stuvers aan het woord

22/09/2024
studentenraad
🖋: 
Auteur extern

Laurens Verhaegen


Tijdens je jaren aan de universiteit bots je ongetwijfeld tegen zaken aan waarvan je denkt dat ze beter kunnen. Gelukkig staat er een heel arsenaal aan studentenvertegenwoordigers, ook wel gekend als ‘stuvers’, klaar om jou te vertegenwoordigen en om studeren aan de universiteit nóg beter te maken.

wie zijn we?

De Studentenraad bestaat op dit moment uit 155 stuvers, verspreid over alle verschillende opleidingen. We vormen een aanspreekpunt en werken actief met jou samen om problemen aan te kaarten. Als Studentenraad hebben we uitstekende banden met de universiteit, die graag naar ons luistert.

We hebben iets meer dan 200 mandaten, waarvan het grootste deel aan het begin van het academiejaar verkozen wordt. Die mandaten zijn er op verschillende niveaus. Zo zijn er specifieke stuvers voor bepaalde opleidingen, faculteiten en soms zelfs voor een bepaald jaar van een opleiding. Als je een van die mandaten invult, ben je studentenvertegenwoordiger en daarmee ook het aanspreekpunt van en voor de groep studenten die jij vertegenwoordigt. Goede stuvers hebben een kritische blik en zien bepaalde zaken die beter zouden kunnen. Het is dan ook de bedoeling dat zij die problemen aankaarten in de commissie of raad waar zij in zetelen of bij hun collega-stuvers.

Een van de mandaten heeft te maken met de facultaire overlegorganen (FOO’s), waar decanen, proffen en studenten samenkomen. Daar kan je als stuver een probleem aankaarten en echt iets gedaan krijgen. Door het probleem te bespreken met mensen die er daadwerkelijk iets aan kunnen doen, kan er soms heel snel verandering komen. Er zijn ook stuvers op het centrale niveau van de universiteit, namelijk in de Onderwijsraad en de Stuvoraad. Deze mandaten worden ingevuld door studenten van verschillende faculteiten, wat zorgt voor diverse perspectieven. In de Onderwijsraad is elke faculteit met één student vertegenwoordigd. In de Stuvoraad zijn er vier plaatsen voor stuvers van de buitencampussen en vier voor die van de Stadscampus. Zij bespreken onderwerpen zoals komida, de feestgelegenheid op campus Drie Eiken en de bibliotheken.

Wie een centraal mandaat uitoefent, zit ook in onze Algemene Vergadering. Dat zijn naast de stuvers van de Stuvoraad en de Onderwijsraad ook vijf stuvers die we ‘vrij verkozenen’ noemen. Die laatsten zijn studenten die enkel in onze Algemene Vergadering zitten en niet automatisch in andere raden en commissies. Je vindt hen wel vaak terug in werkgroepen (vergaderingen met personeel), waar zij belangen van studenten behartigen. Binnen de groep van centrale mandaten heb je ook het bureau van de Studentenraad. De leden hiervan vormen het dagelijks bestuur van de Studentenraad en bestaan uit een voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en coördinatoren voor verschillende domeinen zoals onderwijs, ethiek en samenleving. Het bureau bereidt concrete dossiers voor en gaat een-op-een in gesprek met beleidsmakers van de universiteit.

wat doen we?

We denken heel hard na over wat er op de agenda moet komen en dat is waarom we elk jaar een beleidsplan opstellen per beleidsdomein. Daarin kijken we naar veranderingen die we graag zouden zien binnen onze universiteit en naar een concreet plan van aanpak. Qua onderwijs hebben we vorig academiejaar veel gewerkt rond multiple-answers-possible-vragen. Dat zijn meerkeuzevragen waarbij meerdere antwoorden mogelijk zijn. Aan de ene faculteit krijg je deelpunten als je bijvoorbeeld drie van de vier juiste antwoorden hebt, aan de andere faculteit krijg je dan nul punten. Samen met de universiteit werkt de Studentenraad aan concrete richtlijnen voor proffen. We pleiten er bijvoorbeeld voor dat je altijd deelpunten krijgt, ook al heb je een onderdeel niet aangekruist.

Daarnaast nemen we elk jaar het Onderwijs- en Examenreglement (OER) onder de loep om te bekijken of er veranderingen nodig zijn. De aanpassingen die in dat reglement gebeuren, moeten ook steeds door ons goedgekeurd worden.

Qua sociale zaken focussen we voornamelijk op feestinfrastructuur en sociale huisvesting. In het kader van sociale zaken zitten we ook in de komida-chat, waar het aanbod en de prijzen van het studentenrestaurant worden besloten. Mede op onze vraag worden broodjes bijvoorbeeld (proportioneel) meer gesubsidieerd, zodat je voor iets meer dan drie euro al een broodje hebt.

Om de werkpunten voor het komende academiejaar te bepalen, hebben we een bevraging gedaan bij studenten. Daaruit kwamen enkele belangrijke kwesties naar voren: werklast, kosten, communicatie en het gebrek aan duidelijke richtlijnen. Bovendien willen we inzetten op mentaal welzijn, op een centraal hulppunt voor grensoverschrijdend gedrag en ook op de neveneffecten van ‘de knip’, die ervoor zorgt dat je minder kansen krijgt om te slagen voor je vakken. Ook het eerdergenoemde project rond multiple-answers-possible-vragen willen we verderzetten.

Heb jij na het lezen een vraag voor ons? We horen het graag! Je kan ons altijd een DM op Instagram of een mailtje (studentenraad@ uantwerpen.be) sturen. Wil je een probleem aankaarten? Doe dit dan bij jouw stuver of via mail.

Heb je in dit artikel iets gelezen waar je een uitgesproken mening over hebt of waar je gewoonweg iets over te zeggen hebt? Dan is stuver worden misschien wel iets voor jou. Je kan jezelf vanaf het begin van het academiejaar kandidaat stellen voor openstaande mandaten.

Laurens Verhaegen

Voorzitter de Studentenraad



studentenleven

22/09/2024
Klaank
🖋: 

Ze bestaan nog maar twee jaar, maar toch brengen ze al sfeer op menig cantus of feestje. KLAANK, de studentenfanfare van Universiteit Antwerpen, draait om plezier en gezelligheid tijdens het muziek maken. dwars sprak met praeses Elias en oprichter Emiel, die ons hier wat meer uitleg over gaven.

Als studentenfanfare zijn de leden van KLAANK zeker de sfeermakers van Antwerpen. Studentenverenigingen vragen hen om te spelen op hun cantussen, zo stonden ze dit jaar op de Beiaardcantus, en zijn ze in te schakelen voor elke activiteit waar je een vleugje muziek voor nodig hebt. Hun repertoire bestaat vooral uit sfeermuziek en meezingers, zoals Met de trein naar Oostende en Sweet Caroline, al hebben ze ook rustigere stukken gereserveerd voor recepties waar ze spelen. Daarnaast zijn ze ook flexibel in hun definitie, legt Elias uit: “We zijn eigenlijk breder dan een fanfare, want we hebben ook instrumenten die buiten die categorie vallen. Strikt genomen is een fanfare koperblazers met slagwerk en saxofoons, maar wij laten eigenlijk iedereen toe. Er is geen bepaald niveau vereist en er zijn geen audities.”

Als cultuurvereniging focussen ze zich als een van de weinigen ook op de buitencampus en Wilrijk. “Er zijn veel muziekverenigingen, maar die zitten allemaal in het centrum. We focussen dus bewust op de buitencampus.” Samen met twee anderen richtte Emiel uit die wens de studentenfanfare op. “Je hebt in elke grote studentenstad een studentenfanfare, en na mijn bachelor in Diepenbeek miste ik het concept van een studentenvereniging die ook muziek speelde en op sfeer gericht was in Wilrijk. Het was een trage groei, maar nu zijn we toch al met meer dan twintig leden en zijn we echt iets moois aan het creëren.” Naast een fanfare zijn ze dus zeker ook een studentenvereniging en hebben ze hun eigen lint, schild, praesidium, en doop, al is deze minder intens: ze noemen het ‘een leuke groepsbindende activiteit’.

KLAANK repeteert elke woensdag op campus Groenenborger, in gebouw T op het gelijkvloers. De repetities beginnen om 19u30 en gaan door tot ongeveer 22u. Dit jaar doen ze vier open repetities, waarvan de eerste op 2 oktober plaatsvindt. Moest je die toch gemist hebben, treur dan niet: je bent heel het jaar door welkom. Elias verzekert ons dat je zelfs in februari nog kan aansluiten.

De studentenfanfare kwam al reeds op MNM en ATV en ook dit jaar zal je ze zeker nog tegenkomen op een cantus van de buitencampus, waar ze zorgen voor vrolijkheid bij iedereen.



studentenleven

22/09/2024
uka
🖋: 
Auteur

Zing je graag onder de douche? Gaat je hart sneller kloppen van muziek? Ben je fan van Disneyliedjes, ABBA, andere popmuziek of moderne koorwerken? Het Universitair Koor Antwerpen (UKA) is hét studentenkoor van Antwerpen. “Zoals de naam al verklapt zijn we een koor, maar daarnaast zijn we ook een studentenvereniging als een ander. We komen samen om iets te delen: een gezamenlijke liefde voor muziek”, vertelt voorzitter en TEW-student Jaedi Bogaerts.

Elke dinsdagavond repeteert het koor van 19u tot 22u in Prinses16 ter ontspanning en ter voorbereiding op hun optredens. Het UKA is namelijk in volle glorie te aanschouwen op hun jaarlijkse lente- en winterconcert. Ook zijn ze regelmatig te vinden op proclamaties en op 16 oktober laten ze iedereen horen hoe cantusliedjes moeten klinken op hun eigen cantus.

Het koor doet met haar leden meer dan zingen: “Na de repetitie gaan we gewoonlijk op café in ‘t Waagstuk, we organiseren twee keer per jaar een ledenweekend en we doen een barbecue. We zijn bovendien net terug van onze reis, die dit jaar naar de Provence ging.”

De sfeer die binnen het UKA heerst, zie je ook terug in het repertoire: “We zijn geen klassiek koor. We spelen vooral gekende liedjes: veel popliedjes, maar ook moderne koorwerken.” Veel van die liedjes zijn te vinden op hun gelijknamige YouTube-kanaal. Jaedi’s aanrader? “’Fire’”

Het UKA zingt ook internationaal: “We doen dit jaar weer mee aan de European Choir Games, die deze keer plaatsvinden in Denemarken”, vertelt Jaedi enthousiast. Door hun repertoire en de goede sfeer die het UKA ook op het podium uitstraalt staan ze internationaal bekend als the party choir of the sexy choir.

“We zijn nu met 50 à 60 leden. Onze doelgroep is niet per se studenten die veel koorervaring hebben, hoewel die ook zeker welkom zijn. In de eerste plaats zijn we op zoek naar mensen die graag zingen, bijvoorbeeld onder de douche of op een cantus, en denken: dat wil ik vaker doen.” Jaedi nodigt iedereen uit: “De meeste studenten beginnen bij het UKA zonder ervaring. Je groeit er vanzelf in. Dat was bij mij ook het geval.”

Enthousiast geworden? “Aan het begin van elk semester is er een stemtest om te bepalen of je toonhoogtes van elkaar kunt onderscheiden en tot welke stemgroep je behoort.” Het koor nodigt tijdens de repetities soms ook stemcoaches uit om nieuwe technieken aan te leren. Jaedi stelt tevreden: “Binnen een jaar leer je veel technieken om je stem en ademhaling onder controle te krijgen.”

Op dinsdag 1 oktober om 19u in Prinses16 is de eerste open repetitie. Heb je deze toevallig gemist? Niet getreurd: ook later in het jaar is iedereen altijd welkom verzekert Jaedi.



editoriaal

21/09/2024
Thijs en Julie

Stadscampus of buitencampus, pendelen of op kot, ieders studentenleven ziet er anders uit. Het is een ervaring die je zelf vorm geeft, en dit lijkt misschien heel eng. Wees gerust: iedereen is erdoorheen gemoeten, en zo wij ook.

Aan alle nieuwe stadscampussers: welkom. Jullie zetten nu je eerste stapjes in een deel van ‘t Stad dat daarvoor zijn deuren gesloten hield voor jullie, waar de wapperende rode vlaggen van de universiteit nog geen betekenis hadden. Ook voor mij was dit deel onbekend. Antwerpen bestond voor mij uit de Meir, de Groenplaats en enkele plekjes die ik bezocht tijdens korte tripjes met vrienden of familie. Maar dan: de studentenbuurt. De gemiddelde leeftijd ligt er twintig jaar lager, de broodjeszaken zijn er de beste van de stad en het bier vloeit er rijkelijk – een oase voor de startende student. De universiteitsgebouwen zelf zijn talrijk. Niet alleen zijn ze voor mijn lotgenoten met een tragisch oriëntatievermogen moeilijk te vinden, de benamingen zijn ook nog eens verwarrend: een K kan staan voor gebouw K maar ook voor de Kattenstraat. Maar niet gevreesd: je medestudenten staan allemaal voor dezelfde uitdaging. Of je het nu wilt of niet, je zal samen met hen een aantal belangrijke levenslessen leren. Daar hoef je zelfs geen kot voor te hebben: als eeuwige pendelaar kom je ook zeker een aantal belangrijke zaken te weten. Hier alvast een voorbeeld: de NMBS is je grootste vijand, en bij vertragingen is het wafelkraam je grootste vriend.

Ook aan iedereen die studeert op een campus waar het nut van je studie niet in twijfel wordt getrokken: welkom. Hoewel ze zich op de Stadscampus zorgen maken om broodjeszaken of de trein, hebben we op campus Middelheim, Groenenborger of Drie Eiken geen tijd voor dat soort grappen. Er moet gestudeerd worden. Met een overvol lesrooster waar – geloof het of niet – meer verplichte lessen in staan dan je nu denkt, vrees je waarschijnlijk voor je leven. Je leven buiten het studeren bedoel ik dan. Maar niet getreurd: ook jij staat er niet alleen voor. Als je het gevoel hebt er wel alleen voor te staan, dan klopt dat. Dan zitten je vrienden waarschijnlijk achter hun boeken. Gelukkig kan je jezelf troosten met de gedachte dat iedereen, elke student, prof of een moeilijkere aanduiding daartussenin, in hetzelfde schuitje zit of heeft gezeten – of moet ik zeggen zinkend schip. Hoewel mijn zinkendschipvergelijking dit niet zo een-twee-drie toelaat, wil ik wel zeggen: elk pad (dat niet nieuw is) is al een keer door eerdergenoemden bewandeld. Treed in hun voetsporen – deze zijn op de ene (modderige) campus makkelijker te vinden dan op de andere. De mensen voor jou konden het: waarom zou jij het niet kunnen? Mocht je nu in jezelf een antwoord gegeven hebben, raad ik je aan om ons artikel over faalangst en mentaal welzijn te lezen.



studentenleven

21/09/2024
Dope of nope
🖋: 

Als nieuwe student aan UAntwerpen krijg je de kans om deel te nemen aan een eeuwenoude traditie: de studentendoop. Al moeten we je dat vast niet vertellen, want de doop is sinds 2018 niet meer weg te denken uit de media. Misschien schrikken de verhalen over extreme rituelen je af, of ben je juist enthousiast door positieve ervaringen van je oudere vrienden. Dit artikel biedt een overzicht om je te helpen een geïnformeerde keuze te maken.

Het klinkt waarschijnlijk onaantrekkelijk: uren op je knieën doorbrengen, bedolven worden onder smurrie en ranzige voedselcombinaties voorgeschoteld krijgen, terwijl studenten van soms amper een jaar ouder tegen je schreeuwen dat je slechts een kutschacht bent. Ik hoor je al denken: waarom doen zoveel studenten zichzelf dat aan? De redenen lopen uiteen: om vrienden te maken, uit sympathie voor de vereniging en haar tradities, om zichzelf uit te dagen, of gewoon omdat ze het leuk vinden. Sommigen vinden het zelfs zo leuk dat ze zich laten dopen bij verschillende clubs. 

welwillend welgekomen 

Bij verschillende clubs? Ja hoor, het komt vaker voor dan je zou denken en daar is een goede reden voor. De doop is namelijk slechts het startmoment: na de doop ben je officieel ‘schacht’ (een minderheid van de clubs maakt nog onderscheid tussen het mannelijke ‘schacht’ en het vrouwelijke ‘por’) tot je ontgroend wordt tot ‘commilito’, een volwaardig lid. Hoewel de ontgroening vaak een relatief eenvoudig ritueel is, zoals het drinken van een ad fundum bier of een niet-alcoholische variant met wat zout, zijn het vooral de ervaringen in de tussenperiode als schacht die velen aanspreken. 

In deze periode krijg je vaak allerlei opdrachten, waarbij het vooral gaat om promotie maken voor clubactiviteiten en aanwezig zijn bij evenementen. Daar kunnen enkele ludieke opdrachten bij komen, zoals het clublied zingen in het buitenland of een valentijnsroos kopen voor een praesidiumlid. Tijdens cantussen leer je aan een aparte tafel, de zogenaamde ‘bak’, dan weer de kneepjes van het vak en de tradities van de club. 

Hoewel sommige clubs strenger zijn dan andere, zijn bovenstaande zaken vaak niet eens nodig om ontgroend te kunnen worden. Zo goed als alle clubs vinden het namelijk fijn om meer ingewijde leden te hebben en zullen je, indien je gedoopt bent en een minimum aan engagement hebt getoond, ook ontgroenen. Sterker zelfs, als er één ding is dat je uit dit artikel moet meenemen, is het dat je je helemaal niet moet laten dopen om lid te worden van een studentenclub. Lid ben je zodra je een lidkaart koopt en zelfs die heb je vaker niet dan wel nodig om naar een activiteit van een club te trekken, al krijgen leden meestal korting. 

het lieve leed 

De meeste universiteitsverenigingen die dopen kiezen voor een dagdoop, omdat die meestal als aangenamer wordt ervaren dan een intensieve weekdoop. Aesculapia, de club voor geneeskundestudenten, kiest voor een middenweg. Wout, praesidiumlid bij de club, licht toe: “Doorheen de maand oktober organiseren we vier doopactiviteiten. Ook organiseren we een weekend waarbij eerstejaars en praesidium elkaar op een leuke manier leren kennen.” De formule van Aesculapia is dus minder uitputtend dan een weekdoop, maar levert wel meer kansen op voor schachten om vriendschappen op te bouwen dan een korte dagdoop. PSW, de club voor studenten Politieke- en Sociale wetenschappen, kiest voor een andere middenweg met een doopdriedaagse. Nog andere clubs organiseren dan weer enkel een doopcantus. 

Hoe lang je doop ook duurt, je zult in elk geval worden uitgedaagd met een reeks activiteiten. Je kunt rekenen op enkele vaste elementen: je verkleedt je volgens een bepaald thema en ondergaat een ‘dril’, een fysiek gedeelte dus, en een ‘vettig gedeelte’. Clubs vullen die onderdelen verschillend in: bij de ene club zul je tijdens de dril vijftig keer moeten pompen, de andere club laat je rondjes lopen alsof je een personage uit Mario Kart bent. Hoe vuil je uit het vettig gedeelte komt, hangt ook weer af van de organiserende vereniging. Doorgaans besmeuren doopmeesters je met de goedkoopste voedingswaren die het praesidium bij elkaar kon rapen en krijg je allerlei ‘lekkers’ voorgeschoteld, zoals pickles met slagroom. Kroonjuweel van die vettigheid is de schachtenpap, een huisbereid vloeibaar goedje met mysterieuze ingrediënten. Om ervoor te zorgen dat de doop een plezierige ervaring blijft, zal de club je vooraf aanraden een doucheplek te voorzien. Sommige praesidia, die extra betrokken zijn, stellen zelfs hun eigen kot ter beschikking. Daarnaast zul je je voor een doop ook moeten inschrijven, zodat de aanwezige zorg- en zedenmeesters rekening kunnen houden met zaken als slechte knieën, astma, allergieën en diëten. Als een club je wil dopen zonder daarachter te vragen, moeten er alarmbelletjes afgaan. 

meeloperij of machtsspel

Naast de dril en het vettig gedeelte zijn er ook andere elementen die vaak aan bod komen, zoals de ‘olifantenpas’, het gezamenlijk scanderen van ludieke teksten en het aanleren van het clublied. Veel van deze opdrachten zijn bedoeld om je te helpen je (publieke) schaamte te overwinnen door samen met anderen te lachen en jezelf even uit je comfortzone te halen. De machtsverhoudingen tijdens een doop zijn vaak niet meer dan een symbolisch rollenspel. Toch zijn er enkele aandachtspunten. Zo zijn er nog steeds clubs die hun schachten tijdelijk ‘verkopen’. Hoewel dit niet per se negatief hoeft te zijn, geeft de club op die manier de controle uit handen. De ervaring hangt dan af van de intenties en betrokkenheid van de koper. Bovendien streven enkele clubs nog steeds naar de titel van ‘de bruutste’. Dit betekent dat ze de meest uitdagende doop proberen te organiseren. Om deze om-ter-hardst-mentaliteit te temperen, heeft het Antwerpse stadsbestuur geïnvesteerd in zowel een doop- en feestcharter als een inspiratiegids voor dopende studentenverenigingen.

het chauvinistische charter

Het doopcharter waarborgt de fysieke en mentale integriteit van de deelnemers en houdt het alcoholgebruik binnen de perken. Een belangrijk aandachtspunt is dat een doop moet doorgaan op openbare plaatsen. Afgesloten kelders waar de politie niet kan controleren zijn dus niet enkel een slecht teken, maar gewoonweg verboden. Het is simpel: clubs die het charter niet ondertekenen, mogen niet dopen. Sterker zelfs, als je deelneemt aan een doop van een club die het charter niet ondertekende, riskeer je zelf een tuchtprocedure binnen UAntwerpen. Je kijkt dus maar best na of de club waar je je wilt laten dopen het charter heeft ondertekend. Clubs die het charter niet hoeven te ondertekenen, zijn uiteraard de clubs die helemaal niet dopen. Vooral thema- en studieclubs passen steeds vaker voor een bindend welkomstritueel, vanuit het idee dat hun leden sowieso al een gedeelde interesse en dus connectie hebben. Zelfs onder de faculteits- en departementsclubs zijn er enkele die passen voor het ritueel. Andere kiezen dan weer voor een tussenweg. Een voorbeeld daarvan is Klio, departementsclub van Geschiedenis, die sinds 2021 niet langer een doop, maar een initiatiedag in de vorm van een stadsspel organiseert. Het verschil? Dat omschrijft Ronan, praeses van de club, als volgt: “Wij stimuleren geen banden vanuit een gedeelde vernedering, maar leggen de focus op het idee dat men samen sterk staat. Tijdens onze initiatiedag staat teamwork centraal.” Drillen en stinken staat dus niet meer in het woordenboek van Klio. “Na het stadsspel volgt een initiatiecantus waar we in een rustige omgeving de regels en praktijken omtrent cantussen aanleren”, sluit Ronan af.

grondige grenzen

Over één onderdeel van een doop, misschien wel het allerbelangrijkste, hebben we het nog niet gehad: jouw persoonlijke grenzen. Clubs hopen natuurlijk dat iedereen volop meedoet, maar in een respectvolle doop zou het stellen van je eigen grenzen net zo belangrijk moeten zijn als het verleggen ervan. Wout verzekert me dat dat bij Aesculapia alleszins het geval is: “Tijdens elk van onze doopactiviteiten is er niets verplicht. Je kan op elk moment zeggen dat je iets niet wilt of stoppen met de doop. Natuurlijk blijf je dan nog steeds welkom op al onze activiteiten, net zoals alle studenten.” Of je je laat dopen of niet, dat blijft jouw beslissing. Twijfel je nog? Veel clubs organiseren in het begin van het academiejaar een infoavond waar je laagdrempelig al je vragen kan stellen. Je kunt ook gerust even afwachten en je laten dopen in een later academiejaar. Nog een laatste goede raad van oma : vrienden voor het leven vind je sowieso wel, ook zonder doop. 



studentenleven

21/09/2024
studentenleven
🖋: 

‘Het studentenleven’ is een bekende, maar ook wat beruchte term waarmee je de laatste maanden wellicht om de oren geslagen werd. Misschien was het je vader die eindeloze verhalen vertelde over zijn eigen nachtelijke escapades, misschien kwamen je vrienden met zorgwekkende geruchten of misschien stel je het moeilijk te volgen dateleven van je oudere zus al jaren in vraag. We gidsen je door het uitgebreide landschap van het studentenleven, met speciale aandacht voor de vele clubs en verenigingen.

Studentenclubs zijn er in alle vormen en maten en organiseren tal van activiteiten zoals kroegentochten, cantussen, TD’s, lezingen en workshops. Waarschijnlijk zal je als eerste kennis maken met je faculteits- of departementsclub. Dat is de club die verbonden is aan jouw opleiding en zich aan het begin van het academiejaar zal voorstellen in je aula. Je herkent een praesidium – het bestuur van een club – trouwens eenvoudig aan hun brede linten. Alle faculteits- en departementsclubs zijn verenigd in twee kringraden: een voor de Stadscampus en een voor de buitencampussen. Kringwatte? Een vergadering waarin de voorzitters en vicevoorzitters van elke club zetelen, dus. De kringraden worden georganiseerd door twee koepelverenigingen — of toch tot het verhaal vorig jaar complexer werd.

Daar stopt het niet: de faculteits- en departementsclubs worden in de kringraden vergezeld van themaclubs. Op de Stadscampus vind je daarnaast ook studieclubs. Thema- en studieclubs stellen zich breder op, maar focussen nog steeds slechts op een deel van de universiteitsstudenten. Kun je nog volgen? We maken het duidelijker met een voorbeeld: De Chips (stadscampus) en Campinaria (buitencampussen) zijn twee themaclubs die zich focussen op kotstudenten. Toch lopen de officiële indelingen al eens wat mank: sommige thema- en studieclubs staan heel dicht bij een specifieke opleiding. Op een activiteit van themaclub Conservatio zul je namelijk snel genoeg merken dat er veel studenten Conservatie-restauratie rondhangen. Eenzelfde soort beweging merk je bij studieclubs Socio-Economica en Imbit. Dat een club als Capitant, die de brug wil vormen tussen studenten en de financiële wereld met lezingen als Start To Invest, meer economie- dan literatuurstudenten trekt, hoeft ook niet te verbazen.

zweten met UA Sportraad

UA Sportraad is een bijzonder geval. De vereniging heeft veel weg van een doorsnee studentenclub: ze is deel van de kringraden, heeft een praesidium dat brede linten draagt en organiseert regelmatig studentikoze activiteiten. Toch is ze met haar verschillende praesidia voor de Stadscampus (CST) en de buitencampussen (BC) een buitenbeentje.

Die praesidia willen je door hun aanbod aan groepslessen in conditie houden en organiseren ook competities. UA Sportraad CST leidt Antwerp Students League (ASL) voor diverse sporten. UA Sportraad BC organiseert dan weer de Interfac-competitie, waarin de studentenverenigingen van de buitencampussen het wekelijks tegen elkaar opnemen in telkens een andere sport. UA Sportraad is ook bij niet-sportievelingen bekend om het catchy clublied.

religieuze, etnische of politieke inspiratie

Een heel ander soort verenigingen zijn de religieus, etnisch of politiek geïnspireerde verenigingen. In Antwerpen vind je de religieuze verenigingen Mahara en Ichtus. De missie van Mahara is om studenten en alumni te verenigen en te inspireren vanuit de islamitische waarden. Brede linten of een clublied komen daar niet aan te pas en de activiteiten zijn wat atypischer. Zo organiseert ze een iftar, verschillende workshops en lezingen rond politieke thema’s als dekolonisatie. Ichtus is dan weer een protestantse studentenvereniging, die zich meer dan Mahara focust op (religieus) samenzijn en studie van religieuze teksten.

De focus van AYO en ASA ligt op het creëren van meer etnisch bewustzijn en het (her)ontdekken van roots. AYO, kort voor African Youth Organisation, organiseert onder andere spelletjesavonden, museumbezoeken en sip & paints waarop ze studenten met Afrikaanse roots en iedereen met interesse in de Afrikaanse cultuur samenbrengt. ASA staat dan weer voor Asian Student Association en organiseert allerlei activiteiten rond de Aziatische cultuur, zoals een dumplingsworkshop en boba high tea.

Het lijstje van politiek geïnspireerde verenigingen is uitgebreider. Ze zijn er, net als politieke partijen, over de gehele lijn van het politieke spectrum. Toch is er niet altijd een een-op-een relatie: zo zijn Comac en Jong Groen StuAnt respectievelijk verbonden aan PVDA en Groen terwijl het liberale LVSV of het conservatieve KVHV actief hun onafhankelijkheid benadrukken.

de internationale toer op

Een aantal clubs die je in Antwerpen aantreft, zijn eigenlijk afdelingen van een internationaal netwerk. We denken daarbij aan ELSA, ESN en AIESEC, die alle drie wel bij de kringraad horen, maar toch verschillen van andere kringraadclubs. ELSA, oftewel European Law Students’ Association, verbindt rechtenstudenten uit 42 verschillende landen en is daarmee de grootste juristenvereniging ter wereld. Ze verwelkomt de internationale studenten en laat hen kennismaken met het Antwerpse studentenleven. ESN doet hetzelfde, maar dan voor alle Erasmusstudenten. AIESEC zet dan weer in op leiderschapspotentieel door vrijwilligerswerk en buitenlandse stages. 

Ook AntwerpMUN heeft een internationaal karakter. De club staat in het teken van diplomatie en internationale relaties en organiseert VN-simulaties. Het is een club voor en door studenten diplomatie, rechten, internationale politiek en economie.

engagement dicht bij huis... of kot

Wil je je lokaal engageren? Ook in Antwerpen is het aanbod groot genoeg. Stadscampusclub Prisma is gewijd aan het goede doel. Ze noemt zich niet voor niets ‘t solidairste van ’t unief. Ze staat bekend om haar bloedinzamelactie Bloedserieus in samenwerking met het Rode Kruis en schenkt jaarlijks de winst van al haar activiteiten aan een goed doel. Dit academiejaar kiezen ze voor Kannet vzw, een organisatie van en voor mensen met een handicap. 

Voor geëngageerde rechtenstudenten is er dan weer Antwerp Law School Consultancy, kortweg ALSC. De vereniging helpt studenten en jonge ondernemers gratis en toegankelijk bij het uitzoeken van juridische problemen. Ook handig om te onthouden voor niet-rechtenstudenten, want het is the place to be bij geschillen met je kotbaas. 

van bierpraat tot koffieklets 

Naast de georganiseerde activiteiten en clubs speelt het informele samenkomen in cafés en op terrasjes een minstens even belangrijke rol in het studentenleven. In het stadscentrum zijn vooral de cafés op de Ossenmarkt en de Stadswaag populair bij studenten. Op de Ossenmarkt kun je bovendien de hele dag door terecht in enkele gezellige koffiebars. Ook elders in en rond de studentenbuurt vind je altijd wel iets om je dorst te lessen. 

Buitencampusstudenten moeten het genot van zulke pleinen waar ze het caféterras maar uit te kiezen hebben helaas missen. Niet getreurd: café De Buis ontvangt de dorstige buitencampusser met open armen. 

culturele bezigheden 

Ondertussen zal het wel duidelijk zijn dat er rond de universiteit meer gebeurt dan luid schreeuwen op TD’s of op terrasjes plakken. Toch ontbreekt er nog een belangrijk onderdeel: cultuur. Typische studentenclubs organiseren af en toe culturele activiteiten zoals een filmavond. Lingua, departementsclub van Taal- en letterkunde en Wijsbegeerte, doet daar nog een schepje bovenop met het jaarlijks kortfilmfestival en verschillende free podia. De club profileert zich niet voor niets als de cultuurclub van ‘t Stad. 

Daarnaast heb je ook muziek- en theaterverenigingen. Je zult snel merken dat ze allemaal dezelfde repetitieplek hebben: Prinses16. Dat verwijst naar het adres Prinsesstraat 16 en bevindt zich boven de beter bekende Universitas. 

In Prinses16 vind je ook het bureau van de Studentenraad en ons eigen redactielokaal. Wil je volgende keer zelf dit artikel schrijven of vind je een dt-fout in deze , dan ben je ook bij ons meer dan welkom – en anders ook. 

Onder de indruk van dit enorme aanbod? In werkelijkheid valt er nog veel meer te beleven. Zo heb je bijvoorbeeld ook nog De Flamingo’s, die LGBTQIA+-studenten verenigen, of Mythica, dat vooral geeky activiteiten organiseert. Naast UAntwerpen vind je in Antwerpen nog andere hogeronderwijsinstellingen die ook allemaal eigen clubs hebben, die je graag zien komen op hun activiteiten. Je kan trouwens ook altijd zelf een club oprichten – het is maar dat je het weet.



progress lost

15/06/2024
Progress Lost (© Dennis Van Der Kuylen | dwars)
🖋: 

Spoiler alert: deze tekst verraadt belangrijke plotelementen van Wolfenstein 2. 

Wie diep in Noordrijn-Westfalen langs het ingedommelde dorpje Wewelsburg passeert, ziet op een heuvel een eerder onopmerkelijk renaissancekasteel liggen zoals er in Duitsland bijzonder veel te vinden zijn. Dit specifieke kasteel is echter bijzonder omdat het vorige eeuw korte tijd dienst deed als opleidingsschool voor de gehate SS en godbetert ook als een wat knullig centrum voor nazi-occultisme. Wolfenstein 3D kwam nog te vroeg, maar het dorp en kasteel van Wewelsburg vallen mits enige fantasie wel te herkennen in het bijzonder onderhoudende Return to Castle Wolfenstein (2001) en vooral in het iconische Wolfenstein (2009) van Raven Software. Het alpenlandschap waarin dit alles zich afspeelde had dan weer niets met Wewelsburg te maken, maar vertelt eerder het verhaal van Berghof en Kehlsteinhaus, respectievelijk het woonhuis van de Führer en het mythische Adelaarsnest, dat eigenlijk nooit meer was dan een veredelde taverne op een berg. De ‘Wolf’ in de naam tenslotte zou dan weer een herinnering kunnen zijn aan de Wolfschanze, Hitlers militaire hoofdkwartier tijdens het grootste deel van de oorlog. Kortom, Wolfenstein lijkt een amalgaam te zijn van bestaande en ingebeelde nazi-architectuur, groteske opvattingen over magische relieken vermengd met gnostische esoterie en afgekruid met de wat meer heroïsche stukken uit de opera’s van Wagner. De naam van dit fictieve kasteel is als een kompas dat onveranderlijk wijst naar het hart van wat vandaag door velen nog steeds gezien wordt als het meest boosaardige regime ooit.  

Toch is al haar boosaardigheid de naam Wolfenstein weinig meer dan een slim decor waarop de ultieme held kan opstaan om het ultieme kwaad te wreken. In de oude games was dit nog de karikaturale B.J. Blazkowicz, van wie de intialen van zijn voornaam als een soort pre-internet meme, een onweerstaanbare aantrekking hadden op elke puber uit die tijd. In de recentere games gaat het om William (Billy) Joseph Blazkowicz, Terror Billy voor zijn vijanden, een ogenschijnlijk gewone mens van vlees en bloed die het toch niet kan laten om een volmaakte beheersing van de kunst van het oorlogsvoeren te combineren met een onkreukbaar karakter. William (voor de vrienden) is plezant om mee te spelen, maar wie niet constant het gevoel wil hebben om fataal tekort te schieten in het leven, moet vooral geen Blazkowicz in huis nemen. 

Iets helemaal anders is het feit dat in het inmiddels oeroude Wolfenstein 3D, de vuige Duitsers vaak het leven lieten met de inmiddels iconische kreet ‘Mein Leben’. Wie een cynische klootzak is voelt hierbij alleen maar leedvermaak, maar voor alle anderen betekent het toch een wat ongemakkelijk blik op de doodsangst en wanhoop van een stervende soldaat. Niet toevallig is net de uitspraak ‘Mein Leben’ uitgegroeid tot een iconisch thema in latere Wolfenstein-titels. Zo valt het op dat ook The New Colossus niet enkel William maar ook Den Duits tot menselijke proporties tracht te reduceren. William komt bijvoorbeeld een moeder tegen die hem in het gezicht slaat omdat hij haar zoon gedood heeft of luistert een gesprek af tussen twee Duitse soldaten het hebben over zinloos geweld en hun afkeer van terrorisme. Inhoudelijk zit Wolfenstein daarmee in een ethische spreidstand tussen hondsbrutale wraak en een wat zoetgevooisde parabel over menselijkheid. Iets wat Blazkowitcz in zijn eigen schizofrene leven gestalte geeft door rücksichtslos geweld op anonieme gemaskerde soldaten af te wisselen met het stichten van een kerngezin en een occasionele uitspraak over die heel specifieke opvatting over vrijheid die de Verenigde Staten vandaag steeds meer verlamt. In deze laatste bescheiden zin kan dit spel enorm overigens realistisch genoemd worden. De makers van het spel zijn zich overigens goed bewust van deze paradox. Zo moet Sigrun, de overgelopen dochter van nazi-topvrouw Irene Engel, even compleet door het lint gaan voor ze door de verzetsgroep als volwaardig gezien wordt.  

Het is bekend dat de echte nazi’s hun particuliere idee van de ideale mens wilden bereiken middels een combinatie van eugenetica en een weinig subtiel broedprogramma waar enkel blonde mensen met blauwe ogen voor in aanmerking kwamen. De fictieve nazi’s in Wolfenstein mikken meer op een onheilige huwelijk tussen vlees en metaal. Transhumanisme heet tegenwoordig het verbeteren van het eigen lichaam door technologie, maar in wezen is het weinig meer dan een heel specifieke laat-postmoderne variant van eugenetica. Het is wat een groot deel van de mensheid ervan doet dromen om een raketwerper als rechterarm te hebben of zoiets, zonder evenwel het algemeen enkelvoudig stemrecht af te schaffen. Tenminste daarin onderscheidt het transhumanisme zich nog van de hordes die eertijds met gestrekte rechterarm door de straten dwaalden. 

William Blazkowitcz zou natuurlijk geen Amerikaanse held zijn, wanneer hij ook op dit aspect Den Duits met de broek op de enkels zet. Als Irene Engel hem namelijk in een ronduit indrukwekkende tussenscène de kop afkapt tijdens een publiekelijke executie, staan zijn verzetsvrienden klaar om hem een nieuw cybernetisch lichaam te geven. Daarmee transformeert Blazkowitcz ironisch genoeg net in de übermensch die de historische nazi’s met eugenetica wilden bereiken en de fictionele nazi’s met technologie. In tegenstelling tot de gedwongen Stroggification van Matthew Kane in Quake IV (2005) en de zelfopoffering van Seth Walker in het wat ondergewaardeerde Space Siege (2008), ondervindt Blazkowitcz geen enkele sociale of fysieke hinder van zijn nieuw en verbeterd lichaam. Zelfs daarin overtreft B.J. ons allemaal … de klootzak. 

Groteske ensceneringen zijn zowat het handelsmerk van Wolfenstein en dus moet met enig sardonisch genoegen noodgedwongen vermeld worden dat er ook een hallucinante ontmoeting met bejaarde Adolf Hitler op Venus op het programma staat in The New Colossus. Iedereen die zichzelf gamer noemt zou dit moeten gespeeld hebben en het gevaar dat dit een spoiler is voor enkele lezers valt in het niet met het gebrek aan respect dat zou blijken uit het onvermeld laten van deze scènes, die tot het beste behoren van wat computergames ooit hebben voortgebracht. Ook voor elke gamer en bij uitbreiding voor de hele mensheid is de keuze tussen boosaardigheid en menselijkheid een levenslange opgave.



10/06/2024
Sammy Mahdi
🖋: 
Auteur
Auteur extern

Lola De Crom


Sammy Mahdi is een naam die nog voor weinigen vreemd in de oren klinkt. Hij groeide op als zoon van een Belgische moeder en een Irakese vader in Vilvoorde. In 2022 werd hij verkozen tot partijvoorzitter van CD&V. Sindsdien blaast Mahdi nieuw leven in de partij, maar hoe en vooral waarom? 

Mahdi koos om verschillende redenen voor CD&V, legt hij uit. “Toen ik als kind naar de politiek keek, was CD&V de partij die mij het minst irriteerde. Elke partij zei wel dingen waar ik het niet mee eens was. Wanneer iemand zei dat hij voor de zelfstandigen was en iemand anders voor de werknemers, vroeg ik me af of we er niet gewoon voor alle twee konden zijn.” Die instelling vond hij terug bij CD&V. Daarnaast voelde hij zich aangetrokken tot het familiale karakter van de partij: “CD&V is voor mij de partij die gelooft in mensen. Op economisch vlak wil de partij investeren in inkomen, koopkracht, welzijn en gezondheidszorg. Daarin zijn we dus eerder centrumlinks georiënteerd: warm en beschermend. Op socio-cultureel vlak letten we dan weer op integratie, migratie en veiligheid. We verwachten dat het migratiebeleid een aantal regels vooropstelt die iedereen moet naleven.” 

met de botte bijl of toch geslepen? 

Ondanks zijn migratieachtergrond is Mahdi’s visie over migratie vrij conservatief. Dat is geen toeval, vertelt hij. “Net omdat ik migratieroots heb, ga ik ervan uit dat samenleven niet vertrekt vanuit een wit blad. Progressieven geloven dat wel. Ze denken dat je een groep mensen van verschillende afkomsten samen kan zetten en dat zij perfect kunnen samenleven.” Volgens Mahdi kan een diverse groep wel samenleven, maar enkel als er een gemeenschappelijke basis is: dezelfde taal, regels, en een gezamenlijke inspanning. “Als je toekomt in een land, moet je je wel verder engageren. De lat moet hoog genoeg liggen, maar iedereen die erover springt, moet wel volledig omarmd worden”, legt hij uit. 

De genuanceerde stijl van Mahdi en zijn partij spreekt niet veel jongeren aan, zij kiezen namelijk steeds vaker voor extreme partijen. In een peiling van januari bij jongeren tussen 18 en 22 jaar oud, haalt CD&V slechts 10% van de stemmen. Mahdi licht toe: “In de laatste peilingen doen we het steeds beter. We zijn op twee jaar tijd gestegen met vijf procent. Dat komt omdat we steeds strijdvaardiger durven zijn.” Die strijdvaardigheid qua standpunten slaat aan bij jongeren, maar nuance blijft belangrijk voor CD&V, legt Mahdi uit. “Als ik een aantal partijen hoor spreken, dan denk ik: je weet ook dat dat niet kan. Socialisten zeggen bijvoorbeeld dat mensen minstens 3000 euro per maand moeten verdienen. Dat is wel strijdvaardig, maar niet realistisch. Wij pakken het anders aan. We zeggen dat de lonen omhoog moeten, eisen dat de belastingen op werk dalen en dat belastingen op vermogen van rijke mensen stijgen. Zo zijn we zowel genuanceerd als strijdvaardig. Dat laatste hebben we de voorbije jaren te weinig gedaan. Het is belangrijk dat we duidelijk maken wie we zijn en hoe hard we willen strijden.” Die strijdlust is volgens Mahdi de reden waarom hij in 2022 partijvoorzitter werd: “Vroeger was de partij niet uitgesproken genoeg. De leden gaven duidelijk aan dat we iemand nodig hadden die zijn mening geeft en dat probeer ik te doen. Ik zal altijd mijn hart op tafel leggen, of het nu gaat over Reuzegom of over de belastingen op arbeid.” 

Hoe het komt dat extreme partijen vaker strijdvaardig zijn, is volgens Mahdi duidelijk. “Ik denk dat linkse partijen soms voorstellen doen waarvan ze zelf weten dat ze niet mogelijk zijn. Aan de rechterzijde heb je ook partijen die zulke voorstellen doen om zich te kunnen profileren. Wij moeten onszelf ook durven profileren. We doen dat de laatste jaren vaker en daardoor raken steeds meer mensen overtuigd van ons verhaal; een genuanceerd verhaal waar mensen voor willen vechten.” Zo zoekt de partij de dunne lijn op tussen een standpunt innemen en populariseren, verklaart Mahdi. “Populistisch zijn, is zeker niet de bedoeling. Je moet vertrekken van waar je zelf in gelooft en dat duidelijk en krachtig durven formuleren. Meer politie op straat is voor ons bijvoorbeeld essentieel.” 

bruggen bouwen 

Een onderwerp waar de partij duidelijk op inzet, is respect. Laat dat nu net een waarde zijn die vooral populair is bij de oudere generatie, maar moet de partij niet net inzetten op jongeren? Mahdi verklaart: “Ik denk dat er een nieuwe generatie is waar die conservatievere waarde weer belangrijker is. We zijn geëvolueerd naar een geïndividualiseerde samenleving waar het steeds rond ‘ikke ikke ikke’ draait en waar de rest kan stikken. Daarin is te weinig respect voor anderen. Die emoties voel je zowel bij ouderen die nostalgisch terugdenken aan tijden waarin mensen galanter met elkaar omgingen, als bij jongeren die daar ook naar hunkeren. Die twee doelgroepen vertonen vaak gelijkenissen.” 

Mahdi wil de brug slaan tussen jongeren en ouderen, maar dat lijkt een lastige balansoefening. Hij verduidelijkt: “Een centrumpartij heeft als voor- en nadeel dat je niet focust op één groep en de rest wegduwt. Toch denk ik dat er twee doelgroepen zijn die belangrijk zijn om iedereen mee te krijgen. Dat zijn de groepen die zich niet gehoord voelen in een gemeenschap. Die mensen willen wij een stem geven. Dat zijn vaak senioren. Zij worden vandaag snel afgeschreven omdat we denken dat ze al genoeg gezegd hebben. Ook jongeren voelen zich ongehoord. Zij krijgen vaak te horen dat ze nog te jong zijn om een mening te hebben en hun tijd moeten afwachten.” 

Om die twee doelgroepen mee te krijgen, heeft Mahdi een duidelijk plan: “We hebben drie centrale thema’s: veiligheid, welzijn en koopkracht. Als je gezondheid in orde is, je geld hebt om te betalen wat je moet betalen en je dat hebt in een veilige omgeving, heb je al heel veel. Rond die drie thema’s moeten we iets tastbaars naar voren schuiven voor de verschillende doelgroepen. Als het over veiligheid bij jongeren gaat, is risicoloos feesten een belangrijk thema. Daarnaast vinden jongeren het belangrijk dat ze veilig naar het station kunnen gaan en veilig kunnen fietsen. Voor ouderen zijn betrouwbare voetpaden dan weer cruciaal.” Ook het thema zorg is belangrijk volgens de partijvoorzitter: “Bij jongeren is mentaal welzijn een topprioriteit. Bij ouderen moeten we vooral zien dat de zorg betaalbaar blijft.” 

Onderwerpen als gemeenschapsvorming en broederlijkheid komen voortdurend terug in Mahdi’s verhaal: “Wij zijn geen religieuze partij, maar nemen wel een aantal waarden mee die daaruit voortkomen. Die hebben te maken met barmhartigheid en broederlijkheid; er zijn voor elkaar. Wij willen van individuen een gemeenschap maken. Dat is broederlijkheid.” Het is die ideologie van verbroederlijking die maakt dat CD&V een sterke boodschap heeft, maar ook dat ze moeilijk kan polariseren, legt de partijvoorzitter uit. “Ik vind dat je enkel mag polariseren tussen ideeën en niet tussen mensen. Tussen extreemrechts en de christendemocratie kan je polariseren. Artikel één van de statuten van CD&V luidt: ‘Elke mens telt.’ Dat staat diametraal tegenover het gedachtegoed van Vlaams Belang. Wij vinden daarentegen dat iedereen deel moet uitmaken van een gezamenlijk verhaal. Dat is waar we voor staan.” 

Toch zou een nauwgezette toeschouwer overeenkomsten kunnen opmerken tussen CD&V en Vlaams Belang. Beide partijen zetten namelijk in op eenzelfde doelgroep die Mahdi beschrijft als “groepen die zich niet gehoord voelen in een gemeenschap”. Daaronder vallen ouderen en jongeren. Bij Vlaams Belang wordt ook enorm ingezet op mensen die zich ongehoord en buitengesloten voelen en laat nu toevallig blijken dat ‘senioren’ en ‘jeugd’ een apart lemma krijgen in het verkiezingsprogramma van de partij. Die gelijkenis ontkent Mahdi niet. “Dat is een hele goede opmerking. Het klopt dat wij dezelfde doelgroepen aanspreken. Onze missie is daarentegen volledig anders. Wij zetten in op vertrouwen in de mensen, ook de nieuwkomers. Bij Vlaams Belang is dat totaal niet het geval.” 

Mahdi is duidelijk een partijvoorzitter met een doel: tonen wie CD&V is en waar ze voor staat. Hij haalt de strijdbijl tevoorschijn om van Vlaanderen weer één gemeenschap te maken. Waarom? “Iemand betekent pas iets in relatie tot iemand anders. Als je helemaal alleen op je eiland zit, heb je dan geleefd? Ik denk het niet. Ik denk dat je pas echt geleefd hebt als je dat kan doen samen met andere mensen”, aldus Mahdi. 



poëzie

10/06/2024
Seine
🖋: 
Auteur extern

Ynys Convents


Wij werken allen al een tijdje moedig aan iets allemaal 

        met name: wijzelf 

  

Ik denk niet dat ik de enige ben wanneer, 

  

 het zit zo: 

een gespannen cadans waarop mijn middenrif danst zit 

al jarenlang in mijn lijf, konijnenbang 

  

En volgens mij huppen wij allen 

weg van de kern die we niet kennen 

de kern -onze drijfveerboot 

waarmee we alle gevaren moederloos bevaren 

  

Wij werken allen al een tijdje moedig aan iets allemaal 

                   met name: wijzelf 

  

Twijfelmoedigheid beslaat ons, terwijl natuurlijk, 

natuurlijk zit er houden van in ons allen 

    

Alleen is er: 

de eigenrede waarop wij ons bestampen 

die ons vrijregent van de dingen waarvoor we springen zouden 

maar niet van wegzwemmen kunnen 

  

Dan denken we:  

had ik maar opgestoken wat mijn moeder aan me zei 

om het binnenstekeren in mij tegen te spreken 

  

en het vermoeden over te boten naar de weerkant 

dat ik Drijfkonijn voor altijd zal zijn 

  

Wij werken allen al een tijdje moedig aan iets allemaal 

                      met name: 

  

moedwillig driftkikkers smoren in het riet om niet  

nog jarenlang drijfkonijnen te zijn. 



10/06/2024
ijswafeltjes
🖋: 

De maand juni is in volle gang, wat betekent dat de dagen weer langer zijn, de zon schijnt en de vakantie lonkt, maar er schuilt ook een addertje onder dat prachtige groene gras. Het is namelijk opnieuw blok en het zomerse weer maakt die niet makkelijker. Maar maak je geen zorgen, want dwars steunt je in deze donkere tijden met suggesties om je pauzes op te vrolijken. Deze Colémont Crème-glacegids stuurt je naar de beste plekken om tijdens de blok even af te koelen met een lekker ijsje. 

Mijn eerste stop zou normaal Cremerie Veron geweest zijn, maar toen ik daar aankwam, merkte ik tot mijn verbazing op dat ze nog niet geopend waren! Het ijssalon op de Paardenmarkt is de ideale plek om na een examen tot rust te komen. Op zijn Instagrampagina staat dat zijn momenteel nog in winterslaap is. Het Belgische weer is nu wel erg wisselvallig, maar naar mijn weten waren er tegen eind mei al genoeg dagen gepasseerd waarop een ijsje zeker welkom was geweest. Mijn stempelkaart blijft dus verscholen en ook op mijn heerlijk bolletje stracciatella zal ik nog even moeten wachten. 

Tweede keer, goede keer dan maar. Toen ik op zoek ging naar ijssalons in Antwerpen, moest ik meteen denken aan de mooie blauw-en-rozegekleurde foodtruck van het IJssloeberke die ik al zo vaak heb zien staan op de Groenplaats. Op weg naar mijn werk kwam ik deze toevallig ook tegen aan het Centraal Station en toen wist ik dat ik zijn ijs zo snel mogelijk eens moest uitproberen. Samen met een vriendin stapte ik na de les richting het station om onszelf na drie uur les te volgen (lees: NYT-puzzels op te lossen) te belonen. Het schattige standje heeft een beperkt aantal smaken, maar wel van goede kwaliteit. Ik koos voor yoghurt-kers en kreeg voor €2,5 een zeer goed gevuld potje. Normaal gezien ga ik (bijna) altijd voor een hoorntje, maar speciaal voor deze recensie ga ik dwars tegen mijn gewoontes in. Voor alle Kempenaars die dit lezen, de ijshoeve van het IJssloeberke is gelegen in Tielen en heeft een ijskar die ook rondrijdt in die omgeving. 

Voor het derde ijssalon haalde ik mijn inspiratie uit de afgelopen reizen met mijn gezin. In zowel Frankrijk als Italië kwamen we namelijk hetzelfde ijssalon tegen en na wat opzoekwerk kwam ik erachter dat ze ook in Antwerpen een winkel hebben. Ik heb het hier over het ijssalon Amorino. Ze zijn gekend voor hun bloemvormige ijsjes waarbij je kan kiezen om er ook een macaron aan toe te voegen. Bij echte Italianen zijn ze minder geliefd, omdat het een grote keten is. Tijdens een gesprek over het verschil tussen ice cream en gelato met een Italiaanse vriendin kwam dit ijssalon aan bod en het werd niet positief onthaald. Het is een beetje als frietjes van de Quick vergelijken met Frituur Den Os. Dat betekent niet dat fastfood-frieten niet lekker zijn, maar een echte frituur zal altijd hoger staan op vlak van kwaliteit. De Antwerpense Amorino bevindt zich op de Oude Koornmarkt, naast de kathedraal. De kwaliteit van het ijs is vergelijkbaar met dat van Australian, maar de aesthetic van de presentatie maakt het wel een bezoekje waard. Omdat het kleinste potje toch al €4 kost, blijven mijn bezoekjes hier echter wel beperkt.   

Eindigen doe ik dan wel weer met een knaller, namelijk een echte artisanale Italiaanse gelateria genaamd Gelato Milanese. Gelegen op het Vleminckveld is dit ijssalon het verst verwijderd van de Stadscampus, maar het is absoluut de wandeling waard. Het ijssalon is gezellig ingericht en brengt je direct in zomerse sferen met een klein terrasje buiten om te genieten van je ijsje. Het wordt uitgebaat door Robert Milanese, een Italiaan met een passie voor gelato. Hij eindigde in februari nog in de top vijf van het Gelato Festival World Masters en dat zegt je al genoeg over de kwaliteit van het ijs. Het aanbod wisselt af, maar ik raad je zeker aan om eender welke sorbet te proberen. Oh, en tegen een echte caffè in een gelateria kan ik ook nooit nee zeggen!