UAlumni
16/03/2007
šŸ–‹: 
Auteur

ā€œHallo, ik ben Sabine Hagedoren en heb Scheikunde gestudeerd.ā€ We schrijven 1997 en Sabine Hagedoren, op dat moment leerkracht, richt een sollicitatiebrief aan de VRT. Peggy De Meyer en Bob De Richter zetten een punt achter hun carriĆØre als weerlui bij de openbare omroep en er komt een plaats vrij voor iemand met een wetenschappelijke opleiding. ā€œEigenlijk heb ik puur uit nieuwsgierigheid aan die selecties meegedaan,ā€ zegt Sabine Hagedoren, ā€œmaar plots bleek ik zowaar geslaagd en mits wat extra studeren, mocht ik bij de VRT aan de slag, zonder ooit een camera van nabij te hebben gezien.ā€ Van de UA naar de VRT – of: waar een opleiding Scheikunde aan onze universiteit je zoal brengen kan.

Ik neem aan dat u niet aan uw studies bent begonnen met een baan bij de VRT in het achterhoofd?

Sabine Hagedoren Het was zuivere interesse die me voor Scheikunde deed kiezen. In het middelbaar had ik met veel enthousiasme wetenschappen gestudeerd en ik wou in die richting verder gaan. In de richting Fysica leek het aandeel wiskunde me echter te groot. Biologie zou ook nog een optie zijn geweest, maar Scheikunde interesseerde me net iets meer. Ik hield er wel rekening mee dat licentiaten Scheikunde doorgaans in het onderwijs belandden. Als je in de privƩ-sector wou terechtkomen, moest je doctoreren. Men had ons dan ook van in het begin duidelijk gemaakt dat niemand zat te wachten op licentiaten: doctoreren was de boodschap.

 

Kreeg u zelf de mogelijkheid om te doctoreren?

Hagedoren Natuurlijk! Ik had daar zeker de gelegenheid toe, maar na vier jaar universiteit had ik er wel genoeg van en ben ik meteen in het onderwijs gestapt. Bij de aanvang van mijn studies besefte ik dat de kans groot was dat ik leerkracht zou worden en dat vond ik wel een aangenaam vooruitzicht. Nog eens vier jaar tussen universitaire muren zag ik niet zitten. Ik heb uiteindelijk zeven jaar voor de klas gestaan.

 

Studeerde u dan niet graag?

Hagedoren Jawel, zeker en vast, hoewel de kandidaturen en de licenties erg van elkaar verschilden. In de eerste twee jaar was je niet meer dan een nummer dat moest reproduceren wat de prof voorkauwde. We begonnen met zestig, maar dat aantal was naar het einde toe geslonken tot vijfentwintig. In een zodanig klein klasje werd je veel meer als volwaardig beschouwd en in plaats van papegaaienwerk te verrichten, mochten we in de licenties zelf onderzoek uitvoeren en meewerken aan projecten: oneindig veel interessanter.

 

Uw thesis kaderde ook in een dergelijk project?

Hagedoren Inderdaad. Mijn thesis maakte deel uit van een project dat op dat moment liep in milieuchemie, de richting waarin ik me specialiseerde, en handelde over euh… laser en microprobe massa-analyse van Amazone-aĆ«rosolen! (lacht uitbundig)

 

HĆ©?

Hagedoren Met een grote machine moet je dan de aĆ«rosolen (volgens Van Dale is aĆ«rosol het ā€œtotaal van in de atmosfeer zwevende vaste en vloeibare deeltjes", nvdr.) boven het Amazonewoud analyseren. Ik heb er toen echt van genoten om zelf die analyse te mogen uitvoeren en eigen opzoekingswerk te doen.

 

Bleef er tussen al dat onderzoek tijd over voor feestjes?

Hagedoren Absoluut! Als er iets te doen was in de Konijnenpijp of het Biokot waren wij altijd wel van de partij.

 

En de volgende morgen ook naar de les?

Hagedoren Ook dat ja! Ik moet zeggen dat mijn vrienden en ik redelijk ijverig waren: normaal gesproken zaten wij altijd in de les. Het was ook gewoon leuk om elkaar te zien op de campus. Na een tijdje vormden we een kliek en noemden we onszelf ā€˜de vrouwenclub’, hoewel er ook mannen bijzaten! (lacht) We gingen samen uit, maar konden ook bij elkaar terecht als we iets niet begrepen hadden in de les. Trouwens, om de twee maanden komen wij nog altijd met z’n allen samen om te koken en te kletsen. Eerst waren we nogal exclusief, maar nu mogen de wederhelften ook mee!

 

Bent u thuis blijven wonen tijdens uw studies?

Hagedoren Ja, ik zag daar wel de voordelen van in. Mijn eten werd me bij wijze van spreken onder de neus geschoven en mijn was werd gedaan. Heel handig.

 

Steunden uw ouders u in uw studiekeuze?

Hagedoren Mijn vader is tot zijn achttiende naar school geweest, mijn moeder tot haar veertiende. Zij had heel graag verder gestudeerd, maar mocht niet. Mijn ouders deden dan ook al het mogelijke om me de gelegenheid te geven om naar de universiteit te gaan, als ik dat wilde. Ik denk dat dat ook de beste manier is om resultaat te bereiken. Toen ik les gaf, moest ik met lede ogen aanzien hoe sommige ouders hun kind in een bepaalde, door hen uitgestippelde richting duwden en zo andere talenten en interesses in de kiem smoorden. Kinderen moeten enigszins vrijgelaten worden wat hun studiekeuze betreft. Je kunt immers alleen maar goed zijn in iets als je het graag doet.

 

En dat was voor u geen probleem?

Hagedoren Examens gingen altijd wel gepaard met de nodige stress en ik heb ook twee keer een tweede zit gehad, maar ondanks dat heb ik me tijdens mijn studentenjaren ontzettend hard geamuseerd met mijn studies en, natuurlijk, met die vrouwenclub van ons!



Tom Pintens aan de tand gevoeld
16/03/2007
šŸ–‹: 
Auteur

Tom Pintens draait als gitarist en pianist al jaren mee in Zita Swoon. Ondertussen vond hij ook tijd voor zijn eigen groepen 2000 Monkeys en Flowers For Breakfast. Begin maart bracht hij zijn eerste echte soloplaat uit, waarop hij zowaar Nederlandse luisterliedjes zingt. Hij is net naar de tandarts geweest als hij in cafƩ Revista op het Zuid binnenwaait.

Wijsheidstand laten trekken?

Tom Pintens Nee, ik ben bezig met een heropwaardering van mijn gebit. Tien jaar ben ik niet naar de tandarts geweest, en vorig jaar moest ik zeven of acht keer en toen vond ik dat het wel mooi was geweest. Die tand van vandaag was er niet goed aan toe, er moet een kroon op. Eerst de zenuw eruit, dan een kroon passen, dan nog eens terugkomen om die te plaatsen. Ik moet altijd mijn best doen om niet te visualiseren wat die tandarts in mijn mond zit te doen met zijn boor. Maar het gaat prima met mij, hoor.

 

Hoe kan het ook anders als je net een plaat uit hebt?

Pintens Dat is waar, ik ben er heel blij mee. Voor mijn doen is het eens iets anders: ik heb minder geprobeerd de plaat op te vullen met alles dat ik maar kan bedenken. Het album is een stuk akoestischer en rustiger dan mijn vorige werk. Je kan nummers blijven volproppen en overproduceren, maar ik wou het heel simpel houden: eerst een reeks geluiden die ik op mijn computer gemaakt had, vervolgens ƩƩn gitaar, ƩƩn piano en ƩƩn stem en dat is het.

 

Op de plaat is er toch wel meer te horen dan dat.

Pintens Je laat je inderdaad al eens gaan, en dan wordt een nummer toch weer iets anders. Voor je het weet ben je uren bezig met extra opnames, waarvan je het grootste deel toch weggooit. Op het einde heb ik weer wat teruggegrepen naar mijn oorspronkelijke plan, maar het is toch wat rijker geworden dan twee instrumenten en wat geprogrammeerde drums.

 

Hoe zou je je muziekstijl zelf omschrijven?

Pintens Volgens mij is mijn muziek niet te agressief, maar eerder verhalend. Ik hou wel van mooie arrangementen: je zal me niet snel een nummer zien maken met alleen maar een baslijn, een beat en wat zang. Ik zou het misschien wel proberen, maar later zou ik het toch verder inkleuren. Live speel ik in een trio, met op bas Mirko Banovic, die ook bij Arno speelt, en aan de drums Aarich Jespers van Zita Swoon. Aarichs drums neigen nogal naar subtiele percussie; hij is geen beenhouwer. Onze muziek is erg naakt, maar de teksten zijn daar goed genoeg voor. Het zijn niet mijn teksten, dus ik mag dat zeggen, hƩ. Mijn vriendin, Ellen Schoenaerts, heeft ze geschreven.

 

Had je die teksten eigenlijk eerst, of ben je vanuit de muziek vertrokken?

Pintens De muziek was er eerst. Ik had wel twee lijnen sluimerende tekst, maar veel meer muziek: een stuk of twintig ideetjes. Daaruit zijn dan een negental nummers ontstaan, sommige uit ƩƩn idee, andere door een paar dingen te combineren. Door de muziek eerst te schrijven had Ellen meer houvast. Ik had de melodieƫn al ingezongen met tijdelijke teksten, (kijkt naar zijn pakje sigaretten en neuriet) "roken is dodelijk, fumer tue", van die dingen. En daar kon Ellen dan mee aan de slag.

 

Heb je je vriendin bij het schrijven richtlijnen gegeven of heb je haar helemaal vrij gelaten?

Pintens Ze heeft carte blanche gekregen, alleen heb ik bij een of twee nummers een stukje tekst geleverd of gesuggereerd dat we het over iets anders moesten hebben. Soms heb je een gevoel bij een lied, en past daar een bepaald onderwerp niet goed bij. En af en toe heb ik eens een naam veranderd, maar alleen kleine dingen.

 

Voelt de plaat voor jou dan aan als iets van jezelf, of meer als iets van je vriendin?

Pintens Het is echt iets van ons. Uw lief staat ook vrij dicht bij u, in het beste geval. Bij mij is dat toch zo. Maar de woorden zijn van haar, en vaak weet ik ook vanwaar die komen. De pikante details ga ik je niet onthullen, maar er zitten gronden van waarheden in, vermengd met een heel pak fictie.

 

Was het niet raar om in het Nederlands te zingen?

Pintens Ja, ik ben daar in 2005 mee begonnen en het heeft echt een tijd geduurd voor ik me wat op mijn gemak voelde. EĆ©n nummer, ā€˜Al Die Tijd’, had ik bijvoorbeeld al langer in mijn hoofd, maar aan het tempo dat ik die song heb geschreven had het nog tot 2015 geduurd voor de plaat uit kon komen.

 

Bij dat nummer lijk je je ook nog wat in te houden, terwijl je verder in de plaat zekerder zingt.

Pintens Ik heb het dan ook als eerste opgenomen, dus de zanglijn is nog vrij braaf. ā€˜Camping Kobalt’ heeft bijvoorbeeld een veel minder evidente melodie, dat is uitdagender voor mij. Het wordt wel geen meezinger, vrees ik. Ellen zag het eerst ook niet goed zitten om op die melodie een tekst te schrijven.

 

En dan nog over een camping.

Pintens Voila! Het had makkelijker gekund, maar ik vond het ook leuk om haar die uitdaging te geven om te zien hoe ze zich daar vanaf zou maken. Een bruikbare tekst schrijven is behoorlijk moeilijk. In het Nederlands letten de mensen daar ook meer op. Ik zit weliswaar geen grote waarheden te verkondigen, maar ik wil de mensen toch entertainen. Vandaar dat het soms eerder verhaaltjes dan liedteksten zijn. De muziek kleurt die dan in en bepaalt ook mee de sfeer van de teksten.

 

Enkele maanden geleden gonsde het in muziekmiddens over de geldproblemen van Zita Swoon, hoe zit het daar ondertussen mee?

Pintens Weet je, optreden in het buitenland kost bakken vol geld: je moet een tourbus inhuren, een chauffeur, roadies… Op tournee gaan brengt eigenlijk niets op, het is gewoon een leuke maar dure uitstap. Dan is het natuurlijk tof dat je subsidies krijgt, maar ik vind het niet meer dan normaal dat dat op een bepaald moment ophoudt. Ik vind dat de overheid moet investeren in goede groepen, maar dat mag geen tien jaar duren. Daarvoor zijn er veel te veel andere leuke bands die ook steun verdienen. Zelf kan ik leven van de muziek, maar dat komt ook omdat ik voor andere groepen opnames en producties verzorg en al eens een soundtrack maak bij toneelstukken en films.

 

Wat brengt de toekomst voor Tom Pintens?

Pintens Volgende week vertrekken we met Zita Swoon voor drie weken naar het Oostblok. Ik ben nog nooit in het Oostblok geweest, dus dat wordt een soort van… vakantie! In april ga ik met mijn eigen groep optreden en eind maart komt de nieuwe Zita-cd uit. We spelen opnieuw in de nogal akoestische opstelling van de Band in a Box-tournee, maar het zijn wel allemaal nieuwe nummers. Er zitten er weer wat meer Franse tussen, denk ik. Allez, dat weet ik wel zeker: ik was er bij.



Dichter Charles Ducal krijgt eerste Herman de Coninckprijs
16/03/2007
šŸ–‹: 

Varkens, modder en de borsten van Lolo Ferrari: als poĆ«zie u nu nog koud laat weten we het ook niet meer. Haar onderwerpen lijken misschien platvloers, de dichtbundel In inkt gewassen van Charles Ducal is dat allerminst en werd bekroond met de Herman de Coninckprijs. ā€œVoor mijn ego hoeft die prijs niet,ā€ stelde de gewonnen dichter achteraf, maar voor ons was het wel een goede aanleiding om met hem te praten over de poĆ«zie als marktproduct, of als moe geworden Ć©n woeste taal.

De bekroning heeft allicht voor veel media-aandacht gezorgd. Hoe staat u tegenover journalisten die, gelokt door de gewichtige geur van zo’n prijs en door bladvulling, plots over poĆ«zie willen schrijven? Komt elke vorm van persaandacht literatuur ten goede?

Charles Ducal Het is niet de bekroonde bundel die de meeste aandacht kreeg, maar de publieksprijs. Vooral op tv was dat opvallend. Hoewel de Herman de Coninckprijs stof vooraf was voor De Zevende Dag, Canvas als co-organisator op de affiche stond en de prijs ook speciaal ter sprake kwam op Gedichtendag, hebben de kijkers noch titel, noch auteur van de bekroonde bundel kunnen vernemen. Dat geeft aan waar de belangstelling ligt: bij de spel-en-spektakelwaarde, bij de publieke betrokkenheid. Men vraagt zich niet af hoe men de poƫzie bij een groot publiek kan brengen, wƩl hoe men haar kan gebruiken voor een media-evenement. Daarvoor is een publieksprijs veel beter dan een door een vakjury bekroonde bundel, zeker als de auteur daarvan zich niet meteen media-gewillig opstelt. Anderzijds heeft de vermelding op radio en in de krant mijn bundel natuurlijk meer bekendheid gegeven. Er was meteen een herdruk en dat is leuk. Ik ben voorstander van alle mogelijke initiatieven om poƫzie te populariseren op voorwaarde dat de popularisering in dienst van de poƫzie staat en niet omgekeerd. We moeten ook niet doen alsof media-aandacht poƫzie aantrekkelijk zou kunnen maken op een ander dan oppervlakkig niveau. Voor velen heeft poƫzie nu eenmaal geen of weinig belang in het leven.

 

Uit de verzen ā€œhet vlees met het woord aan te raken, de lust om te zetten in geldā€ spreekt een kritiek op de consumptiemaatschappij. Een prijsuitreiking kadert mooi binnen die cultuurindustrie. U was niet aanwezig op de uitreiking en herleidde de prijs tot een overbodige geldsom: ā€œuw meubels waren toch al betaaldā€. Is dat een vorm van kritiek op de commercie rond literatuur?

Ducal Ik vind een prijs toch wel iets anders dan commercie. Het is een bekroning door een vakjury en in die zin een blijk van waardering. Ik wil wel even stellen dat ik heel blij ben met die prijs. Ook van de daaraan verbonden geldsom ben ik niet vies. Dat zinnetje over die meubels kwam er gewoon uit omdat ik duidelijk wou maken dat ik het juryrapport voor mezelf belangrijker vond dan de chĆØque. Dat literatuur ook een vorm van commercie is, is in onze maatschappij onvermijdelijk. Het product moet een gezicht hebben, liefst een mediageniek gezicht. Ik begrijp dus wel dat ik, om als dichter publiek bestaansrecht te hebben, uitnodigingen voor interviews, manifestaties en allerlei randevenementen best niet afsla. Maar ik doe het niet graag. Het enige publieke optreden dat me echt ligt, is dat in kleine kring. Ik zou liever hebben dat mijn boekje aandacht en lezers vond zonder mij.

 

Eerder dan het vermogen van dichters te bevestigen, stelt In inkt gewassen de vraag of een gedicht opgewassen is tegen de werkelijkheid en niet steeds vervalt in ijdele schoonschrijverij. Taal wordt geassocieerd met ā€œmoegeworden metaalā€ en een ā€œwoeste en ledige afgrondā€. Als dichten toch zo’n muffe bezigheid is, waarom schrijft u dan?

Ducal Ik schrijf omdat ik me op die manier vorm geef, mijn identiteit bepaal. Het is net als politiek of relationeel engagement een manier om niet zomaar het opgelegde mĆ©tro-boulot-dodo te ondergaan. Schrijven wordt een muffe bezigheid als het de invulling is van niet meer dan de vraag naar succes, naar publieke aandacht. Of als het neerkomt op de romantische dwaasheid dat je poĆ«zie belangrijker is dan de hele wereld. Ik zie schrijven vooral als een voortdurende vraagstelling. Wie bepaalt wie ik ben? Wat is voedsel voor mijn poĆ«zie en wat vergif? Hoe verhoudt mijn poĆ«zie zich tot de wereld? Kan ik over die wereld iets zeggen? Je zet ook twee beelden naast elkaar die ik tegenover elkaar zou stellen: het beeld van de woeste en ledige afgrond is het tegenovergestelde van het moe geworden metaal. Je moet dubbend en schrijvend net alle evidenties weer afbouwen om telkens opnieuw van nul te vertrekken. Dat klinkt misschien hoogdravend maar ik beleef het werkelijk zo. Je zit voor het scherm, zonder idee van de uitkomst. Gedichten volgen elkaar niet op zoals de stapstenen van een roman. Zelfs al zit een thema heel dwingend in je hoofd, dan nog schrijf je nooit ā€˜verder’. Je begint altijd opnieuw. Tot op het moment dat er iets 'uitkomt' is dichten daarom heel sterk het ervaren van een leegte.

 

In het gedicht ā€œRevolutieā€ houdt een knaap een opstandig krantje de hoogte in, terwijl een shoppende mensenkudde er blind voor is. ā€œHet heeft iets wanhopigs, maar toch, het is een beginā€, schrijft u – ironisch? ā€“ in het slotvers. Kan de dichter zich daadwerkelijk in het publieke debat mengen?

Ducal Ik bedoelde dat einde niet ironisch. Ik ben geen kortzichtige fatalist die gelooft dat de mentale verdoving van de massa door politiek en media voor eeuwig is. De Franse filosoof Badiou definieert onze tijd als een periode van restauratie na de mislukte pogingen een andere maatschappij te scheppen. Ik geloof met hem dat die restauratie vanzelf weer leidt tot rebellie, verzet en projecten om de maatschappij rechtvaardiger te maken. Het vers dat u aanhaalt is dus wel degelijk een politieke uitspraak, net zoals uw interpretatie ervan als ironie een politieke uitspraak is. Of er een plaats is voor de dichter in dat debat? Er is in dat debat plaats voor iedereen, vind ik. Wie denkt dat het met de maatschappij zo niet verder kan, staat voor de keuze zich alleen met zijn eigen besognes bezig te houden of zijn overtuiging op ƩƩn of andere manier publiek te uiten. Een andere vraag is hoe je dat als dichter best doet.

 

Ja, want poĆ«zie wordt na eeuwen van geĆ«ngageerd getob dan toch vooral als autonoom beschouwd. Maar kan poĆ«zie door haar ongevaarlijk voorkomen – ze heeft immers een gering publiek - niet juist wĆ©l onbeperkt het maatschappelijke debat aanzwengelen?

Ducal Als ik wil dat Vlaanderen weet wat ik over Irak of de hoofddoekenkwestie vind, schrijf ik een opinie. Maar op dat terrein heb ik natuurlijk geen macht. Ik moet me immers plooien naar de ideologische grenzen van de massamedia en verlies dus voor een deel mijn vrijheid om te schrijven wat ik werkelijk denk. Want, tactisch als ik ben, wil ik mijn stuk in de krant. Sommige onderwerpen mag je ook vergeten. Over Saddam of Mao op een andere manier schrijven dan wat vandaag bon ton is, hoe genuanceerd je dat ook doet, is op een aantal gezaghebbende redacties de kortste weg naar de prullenmand. In mijn gedichten schrijf ik daarentegen wat ik wil. In die zin kan poƫzie een heel eigen plaats innemen in het maatschappelijk debat. Je moet gedichten niet gebruiken als megafoon, want het publiek is inderdaad verwaarloosbaar. Je kan er echter wel op een heel eigen manier vragen mee stellen; niet op het niveau van dit of dat concreet dossier, maar op een persoonlijker en dieper vlak. Dat is uiteindelijk wat Brecht heeft gedaan. Zijn gedichten zitten vol concrete verwijzingen maar komen vaak neer op een fundamentele vraag. De poƫtische taal kan nu eenmaal een beeldspraak of formulering ontwikkelen die veel dieper gaat dan de journalistieke taal. Ik denk dat een gedicht soms grondiger aan het denken zet dan het lezen van de krant.

 

Heeft de lectuur van Brecht invloed gehad op uw schrijven?

Ducal De laatste cyclus zou ik nooit geschreven hebben als ik Brecht niet gelezen had.

 

En andere dichters?

Ducal In een paar gedichten uit de eerste cyclus heb ik een soort autonomie van beeld en klank nagestreefd naar het voorbeeld van sommige gedichten uit de Nagelaten Verzen van Van Ostaijen. En ongetwijfeld zal de lectuur van nog andere dichters me beĆÆnvloed hebben, maar dan onbewust.

 

Gevraagd naar de verklaring van de titel In inkt gewassen, legt u uit dat u gedachten in een inktbad wil wassen zodat ze er mooier en interessanter uitkomen. Wat houdt dat wassen precies in?

Ducal Wat je in het bad stopt is een mengelmoes van vrije associaties, herinneringen, fantasieƫn, invallen... kortom: alles wat door je hoofd gaat bij het turen naar het scherm. Wat uit de inkt komt is zijn toevalligheid kwijt, zijn banaliteit, zijn anekdotisch of strikt persoonlijk karakter. Tenminste, als het lukt.

 

U bent leraar Nederlands in het vijfde jaar ASO. Hoe laat u uw leerlingen kennismaken met poĆ«zie? Deelt u de mening ā€œhet doet er niet toe wĆ”t ze lezen, Ć”ls ze maar lezenā€?

Ducal Ik lees niet alleen moderne poƫzie maar behandel ook de hoogtepunten van de Nederlandse poƫzie in een chronologisch overzicht en doe dat sterk analyserend. Soms gaat het twee of drie lessen over ƩƩn gedicht. Ik wil dat de leerling geen vage leesindruk overhoudt maar ziet wat er staat en hoe het er staat. Ik doe mijn best de leerling te laten zien waarom een goed gedicht een goed gedicht is. Dat heeft namelijk meer te maken met taalorganisatie en visie dan louter met smaak. Ik ben helemaal niet gelukkig met de huidige trend in het onderwijs om alles toe te spitsen op vaardigheden. Ik zie vaardigheden als nuttige paarden die een kar moeten trekken. Wat op die kar ligt is van belang: de inhoud. Ik blijf dus zweren bij een canon, hoe rekbaar en dynamisch dat begrip ook is.

 

Heeft literatuur baat bij leesbevorderende betutteling, laagdrempeligheid en initiatieven-die-het-gedicht-van-Joke-Van-Leeuwen-door-de-supermarkt-doen-galmen?

Ducal Wel bij laagdrempeligheid, niet bij betutteling en zeker niet bij Carrefourtoestanden. Ik ben leraar Nederlands, misschien vind ik het daarom belangrijk rekening te houden met de drempel. Dwaas is wel als je op die drempel blijft staan, zoals poĆ«zie-onderwijs met alleen erg toegankelijke gedichten dat doet omdat anders ā€˜het plezier’ wordt gedood. Dat is onzin. Als het op een verstandige manier gebeurt, leidt analyse tot inzicht in de complexiteit van poĆ«zie en gaat er een rijke wereld open. Waarom zou je poĆ«zie-lezen niet kunnen ā€˜leren’? Ik vind analyse ook nodig om in te gaan tegen het idee dat je interpretatieruimte onbegrensd is. In feite komt dat neer op de gedachte dat er evengoed wat anders had kunnen staan. Analyse leert dat er in een goed gedicht net dit staat omdat dit er moet staan. Je kan dus niet zomaar in het wilde weg beginnen associĆ«ren, je leest best eerst heel aandachtig en precies wat er staat.

 

Vroeger besprak u gedichten van beginnende, wroetende schrijvers. Fronst u niet de wenkbrauwen bij die wildgroei aan penprobeersels?

Ducal Een wildgroei heb ik niet te verwerken gekregen. Ik ben er mee gestopt wegens gebrek aan inzendingen. Meestal waren de gedichten stuntelig of pathetisch maar er zat soms wel iets interessants bij. En ook voor het mislukte heb ik toch altijd veel respect gehad. Ik vond het sowieso al fantastisch dat mensen zoiets wilden proberen. Ik heb zelf genoeg dwaze probeersels geproduceerd, dus waarom zou Ć­k de wenkbrauwen fronsen?



Spetters!
16/03/2007
šŸ–‹: 

Aangezien we toch verslaafd blijken te zijn aan allerlei spelletjes, wordt het hoog tijd dat SMS mee op de kar springt. Mail ons het juiste antwoord door op de vraag: wat werd er de afgelopen maand NIET aangetroffen op de vloer van een gevangenis hier ten land? a) een stuk zeep, b) een GSM-toestel of c) een zuignap van de kolossale, 450 kg wegende inktvis die vorige maand gevangen werd in Nieuw-Zeeland. Stuur ons het juiste antwoord op en win exclusief een verrassingspakket met huisraadartikelen, deze morgen vers opgevist uit het Verrebroekdok!

Een Japanner heeft ruim drie weken in de wildernis overleefd zonder te eten of te drinken, en wel door een soort winterslaap te houden. Toen hij eind oktober werd gevonden op de berg Rokko had de vermiste Mitsutaka Uchikoshi bijna geen polsslag. Zijn organen functioneerden nog nauwelijks en zijn lichaamstemperatuur was slechts 22 graden Celsius. De man in kwestie herinnert zich niets meer, maar volgens de dokters moet hij tijdens zijn wandeltocht opeens zijn gestruikeld en bewusteloos zijn geraakt. Hij ondervindt waarschijnlijk geen blijvende gevolgen van zijn winterslaap... op een paar aanbiedingen van de inrichters van de Japanse versie van 'Big Brother' na tenminste.

 

Aan de universiteit van het Duitse Freiburg werd het examenreglement wel heel strikt toegepast. Een 27-jarige student met problemen aan de urinewegen mocht tijdens een examen de aula niet verlaten om naar het toilet te gaan. Men dreigde hem zelfs te buizen indien hij dit toch zou doen. Ondanks het feit dat de student zijn situatie toelichtte, reikte het medeleven van de opzichters niet verder dan de student toe te laten om ter plekke en in de aanwezigheid van zijn medestudenten zijn kleine boodschap in een lege plastic fles te deponeren. De universiteit zelf heeft reeds haar excuses aangeboden voor het onbehouwen gedrag van haar personeelsleden, doch deze laatsten zien geen graten in hun gedragingen. "Reglement is reglement; en als ze bij het examen hun gezeik op papier kwijt kunnen, dan kunnen ze dat ook in een flesje!", zo klonk het.

 

Nog meer Duitse weetjes: een boer eist 4900 euro schadevergoeding van drie jongeren omdat die zijn mannelijke struisvogel de schrik van zijn leven hadden bezorgd. De jongelui hadden vlak naast hem vuurwerk afgestoken en volgens de boer had dit het dier zo sterk aangegrepen dat zijn libido voor een periode van zes maanden – excusez le mot ā€“ beneden alle peil bleef. Op die manier liep de boer naar eigen zeggen op zijn minst veertien nakomelingen (aan 350 euro per stuk) van zijn prijsbeest mis. Impotentie ten gevolge van te luid vuurwerk... misschien een ideetje voor de seminariescholen?

 

In Pakistan is de politie op zoek naar een psychisch gestoorde man die het twee jaar oude lijk van zijn vader had opgegraven. Volgens zijn familie speelde de man al langer met het waanidee om zijn vader terug tot leven te wekken. Nu maar hopen dat dit de familie Pfaff niet op ideeƫn brengt.



uittredend Amerikaans ambassadeur Tom C. Korologos
16/03/2007
šŸ–‹: 

Op 6 februari vertrok Tom C. Korologos definitief terug naar de Verenigde Staten. De uittredend ambassadeur in Brussel vond vlak voor zijn vertrek nog de tijd voor een gesprek over zijn ambtstermijn in ons Belgenland.

U begon uw termijn als ambassadeur in juli 2004. Kunnen we dit tijdstip omschrijven als een historisch dieptepunt in de bilaterale relaties?

Tom C. Korologos Ik weet niet of ik het als een historisch dieptepunt zou omschrijven. Ik was hier niet ten tijde van de rakettencrisis in de jaren tachtig toen er 800.000 mensen op straat stonden te betogen. Maar inderdaad: de relaties waren zeker niet goed te noemen. Toen ik hier aankwam lagen onze beide landen met elkaar in de clinch over een groot aantal zaken. Je had bijvoorbeeld het protest tegen de oorlog in Irak, waarbij zelfs het vervoer van Amerikaanse militaire uitrusting langs de haven van Antwerpen ter discussie werd gesteld. Er was ook een groot aantal financiƫle en economische onderwerpen waarin we met elkaar van mening verschilden. Nu hebben we echter een punt bereikt waarbij we weer met elkaar praten en over veel zaken akkoord gaan. Op bepaalde punten hebben we nog steeds een lange weg af te leggen, maar vandaag zijn onze relaties met Belgiƫ weer vergelijkbaar met degene die we met andere Europese landen hebben.

 

Belangrijke handelspartners

Hoe belangrijk is Belgiƫ eigenlijk voor de VS, en omgekeerd?

Korologos Als we dit gesprek twee weken geleden gevoerd zouden hebben, zou ik je hebben verteld dat Belgiƫ de twaalfde belangrijkste handelspartner van de VS is; de voorbije weken zijn jullie zelfs opgeschoven naar de elfde plaats. Belgiƫ en de VS hebben een grote economische en culturele verbondenheid.

 

Zijn er zaken waar u liever meer vooruitgang mee had geboekt?

Korologos Deze baan is eigenlijk ƩƩn lange estafettewedstrijd: je geeft de stok door aan je opvolger. Er is dus altijd wel iets dat nog voor verbetering vatbaar is. De zakenrelaties hadden nog beter gekund, hoewel er al een merkbare vooruitgang is: de invoering van de notionele interest, het ondertekenen van een verdrag om dubbele belastingen te vermijden… De farmaceutische industrie voelt zich ook al wat beter in haar vel, maar ze zou toch nog beter behandeld kunnen worden. Het investeringsklimaat is nog steeds redelijk goed, maar de loonkosten zijn veel te hoog. Dat is natuurlijk een interne Belgische aangelegenheid. Het enige dat wij kunnen doen is op tafel slaan en van ons laten horen. Op militair vlak zou de samenwerking ook nog moeten verbeteren: we hebben meer hulp nodig.

 

Belgiƫ en de VS hebben een grote economische en culturele verbondenheid.

 

In uw toespraken heeft u altijd veel aandacht besteed aan de verbetering van het investeringsklimaat. Denkt u dat u een invloed hebt gehad op de verbeterde handelspositie van Belgiƫ met de VS, of ziet u nog andere redenen?

Korologos Er is zeer zeker een verbetering merkbaar. Drie dagen geleden hadden we nog een zakenontbijt in mijn residentie: daar zaten de farmaceutische industrie, de Amerikaanse Kamer van Koophandel, chemiebedrijven en nog veel andere grote bedrijven mee aan tafel. Ze waren allemaal heel tevreden over het verbeterde investeringsklimaat in Belgiƫ. Nu moet je weten dat Amerikaanse bedrijven nooit helemaal tevreden zullen zijn voor ze alles gekregen hebben wat ze willen: de belastingen zouden nog wat naar omlaag moeten, er zou iets moeten gedaan worden aan de te strenge arbeidsvoorwaarden, de openingsuren zouden wat soepeler mogen, enzovoort. Er is met andere woorden al veel verbetering merkbaar, maar alles kan natuurlijk steeds beter. Perfectie kan je nooit bereiken, hoewel het uiteraard iets is om naar te streven.

 

War on Terror

Vindt u dat BelgiĆ« haar rol in de ā€˜War on Terror’ te weinig opneemt?

Korologos Die rol wordt wel opgenomen, maar niet helemaal zoals het zou moeten. België heeft hard meegewerkt op het vlak van anti-terreurmaatregelen: in Antwerpen hebben we het container security initiative opgezet en de megaportsmachines geïnstalleerd die stralingen meten. Ik ben wel een beetje teleurgesteld in wat België gedaan heeft op militair vlak: we krijgen wel Belgische NAVO-troepen, maar onder de beperking dat ze niet in gevaar gebracht mogen worden. Hoe kan een generaal nu een leger leiden en een slagveld overzien zonder dat hij zijn troepen in de strijd kan brengen? België zou zulke beperkingen dus moeten opheffen, maar we hopen dat er op dat gebied na de verkiezingen meer gewerkt zal worden. Mij moet je verkiezingen niet uitleggen: ik ben opgegroeid met politiek en stembusgangen, dus we oefenen nog even geduld uit. De VS geeft heel veel aan de NAVO en verwacht hetzelfde van de andere bondgenoten.

 

President Bush kondigde onlangs een verhoging van het aantal troepen in Irak aan. Denkt u dat men de moeilijkheden voor de VS om tot een positief resultaat in Irak te komen aanvankelijk onderschat heeft?

Korologos Het gevecht waar we in 2003 in zaten is niet hetzelfde gevecht als vandaag. De zaken zijn veranderd: iemand probeert ons te saboteren. Iran, SyriĆ«, Jemen, Saoedi ArabiĆ«...: iemand is de normale gang van zaken aan het verstoren. Ondertussen zijn de leden van de Baath ontevreden, de soennieten ontevreden, de sji’iten ontevreden, de Koerden ontevreden… Ik heb in mijn leven nog nooit zoveel ontevreden mensen gezien als daar. Op een bepaald moment zullen ze toch samen aan tafel moeten gaan zitten om een uitweg te zoeken. Zijn er fouten gemaakt? Ja, we hebben onderschat hoe slecht de zaken zouden worden. Daarom heeft de president ook beslist om in te grijpen, in plaats van verder te blijven gaan in deze neerwaartse spiraal. De enige andere mogelijkheid was onze troepen terugtrekken, wat tot een catastrofe zou hebben geleid. Daarom gaan we nu helpen om het Iraakse leger en de regering weer op te bouwen, zodat ze zelf het heft in handen kunnen nemen. Er zijn ondertussen reeds aanduidingen dat de zaken verbeteren: zo is er bijvoorbeeld een buurt die door het Iraakse leger zelf werd opgekuist, zonder onze hulp. Ik weet niet wat er gaat gebeuren. We weten dat succes niet volledig zeker is, maar we weten ook dat het een complete nederlaag wordt als we nu vertrekken.

 

Voormalig minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger verklaarde op woensdag 30 januari voor een senaatscommissie dat de VS moest proberen om met Iran en Syriƫ rond de tafel te gaan zitten omtrent Irak. U was adviseur van interim-gouverneur Paul Bremer in Irak: ziet u gemeenschappelijke belangen tussen die landen en het uwe in Irak?

Korologos Met Syriƫ hebben we al diplomatieke relaties, zoals bijvoorbeeld een attachƩ die regelmatig overleg pleegt met Damascus. Wat je echter niet mag vergeten is dat Iran geen democratie naast de deur wilt. Moeten we praten? Zeker niet zolang Iran de holocaust ontkent, Israƫl van de kaart wil vegen, haar buren blijft bedreigen en op de thee gaat bij Chavez in Venezuela. Ahmedinejad moet wat goodwill tonen en zijn nucleaire opbouw stoppen. Er zijn in het verleden al bezoeken geweest aan Teheran, maar het heeft niets uitgehaald. Mensen praten voortdurend met de Iraniƫrs en hun minister van Buitenlandse Zaken is op bezoek geweest bij de EU in Brussel. Ik zou Belgiƫ bij deze trouwens willen feliciteren voor haar houding ten opzichte van Iran, en dan vooral jullie voorzitter in het sanctiecomitƩ van de VN die mee de aanzet heeft gegeven voor sancties tegen Iran.

 

Kissinger staat natuurlijk bekend als een groot verdediger van realpolitiek. Kunnen we zeggen dat de principiƫle verschillen met Iran volgens u echter veel te groot zijn om samen te werken in Irak?

Korologos Dat klopt waarschijnlijk. Ik kan je niet vertellen wanneer en waarover er gesprekken zullen zijn tussen de VS en Iran, maar deze zullen in elk geval wel pas gehouden worden wanneer Iran zich begint te houden aan de VN-resoluties en stopt met kernwapens te maken. Niemand wil een nucleair Iran, ook Europa niet. Europa ligt veel dichter bij Iran dan de VS.

 

Diversiteit

In november 2005 organiseerde u een uitwisseling tussen Amerikaanse en Belgische moslims. Dit initiatief was meteen een Europese primeur. Waarom vond u dit nodig en bent u tevreden over het resultaat?

Korologos Toen ik in Brussel aankwam, merkte ik dat vijf Ć  zes procent van de Belgische bevolking moslim is. Ik ben dan eens beginnen rondkijken en zag dat het in Frankrijk tien procent was, in Duitsland ook nog een heel aantal en dan heb je uiteraard Turkije nog. Door de migratiegolven zijn moslims dus een aanzienlijke bevolkingsgroep geworden in Europa en ze worden ook steeds belangrijker. Daarom ben ik eens met een aantal mensen in Washington gaan samenzitten en hebben we het gehad over de nadruk die zij legden op hun pogingen om de publieke opinie in het Midden-Oosten te beĆÆnvloeden. Ik merkte toen dat niemand probeerde de moslims in Europa te bereiken. Ik vond – en mijn regering ook – dat het dringend tijd werd om de hand uit te steken naar de Europese moslims. Daarom hebben we dertig Amerikaanse en zeventig Belgische moslims bij elkaar gebracht om ervaringen en meningen met elkaar uit te wisselen. In BelgiĆ« zijn moslims met zeventien of achttien parlementsleden bijvoorbeeld beter vertegenwoordigd in de politiek; in de VS hebben we er maar ƩƩn en die is pas in november verkozen. Amerikaanse moslims zijn dan echter weer beter vertegenwoordigd in academische en zakelijke milieus, ze zijn beter geassimileerd in de gemeenschappen; bij Belgische moslims was dat veel minder het geval. Er werd ook gediscussieerd over beeldvorming, vrouwenrechten, identiteit… De vraag wat ze van elkaar konden leren werd de drijvende kracht achter de conferentie; later volgden er dan nog verschillende bilaterale uitwisselingen van studenten, imams...

 

Over immigratie gesproken: u bent zelf geboren in een Grieks migrantengezin in de VS. Toch hebt u een succesvolle carriĆØre achter de rug. Hoe schat u de verhouding in tussen enerzijds het probleem van sociale discriminatie en anderzijds de persoonlijke verantwoordelijkheid om iets van je leven te maken?

Korologos Ik denk niet dat het aan de Amerikaanse ambassadeur is om zich te mengen in het Belgische maatschappelijke debat…

 

Misschien kunt u enkele goede ervaringen uit de VS aanreiken?

Korologos In de VS hebben we inderdaad enkele positieve ervaringen opgedaan. De VS is een migrantenland: men moet elkaar leren kennen en vertrouwen. De burgemeester van Dearborn, Michigan was aanwezig op onze conferentie in 2005 en hij had een foto meegenomen van een straat uit zijn stad. Op die foto stonden een katholieke kerk, een joodse synagoge, een Grieks-orthodoxe kerk… Allemaal mooi naast elkaar. En niemand valt de ander lastig. Een ander aspect hier is het grote werkloosheidsprobleem bij moslimjongeren. Hopelijk kunnen we hen leren beter in de maatschappij te komen met behulp van taallessen. Misschien kan het Engels zelfs dienst doen als katalysatortaal. Immigratie is natuurlijk een wereldwijd vraagstuk, alle landen worden er mee geconfronteerd: kijk maar naar ons en de situatie met latino’s. Elkaar leren kennen en vertrouwen, dat is het belangrijkste.

 

Belgisch Compromis

U heeft ondertussen een zeer lange carriĆØre achter de rug. Gaat u nu met pensioen?

Korologos Ik hoop het. Bij ons heb je echter iets wat ze brandweerpaarden noemen: die trokken vroeger de karren van de brandweer. Als ik dus het alarm hoor afgaan, loop ik naar de kazerne. Ik ben uiteraard nog steeds bereid mijn land te dienen als ze mij vragen, net zoals ik gedaan heb tijdens mijn jaren in de luchtmacht en te Washington, Bagdad en Brussel. Laten we zeggen dat Brussel toch fijner was dan Bagdad, maar ik sta nog steeds klaar om te vertrekken naar waar men mij nodig heeft.

 

Als u binnen een paar jaar terugdenkt aan uw verblijf in Belgiƫ, wat zal dan volgens u het voornaamste zijn dat u hier geleerd hebt?

Korologos Ik heb geleerd geduldig te zijn. En ik heb hier ook iets zeer interessants opgepikt: het Belgisch compromis. Je zit met vijf verschillende mensen in een kamer, allemaal met een verschillende mening, en wanneer het Belgisch compromis gesloten wordt, krijg je een akkoord waarvan iedereen denkt dat hij gewonnen heeft. Dat vind ik fascinerend om zien.



16/03/2007
šŸ–‹: 
Auteur

Baarmoederhalskanker kan zich op een triest palmares beroemen: wereldwijd worden elk jaar 500.000 nieuwe gevallen van deze kanker ontdekt en elke twee minuten sterft een vrouw aan de gevolgen ervan. In Belgiƫ gaat het om 667 tragische diagnoses en 326 sterfgevallen per jaar. Dat maakt van baarmoederhalskanker de meest voorkomende kanker bij vrouwen, na borstkanker.

Grote boosdoener is het humaan papillomavirus. Zonder dit seksueel overdraagbare virus kan er geen sprake zijn van baarmoederhalskanker. Geschat wordt dat ongeveer 80 procent van de bevolking er ooit mee in aanraking komt in de loop van zijn of haar leven, wat dit virus meteen bombardeert tot de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoening wereldwijd. Gelukkig weert het verdedigingssysteem van de meeste vrouwen het humaan papillomavirus automatisch af. Bij sommige vrouwen veroorzaakt dit virus naast genitale of anale wratten ook kanker van de schaamlippen, vagina, aars of baarmoederhals. Slechts in 1 procent van de gevallen geven deze infecties aanleiding tot een kwaadaardig letsel.

 

Wetenschappers zorgden echter voor een lichtpunt in de woekerende duisternis en dit in de vorm van een vaccin. Op dit moment is er ƩƩn vaccin op de markt: Gardasil. Een tweede vaccin, Cervarix, wordt in de loop van dit jaar verwacht. Vaccins als deze bestaan uit een virusachtig partikel dat dezelfde structuur heeft als het virus ā€“ zonder echter het virale genoom te bevatten ā€“ en dit zorgt ervoor dat het lichaam antistoffen aanmaakt. Er bestaan meer dan honderd verschillende types van het humaan papillomavirus. Het vaccin biedt bescherming tegen de types die verantwoordelijk zijn voor driekwart van de gevallen van baarmoederhalskanker.

 

Aangezien het vaccin preventief werkt en het humaan papillomavirus seksueel overdraagbaar is, zouden vrouwen gevaccineerd moeten worden voor ze seksueel actief zijn. Uit een Brits onderzoek blijkt dat 7,5 procent van de jongeren op dertienjarige leeftijd al geslachtsgemeenschap heeft gehad. Wetenschappers pleiten er dan ook voor om meisjes tussen 9 en 12 jaar op grote schaal in te enten. Bij vaccinatie van vrouwen die reeds seksueel actief zijn, daalt de effectiviteit van het vaccin sterk. Of het zin heeft om ook voor die vrouwen te investeren in Gardasil, is voorlopig dan ook onduidelijk en vergt bijkomend onderzoek. Ook over de doeltreffendheid van het vaccin bij mannen is men op dit moment niet zeker, maar recente berichten zijn hoopvol. Het humaan papillomavirus zou immers ook verantwoordelijk zijn voor anale kanker: een fatale ziekte die vooral homoseksuele mannen treft. Amerikaanse onderzoekers gaan na of Gardasil ook voor deze kanker preventief zou kunnen optreden.

 

De ontwikkeling van dit vaccin betekent een grote doorbraak in de strijd tegen kanker. Het Europese Geneesmiddelenagentschap verleende in september 2006 haar goedkeuring aan Gardasil en diezelfde maand sprak men op de Geneeskundige Dagen van Antwerpen reeds over "het einde van baarmoederhalskanker". Op dit moment is het vaccin nog niet opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma van het ministerie van Volksgezondheid. ā€œBijkomend onderzoek is nodig,ā€ luidt het daar. Het vaccin is wel beschikbaar in BelgiĆ«. Voorlopig betalen de ziekenfondsen het gedeeltelijk uit eigen zak terug, maar dat kost hen miljoenen euro’s. Helaas hanteert ieder ziekenfonds een verschillend terugbetalingsschema, wat bij veel vrouwen tot verwarring leidt.

 

De euforie omtrent Gardasil dient volgens sommige critici ā€“ waaronder het Syndicaat Vlaamse Huisartsen (SHV) ā€“ getemperd te worden. Men kan immers nog niet met zekerheid zeggen of het vaccin effectief bescherming biedt tegen baarmoederhalskanker. Nadat de infectie heeft plaatsgevonden, duurt het vijf tot vijftien jaar alvorens de kanker zich ontwikkelt. De eerste vaccins werden te recent toegediend om met zekerheid te kunnen zeggen of de kanker verslagen is. Baarmoederhalskanker ontwikkelt zich echter in verschillende stappen en wetenschappers wijzen erop dat het vaccin beschermt tegen de voorloperletsels. Zij gaan er dan ook van uit dat het eveneens bescherming biedt tegen baarmoederhalskanker zelf en benadrukken dat het ethisch onverantwoord zou zijn om dertig jaar te wachten om te zien of het vaccin effectief werkt.

 

Diezelfde wetenschappers laten geen kans onbenut om het blijvende belang van screening aan te strepen: Gardasil beschermt immers slechts tegen driekwart van alle types van baarmoederhalskanker. Die screening is niet bepaald populair bij de Belgische vrouwen. Alle vrouwen tussen 25 en 65 jaar zouden om de drie jaar een uitstrijkje moeten laten nemen; in Belgiƫ houdt amper 59 procent zich aan die raadgeving. Met dit povere resultaat bengelt ons land aan het Europese staartje: in Finland laat bijvoorbeeld maar liefst 93 procent van de vrouwen zich op regelmatige basis screenen. Mochten meer vrouwen deelnemen aan een screening, dan zou baarmoederhalskanker veel sneller kunnen worden opgespoord en zou het aantal sterfgevallen ten gevolge van deze kanker drastisch dalen. Gynaecologen betreuren dat er in Belgiƫ geen georganiseerde structuur bestaat die vrouwen stimuleert om regelmatig uitstrijkjes te laten nemen. Een dergelijk systeem zou vrouwen die dat niet doen kunnen aanschrijven, opdat ze alsnog bij de gynaecoloog zouden terechtkomen.

 

Dankzij het vaccin zal die gynaecoloog met een pak minder afwijkende uitstrijkjes geconfronteerd worden. Als dit vaccin wijdverbreid geraakt, althans. Zullen de overheid en de ziekenfondsen de moed kunnen opbrengen om te investeren in iets wat pas over dertig jaar rendeert?

 

 

Met medewerking van prof. Dr. Wiebren Tjalma, gynaecologisch oncoloog en borstchirurg van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Wiebren heeft meegewerkt aan studies naar de ontwikkeling van het vaccin tegen baarmoederhalskanker.



Boekhandel wil problemen oplossen
16/03/2007
šŸ–‹: 

Leesboeken, handboeken, tekstboeken: je vindt ze bij Acco. Als ze daar echter niet te verkrijgen zijn, heb je een probleem. Al geruime tijd ondervinden studenten en professoren hinder van onvolledige of late bestellingen. Tijd om even poolshoogte te nemen.

Dit wordt geen reclame voor Acco en dit wordt geen modder gooien naar Acco. Feit is dat er problemen zijn of waren met de levering van studieboeken. Er waren er bijvoorbeeld te weinig, zodat niet iedere student een exemplaar kon kopen, of boeken kwamen te laat binnen. Dat zorgde voor praktische problemen tijdens colleges: de professoren van Engelse literatuur hadden zelfs zoveel last dat ze naar boekhandel De Groene Waterman zijn overgestapt. ā€œWe hadden daar al eens eerder een bestelling gedaan en dat was ons goed bevallenā€, zegt professor Luc Herman.

 

Acco betreurt de beslissing van de afdeling Engelse literatuur. Herman: ā€œIk werd gecontacteerd door de hoofdafdeling van Acco in Leuven met de vraag of ik toch de bestellingen bij hen wilde blijven doen. Ik ben daar niet op ingegaan, omdat het de afgelopen semesters moeilijk lesgeven was door de leveringsproblemen bij Acco.ā€ Professor en studiebegeleider Engels Betty Devriendt is bij Acco gebleven en heeft de indruk dat het sinds het begin van het tweede semester beter gaat. Ze heeft geen klachten meer gehoord van studenten of collega’s over onvoldoende boeken of late bestellingen.

 

Vorig academiejaar was de situatie echter anders: studentenvertegenwoordiger Maja Vande Velde trok aan de alarmbel na verscheidene klachten van medestudenten. Onder andere het handboek Italiaans Italvoc I en Le lys dans la vallƩe van Balzac lagen niet of te laat in de winkel. Samen met professor Devriendt stapte ze naar Acco. Er is toen een vergadering geweest met directeur-uitgever Rob Berrevoets en een aantal medewerkers van Acco; zij beloofden beterschap.

 

Een deel van het probleem ligt in het feit dat de boekhandel moeilijk op tijd te weten komt hoeveel studenten welke studierichting gaan volgen. Studenten kunnen zich tot eind september inschrijven, waardoor definitieve cijfers pas later bekend zijn. ā€œDan is het voor ons te laat om te beginnen met boeken te bestellen bij de uitgeverijenā€, aldus Els De Keyzer, verantwoordelijke voor de winkel in Antwerpen.

 

Ondanks de belofte van vorig academiejaar waren er het eerste semester van dit jaar problemen: er waren niet genoeg exemplaren van het boek Overzicht van het burgerlijk recht voor de colleges van professor De Corte. Ook twee verplichte boeken van James Joyce en Maria op de markt voor eerste Bachelor Theater-, Film- en Literatuurwetenschappen waren niet of te laat binnen.

 

Studentenvertegenwoordigers trokken aan de alarmbel na verscheidene klachten van medestudenten.

 

Devriendt en Vande Velde namen weer contact op met Acco. De boekhandel heeft toen zijn verontschuldigingen aangeboden en een verklaring gegeven voor de problemen. ā€œMijn collega en ik werken hier pas sinds de paasvakantie van vorig academiejaar en we hadden van de vorige verantwoordelijke te horen gekregen om voorzichtig te bestellenā€, legt De Keyzer uit. ā€œHet is niet altijd gemakkelijk om overschotten terug te sturen naar de uitgeverij. Als dat niet kan, verliezen we daarop.ā€ ā€œHet boek Overzicht van het burgerlijk recht wilde de uitgeverij echter wel terugnemen, als daar exemplaren van zouden blijven liggenā€, verzekert professor De Corte. Directeur-uitgever Berrevoets geeft toe dat voorzichtig bestellen niet het enige probleem is of was: ā€œOok de communicatie met professoren en studenten moeten wij verbeteren.ā€

 

Studentenvertegenwoordiger Vande Velde brengt daar tegenin dat Acco de cijfers van studentenaantallen via het studentensecretariaat kan opvragen en op de internetsite van de universiteit kan zien welke boeken nodig zijn voor welke studierichting. Contact met professoren en studenten zou dan niet noodzakelijk zijn.

 

Dat is niet waar volgens Acco. ā€œDe gegevens op de site zijn niet altijd actueel", zegt Berrevoets. "We willen daarmee niet de schuld op de universiteit steken, we willen er alleen mee zeggen dat contact met de professoren dus wĆ©l nodig is. Als we ons enkel op de gegevens van de site zouden baseren, zouden we verkeerd bezig zijn." De Keyzer: ā€œWe beginnen steeds in juni of juli met de bestellingen. We schrijven dan naar de professoren met de vraag welke boeken ze gaan gebruiken gedurende het volgende academiejaar. De nieuwe bestellingen baseren we vooral op de verkoopcijfers van vorige jaren. Aan het begin van dit academiejaar hebben we daar inderdaad fouten mee gemaakt: we hebben te voorzichtig ingekocht. Volgend jaar zullen we minder voorzichtig zijn met boeken te bestellen.ā€ Acco wil ook de communicatie met de universiteit verbeteren: "We denken er ernstig aan om ook een vertegenwoordiging van de professoren en studenten uit de UA in onze Raad van Bestuur op de nemen." Er zouden gesprekken zijn met een aantal professoren, maar omdat er nog geen definitieve afspraken zijn gemaakt, noemt Berrevoets liever geen namen.

 

Net als Betty Devriendt ziet ook Maja Vande Velde een positieve verandering in het tweede semester van dit jaar. ā€œIk heb geen klachten meer gehoord van studenten.ā€ Ze plaatst echter wel een kanttekening: ā€œVaak moeten we in het eerste semester meer boeken kopen dan in het tweede. We zullen dus het eerste semester van komend jaar moeten afwachten, maar momenteel ben ik voorzichtig positief.ā€



16/03/2007
šŸ–‹: 
Auteur extern
Lin en Lieze

Hola chica,

 

Maart in Valencia betekent Las Fallas en dus feest! FeestcomitĆ©s in verschillende buurten maken enorme poppen uit papiermachĆ© met binnenin vuurwerk, de zogenaamde fallas. Op 19 maart is er ter ere van Sint-Jozef een grote parade in de stad en ā€˜s nachts worden alle poppen in brand gestoken. Jong of oud, hĆ©t gespreksonderwerp in de straten is dit festival. Elke dag om 14u zijn er mascletĆ”s op Plaza del Ayuntamiento. Er wordt dan op een ritmische manier vuurwerk afgeschoten, wat echter vooral veel lawaai en rook oplevert. En je mag je vingers niet in je oren stoppen, want dat zou onbeleefd zijn. Bommetjes zijn hier ook populair. Ik schrik me steeds verrot als een bende jongeren achter me zo’n bommetje afsteekt. Overal wapperen Valenciaanse vlaggetjes en op elke hoek van de straat duiken er standjes met churros en porras op - het best te vergelijken met een uitgerekte smoutenbol die je in warme chocolademelk doopt. Een ware caloriebom!

 

En dan is er de America’s Cup, het tweede evenement van het jaar. De Valencianen zijn fier dat ze deze belangrijke zeilwedstrijd mogen hosten in hun haven. Hotels, restaurants, hippe bars en lounges rijzen als paddenstoelen uit de grond. Zelfs de huurprijzen schieten de hoogte in.

 

De zoektocht naar een roommate verliep redelijk hectisch: heel veel kandidaten kwamen over de vloer om ons appartementje te inspecteren. Uiteindelijk is het een vriendin geworden van mijn Franse kamergenoot. Nu woon ik dus samen met twee Parisiennes, wat overigens best meevalt. En ja hoor, onderling spreken we Spaans!

 

En het is zomer! Korte rokjes, blote armen en zonnebrillen kleuren het straatbeeld en overal openen plots heladeria’s met artisanale ijsjes. De thermometer heeft zelfs al 30 graden Celcius aangewezen, maar dat was een uitzondering. Voorlopig toch…

 

Hou je goed.

 

Besos,

 

Lin

 


 

Liefste Lin,

 

Ik weet niet hoe het in Valencia zit, maar hier begint het stilaan te zomeren. De eerste vrije zondag boven 20 graden Celcius kon onmogelijk onopgemerkt voorbijgaan. Vrienden, rivier en een gezellige bar lokten me zondagochtend uit bed. Iets te laat, weliswaar: de vrienden waren reeds vertrokken en achterna komen was bijgevolg de boodschap. Sonya en ik bereikten vol goede hoop de rivier, om dan te ontdekken dat onze entourage zich aan de andere kant bevond. Vrolijk stonden ze te zwaaien vanop 'linkeroever' en de eerst volgende brug was op 15km wandelen...

 

Maar geen probleem voor Lieze en Sonya, ik zit niet voor niets bij de scouts! Een eenvoudig plan werd uitgedokterd. Stap 1: Vlot bouwen om de handtassen veilig aan de overkant te krijgen. Stap 2: Kleren uit, bikini aan. Stap 3: Rivier in en schoolslag alsof je leven ervan af hangt. Dit geniale idee kon onmogelijk mislukken... dachten we. Jammer genoeg was de stroming net iets te sterk en het vlot net iets te zwaar. Dat werd dan ook halverwege gedumpt. Het begon me stilaan te dagen dat dit niet zo goed zou aflopen, de handtassen waren al kleddernat. Spartelend probeerden we het hoofd en de sjakossen hoog te houden en vooral niet af te drijven naar de mini-waterval. Voel je al nattigheid? Ik belandde in de waterval en raakte ongeveer elke rots die je kunt raken met gekneusde ledematen en blauwe plekken als gevolg. Bovendien heb ik mijn schoenen en GSM aan moeder natuur moeten afstaan. Sonya kwam er een tikkeltje beter vanaf maar hield er toch ook een behoorlijke kater aan over. Toen ik later blootsvoets, zielig en bebloed thuiskwam, was er gelukkig dokter Alessandro die me liefdevol ontsmette met de hulp van Mado die de volgende wijze woorden sprak: Who do you think you are? Fucking Indiana Jones?

 

Wat leerden we hieruit? Kunnen sjorren verrijkt je leven niet, vrienden op linkeroever zijn een gevaar, Fucking Indiana Jones had een hard leven en vooral en bovenal: blijf veilig binnenshuis op de eerste vrije zondag boven 20 graden Celcius.

 

Hoe staat het met jouw ledematen, beste vriendin?

 

Beso, Indiana Jones in spe.



Gekunsteld
16/03/2007
šŸ–‹: 

Wat is mijn favoriete kunstwerk? Moeilijke vraag. Ik heb niet echt een ultiem favoriet kunstwerk. Ik zou mezelf eerder ā€˜fan’ noemen – een grote fan, van veel. Misschien nog wel het meest van muziek. Van de contratenor Andreas Scholl en van Bach en Chopin (wiens graf ik trouwens onlangs heb bezocht in PĆØre Lachaise in Parijs).

Hoe subliem deze componisten zijn is echter alom bekend. Misschien kan ik een passie voor iets onbekenders met onze lezer delen? Wat dacht u van het Kronos Quartet? Mocht u ooit Requiem For a Dream gezien hebben ā€“ een film uit 2000 van Darren Aronofsky (de man heeft trouwens net zijn volgende film uit: The Fountain) ā€“ dan zult u zich die enerverende, bijna psychedelische strijkersmuziek van Clint Mansell vast wel herinneren. Nu, het Kronos Quartet ā€“ een klassiek geschoold strijkerskwartet dat onlangs haar dertigjarige bestaan vierde ā€“ heeft naast deze filmmuziek een uitgebreid oeuvre uitgevoerd. Het repertoire van het Kronos Quartet is eclectisch: gaande van muziek (of althans pogingen tot) uit de Griekse Oudheid over middeleeuwse liederen en de polyfonie van de Renaissance tot uitvoeringen van hedendaagse componisten als Arvo PƤrt en Alfred Schnittke ā€“ in een tijd als deze gaat alles a priori samen met alles. De mannen van het Quartet durven ook over de grenzen van de westerse scĆØne te kijken: dit culturele uitstapje resulteerde twee jaar geleden in een plaatje met een meesterlijke uitvoering van muzikale hits uit Bollywood, waarvoor zij beroep deden op het schriele zangtalent van de Indiase schone Asha Bushle. Naast De Groten uit de twintigste eeuw - als daar zijn: Webern, Shostakovich en Bartok ā€“ huldigden zij ook jazzlegenden als Thelonious Monk en Charles Mingus.

 

Het is duidelijk dat het Kronos Quartet de grenzen van een klassiek strijkkwartet (dat zijn ze ook, ze mogen zich immers de trotse bezitter noemen van een Grammy voor beste kamermuziekperformance) heeft afgetast, overschreden en verlegd. David Harrington, eerste violist uit het kwartet, omschrijft het treffend als volgt: ā€œI’ve always wanted the string quartet to be vital, and energetic, and alive, and cool, and not afraid to kick ass and to be absolutely beautiful and ugly if it has to be. But it has to be expressive of life. To tell the story with grace and humor and depth. And to tell the whole story, if possibleā€¦ā€

 

www.kronosquartet.org



16/03/2007
šŸ–‹: 
Auteur

De diepere vragen des levens stel je op de meest onverwachte plaatsen en momenten: mij overkwam het na een bezoekje aan herenkapper Hassan.

Op een regenachtige dag zat ik op de bus. Het beloofde weer een vermoeiende lesdag te worden. Dromerig staarde ik uit het aangedampte raam, tot iets me plots in het oog sprong: in een kapperszaak waar we voorbijreden zag ik drie mannen op horizontaal uitgestrekte kappersstoelen liggen. Ze lagen daar gewoon te rusten, met de kappersschort nog rond hun nek. Een grappig gezicht: zo had ik alleszins nog nooit bij een kapper gezeten. Ik was meer gewend aan een kapper waar oude dametjes zaten te praten over de laatste geruchten uit ƩƩn of ander roddelblad, waar je nooit langer dan een halfuur bleef en je je toch nog druk maakte dat het niet snel genoeg ging. Mijn nieuwsgierige geest was geprikkeld en ik besloot deze kapper eens een kans te geven.

 

Ondertussen ben ik al vier keer bij de Herenkapper geweest, waar Hassan met de schaar en de eeuwige glimlach de heer des huizes is. Wie spreekt er nog over ā€œnaar de kapper gaanā€? Eens je bij Hassan bent geweest, ga je niet meer naar de kapper, maar naar een verteller, een luisterend oor, een filosoof, een vriend. Je komt niet op afspraak, maar je springt gewoon eens binnen. Het eerste dat opvalt is een grote houten tafel vol kranten. De mensen zitten niet ongeduldig hun beurt af te wachten, maar ze maken een praatje met elkaar, ze lezen een krant en ze genieten van het zonnetje dat binnenschijnt. Op zaterdagochtend liggen er zelfs koffiekoeken voor de klanten. Hassan bestelt er geen grote, maar kleintjes. ā€œAnders durven de klanten ze niet nemen, zoals tijdens die praatprogramma’s op zondagochtendā€, zegt hij. Er is ook koffie, thee of iets fris voor wie daar zin in heeft. Maar wie zich echt thuis wil voelen, moet natuurlijk ook de handen af en toe eens uit de mouwen steken. Zo stond ik tijdens mijn eerste bezoekje al na twee minuten in de keuken te helpen de glazen af te wassen. Naast kranten en lege koffietassen ligt er sinds kort ook een album vol reacties van klanten op de tafel. Een reactie die me bijbleef kwam van een man die bij zijn eerste bezoek slechts vijf minuten de tijd had voor een knipbeurt. Hij moest namelijk nog langs kantoor. ā€œVanaf de eerste seconden dat ik hier binnenkwam was het beter dan thuis. Wat maar vijf minuten had moeten duren, heeft liefst anderhalf uur geduurd… En God weet dat ik nog langer had willen blijven!ā€ Iets gelijkaardigs is ook mij overkomen. Op een stormachtige donderdagmiddag ging ik langs bij Hassan. Ik was de enige klant, dus hij nam rustig de tijd voor een babbel en een koffietje. We praatten over de dingen des levens, zijn zaak, de maatschappij, verschillende godsdiensten, enzovoort. Hij vertelde me dat iedereen altijd zo gehaast is, en stelde zich de vraag waarom. ā€œHet leven is al zo kort, en wij hollen van hier naar ginder. Daarom zie je bij mij geen klok hangen,ā€ zegt hij. ā€œMaar goed, wie gehaast is, mag dat zeggen en is even welkom.ā€ Zelf heb ik er uiteindelijk drie uur gezeten.

 

Deze kapper met een visie, zoals een andere klant hem noemde, kan wel eens gelijk hebben. Een aantal vragen doken plots ook bij mij op. Waarom zijn we eigenlijk zo gehaast? Waarom moet er zo gepresteerd worden? Waarom hebben we het gevoel dat we nooit genoeg hebben? Waarom vinden we toestellen uit die ervoor zorgen dat we dingen sneller kunnen doen? We krijgen erdoor toch niet meer vrije tijd, we werken gewoon iets harder…

 

Na elke knipbeurt heeft Hassan de gewoonte een korte hoofdmassage te geven. Nadien gooit hij je stoel achterover zodat je horizontaal komt te liggen, om even te rusten en te genieten van de muziek. Als ik dan mijn hoofd draai en naar buiten kijk, vind ik het maar een grappig gezicht: over de Grote Steenweg, een slagader van openbaar vervoer, zie ik talloze stampvolle bussen en trams rijden. Mensen die zich allemaal van of naar hun werk haasten, hun school of iets anders. Ze zouden beter eens naar de kapper gaan.