. Als de tandem Van Dyck-Cantillon zowel de rectorstitel als het associatievoorzitterschap binnenrijft, zal hun invloed in het Vlaamse onderwijslandschap dus aanzienlijk zijn. (Nu ja, alleszins die zeldzame keren dat de Antwerpse instellingen mogen meespelen met grote broertjes Gent en Leuven.) De vraag is natuurlijk of dit samenwerkingsverband een electoraal succes zal blijken: zullen de twee vice-rectoren voor elkaar stemmen kunnen ronselen of zullen ze voor elkaar, integendeel, een verlies betekenen? Kort na het verschijnen van deze dwars wordt die vraag alvast voor de helft beantwoord, want dan wordt bekend of Dirk Van Dyck het al dan niet tot rector geschopt heeft.

 

Of Cantillon associatievoorzitter wordt, valt nog enkele maanden langer af te wachten. Zet ze door haar alliantie met Dirk Van Dyck haar eigen verkiezing op het spel? Door nu al campagne te voeren voor Van Dyck, kant ze zich tegen Alain Verschoren. Zal ze productief met hem kunnen samenwerken als niet haar running mate, maar Verschoren tot rector verkozen wordt?

 

De naam van één tegenstander van Cantillon willen we u alvast niet besparen: ondanks zijn aangekondigde internationale plannen (zie interview) heeft de huidige UA-rector, Francis Van Loon, zijn kandidaatstelling voor de AUHA reeds ingediend.

 

 

 



15/02/2008
🖋: 

De gebroeders Coen schieten opnieuw in de roos met 'No Country For Old Men'. Na twee Golden Globes en een Directors Guild Award maken ze immers kans op acht Oscars, en niet onverdiend. In hun nieuwste film zien we een terugkeer naar vroegere Coen-thrillers als 'Blood Simple' (1984) en 'Miller’s Crossing' (1990), al wordt het korset nu net iets strakker aangesnoerd.

Josh Brolin speelt Llewelyn Moss, een jager die in de Texaans-Mexicaanse woestijn op een waar bloedbad stuit, en aldaar – naast veel lijken en drugs – twee miljoen dollar vindt. Llewelyn besluit het geld te houden, maar wordt al snel opgejaagd door Anton Chigurh (Javier Bardem), de sociopaat van dienst. Het paddenstoelkapsel van laatstgenoemde is minstens even gruwelijk als de manier waarop hij met zijn slachtoffers speelt alvorens ze koelbloedig te vermoorden – en u die dacht dat Woody Harrelson langer dan vijf minuten in beeld zou zijn. De plot is rechtstreeks ontleend aan de gelijknamige roman van Cormac McCarthy, wiens werk de Coen brothers inspireerde tot het maken van een strakke western-thriller die in schril contrast staat met de doldwaze komedies die ze de laatste jaren draaiden (zoals 'O Brother, Where Art Thou?' uit 2000), maar die anderzijds perfect past in het eigenzinnige universum van de twee broertjes uit Minneapolis. De film is tevens prachtig gefotografeerd door Coen-routinier Roger Deakins, die na 'The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford' (2007) opnieuw bewijst dat hij het Amerikaanse westen op virtuoze wijze weet te vatten. Voor 'No Country' liet Deakins zijn pot vaseline echter thuis. Houdt u van spanning, rare kapsels, dode Mexicanen en het buikje van Tommy Lee Jones, wacht dan niet langer om dit meesterwerk te gaan bekijken. Houdt u meer van geriatrische films à la 'Pauline en Paulette', of autistische kaskrakers zoals Ben X, dan bent u ziek en blijft u beter thuis.

 

 

'No Country For Old Men' – Joel & Ethan Coen, 2007, 122 min. Sinds 23 januari in de zalen.



Noorwegen ... Portugal ... Erasmus
15/02/2008
🖋: 
Auteur extern
Anneleen en (So)Fie

Hei!

 

Elkaar begroeten in Noorwegen is niet echt anders dan in België, zo zie je maar. Ik heb ondertussen al een kwart van mijn verblijf hier afgelegd en jij... drie dagen?! Hier zit ik dan in Bergen, de stad met de meeste regen, met de meest grijze wolken, met de meest diverse kleuren van huizen (als compensatie volgens mij), waar rubberen laarzen in elke schoenwinkel worden verkocht en door iedereen op straat worden gedragen, waar 'the fish market' een toeristische plek is, waar alles naar het Noors wordt vertaald terwijl films ondertiteld zijn. En dit zonder familie, zonder vriend, zonder hond – zelfs mijn knuffel ligt nog thuis (wegens veel te groot om mee te brengen)! Waar ben ik aan begonnen. In de kamer komen, de deur valt dicht, een eerste keer alleen in een witte ruimte met blauwe gordijnen, je verwacht een groot raam, maar neen, een van de gordijnen bedekt een enorm stuk muur, met hout óveral, met oranje kussens en matras. Dit moet je dan 'thuis' gaan noemen voor vijf maanden. Na een slik (lees: huilbui nummer negen?) een paar foto's ophangen, boeken in de kast zetten, kortom: aankleden dit kot! En nu, een maand en acht dagen later betrap ik mij erop dat ik de neiging krijg om effectief naar 'thuis' te refereren terwijl ik mijn kamertje in Fantoft bedoel, dat ik kan ronddolen in de stad alsof ik ze van buiten ken, de taal vloeiend spreek en op en top Noors ben. Maar toch blijf ik vasthouden aan mijn Belgische neigingen (zeker dat hier nergens een frituur is? Mama, kan je nog wat chocola opsturen?) en wil ze delen met alle nationaliteiten. Cake maken die nog geen halfuur overleeft, cupcake-avonden organiseren waar hongerige gasten moeten toezien hoe de goddelijke dwergmuffins afkoelen en daarna door de koks overvloedig versierd worden (zou ik nog chocoladesaus maken en erover sprenkelen? Oh ja!)... Ik ben omringd door mensen 24/7 en ik zal er maar beter aan wennen. Maar natuurlijk zijn er ook de *ik-voel-me-eenzaam-wat-oh-wat-zal-ik-deze-keer-bakken-momenten*. De liefde van een vriend gaat door de maag, of hoe zat dat ook weer?

 

Kos deg og ha det bra!

 

Sofie

 

 


 

Olà Sofia!

 

Voor mij is het avontuur inderdaad nog maar net begonnen. Het afscheid thuis lijkt ondertussen al ver weg, maar veel tijd voor heimwee is er nog niet geweest. Drie volle dagen waarvan de zon, de mooie uitzichten, het vele ronddwalen mij bijblijven. Drie dagen vol tegenstellingen. Op dag één van het veilige, knusse bed van mijn lieveling naar een onbekende kamer in Coimbra. Met een mede ex-Antwerpse studente slaap ik voor één nacht in een blijkbaar onveilige jongensgang. (Doe vooral de deur op slot, meisjes!). Op dag twee de stad verkend. Globale eerste indruk: Portugezen zijn vriendelijk en behulpzaam. Als je een beetje verloren loopt, krijg je een lift. Miguel van de internationale dienst helpt bij het zoeken naar koten en vergezelt ons bij het bezichtigen van de kamers. Mijn nieuwe Portugese kamergenote laat me graag zien waar je goedkoop busticketjes vindt. Die vriendelijkheid is echter zoek bij de Portugese honden. Ik verklaar mij nader: 's avonds staan we te wachten op een taxi om weer naar het centrum te geraken, maar deze rijdt ons voorbij. Al roepend en zwaaiend lopen we achter de taxi aan, echter zonder te letten op een horde honden die plots luidkeels blaffend vanuit de struiken tevoorschijn komen. Als in een slechte horrorfilm lopen ze achter ons aan en drijven ons in het nauw! Blaffende honden bijten niet, zei ik tegen mezelf, maar echt overtuigd was ik niet. Gelukkig kwam er een auto aan waardoor de mormels afdropen, en konden we nadien onze nog knikkende knieën vergeten bij een glas wijn. Vandaag dag drie en eerste Portugese aankoop gedaan: een zonnebril! Op dat vlak moet ik je jaloers maken, de zon is onze metgezel, waardoor het leven hier tot nu toe wat helderder lijkt. Jammer genoeg moet ik jouw bakkunsten wél missen.

 

Stuur jij me een cakeje, dan stuur ik je wat zon?

 

Liefs,

 

Anneleen



Eigen Gelijk Eerst
15/02/2008
🖋: 
Auteur
Auteur extern
Arjen van Witteloostuijn en Patrick Meirlaen

De kerst- en cadeautjesperiode is intussen alweer een tijdje achter de rug. Ook heel wat bedrijven waren in december gul met geschenken: in Nederland mocht een topmanager zelfs 80 miljoen euro opstrijken. Bij onze noorderburen was het debat over de verloning van topmanagers prompt terug van weggeweest. dwars laat econoom Arjen van Witteloostuijn en headhunter Patrick Meirlaen elk hun licht schijnen over deze kostbare materie.

Contra

Topinkomens, nog maar eens

Over de beloningen van de bedrijfselite bestaat veel debat. Dat een klein deel van de bevolking het ene na het andere miljoen binnenrijft, leidt tot onbegrip en verontwaardiging. De werknemer, van hoog tot laag, wordt voortdurend ‘afgerekend’ op haar of zijn prestaties. Aan de top is de relatie tussen prestatie en beloning echter helemaal zoek. De kleine groep van bovenbazen geeft geen krimp, en doet alsof zij over zulke verbluffende talenten beschikt dat ook volgend jaar de beloning weer met dubbele cijfers omhoog moet. In de Verenigde Staten is de groei van de topinkomens al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw explosief. De vele boekhoudschandalen hebben het debat aangewakkerd, zonder veel resultaat. Ondanks de publieke verontwaardiging zijn deze verschillen sindsdien alleen maar verder opgelopen, ook in België. Een groot deel van de topbeloningen is direct gerelateerd aan de beursontwikkeling vanwege krankzinnige aandelen- en optiepakketten. Ook wanneer uitsluitend naar loon en bonussen wordt gekeken, is de ongelijkheid groot: in 1970 ontving een Amerikaanse opperbaas 30 keer het gemiddelde loon van werknemers, terwijl de afstand tussen top en werknemer in 2002 een factor 90 bedroeg. Een zichzelf verrijkende top vraagt zonder blikken of blozen van de werkvloer om zich permanent te matigen. Dat deze tweedeling in de samenleving gaat wrikken, mag geen verbazing wekken. Het zet de arbeidsverhoudingen op scherp. Uiteindelijk is deze ontwikkeling niet goed voor de betreffende ondernemingen, en ook niet voor de samenlevingen waarin zij opereren. Een ontsporend proces van zelfverrijking heeft negatieve langetermijngevolgen voor de economische groei omdat het de motivatie van het personeel fnuikt en de arbeidsverhoudingen op scherp zet.

 

Arjen van Witteloostuijn, econoom en hoogleraar aan de UA

 

Pro

Inperken van ondeskundigheid – niet van topsalarissen

Het beperken van managerssalarissen is nergens voor nodig op drie voorwaarden: aanbod, transparantie en deskundigheid. Aanbod in de markt is primordiaal, dan kan de vrije markt spelen. In een krappe of gesloten markt kan je anomalieën verwachten. Transparantie of het ervoor zorgen dat er op een open wijze over gedelibereerd wordt, is de tweede voorwaarde. Werken aan een meer open markt met duidelijke informatie is dus de beste manier om managerslonen competitief te houden. De corporate-governancebeweging is goed op weg om dit te onderbouwen. Vanaf het ogenblik dat meerdere partijen - lees: onafhankelijke bestuurders in het remuneratiecomité - een mening gaan vormen, krijg je de nodige transparantie. Dit is op zichzelf echter nog niet voldoende: te vaak denkt men dat het hebben van onafhankelijke bestuurders ipso facto ook deskundigheid waarborgt. Dit is een naïef standpunt, zo blijkt uit de praktijk. Net zoals met betrekking tot alle andere strategische en economische beslissingen voor de onderneming is ook hier amateurisme uit den boze. Als onafhankelijke bestuurders kwalitatief hoogstaande beslissingen willen nemen over salarissen van de CEO en het directiecomité, dan moeten ze dit doen op basis van deskundigheid en daar zijn velen vandaag apprenti sorcier; ze baseren zich op enkele gegevens die ze kennen en in het beste geval op een recente salarisstudie. Ze hebben echter geen deskundigheid of training in het analyseren van een functie en hoe dit zich vertaalt naar een salarispakket. Nog minder beschikken ze over een set van regels om een salaris te bepalen binnen de context van respectievelijk land, markt, sector en de onderneming zelf. Topsalarissen inperken is een dwaasheid, die salarissen ondeskundig bepalen evenzeer. Daar moet worden aan gewerkt.

 

Patrick Meirlaen, Managing Partner van The Future Alliance (headhunting en organisatiekantoren)



'De Geruchten' van Hugo Claus op de bühne
14/02/2008
🖋: 

Het Toneelhuis brengt naar 'De Geruchten' van Hugo Claus het gelijknamige toneelstuk onder regie van Guy Cassiers en met theatergezelschap Olympique Dramatique. Guy Cassiers is sinds 2006 artistiek leider van het Toneelhuis en regisseert in mei het derde deel van zijn 'Triptiek van het kwaad'. Olympique Dramatique is een vierkoppig gezelschap dat onder meer ook in 'De Parelvissers' te zien was. dwars ging voor u een kijkje nemen.

Alegem, 1966. Verloren zoon René Catrijsse komt na drie jaar militaire dienst en desertie in Afrika terug naar Vlaanderen. Samen met hem valt er een plaag mysterieuze sterfgevallen het dorp binnen. De ene na de andere inwoner sneuvelt aan diverse onverklaarbare kwalen.

 

De obscure doden en vooral het aantal en de willekeurigheid van de slachtoffers roepen veel vragen op in de kleine dorpsgemeenschap. Al snel na de eerste sterfgevallen gonst het dorp van de roddels en ‘de oudste van de Catrijsses’ wordt er meteen aan gekoppeld.

 

Het boek, met zijn vele verschillende vertelstandpunten, wordt in het stuk inventief en schitterend verbeeld: een mechanisch bord zoals in treinstations en vlieghavens maakt duidelijk welke personages er aan het woord zijn. De kenmerkende scroll-geluiden en het penetrant klokgetik maken het effect nog charmanter.

 

De technologische omlijsting die zo typisch Cassiers is, is ook deze keer verbluffend: een verblindend ensemble van grootse spiegelconstructies en hun reflecties van het schitterende lichtspel. De realistische en komische geluidseffecten en de uitstekende acteurprestaties maken de voorstelling tot een wondermooi en toegankelijk geheel. Zinderend teksttheater begeerlijk voor oog en oor, zowel voor kenners als voor leken die hun eerste stapjes in de wondere wereld van Claus en theater zetten. 'De Geruchten' is terecht een aanrader.

 

De Geruchten’ van 19 tot en met 22 maart 2008 in de Bourlaschouwburg. Voor voorstellingen buitenshuis, zie www.toneelhuis.be.



14/02/2008
🖋: 

Of: een gelukkig nieuwjaar! “Nieuwjaar?” Ja, nieuwjaar! Op 7 februari vierden de Chinezen nieuwjaar. Om die reden organiseerde Kung-Fu school Tith-Ngaw Pai (De Ijzeren Buffel) op zaterdag 9 februari een grootse optocht om het jaar van de rat in te luiden. Na een korte demonstratie van hun acrobatische toeren op het de Coninckplein, zetten de Ijzeren Buffels hun Eenhoorndans verder in de Van Wesenbekestraat, om aldus de Chinese handelszaken in te zegenen. Traditiegetrouw hingen de winkeliers kroppen sla aan hun gevels die de eenhoorn moeten lokken. In de kroppen sla zou geld verborgen zitten dat naar een goed doel gaat. Na het “verorberen” van het geld strooit de eenhoorn de blaadjes sla in het rond, hetgeen een frisse start symboliseert. De inzegening ging ook gepaard met het ontsteken van traditioneel vuurwerk, dat – naast de sla - in lange slierten aan de huizen werd gehangen. Het geluid van de explosies moet de boze geesten afschrikken, en dit effect had het alvast op de toeschouwers, wiens oren niet bestand waren tegen de luide knallen. Onder deze toeschouwers waren echter weinig Chinezen te bespeuren. Dit had allicht te maken met het feit dat het Chinese nieuwjaar twee dagen eerder werd gevierd, en daarbij komt dat de periode rond dit feest jaarlijks gepaard gaat met een tijdelijke migratie. Net zoals wij vieren de Chinezen immers ook het liefst nieuwjaar met hun vrienden en familie. De Chinese gemeenschap viert met dit jaar van de rat haar 4705e jaar, al bestaat er onenigheid omtrent de correcte telling met als gevolg dat sommige Chinezen zich pas in het jaar 4645 wanen. Het jaar van de rat wordt gekarakteriseerd door innovatie en belangrijke ontwikkelingen, het symboliseert een jaar van actie en ondernemen. De rat is geboren onder het teken van charme, is extravert en populair, en toont vaak een groot sociaal engagement. Het ontbreekt hem/haar niet aan mensenkennis en werklust, maar zijn/haar zelfvertrouwen speelt hem/haar soms parten. Op financieel vlak is de rat nogal gierig, en zal hij/zij niet snel oude spullen weggooien.

 

  • Wil u ook het Chinese nieuwjaar goed inzetten, dan bent u eigenlijk al te laat. Maar als u de volgende gebruiken in acht heeft genomen op 7 februari dan komt u er nog goed vanaf, want wat u toen deed zou volgens de Chinezen wel eens uw hele jaar kunnen bepalen.
  • Ramen en deuren open zetten om het geluk binnen te laten.
  • De lichten ’s nachts aanlaten om de boze geesten die uw nieuwe jaar kunnen verpesten weg te jagen.
  • Zoetigheden eten om u van een ‘zoet’ jaar te verzekeren.
  • Het huis volledig schoonmaken vóór nieuwjaar om het geluk proper binnen te laten.
  • Nieuwe pantoffels aandoen die gekocht zijn vóór het nieuwe jaar, dit staat symbool voor het trappen op mensen die over u geroddeld hebben.
  • Een bad nemen in pompelmoesbladeren de nacht ervoor zal u een gezond nieuw jaar opleveren. Was u per ongeluk met de volgende zaken bezig op 7 februari, dan zullen wij bidden voor uw zieltje.
  • Nieuwe schoenen kopen op de eerste dag van het nieuwe jaar is uit den boze want het woord “schoenen” is een homofoon van “het kwade” in het Mandarijns.
  • Uw haar wassen wordt beschouwd als het wegwassen van uw geluk (hoewel ook hier de Chinezen hygiëne wel eens laten voorgaan op traditie)
  • Het huis schoonvegen op de eerste dag van het nieuwe jaar staat gelijk aan het wegvegen van het geluk.
  • De eerste dagen van het nieuwe jaar over de dood praten is ongepast.
  • Boeken kopen brengt ongeluk want het woord “boek” is een homoniem van het woord “verliezen”.
  • Zwarte of witte kledij dragen mag niet, want zwart staat symbool voor ongeluk en wit is een traditionele begrafeniskleur in China. Hebt u op uw kot ook last van feestende ratten, laat dit jaar dan het vergif in de kast staan en feest lekker mee.


Een terugblik op (bijna) acht jaar Francis Van Loon als rector
14/02/2008
🖋: 

Bij het ter perse gaan van deze dwars zijn de drie kandidaat-rectoren nog verwikkeld in een spannende verkiezingsstrijd met een onvoorspelbare uitslag. Wél al lang duidelijk is dat er een einde komt aan het tijdperk-Van Loon. In principe had de huidige rector zich nog kandidaat kunnen stellen voor een nieuw mandaat, maar dat blijkt voor hem geen optie: “Zowel voor de universiteit als voor mezelf is het beter dat ik nu iets anders ga doen.” In oktober van volgend academiejaar – van zodra de nieuwbakken rector voldoende is warmgelopen – is Francis Van Loon definitief rector-af. Dit leek ons een uitgelezen moment om een balans op te maken van de acht jaar waarin Van Loon aan het roer heeft gestaan van onze instelling.

Francis Van Loon Als ik terugkijk op de voorbije zeven en een half jaar als rector, heb ik weinig reden om ontevreden te zijn. Onze universiteit heeft sinds 2000 een hele weg afgelegd: denk maar aan het welslagen van de fusie, het doorvoeren van de BaMa-hervormingen, de stijging van de onderzoeksomzet, de toegenomen externe financiering, de hogere inschrijvingscijfers… Dat neemt natuurlijk niet weg dat er nog pijnpunten zijn, maar dat is nu eenmaal onvermijdelijk.

 

Aan welke pijnpunten denkt u dan?

Van Loon Uit visitaties blijkt dat we vrij goed scoren op het gebied van onderwijs. Een aantal opleidingen, zoals biologie, politieke wetenschappen en milieuwetenschappen doen het zelfs excellent. Maar mochten alle faculteiten écht hun best doen, dan zouden we overal zulke uitmuntende scores kunnen halen. Daar is dus nog werk aan de winkel. Ook de verhouding tussen het vaste en het tijdelijke kader kan beter: er zijn de afgelopen jaren steeds meer tijdelijke onderzoekers werkzaam aan de universiteit, terwijl de vaste staf die deze onderzoekers moet begeleiden niet is toegenomen. De werkdruk voor vast aangestelde professoren wordt zo wel erg groot. Een ander pijnpunt is de instroom en doorstroom van studenten, die niet altijd even vlekkeloos verloopt. Ik denk dat men op alle terreinen moet bijschaven. Maar het is niet aan mij om aan mijn opvolger voor te schrijven wat hem te doen staat. Laat ons echter hopen dat na alle drastische veranderingen, zoals de fusie en de BaMa-hervormingen, er eindelijk rust komt op het terrein, zodat we ons op een normale manier kunnen bezighouden met onze academische opdracht.

 

Wat bedoelt u precies met ‘onze academische opdracht’? Waarvoor staat een universiteit volgens u?

Van Loon Dat lijkt mij eenvoudig: een universiteit is onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Budgettair gezien weegt onderzoek het meeste door: driekwart van het geld gaat daar naartoe. Maar onderwijs blijft natuurlijk cruciaal, al was het maar om onderzoek te waarborgen: professoren en assistenten moeten een onderzoeksmentaliteit overdragen aan studenten. Behalve die twee basistaken, biedt een universiteit ook zowel wetenschappelijke als maatschappelijke dienstverlening aan de samenleving.

 

Moet een universiteit volgens u in eerste instantie arbeidscompetenties bijbrengen, of is er ook plaats voor een ruimer, niet direct meetbaar aspect, noem het maar Bildung?

Van Loon Je moet uiteraard op ‘iets’ in de samenleving worden voorbereid, maar algemenere Bildung mag daarbij niet ontbreken. Al zijn er natuurlijk verschillen van richting tot richting: Geneeskunde is bijvoorbeeld veel meer op toepassing gericht dan pakweg Taalkunde. Het is ook vanuit het idee dat iedere opleiding algemene vorming in zich moet hebben, dat we beslist hebben om het vak Levensbeschouwing in te voeren, al was dat tegen de zin van sommige faculteiten.

 

Haat-liefdeverhouding met de pers

Het valt ons op dat de UA aanzienlijk minder in de pers vermeld wordt dan de KULeuven of de UGent.

Van Loon Vinden jullie dat? Volgens mij zijn we toch ruim aan bod gekomen de afgelopen drie jaar. Misschien zelfs bijna elke dag.

 

De rectorverkiezingen in Gent of Leuven krijgen uitgebreid aandacht in de pers, in tegenstelling tot die bij ons.

Van Loon Tja, dat zal interessanter zijn voor de pers zeker? Leuven en Gent zijn drie keer groter dan Antwerpen, de rectorverkiezingen hebben bij hen dan ook veel meer impact.

 

Nog een voorbeeld: onlangs haalde de UGent het nieuws met de invoering van een plagiaatserver…

Van Loon (verontwaardigd) Maar een dergelijk systeem hebben wij al twintig jaar!

 

Precies, en dat is tekenend: zij halen de pers, wij niet.

Van Loon Bwah, die pers, hé… Eerlijk gezegd, daar houd ik me niet meer mee bezig. Je hebt de media natuurlijk nodig, maar je moet hun belang ook niet overschatten: de ene dag kom je in de krant, maar de volgende dag is er alweer een andere krant. Wat is uiteindelijk het belangrijkste? Inschrijvingscijfers, onderzoeksresultaten, marktaandeel, dát zijn de dingen die tellen. En eerlijk gezegd, al de rest interesseert mij niet. Bovendien vind ik dat weinig artikels echt accuraat zijn. Vroeger stond ik altijd klaar voor de pers, maar met mijn volle agenda heb ik nu wel wat anders aan mijn hoofd. Trouwens, het is onze Dienst Communicatie die als aanspreekpunt fungeert, niet ik.

 

Koppigaard Vdb

De huidige onderwijsminister, Frank Vandenbroucke, doet geregeld stof opwaaien. Wat vindt u van zijn beleid?

Van Loon Ik moet opletten met uitspraken over een minister die nog in functie is – misschien leest hij dwars wel. Hij heeft zeker een aantal goede dingen gedaan, maar soms… Neen, ik ga me niet over hem uitspreken. De geschiedenis zal erover moeten oordelen of hij een goede minister is geweest of niet.

 

Er wordt wel eens geklaagd dat hij weinig inspraak duldt.

Van Loon Ja, het is een koppigaard die zijn eigen zin doordrijft.

 

Heel wat studenten, assistenten en professoren spraken zich uitdrukkelijk uit tegen het nieuwe financieringsmodel van de minister. Uw stem bleef echter opvallend afwezig in het debat.

Van Loon Ik heb me altijd afzijdig gehouden omdat het decreet een goede zaak voor ons is. Ik zag geen reden om te protesteren. Bovendien, dat helpt toch niet bij Vandenbroucke.

 

Heeft het decreet dan niet veel nadelen?

Van Loon Er zijn een aantal aspecten waar ik niet achter sta, maar globaal genomen is de UA tevreden over het nieuwe financieringsdecreet. Als je zowel op de onderzoeks- als op de onderwijscomponent afgerekend wordt, kan je beide optimaliseren. Qua totaalbudget gaat onze universiteit erop vooruit. Er zijn natuurlijk nadelen: de onderlinge concurrentie tussen de universiteiten en onderzoekers zou kunnen toenemen, het aanmoedigingsfonds is misschien te klein, en de humane wetenschappen worden niet fatsoenlijk meegerekend voor de onderzoeksoutput. Maar we krijgen meer middelen en sowieso zal ook dit decreet maar een aantal jaar meegaan: vijf, misschien zes jaar, dan verandert het toch weer.

 

U noemt de gebrekkige financiering voor de humane wetenschappen en voor gelijke kansen. Wat zijn dan precies de voordelen: dat we meer geld krijgen, ongeacht…

Van Loon (onderbreekt) Precies, we krijgen meer geld.

 

De humane wetenschappen komen er bekaaid af.

Van Loon Dit wordt door ons intern allocatiemodel gecorrigeerd. We romen af bij faculteiten die meer genereren en herverdelen dan. Alle faculteiten gingen hiermee akkoord. Binnen ‘de humane’ heb je trouwens nog veel verschillen: Politieke en Sociale Wetenschappen doen het bijvoorbeeld erg goed, Letteren en Wijsbegeerte niet. Die laatste faculteit zou beter kunnen presteren: misschien krijgt ze te veel in verhouding met wat we nu hebben en moet ze inleveren.

 

Maar hoe zit het dan met die gelijke kansen?

VVan Loon Ook daar zullen we heel wat initiatieven nemen: nu zijn er al projecten als Trampoline (heroriëntatie van eerstejaarsstudenten, nvdr.) en Tutorat (studenten die bijlessen geven aan allochtone scholieren, nvdr.). Dat is allemaal nog redelijk bescheiden, maar je moet ergens beginnen en kijken wat dat oplevert. Je kan zoiets niet van dag op dag veranderen. Over vijf jaar zullen we zien waar we staan.

 

Dat klinkt erg berustend: andere maatregelen worden wel decretaal van dag op dag gewijzigd, maar als het over gelijke kansen gaat, moeten we ‘over vijf jaar eens kijken’?

Van Loon Geen enkel systeem wordt van de ene op de andere dag veranderd. We hebben net een cel voor gelijke kansen en diversiteit opgericht. Die moet zijn kansen krijgen. Pas na een aantal jaar kan je dat fatsoenlijk evalueren. Ik herhaal: globaal genomen is dit model zeker niet slecht voor ons.

 

De financiering van het model is gebaseerd op onderzoeks- en onderwijsoutput. De resultaten moeten snel beschikbaar, direct meetbaar en onmiddellijk inzetbaar zijn. Hoe kan u dat inpassen in uw visie op de universiteit, waarin ook Bildung een plaats heeft?

Van Loon Het één sluit het ander niet uit. Als universiteit kan je met dit model werken: als je weet waarop de financiering berekend wordt, kan je specifieker werken. Dat wordt ook verankerd in een meerjarenplan, en intern wordt er toch herverdeeld. Het is een kwestie van evenwichten zoeken: je moet natuurlijk genoeg middelen genereren alvorens je kan herverdelen.

 

Bloempot, biechtvader, bedrijfsleider

Ziet u zichzelf in uw functie van rector nog als academicus of bent u eerder een manager?

Van Loon Goh, dat zijn grote woorden. Qua vorming ben ik een academicus, maar met een job als de mijne geraakt dat op de achtergrond: ik leid nu eenmaal een bedrijf. Mijn functie als rector bestaat uit drie delen. Eén derde van de tijd ben ik bloempot: ik figureer voortdurend op recepties, openingen en vele andere verplichte nummers. Een ander derde van mijn tijd aanhoor ik als biechtvader alle problemen: van de faculteiten, van het personeel, van de studenten… En de rest van de tijd zorg ik ervoor dat de eenheid en de grote lijnen bewaakt worden. Daar houdt een rector zich mee bezig.

 

U noemt zichzelf biechtvader. Bij de Studentenraad was er echter onvrede toen u niet reageerde op hun verzoek u uit te spreken over het financieringsdecreet.

Van Loon Daar heb ik geen enkele vraag over gekregen.

 

Zij zeggen iets anders.

Van Loon Daar weet ik niets van. Want ik sta voor alles open. Je moet echter weten waarover je debatteert: het is de minister die het financieringsdecreet schrijft, niet ik.

 

De twee rectoren

De rectorverkiezingen werden op uw vraag vervroegd. Waarom precies?

Van Loon Ik wilde er van af om persoonlijke redenen: ik moet voorzieningen kunnen treffen voor mezelf na mijn periode als rector. Maar ook voor de instelling is het beter zo: een verkiezingsstrijd die maanden aansleept, is een slechte zaak. Hoe sneller dat achter de rug is, hoe beter.

 

Kan een rectorverkiezing niet het moment zijn om een fundamentele discussie te voeren over waar de universiteit naartoe moet?

Van Loon Een debat kan je altijd voeren, op de Raad van Bestuur bijvoorbeeld. Verkiezingen zijn daar volgens mij niet het geschikte moment voor: persoonlijke belangen primeren dan boven instellingsbelangen. Was er in Leuven twee jaar geleden veel debat tussen Torfs en Vervenne? Just niks.

 

Bij verkiezingen zijn natuurlijk wel meer mensen betrokken, en niet enkel het select clubje in de Raad van Bestuur…

Van Loon Verkiezingsdebatten zijn enkel een herhaling van zichzelf, de kandidaten praten elkaar na. Beleidsdebatten worden op een ander niveau gevoerd.

 

Riskeer je geen verminderde betrokkenheid bij studenten en personeel, nu de examens en de semestervakantie nog maar anderhalve week achter de rug zijn?

Van Loon Niemand gaat toch zijn kruit maanden van tevoren verschieten: een echt verkiezingsdebat duurt slechts drie weken, dat is in de politiek ook zo.

 

Nu wordt er een nieuwe rector verkozen die meer dan een half jaar aan de zijlijn moet staan terwijl u als een soort van een uitbollende rector van lopende zaken in functie blijft. Creëert dat geen moeilijkheden?

Van Loon Neen, dat denk ik niet. Ik heb hier doelbewust voor gekozen: nu krijgt de nieuwgekozen rector de kans om op te bouwen en ik om af te bouwen. In veel bedrijven wordt de nieuwe CEO soms een jaar van tevoren aangeworven.

 

Er wordt weleens gefluisterd dat de politieke kleur van de kandidaten een belangrijke rol speelt bij de verkiezingen.

Van Loon Daar heb ik in acht jaar werkelijk niets van gemerkt. Je kan toch geen politieke kleur op universiteitsbeleid plakken? Welke kleur zou je op mij plakken? Iedereen heeft natuurlijk zijn overtuiging, maar of dat meespeelt? Dat is echt een fabeltje.

 

Tot slot: wat doet een rector zoal na zijn rectorschap?

Van Loon Ik heb al maatregelen genomen. Alle voorbereidingen zijn getroffen om de laatste zes jaar van mijn loopbaan af te sluiten op het internationale forum. Niets is zeker natuurlijk, er zijn nog andere mogelijkheden, maar meer zeg ik er niet over.

 

U stelt zich echter wel kandidaat voor het associatievoorzitterschap… (zie 'De tandem Van Dyck-Cantillon')

Van Loon (verheft stem) Ik heb gezegd: alle voorbereidingen zijn getroffen voor een carrière op het internationale forum. Meer wil ik daar niet over kwijt.



De Snor van de Maand
14/02/2008
🖋: 
Auteur

Elke maand looft dwars een snor uit aan een al te weinig gewaardeerde held of heldin die zich op intense wijze ingezet heeft voor het welzijn van moeders, kinderen, bejaarden en de rest. Omdat dwars houdt van mensen die van mensen houden en geen moeite doen om dat te verstoppen. Gedurende de bloody koude wintermaanden (waar zitten die mannen met hun broeikassen als je ze nodig hebt) heeft dwars veel goede zaken gezien, schone initiatieven van mensen die we allemaal wel met een snor zouden willen bedanken.

Erenominaties voor deze winter gaan dus naar een rits mensen in verschillende velden: ons aller Patricia Ceysens wordt bedankt voor haar hulp aan de sjeiks (met hun grappige hoeden, tof!) uit Saoudi-Arabië, die hun land weer wat veiliger kunnen houden met goede, eerlijke Vlaemsche wapens. Een volgend prachtidee kwam van de rakkers van het VB: dwars kan niet wachten om dagelijks naar de op stapel staande boevendatabase te surfen en daarna met een goed Vlaemsch wapen de straat op te trekken. Waarom aan de politie overlaten wat je zelf ook kan? Ander te belonen sociaal gedrag zien we bij Yves Leterme, die goed bezig is de aloude stiel van viswijf wat op te waarderen in het politieke gebeuren. En dan is er natuurlijk nog president Mwai Kibaki van Kenia. Niet opgeven Mwai, het komt dik in orde! De dwars-lijst is nog lang niet ten einde, maar na de borrelnootjes is het toch tijd voor het grote werk. Misschien moeten we nog net even stil staan bij Ludo Helsen, die de vieze porno van Louis Paul Boon (zeker een Waal, mark my words) uit Antwerpen wist te weren. Gelukkig is er nog iemand die ons tegen zogenaamde kunst wil beschermen.

 

Er kan echter maar één winnaar zijn, één Rambo wiens inzet extra beloond mag worden, één snor. Iedereen denkt maar aan één man, hoewel met hem natuurlijk ook een hele partij en ettelijke honderdduizenden kiezers in de bloemetjes worden gezet. dwars looft de wintersnor (lekker warm) graag uit aan warlord Pieter De Crem, Aalters burgemeester en een Minister van Defensie die de wereld gaat laten zien dat België een niet te stoppen oorlogsmachine kan zijn.

 

Pieter trekt ten strijde om een troep onbeschaafde Afghanen - met eigen gebruiken en zo - te laten zien wat democratie is. Hun vrouwen zal hij van achter het fornuis en van onder hun boerka halen, hun kinderen zal hij de modernste opvoeding bezorgen, hun mannen zal hij weer leren mannen te zijn. En dan zal heel Afghanistan in vrede kunnen leven, gesteund door onze vredevolle waarden en die van onze Amerikaanse vrienden. Pieter zal er vanop het Ministerie van Defensie op toezien dat het leger dat André Flahaut in slaap heeft gewiegd, terug de grandeur van vroeger tijden zal krijgen. Onze jongens krijgen in dat verre land ergens onder Rusland een échte missie, met échte geweren en misschien zelfs met écht gevaar, hoewel 's lands moedertjes er zeker niet wakker van moeten liggen: hun zoons worden immers helden, met verhalen te over voor op familiefeestjes. dwars geeft Pieter De Crem een snor omdat hij de burgers van ons land weer wat nationale trots zal bezorgen en omdat hij de door paars wat op een afstand gehouden Verenigde Staten weer stevig aan de Belgische boezem drukt. Ons land heeft de kans om een deel te worden van de prachtige wordingsgeschiedenis van de Pax Americana, het project dat onze planeet veilig het millenium door zal helpen. Pieter grijpt die kans met beide handen, waarvoor elke goede burger hem dankbaar zou moeten zijn.



Met dank aan...
14/02/2008
🖋: 

Paul Clerckx werkt sinds 1975 als drukker op de dienst reprografie op Campus Drie Eiken. Op deze dienst worden niet alleen de cursussen gedrukt die op de campus worden gebruikt, maar ook thesissen, doctoraten en boekjes van de verschillende departementskringen. Volgens Paul Clerckx draait alles in zijn drukkersruimte om dienstverlening. De dienst reprografie is van 's morgens tot 's avonds doorlopend geopend. Bovendien wil hij de wensen van studenten, doctorandi en professoren zo goed mogelijk vervullen. Het drukken op zich is wel niet meer te vergelijken met vroeger, vertelt Clerckx: het ambachtelijke is er af. Omwille van de technische evolutie kan men in de reprografie niet meer werken met oude drukmachines en wordt alles nu digitaal gedrukt. Van een andere evolutie, de opmars van recyclagepapier, toont Clerckx zich een felle voorstander: in tegenstelling tot vroeger is dat immers van een degelijke kwaliteit, en prima geschikt om op te drukken. Milieubewust zijn is dus de boodschap!