Diversiteit op het scherm?
07/03/2008
🖋: 

Meer kleur op het scherm. Gianni Marzo werkt er bij de VRT achter de schermen aan en Faroek ÖzgĂŒnes is er als Turkse nieuwslezer op de VTM een stichtend voorbeeld van. dwars vroeg beide heren hun licht te laten schijnen over de aan- of afwezigheid van allochtonen in de media, over taalbeleid en over onderwijs.

In 2003 lanceerde de VRT het Charter Diversiteit dat als doel had iets te doen aan het gebrek aan diversiteit op het scherm. Om de inhoud ervan vorm te geven, werd ook de Cel Diversiteit opgericht. Hoe realiseer je die goede voornemens nu concreet?

Gianni Marzo We werken met twee pistes: meer kleur op het scherm en meer kleur achter de schermen. We proberen mensen uit minderheidsgroepen niet positief te discrimineren, maar wel om hen via positieve actie op die manier een gelijke kans te geven. In de eerste plaats moeten ze talent en doorzettingsvermogen hebben. Ons meest prestigieuze project is een opleidingsstage die we jaarlijks organiseren voor vijf, en dit jaar zelfs voor zes personen. Zes verschillende redacties nemen een stagiair uit een minderheidsgroep op. Gedurende een half jaar zijn zij er dan een volwaardige medewerker. Van de voorbije edities zijn er nog steeds vier voormalige stagiairs in dienst bij de VRT.

Faroek ÖzgĂŒnes Denk je dat ze zonder jullie hulp ook in de media terechtgekomen zouden zijn?

Marzo Dat kan ik niet zeggen. We doen immers aan talentscouting: we tonen aan de mensen die aanleg hebben dat het ook mogelijk is om er te geraken. We gaan niet zomaar mensen rekruteren en opleiden, we geven enkel een impuls aan de mensen die denken geen kans te maken in de media, hoewel ze erg getalenteerd zijn. Dat vuur, die drive, dat moeten ze al van tevoren hebben.

 

Heeft VTM een dergelijk diversiteitsbeleid?

ÖzgĂŒnes Neen. VTM is een privĂ©-bedrijf, we hebben geen maatschappelijke taak in het aanwerven of begeleiden van allochtonen. Onze mensen worden geselecteerd op basis van kwaliteiten, niet van huidskleur. Dat betekent echter niet dat VTM een blank bastion is: als ik naar onze redactie kijk, zie ik heel wat mensen van een andere afkomst.

 

Zelf heeft u het niet makkelijk gehad. Kan u iets vertellen over de obstakels op uw weg naar het nieuwslezersbestaan?

ÖzgĂŒnes Mijn eerste ervaringen als journalist, na een opleiding Journalistiek gevolgd te hebben, waren in het Belgische leger. Tijdens mijn dienstplicht kwam ik terecht op de persdienst van onze militairen in Duitsland. Er waren maar twee plaatsen voor Nederlandstalige reporters, en van positieve discriminatie of een gelijkekansenbeleid was in die tijd nog geen sprake: ik zat daar omdat ik de beste was. Na mijn legerdienst ben ik beginnen solliciteren: bij kranten, radio en tv. Ik deed ook mee aan de stemtest van de toenmalige BRT en ik kwam als beste uit de bus. Dan was ik er echter nog niet: ik heb nog hard moeten knokken want ondanks die goede test werd ik niet aangenomen. Het is echter net die vasthoudendheid die noodzakelijk is en het verschil maakt. Na lang proberen kreeg ik via enkele omzwervingen uiteindelijk een vast contract bij VTM. In de kranten verscheen toen “Turkse mijnwerkerszoon wordt journalist”, alsof het een soort freakshow betrof. Achteraf bekeken was het moeilijkste niet de job te krijgen, maar er zeventien jaar lang iedere dag voor te knokken. Op de redactie zit ik niet met mijn voeten op tafel en een air van: "je gaat je enige Turk toch niet buitengooien?" Met een minderhedenbeleid waarbij je quota oplegt voor het aantal allochtonen op het scherm moet je oppassen. Je moet vooral zorgen dat je de juiste mensen vindt.

 

Beeldvorming

Bij een item over criminaliteit op het nieuws vermeldt men vaak de nationaliteit van een dader. Er wordt soms geopperd dat dit bijdraagt tot stigmatisering. Zijn jullie het daarmee eens?

ÖzgĂŒnes Ik heb in principe geen probleem met het noemen van de nationaliteit. Daar zeg je uiteindelijk toch helemaal niks mee? En daarbij, wat moet ik dan zeggen? "Een man uit een stad heeft iets gedaan met iemand?"

Marzo Als je beslist om de afkomst mee te geven moet je wel goed letten op wat je zegt. Een Marokkaan van de tweede of derde generatie is bijvoorbeeld helemaal geen Marokkaan, dat is hoogstens een Marokkaanse Belg. Bovendien hoor je vaak aan de naam van de dader al dat het geen Vlaming is. Het gaat trouwens meestal over kansarme jongeren en niet over volksaard of afkomst en nationaliteit. Als je een item voor het nieuws uitwerkt, moet je dat dus in je achterhoofd houden en nadenken over de formulering.

 

Wat zou er volgens jullie wel beter kunnen in de huidige berichtgeving?

ÖzgĂŒnes Wat volgens mij veel schadelijker is dan het noemen van de nationaliteit is het feit dat er veel te veel clichĂ©s worden getoond. Als het over moslims gaat, krijg je meteen heel typische beelden: gesluierde vrouwen of mannen die zitten te kaarten. Maar zo duw je ze echt in een vakje. Ik ken genoeg mensen van een andere afkomst die helemaal niet in die stereotype beelden passen. Dat is echt een fout van de media. Er zijn vaak meer vrouwen te zien zonder sluier maar door ze mĂ©t sluier te tonen zijn ze blijkbaar herkenbaarder als doelgroep. Zo werk je het wij-zijbeeld in de hand.

Marzo Daar ben ik het helemaal mee eens. Ze willen met een paar shots een duidelijke context tekenen maar dat is soms nefast. Zo herinner ik mij dat men tijdens de verkiezingen om reacties vroeg bij de Italiaanse gemeenschap in Limburg. Ze toonden direct de typische tafereeltjes van de gepensioneerde Italiaan: de mannen die om drie uur ’s middags de krant zaten te lezen bij een espresso en op alles zaten te foeteren. Zo versterk je die stereotypes alleen maar en daar moet echt nog aan gewerkt worden.

 

Taal

Veel allochtonen hebben wel talent maar voldoen niet aan een aantal eerder vormelijke normen. Op de BBC hoor je allerlei regionale accenten en zie je ook veel meer kleur. Zou het geen goed idee zijn om ook bij ons bijvoorbeeld een soepeler taalbeleid te hanteren?

Marzo Dat is een probleem dat allochtonen delen met hun autochtone collega’s. De VRT heeft een erg streng taalbeleid en daar heb ik in principe niks over te zeggen. Als je mijn eigen mening wil horen, dan mag het voor mij best wat soepeler. Dat Standaardnederlands doet soms wat onnatuurlijk aan. Er mag van mij dus wel wat meer kleur in de taal, maar dat strenge beleid is voorlopig wat het is.

ÖzgĂŒnes Ik ga helemaal niet akkoord met een versoepeling van de normen. Allochtone jongeren moeten net vlekkeloos Nederlands spreken. De Vlaming ziet het niet spreken van het Standaardnederlands als een weigering om je te integreren. Allochtonen moeten aangepast zijn en geĂŻntegreerd zijn. Een perfecte taal is daar het ultieme bewijs van. Van een Vlaming mag je best horen van welke streek hij is maar voor een allochtone jongere geldt dit niet. Voor de Vlaming is het beheersen van de standaardtaal het beste bewijs dat hij zich geĂŻntegreerd heeft. De Vlaming is daar enorm gevoelig voor.

 

U beroept zich op de eisen van de kijker maar moet je daar in meegaan? Als diezelfde kijker morgen geen vrouw of holebi als nieuwslezer wilt, dan ga je daar toch ook niet op in?

ÖzgĂŒnes De Vlaming is zo. Die pikt dat niet. In dit land word je nu eenmaal afgerekend op je taal. Dan moet je dus zorgen dat men niks kan zeggen op die taal en dat je die vlekkeloos beheerst. Dat neemt zoveel barriĂšres weg. Taal is mijn grootste troef.

Marzo Dat geldt trouwens ook voor andere beroepen. Het verlagen van normen zal alleen averechts werken. Je thesis aan de universiteit mag ook niet vol fouten staan. We hebben nu twee medewerkers die perfect Nederlands spreken maar met een zwaar Servisch accent. Dat bewijst dus zonder meer dat het kan: je kan er geraken als je met een accent spreekt. Je moet geen Algemeen Nederlands spreken om je job goed te doen. Anderzijds, als je op het scherm wil komen, zijn er andere eisen.

ÖzgĂŒnes Voor een massamedium als televisie moet je daarenboven wel toegeven aan de eisen van de kijker, het gaat om je publiek.

 

Het klinkt alsof iemand van allochtone afkomst nog extra zijn best moet doen om een baan te krijgen die je sowieso al niet voor de voeten wordt geworpen?

Marzo Neen, iedereen moet zijn best doen.

ÖzgĂŒnes Jawel, ik vind van wel. Het is niet voldoende om even goed te zijn. Als je geselecteerd wil worden moet je gewoon beter zijn. Dat is keihard maar zo zit de wereld in elkaar. In het bedrijfsleven kiezen ze de beste, dat is de wet van de sterkste.

 

Onderwijs

Traditioneel wordt er erg gedrukt op het belang van het aanleren van het Nederlands om zo de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Volgen jullie dat standpunt?

ÖzgĂŒnes Mijn grote verwijt is dat veel jongeren van allochtone afkomst de middelbare school verlaten met een serieuze achterstand. Ze spreken slecht Nederlands, werden slecht begeleid, en noem maar op. Ik ben absoluut tegen positieve discriminatie – maar niet op school. Wanneer allochtone jongeren achttien worden, moeten ze op dezelfde startlijn staan als hun leeftijdsgenoten. Geen 100 meter erachter: dat halen ze nooit meer in.

 

Er gaan de laatste tijd weer stemmen op om op school ook een aantal lessen in de thuistaal te geven. Hoe staan jullie hier tegenover?

ÖzgĂŒnes Ik ben daar radicaal tegen. Ik vind dat je slechts mag focussen op één taal en dat is Nederlands. Dat je thuis met je ouders een andere taal spreekt, daar heb ik geen problemen mee. Op school moet dit echter niet aangemoedigd worden. Die kinderen hebben het Nederlands hier elke dag nodig en ze zijn zich daar maar beter bewust van. Hoe beter ze die taal beheersen, hoe groter hun kansen later zijn. Ik ben volledig tegen bicultureel onderwijs. Ik heb zelf lang genoeg in de situatie gezeten waarin er thuis enkel Turks werd gesproken en ik ben er van overtuigd dat je de taal die je thuis leert ook best voor thuis bewaart.

Marzo Ik ben daar heel voorzichtig in en ik wil dan ook geen voor of tegen kiezen, ik ben geen linguïst. Ik wil wel geloven dat dergelijk onderwijs een interessant ‘glijmiddel’ kan zijn, om het plastisch uit te drukken. Ik weet ook wel dat een aantal ouders niet de capaciteiten heeft om met die dubbele identiteit en dubbele taligheid om te gaan. Anderzijds zijn er mensen die zeggen dat het goed is om kinderen meer talen te leren. Je hoort vaak dat het je ‘taallenigheid’ aanscherpt en daar kan ik ook ergens inkomen. Een andere theorie is dat die meertaligheid allochtone jongeren ook tegemoetkomt in hun identiteitscrisis. Je zegt op die manier eigenlijk dat hun taal en identiteit volwaardig zijn, en niet het mindere broertje van het Nederlands. Op die manier voelen ze zich sneller aanvaard en zullen ze ook het Nederlands sneller leren en accepteren. Ik vind het zelf heel moeilijk. Ik blijf er wel op hameren dat Nederlands op de eerste plaats heel belangrijk is.

ÖzgĂŒnes Ik heb niets aan het Turks, ik heb niets aan die moedertaal. Behalve als ik met vakantie ben in Turkije. Bij sollicitaties kijkt men in de eerste plaats naar het Nederlands en zo moet het ook.

 

Meneer ÖzgĂŒnes, u heeft zelf ook kinderen. Krijgen zij een tweetalige opvoeding?

ÖzgĂŒnes Neen, absoluut niet. Wij spreken enkel Nederlands. Afgezien van hun achternaam hebben ze geen enkele band met Turkije. Als ze ouder zijn en er meer over willen weten, zal ik er wel iets over vertellen maar ik zal hen er nu zeker niet in aanmoedigen. Ik woon en werk hier en mijn toekomst ligt in BelgiĂ«. Ik heb echt de rug gekeerd naar die Turkse achtergrond.

 

U bent ‘Belgischer’ dan een autochtoon.

ÖzgĂŒnes Voor de meeste Turken ben ik, afgezien van mijn naam en fysionomie, niet Turks genoeg. Vlamingen kunnen dan weer moeilijk geloven dat ik van Turkse afkomst ben. Een gemengd huwelijk denken ze dan. Nee hoor, ik heb Turkse ouders en ik ben in Turkije geboren. Maar ik weet zeker dat dit soort gesprekken over twintig of dertig jaar niet meer gevoerd zullen worden. Laat er nog een paar generaties over gaan en over een tijdje is een andere achtergrond de vanzelfsprekendheid zelve.

Marzo Daar ga ik ook van uit. Ons doel met de Cel Diversiteit is dat allochtonen overal te zien moeten zijn. Niet als ‘allochtoon’ maar als een gelijkwaardig individu. Er moet zich een mentaliteitswijziging voltrekken. Geef ons nog een tijdje en hopelijk heft de Cel zich dan vanzelf op.



07/03/2008
🖋: 

Meet Kris Verburgh: 22 jaar, geneeskundestudent aan de UA en schrijver van twee populair-wetenschappelijke boeken. Zijn tweede boek 'Fantastisch! Over het universum in ons hoofd' kwam uit in oktober 2007, schopte het meteen tot de vijfde plaats in de Humo’s Boeken-Top Tien en is ondertussen al aan zijn derde druk toe. 'Fantastisch!' is niet zomaar een wetenschappelijk boek: het gaat ook over filosofische vraagstukken, spiritualiteit en verwondering. Zo’n turf van om en bij de 500 bladzijden verraadt een enorme leergierigheid.

Kris Verburgh Ik denk dat ik al sinds de eerste kleuterklas met boeken bezig ben. Toen bekeek ik wetenschappelijke boeken over het menselijk lichaam, dat was mijn eerste interesse. Ik kon toen natuurlijk nog niet lezen, dus hield ik het maar bij de prentjes. Sindsdien heb ik altijd gelezen. Zo bouw je op den duur veel kennis op, tot je zo veel weet dat je er een boek over kunt schrijven. Een voordeel is dat ik gemakkelijk onthoud wat ik interessant vind, zodat het schrijfproces meestal heel vlot verloopt: terwijl ik aan het typen ben vloeit alles automatisch uit mijn ‘harde schijf’. Vooral in de vakantieperiode en tijdens mijn examens ben ik productief. Dan kan ik ’s morgens opstaan met een hoofd vol ideeĂ«n die er absoluut uit moeten. Ik heb ook een blog (http://fantastisch.filosofie.be, nvdr.) waarop ik filmpjes en weetjes plaats, om die kennis te delen.

 

Jouw drang naar kennisoverdracht is inderdaad opvallend.

Verburgh We leven dan ook in een enorm boeiende wereld. Veel mensen denken dat wetenschap per definitie saai is. En in het middelbaar onderwijs, bijvoorbeeld, is dat inderdaad zo. In de les aardrijkskunde wordt over de oerknal vijf minuten gepraat, terwijl men over de kleilagen van de gemeente waarin je woont een maand kan doorbomen. In de les biologie rept men met geen woord over de evolutie van de mens, maar wel over de wortelknol of over hoeveel bloemblaadjes de ranonkelfamilie heeft. Zulke lessen interesseren niemand. En dat terwijl boeiend uitgelegde wetenschap zo goed als iedereen kan fascineren: ik geef ook lezingen in het technisch onderwijs en die leerlingen zijn echt geboeid door wat ik vertel.

 

Mannen en macht

Voor de publicatie heb je je boek nog laten nalezen door een aantal experts. Wat was hun reactie?

Verburgh Hier en daar hadden zij nog een aantal opmerkingen, maar over het algemeen toonde iedereen zich heel enthousiast. In de uitgeverij van mijn tweede boek werkte wel een redacteur die niet zo positief reageerde op een aantal ideeĂ«n in mijn boek. Zij hield er blijkbaar vrij conservatieve gedachten op na. Voor vele mensen kunnen de woorden ‘gedrag’ en ‘genetica’ helaas onmogelijk in één zin voorkomen.

 

Je haalt hier het beruchte 'nature versus nurture’-debat aan – in je boek schrijf je dat deze tegenstelling eigenlijk helemaal niet bestaat.

Verburgh Inderdaad, het is niet Ăłf genetica Ăłf cultuur. Cultuur kan je trouwens perfect opvatten als iets biologisch: je hebt hersenmechanismen nodig om mensen na te apen. Zonder spiegelneuronen kunnen we bepaalde handelingen niet aanleren, waardoor cultuur onmogelijk wordt. Cultuur is dus op zich een biologisch gegeven. Aan de andere kant heb je wel de omgeving nodig om iets te kunnen leren. Het is dus niet alleen genetica of omgeving, maar een symbiose van beide.

 

De illusie van de vrije wil is zo goed dat niemand beseft dat hij geen vrije wil heeft.

 

In je boek heb je het over mannelijke en vrouwelijke intelligentie als biologisch gegeven. Maar als vrouwen vaker voor talen of sociale beroepen kiezen en mannen eerder voor ingenieursrichtingen, zoals jij aangeeft in je boek, is dat dan niet vooral cultureel bepaald?

Verburgh Er zijn zeker verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke hersenen. Evolutionair gezien is dat vrij logisch: we hebben een andere anatomie, dus moeten we ook andere hersengebieden hebben om alle functies te regelen. Globaal bekeken zijn mannelijke en vrouwelijke intelligentie echter exact hetzelfde. Vrouwen en mannen leggen hun prioriteiten gewoon elders. Mannen zijn bijvoorbeeld beter in ruimtelijke oriëntatie, terwijl vrouwen hoger scoren op hoofdrekenen. Ook het bedrijfsleven biedt een goed voorbeeld: waarom zijn er minder vrouwelijke directeurs? Zij hebben andere ambities, willen liever een gezin. Mannen zijn daarentegen heel dominant en kicken op macht. Ironisch genoeg zouden vrouwen betere bedrijfsleiders zijn: ze kunnen meer dingen tegelijkertijd aan en hebben een betere voeling met het team. Vrouwen hebben gewoon minder de neiging om daarnaar te streven.

 

Maar heeft dat niet vooral te maken met een door de maatschappij in de hand gewerkte ongelijkheid?

Verburgh Vrouwen worden inderdaad voor een stuk onderdrukt door mannen. Maar dan is de vraag: waarom onderdrukken mannen? Die neiging is perfect biologisch verklaarbaar. Het is natuurlijk niet zo zwart-wit: biologie en cultuur zijn volledig met elkaar verweven.

 

Massamoordenaar Natuur

Je schrijft in je boek dat homoseksualiteit perfect natuurlijk is: het is veelvoorkomend bij verschillende diersoorten en kan evolutionair voordelig zijn omdat het het groepsgevoel zou versterken. In onze samenleving worden homo’s echter vaak geconfronteerd met discriminatie. Is het dan nog zo’n voordeel om homoseksueel te zijn?

Verburgh In onze huidige samenleving leven we in een totaal onnatuurlijke toestand waarin homoseksualiteit, bijvoorbeeld door religieuze instanties, veracht wordt. Bij de oude Grieken of in sommige indianenstammen was homoseksueel gedrag echter volledig aanvaard. Nu nog is het in een bepaalde indianenstam de gewoonte dat jongens slapen met een ouder stamlid als inwijdingsritueel. Dat homoseksualiteit onnatuurlijk zou zijn omdat homo’s zich niet zouden kunnen voortplanten is een misverstand. Een man moet maar één keer vrijen met een vrouw om zich te kunnen voortplanten en kan in de rest van de tijd nauwe banden sluiten met mannen. Zo kon het er honderdduizend jaar geleden aan toegaan, nu wordt dat echter niet meer aanvaard.

 

Maar een belangrijk principe in de evolutie van de mens is toch dat man en vrouw samen blijven opdat de man mee voor hun nakomelingen zou zorgen?

Verburgh De man-vrouw-relatie is uiteraard belangrijk, maar dat wil niet zeggen dat dit de enige relatievorm moet zijn. Bij bonobo’s vindt de meeste seks tussen vrouwtjes plaats, omdat seks bij intelligente diersoorten die in groep leven niet enkel in dienst hoeft te staan van voortplanting, maar ook een rol speelt bij het smeden van banden, vertrouwen, vriendschappen, enzovoort. Bij de mens hoeft seks ook niet strikt tussen verschillende geslachten gebeuren, en ook niet altijd met dezelfde partners.

 

Geef je iedereen nu een vrijgeleide om polygaam te zijn?

Verburgh Het is niet omdat een bepaald gedrag evolutionair gezien voordelig zou kunnen zijn, dat wij dit gedrag moeten goedkeuren; dat is een essentieel onderscheid. In de natuur zijn ontzettend veel gedragingen gruwelijk, hoe natuurlijk ze ook mogen zijn. Een mannetjesleeuw heeft bijvoorbeeld de gewoonte om de welpen van een vrouwtjesleeuw te verscheuren voor hij met haar paart, opdat enkel zijn nakomelingen zouden overleven. De natuur is de grootste massamoordenaar aller tijden.

 

De vraag is dan natuurlijk: in hoeverre spelen die oerdriften nog een rol in het gedrag van de mens?

Verburgh Wij dragen als mens enorm veel van die oerdriften mee. Overal duiken ze vermomd op in onze maatschappij. Tegen elkaar opboksen door uiterlijk vertoon is daar een goed voorbeeld van: het is toch volslagen irrationeel om een superdure Mercedes te kopen om even lang in de file te staan als eender wie anders? De basis van het mens-zijn is dus biologisch en evolutionair bepaald, maar op die basis kan je oneindig veel variëren. Onze plasticiteit en veranderlijkheid zijn ook biologisch ingebakken door de synapsen, de zenuwverbindingen in onze hersenen, die we voortdurend kunnen verleggen.

 

De mens is denkend sterrenstof.

 

In welke mate zijn wij vrije wezens?

Verburgh Dat is een moeilijke vraag. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat vrije wil een illusie is: enkele honderden milliseconden voor je een handeling uitvoert, beginnen de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor die handeling al op te gloeien. Voor je bewust beslist dat je een glas wilt grijpen, gaan er al signalen naar je armspieren. Het gaat hier echter om zo’n kort tijdsbestek dat je dat niet door hebt. De illusie van de vrije wil is zo goed dat niemand beseft dat hij of zij geen vrije wil heeft, dus ik zie niet meteen een probleem. Dat wij geen vrije wil zouden hebben, betekent echter geenszins dat alles al van tevoren vastligt. Onze hersenen werken niet als een perfect voorspelbare computer, ons brein is een chaotische onvoorspelbare machine. Sommige mensen halen de neurologie van de vrije wil aan om zichzelf of anderen vrij te pleiten van gewelddadig gedrag. Ze beweren dan dat ze niet verantwoordelijk zijn voor hun daden aangezien ze voorgeprogrammeerd zouden zijn door hun hersenen. Dat is echter incorrect: je kunt niet zeggen dat je hersenen iets in jouw plaats beslist hebben, je bĂ©nt je hersenen.

 

Het heelal in de mens

Je noemt je eigen boek een spiritueel boek, maar je distantieert je expliciet van religie.

Verburgh Je kan heel spiritueel zijn en toch niet religieus. Ik voel me verbonden met de natuur, ik voel verwondering en zie enorm veel schoonheid in de wereld. Spiritualiteit draait om het opgaan in een wondere wereld, zoals bijvoorbeeld een boeddhist doet. Religie daarentegen draait veel meer om je eigen zieltje, om het ''ik' dat naar de hemel moet'. Volgens mij ben je eigenlijk het gelukkigst als je volledig loskomt van jezelf, bijvoorbeeld wanneer je geabsorbeerd wordt door een film of jezelf compleet verliest in prachtige muziek. Religie is een bijproduct van de hersenen dat duizenden jaren geleden ontzettend nuttig was. Religieuze rituelen konden stammen bijeen houden en hiërarchieën vastleggen die het samenleven mogelijk maakten. Vandaag de dag is religie nog steeds een bijproduct van de hersenen, maar is het nog nuttig? Dit is natuurlijk een moeilijke en gevoelige discussie, maar ik denk dat religie nu meer kwaad doet dan goed, omdat mensen geneigd zijn om religieuze teksten veel te letterlijk te interpreteren.

 

Kan je begrijpen dat sommige mensen gelovig zijn?

Verburgh Jazeker, ik heb daar uiteraard ook geen probleem mee. Wat ik wel problematisch vind, is dat men zich voor bepaalde wetten of morele beslissingen baseert op boeken die tweeduizend of duizendvierhonderd jaar oud zijn. Los daarvan vind ik godsdienst per definitie een beetje vreemd: het is toch een absurde gedachte dat heel de kosmos louter en alleen voor de mens werd geschapen. Deze eigendunk wordt meteen weggevaagd als je je verdiept in wetenschap. Onze zon, waarrond onze stofkorrel draait, is maar één van de 300 miljard sterren in onze Melkweg en zo zijn er honderden miljarden Melkwegen. Wetenschap biedt je een ongelooflijke les in nederigheid. Wij vormen allemaal onderdelen van een gigantisch netwerk en wij zijn opgebouwd uit sterrenstof dat miljarden jaren geleden gecreĂ«erd werd in supernova’s. De mens is dus letterlijk denkend sterrenstof. Wij zijn het heelal dat zich bewust geworden is van zichzelf. Zulke spirituele gedachten zijn simpelweg fantastisch.



Studentenclubs zetten zich in voor het milieu, de diertjes en hun medemens
07/03/2008
🖋: 

Geloof het of niet, maar er bestaan nog studentenclubs die zich met meer bezighouden dan feesten en gratis bier rondstrooien. dwars ging eens navragen waarvoor deze brave zielen onder de Antwerpse studenten zich zoal inzetten.

Hera is een Wilrijkse studentenclub opgericht door en voor vrouwen, maar waar het mannelijk geslacht ook van harte welkom is. Geïnspireerd door de kerstboodschap, beslisten deze dames vorig jaar om zich op een originele manier in te zetten voor de goede zaak. Met het nieuwe jaar in aantocht kozen ze ervoor om kalenders te verkopen. Schattige, ontroerende en grappige seizoensgebonden foto’s van de praesidiumleden moesten dienen als kuiser alternatief voor de eindejaarsspecials van het betere mannenblad. De actie was een succes, zo meldt Herapreses Steffie Cornwell ons: “Enkele weken geleden konden we de totale opbrengst schatten en we zitten toch aan duizend euro. Natuurlijk komt een groot deel van sponsoring maar ook studenten, UA-medewerkers, vrienden en familie hebben enthousiast kalenders gekocht. Zelfs de andere clubs hebben onze actie ondersteund : zo mochten we reclame maken op de kringraad en in het snelkrantje.” Het geld van de Hera-actie gaat naar het vluchthuis CAW in Mechelen, een opvangtehuis voor mishandelde vrouwen en hun kinderen. “De aanzet voor deze actie en de keuze voor dit specifieke doel kwamen van onze vicepreses,” vertelt Cornwell. “Zij had een soortgelijke actie ergens anders gezien en stelde het initiatief voor aan de rest van het praesidium. Elke club heeft andere prioriteiten en wij vonden het een goed idee dat Hera ook een bijdrage zou leveren aan maatschappelijk relevante initiatieven. We kozen voor een organisatie die zich inzet voor vrouwen, omdat dat nu eenmaal bij onze club past. Het belangrijkste wanneer je dit soort acties succesvol wil organiseren, blijft de inzet van mensen die het niet erg vinden om vrijwillig veel tijd en moeite te investeren. Gelukkig hebben wij een zeer ijverig praesidium en konden wij rekenen op veel steun”

 

Bloedserieus


Wie denkt dat het alleen meisjes zijn die zich met lieve dingen bezighouden, vergist zich. Ook de feestbeesten van Geneeskunde halen hun medische apparatuur boven voor het goede doel. Samen met het Rode Kruis organiseren ze jaarlijks ‘Bloedserieus’, een bloedinzamelactie die tijdens de lesuren doorgaat in ’t Kaf. Met deze actie hopen ze de schrikdrempel voor toekomstige donoren te verlagen. Daarom zorgen ze ervoor dat de studenten zich niet moeten verplaatsen of geen vrije tijd hoeven op te offeren om bloed te geven. Lynn Rutsaert, de PR van Aesculapia (de studentenclub van de Geneeskunde), hoopt zo de studenten te motiveren om donor te worden. “We maken ze bewust van de nood aan donors en wijzen hen erop dat het een kleine moeite is om mensenlevens te redden. We maken met Aesculapia veel reclame op de universiteitscampus en op de dag zelf proberen we met het hele praesidium zoveel mogelijk studenten en UA-werknemers te overtuigen. Als extra stimulans geven we een goodybag met allerlei gratis productjes als ‘beloning’ voor het bloedgeven. Het Rode Kruis biedt elke donor een gratis drankje aan.” De actie van dit jaar mobiliseerde 70% meer deelnemers dan die van vorig jaar. Hoewel dit voornamelijk geneeskundestudenten waren, kwamen er ook enkele enthousiastelingen van andere clubs hun armen ter beschikking stellen.

 

Goed voor de lijn

Op donderdag 10 april organiseren ASK-Stuwer en de UA Sportraad weer hun traditionele 12-uren loop. Het bedrag dat zal worden verzameld, gaat integraal naar Make-A-Wish-Vlaanderen. Dit is een organisatie die zich inzet om de dromen van kinderen met een levensbedreigende ziekte te vervullen. Van negen uur ’s morgens tot negen uur ’s avonds strijden clubs tegen elkaar in een sponsorloop. De deelnemende groepen moeten op zoek gaan naar geldschieters die een algemeen bedrag schenken of een bijdrage geven per gelopen ronde. ASK-Stuwer doet ook zijn duit in het zakje door vooraf op zoek te gaan naar sponsors die een mooie donatie bovenop de bijeengelopen som willen schenken. Tijdens het lopen wordt er randanimatie voorzien en houden de verschillende clubs standjes open waar je energie kan opdoen. ’s Avonds komt er een bekende Belgische band optreden, waarna de avond wordt afgesloten met een TD. Voor hun actie krijgt ASK-Stuwer de hulp van Emsa, de European Medical Students' Association.

 

 

En op de Stadscampus?

Hoewel het geĂ«ngageerde deel van de Antwerpse studenten zich grotendeels buiten de Singel bevindt, zijn er ook humane wetenschappers die denken aan hun minderbedeelde medemens. Zo organiseert Unifac elk jaar een kerstmarkt op het Hof Van Liere. Naast de gebruikelijke kraampjes van de clubs, is daar ook plaats voor enkele kraampjes van maatschappelijk geĂ«ngageerde projecten. Vorige kerst koos Unifac ervoor om een deelproject te steunen van de Philippines Homeless People’s Federation. Deze federatie biedt hulp aan de mensen die leven op de Payatas – de afvalbergen van de Filipijnse hoofdstad. Op de Stadscampus werd een project belicht dat instaat voor de voeding, medische verzorging en schoolbegeleiding voor kinderen op deze vuilnisbelt. Een speciale veiling moest het initiatief financieel steunen. Daarnaast kreeg de organisatie zelf de kans om producten zoals kaarsen en kalenders te verkopen aan de studenten.

 

Diertjes in de kou?

Na deze kleine opsomming is het geloof in het goede hart van onze medestudent alweer gesterkt. Toch blijft het een onthutsende vaststelling dat er zo weinig aandacht naar het milieu gaat. Het enige echte ecologische studentenproject vandaag is een poging om cursussen te laten drukken op recyclagepapier (het Fenix-project). Ook de diertjes zijn opvallend afwezig in de projecten. Een tip voor de faculteit Diergeneeskunde of dé kans voor de konijnenknuffelaars onder de rechtenstudenten om zich eens van hun liefste kant te laten zien?



07/03/2008
🖋: 

Dirk Van Dyck (59) kan rekenen op een uitstekende reputatie als vicerector Onderzoek. In hun programma benadrukken hij en zijn 'kartelpartner' Bea Cantillon Van Dycks ervaring met het succesvol lobbyen naar middelen voor onze universiteit. Volgens Van Dyck moet een goede Antwerpse rector vooral in Brussel zitten om daar voldoende in de wacht te slepen voor onze universiteit. Een andere belangrijke peiler in het programma van Van Dyck is een goede samenwerking binnen de Associatie. Het belang dat Van Dyck hecht aan de Associatie wordt gesymboliseerd in zijn strategische alliantie met Bea Cantillon – een alliantie die hier en daar met gemengde gevoelens werd onthaald.

Door zijn focus op concurrentieel zijn, binnen de Associatie en interuniversitair, vrezen sommige kiezers dat Van Dyck geen oog meer zou hebben voor wat er leeft binnen de UA zelf. In de debatten en in een uitgebreide e-mailcampagne probeerde Van Dyck deze vrees weg te werken. Zo hamert hij onder meer, net als Alain Verschoren, op meer transparantie en minder administratieve rompslomp. Ook belangrijk – en controversieel, vooral bij humane wetenschappers – is zijn idee dat academisch onderzoek gemeten moet worden op basis van impact op de maatschappij. Niettemin kunnen Van Dycks ervaring en zijn stevig gefundeerd programma vele kiezers bekoren.

 

In de wandelgangen:

  • “Dirk Van Dyck heeft een zeer duidelijke visie en dankzij zijn gedreven lobbywerk zal de Universiteit Antwerpen een rol van betekenis kunnen spelen op nationaal en international niveau.”
  • “Fijngevoeligheid is niet de sterkste kant van Dirk van Dyck. Zal hij wel oog hebben voor de mens achter de student en het personeelslid?”

 

Van Dyck

Na het ex aequo in de tweede kiesronde zijn er drie opties: nieuwe verkiezingen, een derde stemronde of een beslissende stemming in de Raad van Bestuur. Dat laatste is echter uitgesloten wat u betreft?

Dirk Van Dyck Inderdaad, het zou volslagen ondemocratisch zijn om het gewicht van zo’n belangrijke stemming op de schouders van enkelen te leggen (de Raad van Bestuur telt 25 leden, nvdr.). Een dergelijke oplossing zou ook niet fair zijn tegenover het kiespubliek. De Raad van Bestuur moet zich nu uitspreken over de verdere procedure: nieuwe verkiezingen of een derde stemronde.

 

Wat zou voor u, als kandidaat, het beste zijn?

Van Dyck Nogmaals, de Raad van Bestuur beslist. Maar voor mij persoonlijk speelt de tijd in mijn voordeel omdat ik dan meer kans heb om kiezers te overtuigen. Bea Cantillon en ik zijn vertrokken met een achterstand: mijn taak als vicerector Onderzoek slorpt ontzettend veel tijd op en door de onverwachte vervroeging van de rectorverkiezingen hebben we gewoon niet de kans gekregen om onze boodschap aan de man te brengen. Dat is trouwens ook de verklaring voor onze inhaaloperatie in de tweede ronde. Ondanks het stemadvies van Karel Soudan tégen ons hebben we de kloof van drie procent met Alain Verschoren kunnen dichten, simpelweg omdat we een week extra hadden om onze plannen uit de doeken te doen. We hebben nu eenmaal een niet zo eenvoudige boodschap die je niet in drie woorden uitgelegd krijgt.

 

Denkt u dat uw alliantie met Bea Cantillon in uw voordeel heeft gespeeld?

Van Dyck In het begin niet: mensen lagen niet wakker van de Associatie. Pas later in onze campagne – opnieuw: wij hebben tijd nodig – zijn onze kiezers beginnen te beseffen dat de dreiging van buitenaf reĂ«el is. Als de hogescholen in onze Associatie zouden overstappen naar de andere netten van Gent en Leuven, zou dat een serieuze kaakslag betekenen voor onze universiteit.

 

U hamert in uw campagne op de verschillen tussen u en Alain Verschoren.

Van Dyck Intern hebben mijn tegenkandidaat en ik hetzelfde doel: we willen rust brengen in de geledingen. Ik ben echter van mening dat we moeten durven veranderen om die rust te brengen. We moeten ook veel actiever optreden naar buitenuit. Iedereen staart zich blind op de 84 miljoen euro werkingsmiddelen die de overheid ter beschikking stelt, terwijl wij op dit moment 64 miljoen euro externe middelen voor onderzoek binnenhalen. Dat bedrag zal in de toekomst alleen maar toenemen. Dat zal nieuwe zuurstof geven aan de hele universiteit. De toekomstige rector moet er daarom onder meer voor zorgen dat een deel van die externe middelen naar Antwerpen gaat vóór Leuven en Gent ermee gaan lopen.

 

Als u wint, vreest u dan niet aan het hoofd te zullen staan van een zeer verdeelde universiteit? Per slot van rekening heeft nu de helft van de kiesgerechtigden niet op u gestemd.

Van Dyck Ik ben altijd vicerector geweest voor íedereen, van de individuele prof die maar een klein budget nodig heeft tot de grote groepen – dat mag u gerust aan eender wie vragen. Ik zal dan ook rector zijn voor íedereen.

 

En als u niet wint?

Van Dyck Mocht ik het niet halen, heb ik nog hele boeiende dingen in het verschiet als wetenschapper. Maar uiteraard hoop ik dat ik onze universiteit kan overtuigen van wat ik denk dat er dringend moet veranderen.

 

En Bea Cantillon?

Hoe denkt u over deze bevreemdende uitslag?

Bea Cantillon Ideaal is dit resultaat natuurlijk niet: onze universiteit heeft dringend nood aan een sturend beleid. Maar het zou volgens mij nog erger zijn geweest mocht één van beide kandidaten met een verschil van één of twee stemmen gewonnen hebben. Ik vrees trouwens dat, met ons huidig kiessysteem, ook een derde stemronde of nieuwe verkiezingen op een zeer klein verschil zullen uitdraaien.

 

Er schort wat aan ons kiessysteem.

Cantillon Wat het uiteindelijke resultaat van de verkiezingen ook moge zijn: het kiesreglement zal moeten worden aangepast, want er loopt vanalles mis. Het systeem van kiesmannen en -vrouwen werkt niet als de verkiezingen, om onduidelijke redenen, zodanig vervroegd worden dat zij nauwelijks kunnen overleggen met hun achterban. Een heel aantal mensen is ook niet kunnen gaan stemmen omdat het onmogelijk is om een volmacht te geven. En hoe dan ook is het absurd dat iemand met een verschil van één stem rector zou kunnen worden. Ik ben veel meer te vinden voor een kiessysteem zoals in Gent, waarbij de rector met een tweederde meerderheid moet worden verkozen.

 

De huidige kandidaten liggen, zoals u zegt, in een nek-aan-nek-race. Wat doet u als Dirk Van Dyck het niet haalt?

Cantillon Mocht associatievoorzitter worden mijn enige doel zijn, zou het wel heel dom van mij zijn om mijn lot aan dat van één van de kandidaten te verbinden. Ik heb een ander doel: ik geloof dat onze universiteit iemand nodig heeft die de zaak vooruittrekt, een Antwerpse Jean-Luc Dehaene die het kan opnemen tegen André Oosterlinck of Luc Van den Bossche. Ik droom ook van een perfecte samenwerking tussen de Universiteit en de Associatie. Alleen zo kunnen wij in Antwerpen onze troeven volledig uitspelen. Daarom ben ik in het kartel met Van Dyck gestapt, niet om mijn eigen plekje te verzekeren.



Een vervormd, gemanipuleerd, partijdig en versimpeld interview met Midden-Oostenkenner Joris Luyendijk
07/03/2008
🖋: 
Auteur

Zijn antwoorden horen normaal gezien niet langer dan vijfenveertig seconden te duren. Dat is de schuld van het Nederlandse journaal. Daarin moest Joris Luyendijk verslag doen als correspondent, live uit Jeruzalem of Beiroet. Maar niet langer dan vijfenveertig seconden. Dan was het tijd voor het volgende nieuwsbericht.

Zonde eigenlijk, want Luyendijk heeft heel wat meer te vertellen dan wat er in driekwart minuut past, hoe snel hij ook praat. Als doctor in de religieuze antropologie en voormalig Midden-Oostenverslaggever van het NRC Handelsblad, de Volkskrant en de publieke omroep is hij uitstekend geplaatst om mensen de Arabische wereld beter te doen begrijpen. Hij legt er zich zelfs op toe. Zo publiceerde hij onder meer 'Een goed man slaat soms zijn vrouw' en recentelijk ook 'Het zijn net mensen'. In deze boeken beschrijft hij de verhouding tussen de westerse wereld en het Midden-Oosten. Meteen voorziet hij ook de rol van de media van nadere commentaar.

 

Een journalist die een boek schrijft over het falen van de media, u hebt ongetwijfeld al enkele boze collega’s tegenover u gekregen.

Joris Luyendijk Er kwam veel domme kritiek. In 'Het zijn net mensen' stel ik dat de journalistiek een fundamenteel probleem heeft. Journalisten weten niet wat de waarheid is. Het beeld van de wereld dat in de media geschetst wordt is vervormd, gemanipuleerd, partijdig en versimpeld. Dan mag je als journalist niet doen alsof je de absolute waarheid brengt. Mijn stellingname was blijkbaar moeilijk verteerbaar voor veel journalisten. Dan kreeg ik te horen: ben je niet gewoon een slechte journalist? Ben je niet gewoon lui? Ben je niet gewoon dom? Dat ben ik allemaal wel, maar dat maakt niet uit. De journalistiek kampt met een probleem, en dat heeft zijn weerslag op de maatschappij.

 

Wat bedoelt u met die weerslag op de maatschappij?

Luyendijk Sinds 11 september 2001 krijg je, nu al zeven jaar lang, hoofdzakelijk een beeld van enge moslims met boze baarden in de media, naast natuurlijk een hoop politiek correct gesus. In Nederland heb je politici als Geert Wilders die dingen zeggen als “alle moslims zijn eng”. Combineer dat met het beeld dat de media ophangen: wat denk je dat er dan gaat gebeuren? Mensen geloven dat. De media zijn echt veel belangrijker geworden dan vroeger. Ze doen nu veel meer dan commentaar geven op het wereldbeeld, ze vórmen het wereldbeeld. Maar hoe vaak ik dat ook heb proberen uit te leggen, oudere journalisten kunnen zich niet in mijn verhaal vinden.

 

U bent een stielbederver.

Luyendijk Sommige collega’s weigeren gewoon met me te praten. Gisteren was er op jullie nationale omroep nog een mannetje – hij draagt altijd een vlinderdas op tv – dat ontzettend kwaad op me werd


 

Siegfried Bracke?

Luyendijk Juist. Hij verweet me te pessimistisch te zijn. Maar ik merk gewoon dat er een ontevredenheid bestaat waar de huidige media volledig naast kijken. Journalisten maken de krant die ze zelf willen, en hopen daar een lezerspubliek voor te vinden. Maar lezers hebben nu niet meer zoveel trek in dat nieuws, wat ook voor het nieuws op televisie geldt. Dat wordt nu heel anders geconsumeerd dan vroeger. Als ik het tv-journaal bekijk, heb ik echt geen behoefte meer aan een item van tweeënhalve minuut over een vrouw in Gaza die het moeilijk heeft. Dan filmen ze dat vrouwtje in haar armoedig huisje en hoor je de voice-over vertellen wat er allemaal mis is. Dat weet ik al wel. Het is zo toegespitst op de vijfenvijftigplusgeneratie: alles is saaier dan saai, hoe erg ook. Dat zou ik eigenlijk allemaal anders willen. Belangrijk is evenwel dat de media blijven streven naar een zekere mate van objectiviteit. Ik geef toe: mijn beeld van het Midden-Oosten is ook gefilterd. Het blijft mijn waarheid, een versie van de waarheid. Ik zou graag eens een objectief artikel lezen. Maar wat bepaalt dat een artikel objectief is? Noem het maar.

 

Voor enige uitdaging moest ik naar het Midden-Oosten om me daar te laten opblazen.

 

Zelfs de woordkeuze vertekent het nieuws.

Luyendijk Inderdaad. Hanteer je als journalist de term “bezette” of de term “betwiste” gebieden? Dat is echt een wereld van verschil. Nog een actueel voorbeeld: zeg je “milieuverontreiniging”, “broeikaseffect” of “klimaatverandering”? Dat laatste klinkt als een handelbaar proces, terwijl bij een term als "broeikaseffect" het meteen alle hens aan dek is. Als het warm wordt in een broeikas, dan wil je daar niet in zitten. Het was een briljante actie van de industrie om die term "klimaatverandering" te introduceren.

 

Gniffelende Nederlanders

Is uw pleidooi voor een nieuwe vorm van journalistiek die voorbij gaat aan de onmogelijkheid de wereld te kennen het product van zes jaar correspondentschap in het Midden-Oosten?

Luyendijk Stel je voor: een bomaanslag in het Midden-Oosten. Dan moet je als correspondent het volgende voorbereiden: hoeveel doden, hoeveel gewonden, waar, hoe laat, wie is verantwoordelijk, wanneer, enzovoort. Vaak had ik gewoon zin om iets totaal anders te vertellen. Bijvoorbeeld wat er gebeurt als er een aanslag wordt gepleegd en je zit op restaurant. Je hoort dan vrijwel gelijktijdig alle gsm’s afgaan. Families controleren zo of iedereen okĂ© is. Op dat moment weet je dat er een aanslag gepleegd is. Het is een detail, maar zoiets maakt een verhaal wel boeiender. De media waarvoor ik gewerkt heb, waren bang die interessante dingen te vertellen.

 

Welke vertekening vond u schrijnend?

Luyendijk Toen ik in Koeweit was, sprak ik er met liberalen die voor democratie waren. Die geloofden niet dat Amerikanen in Irak democratie gingen brengen. Niet moeilijk ook: overal ter wereld steunt Amerika de ergste dictaturen. Maar die stem hoorde je nauwelijks. Eigenlijk zijn de moslims in Irak totaal in de hoek gezet omdat ze niet wisten waar het Westen mee bezig was en is.

 

En zo gaan beschavingen botsen.

Luyendijk Eigenlijk hanteren we het Westen als een soort van bril waardoor we de rest van de wereld bekijken. Maar Rusland is geen ander soort BelgiĂ« of Nederland, en China blijkt zich uitstekend te ontwikkelen zonder een democratie. We snappen dus gewoon de wereld niet meer. Zeker voor Nederland is dat pijnlijk. Tien jaar geleden was dat nog zo’n links politiek correct gidsland. Toen kon er nog gegniffeld worden met de Belgen die opgescheept zaten met het Vlaams Blok. En nu zit er in het parlement gewoon een van de meest rabiate moslimhaters van het hele westen: Geert Wilders. Neem de proef eens op de som en vervang de term "moslims" door "joden" in zijn teksten. Dat levert een bevreemdend resultaat op, hoor.

 

Aap uit de grot

Problematiseert de verhouding tussen de westerse waarden en de moslimwereld?

Luyendijk Voor 9/11 was er hier een absolute desinteresse voor de islam. Na de aanslagen sloeg dat om in angst. Mensen dachten altijd: die moslims worden wel zoals wij westerlingen als ze hier komen wonen. Maar na 9/11 werden moslims plots hartstikke eng. Toen is er een heel moeizame discussie op gang gekomen. In Nederland wordt die discussie op het scherp van de snee gevoerd. Vaak zijn dat keiharde confrontaties: mensen worden afgezeken, "geitenneuker" genoemd en gedwongen hun paspoort af te geven. Iemand als Wilders beweert eigenlijk dat de islam gewoon niet samengaat met het Westen. Feitelijk zegt hij: ze moeten eruit. En dan komen de linksen en die zeggen: er is geen probleem, als we maar gewoon ophouden met schelden. Die vrouwenbesnijdenis, die homohaat, dat antisemitisme, dat gestoorde idee van de eerwraak, dat gaat allemaal vanzelf wel weg. Die twee groepen, eigenlijk extremen, domineren het debat.

 

9/11 is volgens u wel een duidelijk omslagpunt geweest.

Luyendijk Mochten er na de aanslagen miljoenen moslims op straat zijn gekomen met de boodschap “fuck you, Bin Laden”, dan zou er nu een heel andere dynamiek zijn. Dan zouden we het net vervelend voor de moslims vinden dat ze die aap daar in die grot hebben. Maar de moslims kwamen niet op straat. Meer zelfs, toen bleek een deel van de kapers in Europa te wonen. Nou, dan vraag je je af: waar staan die moslims nu eigenlijk? Dat is bijzonder boeiend voor een journalist.

 

Mensen worden afgezeken, geitenneuker genoemd en gedwongen hun paspoort af te geven.

 

Hoezo?

Luyendijk Als journalist zou ik graag die religie eens vanuit een heel nieuwe invalshoek bekijken, niet steeds focussen op de problemen die de verschillen tussen het christendom en de islam met zich meebrengen. Er gaat een enorme dynamiek uit van de islam. Ze hebben echt nog de wereld te winnen. Die studenten kunnen zo gedreven zijn en over wilskracht beschikken. Ik kom bijvoorbeeld uit een middenklassemilieu. Materieel had ik alles al. Voor enige uitdaging moest ik naar het Midden-Oosten om me daar te laten opblazen. In ieder geval, de koloniale benadering die we nu hanteren – het Westen beweegt terwijl de islam stil staat – lijkt me niet geheel terecht.

 

Ondertussen bent u gestopt als correspondent.

Luyendijk Ik zat vaak gewoon de persbureaus wat na te praten. En die visten er vaak ook maar wat naar. Sommige delen van de werkelijkheid zijn structureel ambigu. Je kunt gewoon niet weten wat er allemaal in Afghanistan aan de hand is. Maar het wordt wel van je verwacht. In een dictatuur weet je ook niet wat er precies speelt. Als je bijvoorbeeld tv-beelden ziet van een begrafenis in Damascus, dan staat er meestal een hele mensenmassa te rouwen bij de dood van een of ander politiek figuur. Dat geeft indrukwekkende tv-beelden. Wat niemand weet is dat die aanwezigheid verplicht was. Bij deze ook mijn advies: wees even kritisch over CNN-beelden als over politici.

 

Disclaimer: de Luyendijkproblemen

Joris Luyendijk ziet vijf problemen waaraan iedere journalist zich bezondigt.

 

  • Onderwerpkeuze: dwars laat iemand aan het woord met een heel specifieke visie op het gebied van journalistiek en het Midden-Oosten. Veel van zijn vakgenoten zijn het echter niet met hem eens. Een gesprek met Siegfried Bracke zou vermoedelijk een heel andere teneur hebben.
  • Vervormd: het interview met Luyendijk was eigenlijk meer een pleit voor narratieve journalistiek. Dat komt hier echter niet expliciet naar voren. Het lezerspubliek van dwars bestaat uit studenten en personeelsleden van de UA. Met dat in het achterhoofd werd vrijwel alles over narratieve journalistiek geschrapt.
  • Gemanipuleerd: een interview is geen feitelijke weergave van het gesprek. Bijvoorbeeld: de inleiding over de antwoorden van Luyendijk die maximaal vijfenveertig seconden bedragen, dat heeft Luyendijk op een lezing verteld, niet aan dwars.
  • Partijdig: dwars had Luyendijk ook op een kritisch interview kunnen trakteren, en een heleboel moeilijke vragen kunnen stellen. De keuze om dat niet te doen is gebaseerd op het feit dat dwars vindt dat Luyendijk de kans moet krijgen zijn verhaal te vertellen.
  • Versimpeld: een gesprek van vijftig minuten zou een verhaal van een twaalftal pagina’s opleveren. Er is heel wat geschrapt en stukken antwoord zijn samengevoegd. Bovendien zijn een aantal formuleringen van Luyendijk aangepast, al was het maar om het begrijpelijk te houden.

 

Benieuwd in welke mate dit artikel worstelt met de door Luyendijk gesignaleerde problemen? Mail naar dwars@ua.ac.be en we bezorgen u het volledige, letterlijk uitgeschreven interview met Joris Luyendijk.



Noorwegen ... Portugal ... Erasmus
07/03/2008
🖋: 
Auteur extern
Anneleen en (So)Fie

Aloha Anneleen!

Net door de sneeuw geploeterd voordat ik me in mijn zeteltje kon ploffen. Twee dagen geleden voelde ik de warme zon op mijn gezicht in Oslo en vandaag zie ik meer sneeuw in Bergen city dan ik ooit in een stad zal zien.

 

En toch zie ik jongeren met All Stars rondlopen, terwijl ik vijftig meter terug tot mijn knieĂ«n in een witte stoep zakte. Ik zal nooit begrijpen dat je ook hier minirokjes en ballerina's kan dragen. Ik word soms zowaar jaloers als ik je foto's zie, in de zon op een terras met een zonnebril op je neus. En toch zijn de gelijkenissen niet ver weg. Om te beginnen: zelfs mijn Duits is beter dan mijn Noors! Ik probeer me zo goed mogelijk te behelpen met wat ik kan, maar daar kom ik niet echt ver mee! Lessen mogen dan wel in het Engels gedoceerd worden, supermarkten en andere winkels blijven op en top Noors. Ik kan bestellen en effectief krijgen wat ik in gedachten had, maar wanneer er dan meer wordt gevraagd (“Aan welke tafel zit je?” of “Was dat alles?”) moet ik met rode wangen toegeven dat ik het niet versta en overschakelen naar het Engels. Het grote voordeel is wel dat je personen die je op straat één of ander abonnement willen aansmeren kan afwimpelen met het simpele “Sorry, I don't speak Norwegian.”

 

En ook hier loopt af en toe wel eens wat mis met de basisvoorzieningen. Zo is één van de twee liften in mijn gebouw al meer dan een maand stuk. Aangezien ik op de achttiende verdieping woon (ook wel "penthouse" genoemd door de medebewoners van deze gang) is die geen overbodige luxe. En koude douches zijn hier de laatste weken eveneens een gewoonte geworden. Er is wat mis met het warm water, maar intussen hebben we tenminste toch al drinkbaar water in plaats van een bruin goedje uit de kraan.

 

Hoezeer ik ook van sneeuw houd, ik begin naar de lente te verlangen. Het is spannend afwachten hoe die er hier zal uitzien! Ondertussen blijf ik mijn cactussen niet te veel water geven, de enige planten die hier zullen overleven in een kamer met veel verwarming en weinig zon.

 

Ha det!

 

Fie

 


 

Hei Sofie,

 

Inmiddels zijn er in plaats van drie dagen al bijna drie weken gepasseerd. Langzaamaan en toch met enige moeite begint mijn nieuwe thuis hier vorm te krijgen. Sinds een week ben ik verhuisd naar een nieuw stekje in het centrum van de stad. Letterlijk nieuw, zodat we de eerste dagen zelfs nog zonder gas of elektriciteitaansluiting zaten. Niettemin heeft kaarslicht ook zijn charmes! Toen we eindelijk dachten te kunnen koken (lees: voorverpakte lasagne in de oven maken) bleek de oven ook nog niet aangesloten te zijn! Gelukkig hebben we wel een vriendelijke onderbuurvrouw mét werkende oven. Beetje bij beetje komt alles dus in orde, volgens onze huisbaas tegen volgende week. Het is maar wat je gelooft natuurlijk, van een zwierige Italiaan die verdacht veel lijkt op een ex-maffioso die zich bekeerd heeft, en ons zelfs meeneemt naar de dichtstbijzijnde bakker (de nummer één van Coimbra!) en supermarkt. "Alora, waar ligt dat lekker Argentijns vlees?"

 

De grootste moeilijkheid is misschien nog wel een vierde huisgenoot vinden. We hebben overal briefjes opgehangen, waarop we vooral ons groot balkon als pluspunt vermeldden. Balkon is in het Portugees echter niet 'balcĂŁo', zoals wij dachten. Blijkbaar staat er nu overal te lezen dat wij nog een kamer verhuren met een grote toog! Geen wonder dat er tot hier toe nog niet veel respons was
 Als er dan toch iemand belt, komt er op mijn paniekerige vraag: 'Fala inglĂȘs?' geen antwoord. Of soms wel, maar dan in de vorm van een stortvloed van Portugese woorden, waar ik toch nog niet bijster veel van begrijp. Ook in de lessen zijn we een beetje de idioten van de klas. "Sou Erasmus, nĂŁo falo portuguĂȘs
" Wat zitten jullie hier dan te doen, is de vraag die op het gezicht van menig klasgenoot is af te lezen (en die we onszelf ook wel stellen). Ook in de kantine van de faculteit moeten we meestal wijzen wanneer we iets bestellen. Maar we houden de moed erin en zijn de lessen Portugees met enig lef in niveau twee begonnen. Spreek jij echt al vloeiend Noors?

 

Ondertussen hebben we nog steeds geen ijskast, maar de oranje gerbera's staan ons balkon wel op te fleuren! Want als je je eigen plantjes water kan geven, voel je je pas echt thuis


 

Beijinho,

 

Anneleen



Met dank aan...
07/03/2008
🖋: 

Fons is al vijftien jaar conciĂ«rge op de Stadscampus. Samen met zijn zoon bewaakt en zorgt hij voor onze universiteitsgebouwen. ’s Nachts, in het weekend en tijdens vakanties moet er altijd iemand aanwezig zijn. Voor Fons is het wel gemakkelijk dat hij dit werk met zijn zoon kan afwisselen. Ook de goeie band met studenten en academische personeel vindt de conciĂ«rge erg aangenaam. Omdat hij vooral ’s avonds werkt kent hij veel mensen die avondlessen nemen, maar ook tussen de jongere dagstudenten voelt hij zich goed in zijn vel. “Tussen de jonge mensen word je niet oud”, verduidelijkt Fons.

Fons wordt ingezet voor het bevrijden van mensen uit gebouwen die er per ongeluk werden opgesloten, of voor het binnenlaten van verwarde professoren die een cadeau en vliegtuigtickets op hun bureau vergaten. Wat zouden we zonder zo’n bewaker doen?



uit de pers geplukt
17/02/2008
🖋: 

Rationalisering van het hoger onderwijs

Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke (sp.a) heeft aangekondigd dat er tot 2011 geen nieuwe opleidingen meer mogen bijkomen in het hoger onderwijs. De ministeriële commissie die hierover advies geeft, vindt bovendien dat opleidingen die in 2012 geen minimum van 80 en tegen 2015 geen 115 studenten halen verplicht een rationalisatieplan moeten opstellen. De opleidingen zouden niet geschrapt worden, maar dat dit als een dreigement klinkt is wel duidelijk. De commissie ziet wel oplossingen in het gemeenschappelijk maken van bepaalde opleidingsonderdelen. Er wordt ook voor uitzonderingen gezorgd: opleidingen voor knelpuntberoepen, unieke opleidingen als dans of richtingen met een levensbeschouwelijke inslag worden beschermd.

 

200.000 euro om evolutieleer te redden

Filosoof Johan Braeckman krijgt van de UGent 200.000 euro om in Vlaanderen de evolutieleer te verdedigen tegen het creationisme en theorieĂ«n over intelligent design. Braeckman zal de kennis over de evolutietheorie verbeteren, met een website, lezingen en debatten. "Aan Newton of Einstein twijfelt niemand," zegt hij, "maar over de evolutietheorie, die nochtans een van de sterkste wetenschappelijke theorieĂ«n is die er bestaan, heerst wĂ©l onzekerheid." Één op vijf Vlamingen weinig geloof gehecht aan Darwins bevindingen.

 

VUB-professor Frank Thevissen ontslagen

De professor Marketing en Communicatie, die bekend is dankzij De Stemtest op de VRT, het omstreden 'Stemmenkampioen' in Het Laatste Nieuws en zijn mediatieke optredens als opiniemaker, wordt door de VUB op 1 maart ontslagen. Dit zou echter niks te maken hebben met zijn carriĂšre in de media. Hij kreeg twee negatieve evaluaties op rij en werd dus onvoldoende bekwaam geacht zijn docentenambt verder uit te voeren. Van een inbreuk op de academische vrijheid is er volgens rector Van Camp geen sprake.

 

Boeken op Google

Dankzij een samenwerking tussen de UGent en Google zullen binnen drie jaar 300.000 boeken uit de universiteitsbibliotheek online beschikbaar zijn. De Genste Boekentoren is namelijk aan een opknapbeurt toe en zal voor beperkte tijd haar deuren sluiten. Om te garandereren dat studenten aan hun broodnodige leesmateriaal geraken, worden massaal boeken ingescand. Door boeken gratis aan te bieden, wil Google zich voorstellen als nobele gigant. Maar zullen studenten dan nog wel naar de bib afzakken als die opnieuw opengaat? Hoofdbibliothecaris Sylvia Van Peteghem maakt zich geen zorgen: volgens haar vinden steeds meer studenten de weg naar de bib, de ideale ontmoetingsplaats. Bovendien, zegt ze, is de informatie op internet niet altijd correct.

 

Universiteit Antwerpen pakt uit met structureel diversiteitsbeleid

In een stad waarin 40% van alle leerlingen geen Nederlands spreekt, is het essentieel dat de in-, door- en uitstroom van studenten in het hoger onderwijs gegarandeerd wordt, zo stelt het departement Wetenschappelijke en Maatschappelijke Dienstverlening van de UA. Om dit mogelijk te maken worden verschillende bestaande initiatieven gebundeld in de centrale cel ‘gelijke kansen en diversiteit’. Naast het departement WMD zijn ook mensen van het departement Onderwijs en de Studentgerichte Diensten vertegenwoordigd in de cel. Een van de initiatieven van de UA is het Tutoratproject, waarbij studenten bijles geven aan leerlingen uit het middelbaar. Andere initiatieven concentreren zich onder meer op het begeleiden van studenten met een taalachterstand of functiebeperking en zorgen voor de heroriĂ«ntatie van studenten die een verkeerde studiekeuze maakten (het zogenaamde Trampolineproject).



U Aan het woord
16/02/2008

We lieten niet enkel Francis Van Loon aan het woord over zijn beleid, ook een aantal mensen die met de rector hebben samengewerkt de afgelopen jaren deden graag hun zegje. dwars selecteerde enkele interessante citaten.

Als bevoorrechte mediapartner heeft de Gazet van Antwerpen geen slechte verhouding met de rector. Aanvaringen waren schaars. Enkel als de UA slecht in het nieuws werd gebracht, kwam er al eens reactie. Bijvoorbeeld toen ik een aantal jaar geleden in de krant berichtte dat er in de R-blok op de Stadscampus asbest was gevonden: dat vond Van Loon niet zo grappig. Echt onbereikbaar zou ik hem niet noemen – al moet je soms lang wachten voor je hem aan de lijn krijgt, maar dat ligt meer aan zijn drukke agenda dan aan onbereidwilligheid. Zelf zal hij echter niet naar de pers stappen om met UA-nieuws uit te pakken, in tegenstelling tot Vervenne bijvoorbeeld, die geen kans onbenut laat om Leuven op een positieve manier in de kijker te zetten. In interviews is Van Loon altijd zeer vriendelijk, maar hij houdt zich nogal op de vlakte: hij schijnt wollige filosofie te verkiezen boven een concreet beschreven visie. Misschien heeft hij in het verleden slechte ervaringen gehad met uitspraken in de pers?

– Peter De Meyer, Gazet Van Antwerpen

 

 

Wij hebben Francis Van Loon altijd ervaren als een zeer toegankelijke en vriendelijke rector. Als er zich problemen voordoen met betrekking tot het Assisterend/Bijzonder Academisch Personeel, vinden we altijd gehoor, al wordt de hete aardappel soms wel doorgeschoven naar anderen. Wat ik ten zeerste waardeer in Van Loon, is zijn grote persoonlijke betrokkenheid: hij kent iedereen bij naam en voornaam en weet iedereen te situeren. Naar men zegt is knopen doorhakken niet zijn sterkste kant. Misschien een gevolg van die al te grote persoonlijke betrokkenheid?

– Een vertegenwoordiger van het Assisterend/Bijzonder Academisch Personeel

 

 

Door zijn voluntarisme en zijn voorbeeldige loyauteit is rector Van Loon erin geslaagd, met eerbied voor de specifieke cultuur van drie zeer verschillende instellingen, niet alleen om in overleg een materiële en organisatorische fusie te realiseren, maar tevens om de eenheidsgedachte vorm te geven bij alle leden van onze academische gemeenschap. Voorwaar, geen kleine verdienste!

– Prof. dr. Alex Vanneste, lid Onderwijsraad en Raad van Bestuur

 

 

Onder Francis Van Loon is er een intensievere samenwerking gekomen tussen de stad en het Antwerps hoger onderwijs en dus ook de UA. Zo heeft Van Loon altijd Antwerpen Studentenstad sterk gesteund. Daarnaast kunnen we mede dankzij hem op de gronden van de Campus Drie Eiken onze topsportschool verder uitbouwen. Maar de belangrijkste verdienste van rector Van Loon is allicht de geslaagde fusie van drie universiteiten tot de Universiteit Antwerpen. Dit was geen gemakkelijke oefening, maar het is onder hem wel gelukt: vandaag spreekt iedereen over dé Universiteit Antwerpen.

– Robert Voorhamme, Antwerpse schepen van Onderwijs

 

 

Ik spreek hier ter persoonlijke titel en niet in naam van eender welke organisatie. Met de eenmaking van de UA heeft Francis Van Loon heel wat verwezenlijkt, maar er zijn nog vele pijnpunten die door de nieuwe rector aangepakt moeten worden: bijvoorbeeld een universiteit waarbij pluralisme geen abstract, maar een zeer concreet begrip is en waarbij alle studenten die dit begrip mee helpen realiseren, de nodige faciliteiten dienen te verkrijgen zoals de reguliere studentenclubs dat al jaren hebben. Tijdens het ambt van de huidige rector is dit probleem meermaals naar voren geschoven, maar helaas hebben deze gesprekken ons bitter weinig vooruit geholpen. Het is aan de nieuwe rector om hier daadwerkelijk rekening mee te houden.

– Lode de Waele, student en voorzitter van Spectrum



'Buitenland' - Miriam Van hee
16/02/2008
🖋: 

er is geen einde en geen begin
wij lossen niet op, wij kunnen niet schuilen
wij horen hoe ergens, dichtbij, een krekel
begint met zijn lied, haperend eerst, dan dapper
en onverstoord, we vinden hem niet
maar we zoeken, we zoeken

 

Ze vergeleek de Herman de Coninckprijs met een schaamteloze afvalrace die de waardigheid van de poĂ«zie en haar dichters ondergraaft. Ook Van hee’s winnende voorganger, Charles Ducal, beklaagde zich eerder in dwars over de bijbehorende mediaspelletjes. Want, hoe hard de tamtam rond gedichten ook luidt en hoe bekroond bundels als 'Buitenland' wel zijn, ze worden zelden gelezen. Tijd om daar verandering in te brengen.

 

Het gedicht 'Zomereinde aan de Leie', dat onlangs de publieksprijs kreeg, werd afgedrukt op posterformaat. Toch lees je de bundel beter in zijn geheel, als een lange zucht die nostalgisch klinkt maar nooit bitter – of zoals Czeslaw Mislosz het dicht: “Niet uit droefheid vraag ik dit maar al mijmerend”. De jury van de Herman de Coninckprijs waardeerde de intieme werkelijkheid in Van hee’s poĂ«zie “die met herinneringen, geheimen, eenzaamheid te maken heeft en met een zoeken naar een vroeger verband.” Dat zoeken is er één zonder vinden, maar wordt zo vertederend beschreven dat de poĂ«zie in het dolen zelf al haar bestemming krijgt. Thema’s als reizen, de tijd en het weer roepen vergankelijkheid op, en toch komt alles “terug in golven”. Het voortvluchtige vertaalt zich in gestroomlijnde verzen zonder punten, zonder hoofdletters. Witregels bepalen de fluisterende toon van de bundel, die zich steeds weer afvraagt en aftast. Beeldend en ritmisch registreert Van hee het stille onderweg zijn der dingen, naar een rand, iets tussenin, een beetje buiten-land. En dat reizen is als “wonen in treinen, [
] schommelen achter de ramen en alles begrijpen”.

 

Eerdere commentaren bleven haken aan de "overgeromantiseerde" beelden in Van hee’s poĂ«zie en bestempelden de bundel als "irrelevant" en "passĂ©". Weerspiegelt Van hee’s ijdele, doch hoopvolle zoektocht naar een buitenland niet net de postmoderne crisis van het centrum? Misschien romantisch, misschien hedendaags – maar vooral erg mooi.

 

Miriam Van hee, ’Buitenland’. De bezige bij, 2007.