04/04/2008
🖋: 
Auteur

Tegenwoordig wordt er veel belang gehecht aan het concept criminaliteit. Volledige websites, televisieprogramma’s en nieuwsberichten zijn eraan gewijd. SMS kan de commerciële druk van deze media niet negeren en besluit een nieuw licht te werpen op onze criminele medemens.

Een Duitse dievegge dacht de overvaltruc van het jaar gevonden te hebben. Ze kocht een doos vol stinkbommetjes en gooide die tegen het loket van een bank. De verschrikkelijke geur verspreidde zich al vlug over het bankfiliaal, tot het zo ondraaglijk werd dat de vrouw zelf moest vluchten.

 

Zeg echter niet te gauw: “het is weer een vrouw.” In een Amerikaanse kledingzaak riep een jonge dief: “Geef me al het geld uit de kluis!” Een angstig personeelslid antwoordde: “De kluis is op slot, meneer de dief, enkel de baas kan die openen.” De jonge rakker gaf haar zijn gsm-nummer, zei: “Bel mij als hij terug is,” en vertrok. Eén keer raden van wie de dief later een telefoontje kreeg.

 

In Limburg reed een autobestuurder tegen de gevel van een huis en pleegde vluchtmisdrijf. Dit was de 59ste keer dat het huis werd aangereden. Is er iemand ooit op het idee gekomen dat het huis misschien in fout is?

 

'Prison Break' op z’n Servisch. Tijdens de speeltijd – het uurtje dat gevangen een luchtje mogen scheppen – deden drie gevangen een ontsnappingspoging. Twee haalden de eindmeet niet. Hoelang was hun resterende straftijd? Gevangene nummer één: een maand, gevangene twee: een week en gevangene drie, de enige ontsnappingskoning: een dag. Hun bijnamen zijn Dom, Dommer en Domst.

 

Excuus van de maand. In Duitsland werd een vrachtwagenchauffeur door de politie aan de kant gezet omdat hij tijdens het rijden zijn gsm gebruikte. Volgens de arme man was het zo koud in zijn cabine dat hij het onding gebruikte om zijn oor te verwarmen. De politierechter aanvaardde het excuus. Toegegeven, dát moet je kunnen.

 

Nog ééntje om het af te leren. Twee Poolse dieven hoopten met pepperspray een bank te kunnen overvallen. Dat was niet op het uitgebreide beveiligingssysteem van de bank gerekend, dat de pepperspray terug in hun gezicht blies. De mannen vluchtten al wenend en met de brandende ogen de bank uit. Oh, ik vergis me, het was geen beveiligingssysteem, het was de airconditioning.



Met dank aan...
04/04/2008
🖋: 

Sebastian Houston is de kersverse medewerker van het Studenten Informatie Punt van Campus Drie Eiken. Bij hem kan je als student terecht met allerhande vragen over de talloze mogelijke studierichtingen, of om informatie te vergaren over andere diensten. De mensen van het STIP verwijzen je graag door. Sebastian is zelf nog maar net student af. Hij vindt het werken alvast niet minder leuk dan het studeren: “Je hebt wat minder vrijheid, maar ik vind mijn eerste job zeer gevarieerd en uitdagend”, zo klinkt het.

Het contact tussen Sebastian en de studenten verloopt erg goed, aangezien hij velen van hen nog kent uit het studentenleven.



Interview met toekomstig rector Alain Verschoren
04/04/2008
🖋: 
Auteur

Op 20 maart viel eindelijk het doek over een uitgerokken verkiezingsstrijd: het pleit werd beslecht in het voordeel van Alain Verschoren die, op een totaal van 478 uitgebrachte stemmen, een luttele 14 stemmen meer kreeg dan zijn tegenkandidaat Dirk Van Dyck. Vanaf volgend academiejaar zal Verschoren aan het roer staan van onze universiteit, maar nu kan hij er nog even tussenuit knijpen. Wanneer we onze toekomstige rector willen interviewen, blijkt die namelijk in Tenerife te vertoeven. Cocktails en rust na die uitputtende verkiezingsweken? Niets van dat: Verschoren geeft op het Canarische eiland een jaarlijkse Erasmuscursus over quantum computing en cryptografie en houdt zich daarnaast bezig met twee doctoraatsstudenten die hij naar eigen zeggen schromelijk verwaarloosd heeft de voorbije maanden. Zijn enige vrije momenten brengt hij achter de computer door om dwars te woord te staan via e-mail.

De verkiezingsperiode heeft uiteindelijk drie weken langer geduurd dan verwacht. Zijn die extra weken van onzekerheid niet beginnen doorwegen voor u?

Alain Verschoren De campagne werd natuurlijk steeds langer en vermoeiender. Anderzijds is de job van rector sowieso zwaar – daar kunnen mijn voorgangers zeker over meespreken. Je moet er dus maar tegen opgewassen zijn. Maar voor de universitaire gemeenschap werd het echt wel tijd dat er eindelijk een resultaat uit de bus kwam: je merkte dat een aantal dingen bleven liggen. Zo was het bijvoorbeeld moeilijk om te overleggen over een decreetswijziging zonder duidelijkheid over wie er nu rector zou worden.

 

De campagne van mijn tegenkandidaat kwam me soms Amerikaans, opdringerig over.

 

Na uw overwinning heeft u dan ook meteen aangekondigd het kiesreglement te zullen veranderen.

Verschoren We moeten inderdaad ons reglement herbekijken om te vermijden dat de perikelen van de vorige weken zich zouden herhalen. Wellicht kunnen we daar best niet te lang mee wachten en er in tempore non suspecto aan beginnen. Het gaat daarbij echter niet alleen over wat er moet gebeuren bij een ex aequo, bijvoorbeeld, maar we moeten onder meer ook de mogelijkheid van elektronisch stemmen onderzoeken en het systeem van kiesmannen en -vrouwen evalueren. Het is toch onlogisch dat kieslieden verkozen worden vooraleer de programma's of zelfs de kandidaten bekend zijn, zodat je niet eens weet hoe jouw vertegenwoordiger zal stemmen.

 

De softe en de bullebak

In de vorige dwars zei u dat u onmiddellijk zou praten met Dirk Van Dyck, mocht u de verkiezingen winnen. Hebben jullie dit gesprek al gehad?

Verschoren Nog niet, daar zal pas tijd voor zijn als ik terug ben van Tenerife. Ons programma overlapt in tal van aspecten, maar ik ga ervan uit dat er daarnaast ook nog punten zijn in het programma van Dirk die mijn eigen visie kunnen aanvullen. Zo’n gesprek zou dus zeker nuttig zijn.

 

U en uw tegenkandidaten Dirk Van Dyck en Bea Cantillon hielden er een totaal verschillende verkiezingscampagne op na. Vooral naar het einde toe hebben Van Dyck en Cantillon zeer intensief campagne gevoerd door elke dag te e-mailen en kiezers persoonlijk te contacteren, terwijl u zich opvallend gedeisd hield.

Verschoren De campagne van mijn tegenkandidaat kwam me soms Amerikaans, opdringerig over. Toen de eerste mails na de tweede ronde dagelijks begonnen binnen te lopen hebben enkele mensen uit mijn omgeving me erop gewezen dat ik misschien iets gelijkaardigs moest doen. Ik heb dat echter bewust niet gedaan: men wist en weet waar ik voor sta, en ik heb hier en daar nog ruim de kans gehad om extra toelichting te geven. Na enkele dagen begonnen die mails trouwens heel wat mensen op de zenuwen te werken – aan een universiteit werkt dit soort marketingtechnieken blijkbaar niet. Zelf heb ik me beperkt tot één enkele duidelijke mail, vlak voor de derde verkiezingsronde. Dat had volgens mij veel meer effect.

 

Het lijkt me logisch dat de vice-rector uit de humane wetenschappen zou komen.

 

Hebt u nooit gevreesd dat uw strategie in uw nadeel zou spelen?

Verschoren Nee, integendeel. Ik had mijn eigen planning vooraf rustig opgesteld en ben daar niet van afgeweken. Dat hoort natuurlijk ook een beetje bij de ‘aard van het beestje': ik ben niet zo’n tafelspringer. Ik bereid de dingen liever grondig voor en als ik alles in handen heb, dan is het: strike once, strike hard. Anders verlies je toch maar tijd en energie.

 

Een kritiek die je in de loop van de verkiezingen hoorde van kiezers die niet voor u gestemd hebben of serieus twijfelden, is dat u weliswaar zeer sympathiek bent, maar dat uw beleidsvisie niet heel concreet naar voren komt – een beetje vis noch vlees. Wat vindt u van die kritiek?

Verschoren Tijdens verkiezingscampagnes vinden sommigen het nodig kandidaten een bepaald imago aan te meten, of dat nu strookt met de werkelijkheid of niet. Zo kreeg Dirk het etiket ‘bullebak’ opgekleefd en ikzelf was plots de vriendelijke, maar ietwat softe persoon. Uiteraard ben ik een vriendelijk man, maar wees gerust: de ‘ex-rucanen’ hebben tijdens de moeilijke fusieperiode maar al te goed ervaren dat een vriendelijke rector ook een harde onderhandelaar kan zijn, die waar nodig met de vuist op tafel kan slaan, die moeilijke beslissingen kan en durft nemen, die zijn mensen kan motiveren en op een evenwichtige manier écht leiding kan geven.

 

Vicerector? Associatievoorzitter?

U hebt al aangekondigd te willen samenwerken met één vicerector, bij voorkeur iemand uit de humane wetenschappen.

Verschoren Het lijkt me inderdaad logisch dat de vicerector uit de humane wetenschappen zou komen en op die manier echt complementair zou zijn aan de rector – zoals jullie weten ben ik zelf een exacte wetenschapper. Ik heb hierover al wat informele contacten gehad, maar eigenlijk kunnen die gesprekken pas grondiger gevoerd worden nu de rector bekend is.

 

Kunt u al zeggen wie in aanmerking komt?

Verschoren Ik noem voorlopig geen namen. Laten we overigens niet op de zaken vooruitlopen: hoewel er inderdaad heel wat stemmen opgaan voor een ambt van vicerector, is dit in het huidige decreet niet voorzien. We hebben drie voorzitters van de kerntaakraden (Joke Denekens, Dirk Van Dyck en Bea Cantillon zijn respectievelijk voorzitter van de departementen Onderwijs, Onderzoek en Wetenschappelijke en Maatschappelijke Dienstverlening, nvdr.). Via een interne beslissing van de Raad van Bestuur hebben die de toestemming gekregen om de titel van vicerector te dragen – zonder dat daar extra bevoegdheden aan gekoppeld werden – maar het huidige decreet maakt geen melding van een ‘echte' vicerector, laat staan meerdere vicerectoren. Daar moet dus zeker nog discussie over worden gevoerd. Bovendien moet ook nog bepaald worden hoe en wanneer we die vicerector aanduiden.

 

Dirk en ik hebben een behoorlijk verschillende visie rond de toekomst van onze Associatie en de rol die de universiteit daarin moet spelen.

 

Een ander belangrijk figuur is de toekomstige Associatievoorzitter. Hebt u enig zicht op wie dat zou kunnen worden?

Verschoren Voor de Associatievoorzitter geldt eigenlijk hetzelfde als voor de vicerector: er moeten nog veel gesprekken over worden gevoerd. Zoals jullie weten wordt de Associatievoorzitter niet verkozen maar voorgedragen. Grondig overleg tussen de vijf Associatiepartners is dan ook aangewezen. Op het moment dat deze dwars verschijnt, is dit overleg wellicht al opgestart.

 

Nu Bea Cantillon niet meer in de running is, staat de deur open voor gegadigden uit de politiek, naar Gents en Hasselts voorbeeld. Staat u daar om te springen?

Verschoren De voorzitter moet hoe dan ook voor álle partners aanvaardbaar zijn, maar op dit moment is het nog niet duidelijk of hij of zij een academische dan wel bijvoorbeeld een politieke achtergrond moet hebben. De uiteindelijke gegadigde zal in elk geval zijn of haar mannetje moeten kunnen staan naast de voorzitters van de Leuvense en Gentse Associatie.

Wat mijzelf betreft: ik heb me bewust niet gekoppeld aan iemand die voor deze functie aspiraties heeft of had, in de eerste plaats om mijn handen vrij te houden en achteraf niet schatplichtig te zijn. Ik wil de universiteit op een ongebonden manier leiden. Ik wil overigens ook nog opmerken dat Dirk en ik een behoorlijk verschillende visie hebben rond de toekomst van onze Associatie en de rol die de universiteit daarin moet spelen. Dat verschil in opvatting heeft bij de verkiezingen zeker invloed gehad. Het zal je dan ook niet verwonderen dat ik niet geneigd ben een kandidaat te verdedigen die een visie aanhangt in strijd met de mijne en die van mijn kiezers.

 

Tot slot, het is nog even afwachten voor u effectief rector wordt. Wat doet u zoal in tussentijd?

Verschoren Rector Van Loon blijft sowieso in functie tot het einde van dit academiejaar; ik denk dat hij nadien aan zijn welverdiende sabbatical toe is. In tussentijd zal ik natuurlijk wel al betrokken worden bij discussies rond bijvoorbeeld het nieuwe decreet, de Associatie, de begroting, enzovoort.

Ik zal de volgende weken ook heel wat overleg plegen met alle actoren van onze universitaire gemeenschap – de faculteiten, de departementen en diverse raden en organen. Tijdens de campagne heb ik het al meermaals gezegd: ik wil van de UA een volwaardige, gezonde en productieve kwaliteitsuniversiteit maken, maar – en nu citeer ik mezelf – “dat kan ik alleen maar als iedereen zich daar nadrukkelijk voor inzet!” Dat betekent dat je op de hoogte moet zijn van de individuele aspiraties en verwachtingen, maar ook dat alle deelnemers aan dit project moeten weten wat van hen verwacht wordt. Voor wat hoort wat.



Waarom 'Kaas' de "schoonste Vlaemsche" roman aller tijden is en blijft
04/04/2008
🖋: 

Naar aanleiding van haar 75-jarig bestaan vroeg het Letterenhuis de Antwerpenaars welke boeken de klassiekers van morgen zullen zijn. Welke Vlaamse reus zal over honderd jaar nog steeds de moeite waard zijn om er je pc voor aan de kant te zetten?

Grote kanshebber op dit moment is natuurlijk ‘Het verdriet van België’. Niets is beter om stemmen te winnen dan een goedgeplaatst overlijden en enkele jubelende in memoria. Over de doden niets dan goeds – Claus is een waardige kandidaat – maar op nummer één mag geen andere naam prijken dan die van Alfons De Ridder aka Elsschot. Nu ik toch bezig ben, zal ik ook vermelden dat het winnende boek de novelle ‘Kaas’ moet zijn. Voor de dwarskoppen die per se een eigen mening moeten hebben, keur ik ‘Het dwaallicht’ ook goed. Met minder ben ik niet tevreden.

 

Waarom verdient Elsschot het om dé Vlaamse reus genoemd te worden? Elsschots verhalen lijken op het eerste gezicht zeer eenvoudig. 'Kaas', een novelle uit 1933, is het relaas van een simpele kantoorklerk, Laarmans, die de kans krijgt om handelaar te worden in volvette Edammers. Zelf is Laarmans niet echt een liefhebber van kaas – kaas stinkt – maar zoals iedereen droomt hij van een beter leven. Al snel verliest hij zich in zijn kaasfantasieën en houdt hij zich meer bezig met het inrichten van zijn bureau dan met het aan de man brengen van zijn waar. En zoals al te voorspellen was aan het begin van de roman, zit Laarmans enkele maanden na zijn kaasavontuur terug achter de typemachine in zijn oude kantoor.

 

'Het eiland' avant la lettre

Elsschot meldt het zelf in de inleiding van het boek: het is de stijl die de ene auteur onderscheidt van de andere. Weinig schrijvers konden personages zo teder, tragisch en tegelijk komisch neerzetten als hij. Zelden is er liefdevoller geschreven over een dementerende moeder dan in 'Kaas'. “Ziek was zij eigenlijk niet, maar grondig versleten.” Typisch Elschottiaans blijkt vervolgens dat de spreker van deze innige woorden onwel wordt aan het sterfbed van zijn beminde moeder. Spijtig genoeg niet door de opwellende emoties, maar door overvloedig alcoholgebruik eerder die avond. Gelukkig herpakt hij zich, want op het moment dat ze de pijp uitgaat, meldt hij droog: “De uitwerking van het bier was nu helemaal over, wat wel bewijst dat ik minstens zoveel ontroering voelde als de anderen.” De Morgen noemde het 'Het eiland' avant la lettre.

 

De figuren in Elsschots romans zijn hartverscheurend, maar zo eerlijk. Het zijn pantoffelhelden die bij de haard fantaseren over het doodslaan van hun afstotelijke vrouw of een nachtje bij de meisjes van lieveling en centen. Uiteindelijk doen ze dit nooit want: “Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren.”

 

Ondanks de schijnbaar banale levens die Elsschot beschrijft, raakt hij in zijn novellen thema’s aan die bewijzen dat hij zijn tijd ver vooruit was. Terwijl de personages bij tijdgenoten nog volop bezig zijn met het kweken van kinderen en savooien, worden er in Elsschots roman uit 1910 al rustig geaborteerde foetussen over de haag gegooid. Verder komen in zijn werk zaken als gemengde huwelijken, het opkomend communisme en het racisme in Antwerpen ter sprake. Als dat geen bewijs is van vooruitstrevendheid!

 

Knappe mokkels

Niet alleen zijn thema’s, maar ook zijn taal is nog steeds begrijpbaar vandaag. Zelf wilde Elsschot tijdloos klassiek Nederlands schrijven. Dit zorgt ervoor dat zijn romans zoveel jaar later nog steeds aangenaam zijn om te lezen. Gelukkig slaagde Elsschot niet helemaal in zijn opzet, zodat er af en toe prachtige Antwerpse uitdrukking opduiken zoals de "knappe mokkels die niet te veel complimenten maken", die Laarmans wel eens met een bezoekje wil vereren.

 

Tot slot een laatste argument om te bewijzen dat Elsschot toekomstmateriaal is. Je moet niet veel tijd uittrekken om lid te worden van de Elsschot fanclub. ‘Kaas’ kan je gemakkelijk uitlezen tijdens een enkele rit Gent – Antwerpen. Voor ‘Het dwaallicht’ moet je niet meer dan driekwartier uittrekken en het lezen van zijn volledig oeuvre neemt slechts evenveel tijd in beslag als het doorworstelen van ‘Het verdriet van België’.

 

'Kaas' in strip

Dat ik niet de enige ben die meent dat de verhalen van Elsschot nog wel een tijdje kunnen meegaan, bewijst de recente verstripping van ‘Kaas’ door Dick Matena. Deze Nederlander goot eerder al Reve, Wolkers en Dickens in stripvorm. Hij is de enige tekenaar die volledige romans, zonder een letter te veranderen aan het origineel, omzet in afbeeldingen. Matena laat Laarmans door een druilerig Antwerpen uit het begin van de twintigste eeuw dwalen. De tekeningen in grijstinten, geaquarelleerd met Oost-Indische inkt, roepen een sfeer op die perfect past bij een mijmerende antiheld die loopt te zeulen met zijn waar. De kunstenaar koos ervoor om Laarmans het uiterlijk te geven van Alfons De Ridder. Dit is geen vreemde zet gezien de vele autobiografische elementen in Elsschots oeuvre. Het personage Laarmans duikt ook op in zijn andere romans en vertoont vele overeenkomsten met De Ridder. 'Kaas' gaat volgens velen dan ook niet over de verkoop van Edammers, maar over de teleurstellingen die Elsschot als jonge schrijver te verwerken kreeg.

 

In de Stadsbibliotheek en het Museum van Schone Kunsten zijn ze alvast overtuigd van Elsschots eeuwigheidswaarde. De Stadsbibliotheek heeft al gevraagd om een afbeelding uit ‘Kaas’ op haar muren te plaatsen. In het Museum voor Schone Kunsten mogen de tekeningen van ‘Kaas’ dan weer als eerste stripverhaal ooit plaatsnemen tussen de Rubensen en de Van Dijcks. De 220 originele afbeeldingen van Matena zijn tot 29 juni gratis te bewonderen. Zelfs als hij niet wint, heeft de Vlaamse Meester van de Literatuur dus tenminste zijn plaats veroverd tussen het canon van de schilderkunst.



Dossier milieu
04/04/2008
🖋: 

Voorbeeldfuncties, intellectuele elites, de hoop van morgen. Er worden al eens hoogdravende termen rondgegooid als men het over de universiteit heeft. En waarom ook niet? Iemand moet de hoop en de mogelijkheid hebben om de problemen die we vandaag creëren morgen op te lossen, waaronder uiteraard ook alle milieuperikelen. Politieke moed is allemaal goed en wel, maar op lange termijn beslissen is nog moeilijker. Het is echter de plicht van een universiteit, en zéker van de UA (omdat het de onze is), om dit niet alleen te proberen, maar ook te doen. Want als de universiteiten hier niet in slagen, van wie verwacht u dan nog enig heil?

In den beginne, toen het weer nog niet bezworen moest worden met dikke-truien-dagen en onze autoloze zondagen nog een puur economisch motief hadden, was onze universiteit niet één, maar drie. Gespleten op zeer veel niveaus, ook wat betreft milieu. De UIA en het RUCA hadden allebei milieucoördinatoren, de Ufsia niet. Bij de eenmaking werden ook de milieudiensten versmolten tot één overkoepelende dienst, die vandaag de dag opereert vanuit Campus Drie Eiken met twee vier-vijfde medewerkers en één voltijdse. Ruim drie mensen dus, wat werkuren betreft.

 

In eerste instantie houdt de milieudienst zich bezig met het naleven van de wet: de vergunningen voor potentieel gevaarlijke activiteiten, de meting van lucht- en wateremissies om te voorkomen dat vervuilingsnormen overschreden worden, of de procedures voor de verwerking van alle mogelijke afvalstoffen, van papier tot organen. Daarnaast adviseert de dienst ook bij werken en nieuwbouw aan de universiteit, zodat bijvoorbeeld het sanitair op Campus Groenenborger en de vijver op Campus Middelheim nu beide met regenwater zullen worden gevoed. En uiteraard ook nog wat de meesten in een bureaucratie met de regelmaat van de klok moeten doen: rapporten opstellen.

 

Uit dergelijke rapporten kan er heel wat worden afgeleid: zo produceert de UA per week ongeveer 120m³ restafval, een 70m³ aan weg te gooien papier en karton, ruim 25m³ GFT en net geen 30m³ PMD. Op een universiteit van 13000 personen komt dit ruwweg overeen met 20 dm³ trash per persoon per week. Dit wordt door de Stad opgehaald en verwerkt. Het afval uit de laboratoria wordt door externe bedrijven opgehaald, waarvan het grootste deel (61%) gerecycleerd wordt, een groot deel verbrand (36%) en wat rest gestort (2,5%). Overkoepelend hierbij is de zogenaamde ‘Ladder van Lansink' (genoemd naar de Nederlandse chemicus en politicus Ad Lansink), die een rangorde creëert van de manieren waarop met afval moet worden omgegaan, van preventie, over hergebruik, naar recyclage, verbranding en, als laatste redmiddel, storten.

 

Maar ook het elektriciteits-, gas- en waterverbuik wordt in het oog gehouden. En hoewel er een lichte daling is in het gasverbruik en ook het waterverbruik beter onder controle lijkt (de piek op Groenenborger zal wel iets te maken hebben met de vijver die – doordat ze boven de Craeybeckxtunnel ligt – continu werd leeggezogen en dan maar met kraantjeswater werd gevuld...), valt vooral de stijging van het elektriciteitsverbruik op CGB op. Ongetwijfeld zit de CalcUA er voor iets tussen, aangezien de koeling hiervan het gemiddelde gezin ver achter zich laat qua energieverslinding (wel, 'achter zich liet' momenteel, zo blijkt op p.15). We zouden het de prijs van de toekomst kunnen noemen.

 

De toekomst lijkt op de UA soms echter nog veraf. Zaken als zonnepanelen renderen nu eenmaal niet binnen de termijnen die de universiteit bekijkt als zoiets wordt overwogen. Zeker niet met de goedkope tarieven die overheidsinstellingen van Electrabel krijgen. En ja, u kent dat wel, als er geen stimulans is, gebeurt er niet veel. Jammer dan dat de fiets niet de aandacht krijgt die ze verdient. Men kan ondertussen wel op een groot aantal plaatsen douchen, maar een goed beveiligde fietsenstalling is niet iedereen gegeven, getuige de personeelsleden die hun fietsen in hun kantoor zetten. Niet moeilijk dat 80% van het UA personeel met de auto komt (bij het Zelfstandig Academisch Personeel, i.e. professoren, is dit zelfs 90%!). Jammer ook dat er in de gang en in bureaus soms nog verwarmingen op hun maximum stand gloeien als het buiten niet meer dan fris is. Alsof we maar een beetje pro-forma aanmodderen. Vroeger werden ons vliegende auto's beloofd tegen de 21ste eeuw. Ondertussen lijkt alles waar geen fossiele brandstoffen aan te pas komen even futuristisch, en even onbereikbaar. Misschien, hopelijk, kan de volgende rector zich een breder perspectief permitteren.



De Snor van de Maand
04/04/2008
🖋: 
Auteur

Beste vriendjes, een nieuwe maand, een nieuwe snor! Voor de vuist weg zou ik graag de winter willen nomineren, omdat die dit jaar toch een uitzonderlijke prestatie wist te leveren. Jammer genoeg blijkt dit gezellige seizoen echter langzaam verslagen door de bron van alle zonde, de lente. U ziet bijtjes en vrolijke vedervrienden, maar beseft niet dat daar korte rokjes bij komen, alsook verwilderde okselgeuren. Haal de morning-afterpil maar alvast boven!

Meer respect heeft schrijver dezes voor Hugo Claus, die zichzelf eindelijk de eeuwige jachtvelden heeft ingejaagd, en zo de wereld verloste van de dreiging van nog een vunzige bestseller. Ware het niet licht onsmakelijk om een snor uit te delen aan verstrooid as, Hugo had er een gewonnen. Een andere goede poging om de snor van deze maand te veroveren kwam andermaal van Marino Keulen, die goed blijkt in podiumplaatsen, maar toch nog net niet graaf genoeg is voor de hoofdprijs. Deze maand drukte Marino zijn ongenoegen uit over de nieuwsgierige aagjes van de VN die – natuurlijk aangepord door Walen, of wat dacht u – opmerkten dat het Vlaamsche woonbeleid sporen van racisme en discriminatie vertoont. (Voor de oningelichten onder u: als iemand een sociale woning wilt, moet die persoon de bereidheid tonen om een A1-niveau in Nederlands te halen. Zo zijn we zeker dat vreemde mensen die niet willen integreren niet stranden in ons mooie vrije land van melk, honing, keidemocratische waarden en mensenrechten – dat zijn die dingen die wel eens ontbreken in de gevangenissen voor illegale families, maar hey, die zijn illegaal.) Om een lang verhaal kort te maken: dat zijn de zaken van de VN niet en dat heeft Marino hen eens duidelijk gemeld. Mooi!

 

Zo'n grote namen en interessante daden, en toch nog niet genoeg om het schavot te halen. Wie oh wie mag er dan wel geselecteerd zijn voor de meest eervolle aller gezichtsbegroeiingen? Na lang conclaaf is besloten dat de snor van de maand eenmalig vermenigvuldigd wordt met een miljard en vervolgens aangeboden wordt aan onze vrienden De Chinezen. Op dit eigenste moment huurt dwars een roestige tanker om rond Afrika naar Zuidoost-Azië te cruisen met al die snorren aan boord. Mocht het ding zinken, dan ligt het meteen goed tussen uw oude ijskast en het nucleaire afval van Europa.

 

De Chinezen krijgen de snor van de maand, omdat ze zo vriendelijk zijn om veel energie in een fijn sportevenement te steken, waar iedereen zonder lastige vragen welkom is. Lastige vragen hebben immers niets te maken met sport, maar met politiek, en daar hebben de Olympische Spelen geen uitstaans mee (n'est-ce pas, Jacques Rogge). De Chinezen zijn echter niet alleen sportief, maar hebben ook getoond erg vriendelijke jongens te zijn door een set journalisten rond te leiden in het vredige Tibet – de Chinese kolonie waar uw mediterende tante graag van droomt. Dat enkele monniken het waagden om lasterpraatjes te verspreiden tijdens de journalistieke guided tour zal wel iets met drugs te maken hebben, gecombineerd met een te intens luisteren naar die punk van een Dalai Lama.

 

China maakt zich op om een vriend van iedereen te worden, een soort toffe nonkel die geld uitdeelt voor ijsjes (en oorlogen en woonprojecten aan uw Afrikaans meer en god weet wat nog allemaal), je meeneemt naar een voetbalmatch en ruziezoekers wegjaagt. What's not to like, dacht ik, et voilà: een snor voor De Chinezen!



Op vrijwilligerskamp
04/04/2008
🖋: 

Celebrities zetten de toon. In onbezonnen tijden leerde Hollywood ons roken, cola drinken, en met snelle wagens rijden, maar in de eenentwintigste eeuw is roekeloos gedrag uit den boze. Nerdy-cool zijn, dat is waar het om draait. Dus: doe aan yoga, red het regenwoud, adopteer uit elk werelddeel en vooral, wees een vrijwilliger.

Dat jongeren vrijwilligerswerk helemaal zien zitten, merkt Bouworde al enkele jaren aan een stijgend aantal inschrijvingen. Bouworde vzw is een jongerenorganisatie die met behulp van vrijwilligers armoede en bestaanszekerheid probeert te bestrijden door hulp te bieden op vlak van huisvesting. Zoals de naam dus doet vermoeden: er wordt gebouwd, en wel over de hele wereld.

 

Al sinds 1953 zendt Bouworde Vlaamse zonen en dochters uit naar gebieden waar men er op eigen kracht niet helemaal komt. Verdeeld over drie soorten kampen – een bouwtechnisch, een sociaal en een ecologisch kamp – kunnen jongeren tot 30 jaar hun solidariteit bot vieren op daadwerkelijke verbeteringsprojecten. Op de kampen werk je in groep aan bijvoorbeeld een school in Marokko, een hospitaal in Senegal of huisjes in Rusland.

 

Klinkt mooi, maar – we blijven uiteindelijk kinderen van het Westen – wat heeft de vrijwilliger zelf aan een kamp van Bouworde? Om er zeker van te zijn dat we geen promopraatje zouden krijgen, mailde dwars met vrijwilliger Robin, die in Armenië zat. "Ons werk bestond uit het opknappen van noodhuizen in Spitak. Dat gebeurde vooral bij erg arme gezinnen die het om allerlei redenen nog moeilijker hadden dan een doorsnee arm gezin: de man was naar Rusland vertrokken, de kinderen zijn licht mentaal gehandicapt, de vader heeft een drankprobleem,… Het werk dat je daar dan verricht geeft heel veel voldoening, ook vanwege de dankbaarheid van de mensen daar."

 

Uiteraard is zelfontplooiing, om het met de woorden van een godsdienstleerkracht te zeggen, ook een belangrijk aspect van een bouwkamp. Stefan Aerts, voorzitter van Bouworde in Veto: "Ik moet toegeven dat ondanks de mooie prestatie ginder, je er vooral zelf als persoon heel veel aan hebt. Vrijwilligers leren gigantisch veel over zichzelf, over functioneren in groep, over de wereld."

 

Tijdens de kampen, die meerdere weken duren, hebben de deelnemers uiteraard ook vrije tijd. Die vullen ze deels met koken, eten en natafelen. Wie het bezochte land beter wil leren kennen, heeft daar echter niet heel veel tijd voor. "In het weekend maakten we uitstapjes met de minibus in het wondermooie Armenië," laat Robin weten, "maar een echt negatief punt is dat je niet de mogelijkheid hebt om langer in het land te blijven om rond te reizen."

 

Hoewel, er is kennen en kennen. Dankzij Bouworde kan je voor een aantrekkelijke prijs naar een exotisch land en dat op een unieke manier. Bij het werken kom je namelijk in contact met de bevolking zoals dat op een "normale" reis niet het geval zou zijn. Robin onthoudt dan ook het contact met de mensen, ondanks de taalbarrière. "Elke dag overlaadden ze ons met lavash (armeens brood), armeense koffie (met drab), snoepjes van het dorpswinkeltje (soms met wormen)... In die mate zelfs dat wij ons werk nauwelijks afkregen."

 

Dus indien u een gewetensprobleem wilt verhelpen, uit bent op een betaalbare reis of echt niet weet wat doen in de vakantie, dan is Bouworde er voor u, zoals u er bent voor uw medemens. Ga en bouw.



Dossier milieu
04/04/2008
🖋: 
Auteur

Na de Luxemburgers zijn de Belgen de grootste papiervreters. Ook op onze universiteit worden ieder academiejaar meer dan vijftig miljoen A4’tjes door de printers gejaagd voor cursussen, kopies, examenpapieren, administratieve documenten … In samenwerking met onder andere de Vlaamse Vereniging van Studenten en de Leuvense studentenraad besloot de Bond Beter Leefmilieu tot actie over te gaan. Ze startten het Fenix-project om papier te besparen en meer gerecycleerd papier te gebruiken.

Alle verenigingen die zich inschrijven – studentenvertegenwoordigers, faculteitsclubs of andere studentenverenigingen – gaan akkoord om vier stappen te ondernemen. Ten eerste moeten ze de kopiecenters rond de universiteit zien te overtuigen om geen extra kosten aan te rekenen voor gerecycleerd papier. Tot hiertoe heeft slechts één copycenter zijn deelname toegezegd: Copy Discount in Gent. In onze sinjorenstad is er dus nog werk aan de winkel. Alle ACCO-vestigingen in Vlaanderen drukken nu ook op gerecycleerd papier, maar rekenen de koper hiervoor 3% extra aan.

 

Verder zullen de deelnemende verenigingen hun docenten proberen te overtuigen om hun cursussen op gerecycleerd papier te drukken, en dan nog liefst recto verso. De UA-studentenraad vond echter niet dat alle cursusvellen aan weerszijden bedrukt moeten worden: dit hangt af van de cursus in kwestie. Studenten die normaal op de achterkant van de bladzijden notities namen, zouden bij enkelzijdig gedrukte cursussen extra kladpapier moeten gebruiken, wat volgens de studentenraad zeker geen verbetering zou zijn. Vraag is natuurlijk of het niet verstandiger zou zijn volledig voor recto-versocursussen te opteren en met het bespaarde geld iedere student een kladblok van gerecycleerd papier cadeau te doen.

 

Daarnaast moeten de verenigingen zoveel mogelijk studenten overtuigen een kijkje te nemen op www.bblv.be/fenix (waar ze, als het even kan, de profieltest in vullen). Tot slot horen de deelnemers nog een ludieke actie op poten te zetten; de ludiekste kan een mooie prijs winnen.

 

Met een beetje inzet en geluk komt het Fenix-project hopelijk ook in Antwerpen van de grond. Een kritiek zou kunnen zijn dat het allemaal wat vrijblijvend is. In zijn toespraak bij de opening van het academiejaar benadrukte rector Van Loon het belang van duurzame ontwikkeling en voegde er in één adem aan toe dat de UA de boodschap al vele jaren begrepen had. Maar waarom worden er iedere dag dan nog zo veel bladzijden niet-gerecycleerd papier verbruikt op onze universiteit?

 

Voor meer informatie: zie www.bblv.be/fenix

Wil jouw vereniging zich inschrijven voor het Fenix-project? Surf naar bovenstaande website of mail meteen naar annelies.dhollander@bblv.be

 

Papierverbruik in kg per inwoner per jaar
  1. Luxemburg 358,3
  2. België 353,8
  3. Finland 324,4
  4. Verenigde Staten 300,6
  5. Zweden 255,4
  6. Japan 246,8
  7. Denemarken 245,8
  8. Oostenrijk 244,7
  9. Verenigde Arabische Emiraten 235,9
  10. Duitsland 232,7

 

Cijfers van Cobelpa uit 2005.



Dossier milieu
04/04/2008
🖋: 
Auteur

Wil je zelf meewerken aan een beter milieu? Hier zijn alvast enkele praktische tips van Gaia.

  • Als je een kamer verlaat, doof dan alle lichten en sluit de deur.
  • Laat je pc geen uren in stand-by staan maar zet hem altijd af na gebruik.
  • Zet je verwarming een graadje lager en bespaar meteen op je energiefactuur.
  • Neem eens de fiets in plaats van de auto.
  • Zorg dat het vriesvak van de koelkast altijd goed gevuld is, desnoods met piepschuim.
  • Gebruik spaarlampen.
  • Neem geen spuitbus als deodorant maar een roller.
  • Gebruik herlaadbare batterijen.

 

Veel kopieerapparaten op de UA zijn uitgerust met een gratis scanfunctie. Je kan de ingescande bestanden dan naar jezelf doorsturen: zo help je het milieu én je portefeuille een stuk vooruit.



04/04/2008
🖋: 
Auteur extern
Anneleen & (So)Fie

Dag liefste ijsprinses uit het hoge Noorden!

 

Hoe zijn de vakantiedagen bij jou verlopen? Pasen is hier nog erg katholiek opgevat, als in één (Goede) week. Coimbra was opeens wel heel erg leeg, nadat al onze erasmusvriendjes ofwel naar huis, ofwel richting Marokko of Spanje vertrokken waren. We hebben dan maar bescheiden van de gelegenheid gebruik gemaakt om het Portugese vasteland te verkennen. Tot in Lissabon en nadien Evora geraken, was een koud kunstje met de hulp (en vooral auto) van een Portugese vriend. Weer naar huis proberen liften bleek iets moeilijker. Zelfs gebaren van automobilisten zijn in het Portugees niet echt verstaanbaar! Maar eind goed, al goed, en we zijn gelukkig heelhuids terug in ons ondertussen geliefde stadje gearriveerd. Daarmee liepen de Portugese vakantiedagen ten einde, maar hier bracht onze anders zo goed verborgen vaderlandsliefde voor één keer redding: in België was de paasvakantie nog maar net begonnen! Zodoende kregen we mama's, papa's, zusjes, broers en nog een zestal Belgische vriendjes en vriendinnetjes over de vloer, allen op zoek naar zon, en ook wel naar hun lang gemiste dochters, zussen en vriendinnen. Ons appartementje werd dus nogal druk bevolkt, tot spijt van onze gloednieuwe Portugese huisgenoot die ook net die week bij ons kwam inwonen. Ondertussen is de rust wedergekeerd in ons midden, de matjes zijn opgerold, het appartement is gekuist en onze dierbaren zijn weer vertrokken… Tijd dus om misschien eens wat schoolwerk te verrichten, en ons weer te mengen tussen de Portugesen. Heb jij trouwens ook het gevoel dat ze altijd merken dat we buitenlanders zijn, al doen we nog zo ons best om ons aan te passen? Dat we de taal niet perfect uitspreken wil ik nog begrijpen (die nasale klanken zijn echt onuitspreekbaar), maar zelfs als we hen gewoon op straat passeren, staart iedereen ons toch nét iets te lang aan. Toegegeven, soms kleden we ons ook wel iets lichter dan de 'natives'. Maar zeg nu zelf, 22 graden, volle zon, dat is toch echt wel rokjes-en-topjes-weer? Ik krijg het spontaan nóg warmer als ik de Portugezen in hun zwarte, dikke winterjassen de heuvel zie opwandelen. Ach ja, in België zijn we ook niet veel gewoon. Stiekem ben ik dan toch blij (sorry mams!) dat ik nog niet meteen terug naar huis moet…

 

Ik duim dat de lente bij jou in Bergen de sneeuw ook doet smelten!

 

Até logo!

 

Anneleen

 


 

Kjære Anneleentje, bruingebakken en wellicht ook al enkele kilo's aangekomen,

 

Ook hier is de paasvakantie al uitgedoofd, ze is samen met mijn bezoekers en een van mijn maatjes op de gang voorgoed vertrokken. Twee weken met drie vrouwen op één kamer die voor mij alleen soms hopeloos te klein lijkt is duidelijk vermoeiend. Een dag niets doen was zeer welkom en bij nader inzien hoog nodig! Mijn Noors wordt beter en beter terwijl mijn Nederlands zienderogen achteruit gaat. Mijn aanpassingsvermogen ligt redelijk laag, maar ik merk toch duidelijk dat ik die fase voorbij ben, gelukkig maar!

 

Er werd mij ook meermaals door de vriendinnen gevraagd "hoe een typische Noor er nu uitziet" en nog steeds kan ik het niet zeggen. Maar toen besefte ik dat iemand mij ooit zei dat men in Noorwegen qua mode voor staat op de rest van Europa. Als ik dat mag geloven kom ik terug en zie ik niets anders dan grijze jogging broeken, witte sokken erover en sportschoenen. Maar misschien zijn wij Belgen inderdaad niets gewoon – knipoog.

 

En ook hier waren de nodige 1 april- grapjes aanwezig. Zo werd aan de lift aangekondigd dat, die befaamde dinsdag, Lidl – dé trekpleister onder de studenten voor goedkoop voedsel – ging sluiten, waarop vele collega's de grootste rugzak in de kast bovenhaalden om die ter plekke vol te proppen. Ook ik geloofde het, maar was mijn eigen zelve en dus te lui om in de regen tot daar te wandelen. Later op de avond kwam een meisje van de gang met een grote glimlach vragen "of we nog een laatste keer zijn gaan winkelen bij Lidl". Toen wist ik uiteraard genoeg... Mijn verblijf wordt korter en korter, nog niet zo lang geleden keek ik op tegen de ‘compulsory essays', vandaag zijn ze al ingeleverd, en lijken de examens al verschrikkelijk dichtbij. Maar dat weerhoudt ons niet om pret te maken uiteraard! Last-minute worden er nog plannen gesmeed om hier of daar naartoe te gaan, er zijn nog zoveel plekken die ik wil bezoeken. Gelukkig zal dit niet mijn enige kans zijn. Wie weet kan ik nog wel een klein Portugees stadje bezoeken. Laat ons zeggen... in juni?

 

Hopelijk verdwijnen de jassen daar en komen er knappe mannenlijven tevoorschijn!

 

Sofie