Lezersbrief
08/06/2008
🖋: 
Auteur extern
Marijke Welvaert

Ides Nicaise heeft blijkbaar weinig affiniteit met de realiteit en praat naast de kwestie. Met zijn ondoordacht discours stigmatiseert hij, bevestigt hij clichés en haalt hij de zovele kansen die men hier biedt onderuit.

(Deze lezersbrief werd ons toegezonden als reactie op de interviews met Ides Nicaise en Piet Van Avermaet in dwars 47, nvdr.)

 

'België is het land van de duizend kansen', zei een meisje van achttien uit ex-Joegoslavië toen ze, fier als een gieter, haar eindwerk voorstelde aan het publiek. Ons systeem en ook het onderwijssysteem bieden zovéle kansen, maar dan dient men die kansen wel te grijpen. Wereldvreemde, kortzichtige onderzoekers zoals Nicaise leggen steeds maar de klemtoon op de vermeende discriminatie en ongelijkheid en voeden daarmee de slachtoffercultus. Doordoor ondermijnt men de intrinsieke motivatie en daarmee de kansen van een deel van de jongeren die zich aldus als 'slachtoffer' gaan opstellen en alle schuld voor het eigen falen steeds bij de ander zoeken. Het dwaze discours van Nicaise en consoorten voedt de gedachte dat alle falen of lukken te wijten is aan externe factoren en sluit de factor namelijk de inbreng van de jongere (leerling) zelf, uit. Wellicht weet Nicaise niet dat in multiculturele scholen reeds een paar decennia enorme inspanningen worden gedaan om kinderen uit minder begoede milieus vooruit te helpen. Zo zijn er in dergelijke scholen tot tweemaal meer onderwijzend en ondersteunend personeel. Maar het is en het blijft zo dat de ELKE leerling een persoonlijke inbreng en inspanning dient te doen en dat thuis- en andere factoren daar niets aan veranderen.

 

Ook het discours van de wereldvreemde Blommaert en Van Avermaet mist alle relevantie. Ze zien niet de concrete feiten van de werkelijkheid op het terrein zelf. Ze baseren zich niet op de realiteit en op praktijkervaring, maar op luchtspiegelingen. Misschien kunnen beide naĂŻeve salonintellectuelen beter eens ter plaatse kennis maken met de 'onderzoeksobjecten' die ze van op een afstand 'bestuderen' vanuit hun bureau.

 

Ze bekritiseren het beleid van twee ministers zonder meer, zonder iets in de plaats te stellen en ze halen het werk van zovele gemotiveerde leerkrachten zomaar onderuit. Feit is dat een gemeenschappelijke taal zowat het enige dat is dat de leerlingen in Antwerpse scholen met elkaar bindt en dat enkel een gemeenschappelijke instructietaal hanteerbaar is. Bijna 100% van de leerlingenpopulatie van de tientallen scholen in Borgerhout en Antwerpen-Noord (Linkeroever, het Kiel, Luchtbal meer dan 80%), die veel extra onderwijzend en ondersteunend personeel tellen, is van allochtone origine. Blommaert zou beter zelf eens vijf jaar lesgeven in deze scholen. Hij zal snel ervaren dat zijn visie in de praktijk ontoepasbaar is en niet realistisch. Hoe denkt hij de meer dan 100 talen die in Antwerpen worden gesproken concreet te integreren in de onderwijspraktijk?

 

In de sociale huisvesting, hoofdzakelijk bevolkt door mensen uit alle windstreken van Mongolië tot Zuid-Afrika, worden onder meer berichten opgehangen met betrekking tot huisvuilophaling. Het is noodzakelijk dat de bewoners deze berichten begrijpen, want huisvuil en sluikstort zijn zowat het grootste probleem de stad. Er is nu zelfs een schepen die zich bijna uitsluitend met deze zaken bezig houdt. Als men bewoners vraagt om een minimum aan Nederlands te leren dient dit ook in deze context te worden gezien. Afvalproblemen en het niet begrijpen van de Nederlandse taal kunnen verder leiden tot samenlevingsproblemen en de totale ontwrichting van het al zo broze sociale weefsel.

 

Marijke Welvaert



Post!
06/05/2008
🖋: 

KjĂŠre veninnen min,

 

Twee weken geleden voelde ik mij voor de eerste keer Ă©cht op Erasmus. Om een of andere reden associeer ik uitwisselingen altijd met warme landen en goed weer (volgens mij zit ‘l'Auberge Espagnole’ daar voor iets tussen). Maar het wachten werd beloond: in een trui of zelfs t-shirtje over straat kunnen lopen, milkshakes drinken met vriendinnen op de stoeprand, frisbee spelen, op het gras liggen... Om het met een lokale uitspraak te zeggen: slappe av! Als ik jouw foto's zie, denk ik dat je het maar al te goed kent.

 

Feesten kunnen ze hier ook, wees daar maar zeker van. Ook al hebben de Noren enorm strikte regels voor het alcoholgebruik en hoge prijzen voor drank, een goede oplossing blijkt het niet. Onlangs ben ik naar een metaloptreden gegaan – wat ik in BelgiĂ« niet meteen zou doen – en naar een mannenkoor gaan kijken waar een vriend in zingt. Terwijl het eerste plaatsvond in de duffe kelder van een rockcafĂ©, werd het andere in het mooiste gebouw van de hele universiteit opgevoerd, namelijk dat van de faculteit Rechten. Twee totaal andere belevenissen, maar beide meer dan de moeite waard!

 

We hebben ook een op en top Noors feestje bijgewoond. De buddy van een vriendin, een Noor die ons de weg door de stad wijst en helpt met andere dingen, vierde zijn verjaardag. Het volgen van de gesprekken ging niet zo gemakkelijk. Noren blijven nooit op dezelfde plaats wonen, daardoor zijn alle verschillende dialecten over het land verspreid en zijn er dus ook meestal een aantal dialecten in eenzelfde gesprek verwikkeld, wat het voor buitenstaanders alleen maar moeilijker maakt! Het socializen verliep ook niet echt vlotjes. Noren zeggen zelf dat ze vrij gesloten zijn. Alle vragen die ik hier in het begin te horen kreeg, kwamen alvast terug: “Hoe zit het met het Franse en Vlaamse gedeelte in jullie land?”, “Denken jullie dat BelgiĂ« zal gesplitst worden?” en “Wat is het verschil nu tussen Nederlands en Vlaams?” Maar dat maakte de avond niet minder interessant.

 

Anneleentje, het zit er hier bijna op! Mijn hart ligt op twee plaatsen nu, het zal moeilijk zijn om te vertrekken, maar ook geweldig om naar huis te gaan! Dat terrasje, daar hou ik je aan!

 

Fie



editoriaal
06/05/2008
🖋: 
Auteur

In ‘Pygmalion’, een toneelstuk uit 1913, vertelt George Bernard Shaw het verhaal van professor Henry Higgins en het simpele bloemenmeisje Eliza Doolittle. Higgins wedt met een vriend dat hij van de eenvoudige Doolittle in geen tijd een upper class lady kan maken. Een verhaal over opvoeding en de maakbare mens dat soms opvallend dicht bij de werkelijkheid staat.

In ons meritocratische onderwijssysteem worden leerlingen en studenten vaak beoordeeld op basis van hun gepercipieerde talenten. Onderzoek wijst echter uit dat dit talent allesbehalve een stabiele factor is.

 

In het onderwijs betekent het Pygmalion-effect dat de verwachtingen van leerkrachten naar hun leerlingen toe het gedrag van beide partijen zodanig kunnen beïnvloeden dat de verwachtingen zichzelf uiteindelijk gaan bevestigen: een self-fulfilling prophecy dus. Wanneer je van tevoren aan een leerkracht vertelt dat bepaalde – in feite willekeurig gekozen – leerlingen uitblinken en andere dan weer uitermate slecht presteren, blijkt telkens dat dit al snel bewaarheid wordt. De prestaties van leerlingen zijn dus veel maakbaarder dan gedacht: "talent" wordt al snel een erg dubieus gegeven.

 

In de werkelijkheid komt er natuurlijk niemand de zogenaamd goede en slechte leerlingen aanwijzen, maar dat hoeft ook niet. We worden voortdurend gemarkeerd door onze kledij, onze attitude, onze voorkennis, de taalvariant die we spreken... Verschillen die heel sterk sociaaleconomisch en -cultureel bepaald zijn. Sommige vormen worden echter als "beter" aanzien en bepaalde leerlingen worden op die manier als intelligent of talentrijk bestempeld, terwijl het in feite met geen van beide iets te maken heeft. Deze verminkte meritocratie werkt dus uitermate discriminerend tegenover leerlingen of studenten uit de lagere sociale milieus.

 

Zoals onderwijsdeskundige Ides Nicaise in het interview op de volgende pagina's opmerkt, hoeft dat niet te verbazen: we discrimineren allemaal. Om dit tot een minimum te beperken is het daarom noodzakelijk dat alle betrokkenen zich zo goed mogelijk informeren. Net daar knelt echter het schoentje. Onderzoeker Meyrem Almaci merkte recent op dat studenten in de lerarenopleiding niets afweten van het Pygmalion-effect. Dan wordt het natuurlijk erg moeilijk om je gedrag bij te sturen en ons onderwijssysteem minder discriminerend te doen werken.

 

Wanneer het over de diversificatie van het onderwijs gaat, blijft het discours te vaak steken in holle slogans en ontbreken concrete acties. Minister Vandenbroucke heeft zijn mond vol van de tweede democratiseringsgolf, maar "vergeet" er voldoende middelen voor vrij te maken. In het dossier over de ongelijkheid in het onderwijs dat dwars deze maand presenteert, zochten we naar de problemen en enkele mogelijke oplossingen. Opmerkelijk is dat de experts bijna met één stem spreken en er toch amper naar hen geluisterd wordt. Niemand wilde ons te woord staan om hun argumenten te weerleggen: veel beleids- en opiniemakers geven er blijkbaar de voorkeur aan de problemen ijverig dood te zwijgen.



... en wil het kwijt
06/05/2008
🖋: 

Op een druilerige 1 mei, terwijl u op de Grote Markt de Internationale stond te zingen of garnalencocktail zat te eten op het communiefeest van uw neefje, trok dwars naar VT4. Daar troffen we Roos Van Acker voor een gesprek over studeren, werken, reizen, Humo, Antwerpen en marinakes.

Je hebt je studententijd in Gent doorgebracht. Hoe kijk je daarop terug?

Roos Van Acker Dat was echt een leuke tijd. Het eerste jaar woonde ik bij mijn tante in de Ossenstraat vlakbij het station Dampoort. Aangezien zij niet vaak thuis was, paste ik op haar huis. Daarna verhuisde ik naar de Kannunikstraat, middenin de studentenbuurt. We woonden daar met elf vrienden in een groot herenhuis en gingen dan altijd samen naar het café op de hoek van onze straat. Ik mis die studententijd wel. Het enige wat je moest doen was slagen op het einde van het jaar, en dat lukte me ook.

 

Je hebt Germaanse gestudeerd. Ben je blij met die richting?

Van Acker Ja en nee. Ik heb in de Germaanse veel geleerd, en door veel te lezen heb ik ook echt een levensvisie gevormd. Maar achteraf gezien had ik veel liever communicatiewetenschappen gestudeerd. Dat lijkt me veel meer een "echt" vak, waardoor je ook veel meer met je voeten in de wereld staat.

 

Had je naast je studies en je kotleven nog andere bezigheden?

Van Acker Ik speelde toen bij de band Eden, waarmee we vaak optraden. Ook tijdens de examenperiode: daar waren mijn ouders niet altijd even blij mee, maar ik kon het echt niet laten. Ik gaf ook dictieles en voordracht aan jonge kindjes.

 

Heb je ook stoere verhalen uit je studententijd?

Van Acker Meestal gingen we naar onze stamkroeg vlakbij ons kot waar we wijn of pintjes gingen drinken tot de deuren sloten. En soms, als we een stuk in onze voeten hadden, gingen we naar de Ambiorix in de Overpoort. Daar lachten we dan met de marinakes die daar dronken op de toog stonden te dansen en keken reikhalzend uit naar het moment waarop er eentje naar beneden donderde. Op een avond belandden we na de Ambiorix in de Abu Simbel, een funkcafé waar ik nog vier tequila boem boems heb gedronken. Op de terugweg naar ons kot kreeg ik mijn klop. Ik heb mij toen in de goot gelegd en wou niet meer rechtstaan. Mijn vrienden hebben me toen naar mijn kot gesleurd en de volgende morgen werd ik wakker met al mijn kleren nog aan... tamelijk crapuleus. Geen tequila boem boem meer voor mij. (grijns) Die avond is er gelukkig wel een marinake van de toog gevallen.

 

Stottertrien en stresskonijn

Veel germanisten belanden na hun studies in het onderwijs. Wat was jouw eerste job?

Van Acker In augustus van het jaar dat ik afstudeerde deed ik een screentest bij TMF. Ik kreeg daar meteen een job aangeboden, terwijl ik me al had ingeschreven voor een extra jaar communicatiewetenschappen. Maar ik wou graag radio maken, en TMF is eigenlijk veredelde radio, hé, zonder denigrerend te doen: er staat wel een camera op je smoel, maar je kondigt gewoon muziek aan. In het begin was het vreselijk om te leren praten tegen een camera. Ik ben namelijk een enorm stresskonijn. Ik begon met 'The Movie Factory', maar een maand later namen we al een ander programma op. Het gaat nogal snel bij TMF. Daar heb ik in totaal vijf jaar gewerkt. Na twee of drie jaar belde Studio Brussel, en toen ben ik daar aan de slag gegaan. Af en toe belde TMF mij dan nog voor een programma, maar dat is dan stilletjes aan doodgebloed. Nu ben ik daar trouwens ook wat te oud voor.

 

En toen verhuisde je naar Studio Brussel.

Van Acker Ik moest daar Lieven Van Gils vervangen. Ik kreeg één les en vloog daarna meteen op antenne. Dat was een regelrechte ramp: ik kon er niks van. De kritiek van de luisteraars was dan ook navenant: “Gij stottertrien, ga van die radio af!” Ze zijn keihard bij Studio Brussel – ik heb ondertussen een behoorlijk olifantenvel ontwikkeld – maar ik doe het nog altijd heel graag.

 

TMF is eigenlijk veredelde radio, hĂš. Er staat wel een camera op je smoel, maar je kondigt gewoon muziek aan.

 

Toch ben je opnieuw voor televisie gaan werken. Je maakte voor VT4 'Expeditie Robinson' en nu 'Peking Express'. In hoeverre ben je zelf betrokken bij het maken van deze programma’s?

Van Acker Ik dring mij daar wel een beetje op, maar dat vinden ze niet erg, want meestal zijn er te weinig mensen die mee willen nadenken. Ik wil niet zomaar het marionetje zijn: televisie is al zo’n oppervlakkig medium en presenteren een tamelijk oppervlakkig beroep. Maar uit 'Peking Express' haal ik toch voldoening: ik heb het programma mee bedacht, alle vergaderingen gevolgd, mee gediscussieerd... En ik heb de halve wereld kunnen zien.

 

Zijn er bepaalde landen die je opnieuw wil gaan bezoeken of landen waarvan je zegt: “nee, nooit meer”?

Van Acker Ik wil zeker terug naar Azië. Het is daar echt prachtig. Je ervaart er een ongelooflijke cultuurclash, maar dat maakt het net mysterieuzer. Azië spreekt mij meer aan dan Zuid-Amerika, dat veel dichter bij onze cultuur ligt. Zuid-Amerikanen zijn er heel katholiek, maar ook heel vrolijk en open. In India daarentegen, daar werd ik echt gek. De mensen daar komen als honden op je af en laten je niet met rust. Wanneer je bijvoorbeeld een kindje een snoepje geeft, staan daar binnen de twintig seconden vijftig kinderen die allemaal op elkaar beginnen kloppen en slaan om dat ene snoepje. Ik wil ook niet terug naar Rusland. We hebben daar onze eerste reeks gestart en er is daar enorm veel fout gelopen. Rusland is bovendien ook erg grauw, mensen zijn er schuchter en overal zie je dronken mannen met een fles wodka in hun handen. De vrouwen kwamen dan weer met onze cameramannen aanpappen opdat ze toch een betere toekomst zouden hebben. Misschien overdrijf ik nu wat, maar toch kreeg ik daar echt die indruk. Ach, als ik er eens op mijn gemak heen zou kunnen gaan, zou ik er wel misschien van kunnen genieten.

 

Vlieguren bij VT4

Je werd door de Humo-lezer al drie keer tot bekwaamste radiofiguur uitgeroepen. Ligt je hart echt bij radio of verkies je toch televisie?

Van Acker Moeilijke vraag. Ik denk dat ik het fijner vind om radio te maken want het is een veel kleiner medium. Je krijgt meer krediet, je bent je eigen baas, je kunt meer prutsen. Op tv is het erop of eronder, want mensen zien je gezicht. Ik heb gekozen voor VT4 omdat het een beetje een underdog-zender is, waar je nog wat kunt groeien en wat "vlieguren" kan opdoen. En ik wil niet meteen – bam! Hier ben ik! – op zondagavond een groots programma presenteren als ik weet dat ik er nog niet klaar voor ben. Het is mijn droom om ooit voor een zender als Canvas te werken en een programma te maken zoals Louis Theroux. Als oudere dame. Met ervaring (lacht).

 

Hoe zit dat nu precies met Humo? Je lijkt wel de muze van Guy Mortier.

Van Acker (schamper) Sinds de afgelopen Pop Poll niet meer, hé. Ik ken Guy Mortier eigenlijk niet zo goed. Toen ik die medailles kreeg, vroegen ze mij meteen ook of ik de Pop Poll mee wou presenteren. Maar dit jaar won Lien Van De Kelder en ze dachten, die Van Acker, die wordt al wat ouder, en dus hebben ze haar gevraagd. Ik zaag niet: dit jaar kon ik eindelijk als VIP aan de bar hangen zonder mij zenuwachtig te moeten maken.

 

Rusland is erg grauw, mensen zijn er schuchter en overal zie je dronken mannen met een fles wodka in hun handen.

 

Je wordt inderdaad vaak als babe bestempeld. Je hangt ook op menig kot tegen de muur.

Van Acker Ik doe het daar een beetje om. Het leuke aan Humo is dat ik die covers zelf mag bedenken. Dat is altijd met een knipoog: (steekt middelvinger op) hier P-Magazine! Die Humo-covers steken uiteindelijk de draak met vrouwen die per se verleidelijk willen zijn. Ik hoop dat de meeste mensen daar door kunnen kijken, al zijn er ook heel wat die dat niet snappen. Vroeger zei ik altijd: ik wil geen babe zijn. Ik speel wel wat met dat imago, maar ik ga niet meedoen aan een badpakkenspecial, of met mijn blote tieten staan zwaaien.

 

Heb je plannen voor de toekomst?

Van Acker Ik zou nog zoveel willen doen. Ik wil heel de wereld zien! Ik wil nog naar Nieuw-Zeeland, IJsland en Groenland. Ik wil nog een kindje op de wereld zetten. Maar eigenlijk wil ik vooral gelukkig zijn. Alleen weet ik op dit moment nog niet hoe dat moet; ik heb mijn rust nog altijd niet gevonden. Ik geniet van wat ik nu doe, en zou dat ook graag willen blijven doen, maar ik pin me daar niet op vast. Als het ooit eindigt, ga ik gewoon les geven en ik denk dat ik daar evenveel voldoening uit zou halen. Zeker omdat je dan met jongere mensen werkt, en die geven heel veel inspiratie. Lijkt me leuk. Één ding is wel heel concreet: ik wil graag een documentaire maken zoals Michael Moore. Ik heb het al voorgelegd aan VT4, maar ik denk dat het een beetje te veel inhoud voor hen heeft, dus dan breng ik het gewoon zelf uit op DVD. Ik ga nog niet verklappen waarover het gaat, maar het is alvast een brandend actueel thema. Het zou alleszins leuk zijn mijn ei kwijt te kunnen.

 

Roos van Antwerpen

In de Standaard van 29 april 2008 stond een artikel over Antwerpenaren. Die zouden volgens peilingen de meest arrogante mensen van Vlaanderen zijn. Wat denk jij daarover?

Van Acker Ik denk dat zij vooral door hun kritische houding arrogant overkomen. Gentenaars zijn nogal fel tegen Antwerpenaars, maar volgens mij zijn ze eigenlijk aan elkaar gewaagd. Ook al gaan ze het niet graag horen, ik denk dat die voorstelling van "de Antwerpenaar" veel met jaloezie te maken heeft. Niet alleen is Antwerpen de culturele hoofdstad – sorry, Gent – het Antwerps is ook het meest aanvaarde dialect. Daardoor wordt het, in tegenstelling tot het West-Vlaams bijvoorbeeld, niet ondertiteld. En dat wil bij de West-Vlamingen wel eens tot frustratie leiden. Terecht.

 

Heb je in Antwerpen gewoond?

Van Acker Ja, in Borgerhout. Samen met Evi Hanssen deelde ik er een tijd een appartement. Ook Karolien Kamosi (Leki, nvdr.) heeft even bij ons gewoond. Eigenlijk was die periode een verlengde van onze studententijd. Er was altijd iemand thuis, en er was ook bijna altijd iemand wakker.

 

Wat is je lievelingsplek in Antwerpen?

Van Acker Linkeroever. Er naartoe wandelen door de voetgangerstunnel en dan met een fles champagne en een pakje friet naar de kathedraal kijken. Leuk!

 

Wat zijn je favoriete Antwerpse restaurants of cafés?

Van Acker In cafĂ© Het Zeezicht hebben we vaak gezeten, en soms in de Pallieter. Ik ga ook nog altijd graag naar Spaghettiworld, waar ze mijn favoriete pasta serveren: spaghetti, champignons, gehakt en veel kaas en een beetje room. Chique restaurants moeten dat dus niet zijn, als ik mij maar op m’n gemak voel. Ook restaurant Sensunik vind ik heel gezellig, maar dat ken ik vooral goed omdat mijn vriend daar vlakbij woonde.

 

Kom je nog vaak naar onze stad?

Van Acker Minder dan vroeger. Toen ik nog niet samenwoonde met mijn vriend bleef ik vaak in Antwerpen slapen en ging ik er geregeld uit. Nu wil ik voor een avondje Petrol of een andere leuke fuif nog wel eens naar de stad komen. Ook wandelen in Antwerpen is altijd leuk, of windowshoppen in de Kloosterstraat...

 

  • Het Zeezicht, Dageraadplaats 7
  • Pallieter, Mechelseplein 17
  • Spaghettiworld, Oude Koornmarkt 66
  • Sensunik, Molenstraat 69
  • Petrol, d’Herbouvillekaai 25


Interview met Amos Oz, Israëlisch auteur en nu ook UA-eredoctorandus
05/05/2008
🖋: 
Auteur

Als de Zweden weer eens op zoek zijn naar kandidaten voor een Nobelprijs literatuur, is de naam Amos Oz nooit ver weg. Zijn lat ligt echter hoger: hij ambieert zowaar de Nobelprijs voor de vrede. Oz' oeuvre beperkt zich immers niet tot fictie: zijn boek 'Hoe genees ik een fanaticus' werd op luid applaus onthaald door eenieder die vrede boven oorlog verkiest. Het Centrum Pieter Gillis van de UA, dat waakt over het actief pluralisme aan onze instelling, overhandigde hem op 6 mei dan ook een eredoctoraat voor zijn studie over het fanatisme.

Amos Oz Iedereen kent de drang om mensen te veranderen. Soms denken we dat we het doen om de bestwil van de anderen, maar dat kan al snel omslaan in fanatisme. De fanaticus is niet geĂŻnteresseerd in zichzelf, hij is geĂŻnteresseerd in jou. Hij wil jou veranderen: je geest, je stemgedrag, je eetgewoonten, wat dan ook. In elke mens schuilt een fanaticus: het is dus oppassen geblazen voor onze duistere kant.

 

Uw boek over het fanatisme heet ‘Hoe genees je een fanaticus’. Vertel het ons: hoe begin je daaraan?

Oz Het beste tegengif voor fanatisme is humor. Ik heb nog nooit een humoristische fanaticus gezien noch heb ik ooit een humoristisch persoon in een fanaticus zien veranderen. Als ik ‘gevoel voor humor’ in capsules kon steken en de hele bevolking kon overtuigen om mijn antifanatismepil te slikken, zou ik ongetwijfeld een Nobelprijs verdienen. Veel mensen voorspellen me een Nobelprijs in de literatuur, maar ik zou er liever één voor de vrede winnen voor die uitvinding.

 

Shakespeare versus Tsjechov

U schrijft ook veel over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Welke afloop voorspelt u?

Oz Je kan het vergelijken met een tragedie op scĂšne. Er zijn twee mogelijke eindes: het Shakespeariaanse slot en het Tsjechoviaanse (Tsjechov was een Russische toneelregisseur, nvdr.). Aan het einde van Shakespeares tragedies is gerechtigheid misschien geschied, maar de scĂšne is altijd bezaaid met bloed en lijken. Tsjechovs stukken eindigen anders: iedereen is gedesillusioneerd, teleurgesteld en bitter, klemt de tanden op elkaar en verbijt de pijn, maar alle personages leven ten minste nog.

Ik zoek al jaren naar een Tsjechoviaanse – geen Shakespeariaanse – oplossing voor het IsraĂ«lisch-Palestijnse conflict. Idealisme is gevaarlijk als je daardoor de realiteit uit het oog verliest. Zowel de IsraĂ«lische als de Palestijnse vredesbewegingen geloven intussen gelukkig in een pragmatisch compromis. Happy ends bestaan niet. We moeten leren denken in Tsjechoviaanse termen: niemand krijgt alles wat zijn hart begeert, maar iedereen blijft in leven.

 

Dat is nu niet het geval: de nieuwsberichten over Israël en Palestina zijn gevuld met tanks, helikopters en zelfmoordterroristen. Of is er nog een andere kant, die wij in het Westen niet te zien krijgen?

Oz Ja, soms is er ook licht aan het einde van de tunnel. Ik vind het hoopgevend dat er zowel in Israël als in Palestina een sterke vredesbeweging opkomt. Ze zijn het niet altijd eens met elkaar, maar hun doel is hetzelfde: een vredevolle en pragmatische oplossing. De kloof tussen hen is allesbehalve onoverbrugbaar.

 

Een nieuw marshallplan

Krijgen de vredesbewegingen te weinig steun van het Westen?

Oz Europa en de Verenigde Staten geven ons niet de steun die we nodig hebben in het zoeken naar vrede. Te vaak krijgen we het vermanende vingertje, vooral van Europa: schaam jezelf, dit mag je niet doen, dat doe je fout... Soms zwaait het vingertje richting de Palestijnen vanwege het terrorisme, soms naar de IsraĂ«li’s omdat zij de Palestijnen onderdrukken. Wat we nodig hebben is empathie, hulp en steun.

 

U pleitte in het verleden reeds voor een marshallplan voor Israël en Palestina.

Oz De armoede in het Midden-Oosten schept het broeierige klimaat waarin fundamentalisme gedijt. Dat is het probleem, maar meteen ook de oplossing. Zoals de Verenigde Staten met het toenmalige Marshallplan Europa er weer bovenop hielpen, zo zou men ook het Midden-Oosten er bovenop kunnen helpen, te beginnen bij alle Palestijnse vluchtelingen. Ze leven in armoede en hun situatie is volledig hopeloos: op die manier kweek je terroristen.

 

Is religie ook een drijvende motor achter het conflict?

Oz Religie op zich niet, religieuze fanatici wel. Zij vormen een kleine minderheid, maar wel de gevaarlijkste. Dat geldt trouwens niet enkel voor Israël en Palestina. Het probleem dat de wereld vandaag teistert, is niet de botsing der beschavingen of de clash tussen de islam en het Westen. Het is de strijd tussen fanatici en gematigden, in alle hoeken van het religieuze en politieke spectrum.

 

Vreest u nooit dat er noch een Shakespeariaans, noch een Tsjechoviaans einde aan het conflict zal komen? Dat Israël en Palestina zich nog jarenlang in dezelfde patstelling zullen bevinden?

Oz Ik kan de toekomst niet voorspellen en zeker geen exact tijdskader schetsen. Ik ben echter hoopvol. Zowel bij de Israëli's als bij de Palestijnen dringt het besef door dat er aan het einde van de dag een tweestatenoplossing moet komen. Helaas doen de fanatici aan beide zijden er alles aan om dit te voorkomen.

 

Is het Tsjechoviaanse einde ook niet typisch voor uw boeken? Een happy end vind je er niet in. Vaak blijft iedereen verweesd achter.

Oz Ik schrijf over liefde, duisternis en de schemerzone ertussen. Je hebt gelijk. Mijn boeken hebben geen happy end, maar ze eindigen ook niet Ă  la Shakespeare met veel doden of Grote Gevoelens als rechtvaardigheid. Ze eindigen in een instabiel, ongelukkig compromis.

 

Autobiografische Amos

Dat einde is het Israëlische-Palestijns conflict volgens u ook beschoren. Is het dan uw politieke visie die uw schrijven beïnvloedt of andersom?

Oz Beide spruiten voort uit dezelfde geest, de mijne. Ik kan er dan ook geen strikt onderscheid tussen maken, of zeggen wat door wat beĂŻnvloed wordt.

 

U groeide op in een sterk gepolariseerde samenleving. Wordt u dan nog sterker door je achtergrond gedetermineerd dan anderen?

Oz Ik denk dat iedereen sowieso gedetermineerd wordt door het milieu waarin hij of zij geboren wordt: plaats, sociale klasse, familie en kennissen... Mijn hele oeuvre is diep geworteld in mijn eigen levensverhaal, in de Israëlische geschiedenis en de Israëlische tragedie. Het is wat ik ken en wat ik voel. Ik kan niet schrijven over het leven van een onbekende. Vraag me niet het verhaal te schrijven van een Chinese vrouw, want dat kan ik niet. Ik ben geen literaire toerist.

 

Mijn vader heette Klausner, dus zo wilde ik niet heten.

 

Is het dan niet onterecht dat enkel uw roman 'Een verhaal van liefde en duisternis' autobiografisch genoemd wordt? Geldt dit niet in zekere mate voor al uw werk?

Oz Mijn boeken zijn autobiografisch, maar niet confessioneel. Autobiografische literatuur is niet noodzakelijk op feiten gebaseerd. Ik schrijf altijd autobiografisch, zonder ooit bekentenissen te doen.

 

U werd geboren als Amos Klausner. Toen u veertien was, veranderde u uw achternaam in 'Oz', dat "kracht" of "moed" betekent.

Oz Dat maakte deel uit van mijn rebellie tegen mijn vader: ik besliste om in niets te zijn zoals hij. Hij was een stadsmens, dus ging ik in een kibboets (een collectieve landbouwnederzetting, nvdr.) wonen. Hij was een intellectueel, dus ging ik met tractors rijden. Hij was klein, dus wilde ik groot worden. Nou ja, dat laatste is niet echt gelukt (lacht). Mijn naam veranderen hoorde bij deze opstandigheid; hij heette Klausner, dus zo wilde ik niet heten.

 

Voelt u zich anno 2008 meer Amos Klausner of meer Amos Oz?

Oz Rebellie is als een boomerang: ook ik keerde al snel terug naar mijn oude zelf. Ik ben nu zowel Klausner als Oz. Ik had in die tijd voor de naam Oz gekozen omdat kracht en moed twee dingen waren waar ik veel nood aan had, maar weinig van bezat. Die keuze was dus vooral wishful thinking. Intussen hoop ik dat er toch al iets meer waarheid in schuilt.



05/05/2008
🖋: 

Na een lange periode van ballingschap achter cursussen en handboeken kan u zich eindelijk gaan uitleven waar de vrijheid heerst: in de drank! Na een ontnuchtering wacht er weer heel wat mooie cultuur. Wij tappen uit een vaatje dat u een roes van twee maanden zal bezorgen.

woensdagen Het Oude Badhuis: Film (elke woensdagavond van de zomer wordt aan het Stuivenbergplein een aardige selectie films getoond)

 

vrijdagen Openluchttheater Rivierenhof: Concert (elke vrijdagavond opent OLT zijn deuren voor een gratis optreden, het perfecte begin van een zomerse nacht)

 

21/03- 21/09 Muhka: Fantasy (kunstenaar Koen van den Broeck leeft zich uit in de vaste collectie van het Museum voor Hedendaagse Kunst)

 

28/05 Film: Martin Scorcese, ‘Shine a Light’ (documentaire over The Rolling Stones aangevuld met exclusieve concertbeelden)

 

04/06 Zuiderpershuis: Kader Abdolah (de Nederlandse Iranees licht zijn vertaling van de Koran toe)

 

11-14/06 Monty: PARTS, ‘Graduation Tour’ (twintig afstuderende dansers en choreografen van Anne Teresa de Keersmaekers internationale school voor hedendaagse dans geven hun visitekaartje af)

 

14-15/06 Antwerp Expo: Rommelant (Kopen en verkopen van brocante, rommel en tweedehandswaren, verouderde of beschadigde stocks, verzamelingen
)

 

20-22/06 Roma: Tutti Fratelli, ‘Luizenopera’ (Tutti Fratelli ontstond uit verschillende ontmoetingen tussen leden van Antwerps Platform Generatiearmen, muzikanten en professionele theatermakers, ze brengen een stuk gebaseerd op Bertolt Brechts 'Driestuiversopera')

 

20/06-13/09 Fotomuseum: Belga’s Focus on Sports (tientallen jaren al staan de fotografen van Belga op de juiste plek om de passie, emotie en spanning van sport vast te leggen. Belga voorziet eveneens een werkstation naar aanleiding van de Olympische Spelen)

 

20/06-30/09 Amsterdam: Stedelijk Museum: The Vincent Award (de vijf genomineerden voor deze belangrijke prijs stellen tentoon, onder hen een Belg, Francis AlĂżs)

 

21/06 Scheld’Apen: 10 jaar Scheld’Apen (een ongetwijfeld hip feestje ter ere van een decennium Apen aan de Schelde)

 

23/06 Sportpaleis: Bruce Springsteen (The Boss en zijn E Street Band zouden normaal in het Koning Boudewijnstadion concerteren, maar verhuizen naar Antwerpen)

 

28-29/06 Ecohuis: BorgerRio (een gratis tweedaags wereldmilieufeest waar winkeliers, kunstenaars en verenigingen de handen in elkaar slaan om de Turnhoutsebaan om te toveren in de Borgerhoutse Ramblas)

 

01-05/07 Vlaamse Opera: Koninklijk Ballet van Vlaanderen, ‘The Return of Ulysses’ (ballet over het eindeloze wachten van Penelopeia op Odysseus, en een goede reden om de prachtige opera eens te bezoeken)

 

06/07 Dageraadplaats: Groove-Z (live reggae met cultuurmarkt, let vooral op de sterrenhemel)

 

09/07 Film: Peter Berg, ‘Hancock’ (na een hele resem (super)helden op het witte scherm is het nu tijd voor Will Smith die de nerveuze en sarcastische held Hancock speelt)

 

10-13/07 Luik: Les Ardentes (ondanks zijn jonge leeftijd slaagt dit festival erin om een erg aantrekkelijke affiche samen te stellen, wij raden M.I.A., CSS en The Kills aan)

 

12/07 Stuivenbergplein: Guerillaland (origineel muziekfestival in een groen kader georganiseerd door Guerilla)

 

17-20/07 Dour: Dour Festival (als u tijdens Les Ardentes net als dwars aan een zwembad lag in Zuid-Frankrijk, dan kan u vier dagen later al herkansen op het geweldige Dour Festival)

 

19/07-28/09 Gent: S.M.A.K.: Collectiepresentatie (de afgelopen jaren kocht of kreeg dit kindje van Jan Hoet heel wat nieuwe werken, deze zomer kan u gaan kijken wat de actuele kunst te bieden heeft)

 

21/07 Sint-Jansplein: Feestmarkt (omdat we allemaal Belgen zijn, vieren we dat in het centrum van het multiculturele Antwerpen)

 

25-27/07 Boechout: Sfinks (indien u een half uurtje Antwerpen uit fietst, rijdt u het epicentrum van wereldmuziek en dito circus, theater en film binnen)

 

09/08 Linkerwoofer (festival op Linkeroever, de affiche is nog niet bekend, maar de vorige editie was met bands als Das Pop en The Tellers alvast een groot succes)

 

14-17/08 Park Den Brandt: Jazz Middelheim (onze grote trots Toots Thielemans en de geweldige Amerikaanse rapper José James zijn de eerste namen)

 

16/08 Antwerpse Musea: Museumnacht (van 19u tot 01u openen maar liefst 15 musea hun deuren, uiteraard voorzien van de nodige randanimatie)

 

27/08 Openluchttheater Rivierenhof: José Gonzales (deze Zweedse Argentijn is behalve een covermachine ook een goede singer-songwriter)

 

30-31/08 Antwerpen: De Karavaan en Cultuurmarkt van Vlaanderen 2008 (op zaterdag trekken praalwagens door de stad, op zondag toont de infomarkt het cultuuraanbod van 2008 en in de binnenstad kan je genieten van allerlei gratis optredens)



Wederwoord departementsvoorzitter
05/05/2008
🖋: 
Auteur extern
Stefaan Walgrave

De manama Internationale Betrekkingen en Diplomatie (IBD) heeft inderdaad een slecht rapport gekregen van de Visitatiecommissie. We waren daar verwonderd over, want IBD is al jaren een vaste waarde aan de faculteit PSW en het succes van de opleiding staat buiten kijf. Het is op dit moment een van de meest populaire masteropleidingen aan de UA, met meer dan 120 studenten in het huidige academiejaar.

 

De reden voor het negatieve rapport is eenvoudig samen te vatten: de commissie heeft IBD beoordeeld als een master-na-master-opleiding en zulke opleidingen moeten sterk gespecialiseerd zijn. Dat is de manama IBD inderdaad niet. De commissie heeft hier dus zeker een punt. Waar de commissie volgens ons de bal misslaat, is dat IBD te concreet en te beroepsgericht zou zijn en dus niet op masterniveau zou staan. Het klopt dat IBD sterk op het beroepsveld gericht is, maar nergens staat geschreven dat masteropleidingen dat niet zouden mogen zijn. Meer zelfs, van de allerbeste masters in internationale betrekkingen die internationaal worden aangeboden, zijn er heel wat die, net zoals IBD, mensen opleiden om later een internationale functie op te nemen. Dat is net de sterkte van IBD.

 

Ondertussen heeft de Opleidingscommissie IBD niet stilgezeten. De meeste concrete aanbevelingen van de Visitatiecommissie werden onmiddellijk ter harte genomen: toegang werd verstrengd, overlap met bachelors werd opgelost, er kwamen nieuwe vakken om de leemtes op te vullen en de indaling tot master-na-bachelor werd aangevraagd. We zijn ervan overtuigd dat IBD deze visitatie zal overleven en nog sterker uit dit verhaal zal komen. Ook de komende jaren zal IBD een vaste waarde blijven in het Vlaamse onderwijslandschap en van heinde en verre studenten blijven aantrekken die zich een jaar willen verdiepen in de geheimen van de internationale politiek.

 

Stefaan Walgrave

Departementsvoorzitter Politieke Wetenschappen

 

 

Dit wederwoord is een reactie op Manama in de gevarenzone  (dwars 47)



05/05/2008
🖋: 

De Universiteit Antwerpen heeft iets met ratten. Er lopen al enkele jaren verschillende onderzoeken op het departement Biologie waarin de knaagdiertjes een heel erg belangrijke rol spelen. Prof. dr. Herwig Leirs probeert het uitbreken van de builenpest met zijn team aan de hand van rattentellingen te voorspellen, en prof. dr. Ron Verhagen begeleidt een onderzoek waarin ratten worden opgeleid om landmijnen op te sporen.

Virussen, ratten en satellieten

Het eerste onderzoek speelt zich voornamelijk in Centraal-Azië en Afrika af, waar nog steeds gevallen van builenpest worden vastgesteld. De builenpest, bij ons ook bekend als de Zwarte Dood, krijg je via een bacterie die wordt overgedragen door vlooien. Die verspreiden zich vooral via wilde knaagdieren die niet vatbaar zijn voor de pest. Wanneer besmette knaagdieren en vlooien met mensen in contact komen, kunnen deze geïnfecteerd geraken.

 

Professor Leirs en zijn team onderzoeken hoe het komt dat de pest op zo'n groot landoppervlak bepaalde jaren kan voorkomen, en andere jaren helemaal niet. “Van het westen van Kazachstan tot MongoliĂ« is er een strook waar de pest vaak voorkomt bij gerbils, vrij grote knaagdieren uit de woestijn”, vertelt Leirs. Tijdens het Sovjettijdperk werden in deze streek heel wat rattentellingen gedaan om de mensen te behoeden voor de pest. Die tellingen werden erg nauwkeurig bijgehouden en op basis van die gegevens kan men nu bepaalde patronen herkennen. “De infectie kan zich pas verspreiden als er genoeg gerbils zijn. Er is dus een bepaalde drempelwaarde”, legt Leirs uit. “Een besmette rat moet de mogelijkheid hebben een niet-besmette rat tegen te komen. Wanneer er niet genoeg ratten zijn, kunnen ze ook niet meer verder besmetten en is er weinig kans op verspreiding van de pest.”

 

De ratten wonen in vrij grote kolonies, ongeveer 20 Ă  30 mÂČ, en omdat de vegetatie op de plaats van de kolonies opgegeten is, zijn de kolonies zichtbaar als open plekken. De onderzoekers proberen nu om met satellietfoto's de kolonies te situeren. Professor Leirs gaat ze opsporen en nakijken of ze bewoond zijn of niet. Wanneer er genoeg vegetatie is, zullen er veel bewoonde kolonies te vinden zijn en dus ook meer gerbils. Dat wil zeggen: een groter risico op pest. De ploeg gaat ook op expeditie richting Congo en Tanzania. Daar komt builenpest in verschillende dorpen voor. Hier gaat het echter niet om kolonies die voor veel knaagdieren zorgen, maar spelen andere factoren een rol. In het ene dorp komt jaarlijks pest voor, terwijl in een andere dorp amper twee kilometer verderop nooit pest voorkomt. Het team van professor Leirs onderzoekt hoe dat komt.

 

Cricetomys Gambianus als mijndetector

In de hele wereld liggen er op dit moment meer dan 100 miljoen landmijnen, verspreid over een 70-tal landen. Dagelijks worden er naar schatting 50 mensen gewond of gedood door een onopgeruimde antipersoonsmijn. Één van die landen is Mozambique, waar na de burgeroorlog zo’n 500.000 landmijnen achterbleven.

 

Tot voor kort gebeurde het ontmijnen met peperdure hoogtechnologische opsporingsapparatuur, zoals radars, infraroodcamera’s en robots. Op zoek naar een goedkoop en efficiĂ«nt alternatief werd eind jaren 90 de vzw APOPO opgericht, wat staat voor Antipersoonsmijnen Ontmijnende Productontwikkeling. In het kader van het APOPO-project startte professor Ron Verhagen een onderzoek naar ontmijning met inzet van de Cricetomys Gambianus, of Gambiaanse hamsterrat. Al snel bleek dat deze rat uitstekend geschikt is als snel, goedkoop en natuurvriendelijk middel om landmijnen op te sporen.

 

Dit knaagdier beschikt immers over een uitstekende reukzin en kan geconditioneerd worden om te reageren op de geur van TNT. In Afrika, waar vandaag de meeste mijnen liggen, is ze een inheemse soort. Daardoor is ze volledig aangepast aan de lokale omstandigheden en zijn tropische ziekten aan deze rat niet besteed. Ze verdraagt ook verschillende baasjes en heeft een licht gewicht zodat de bom onmogelijk kan ontploffen wanneer ze er bovenop staat. Bovendien kan ze tot 8 jaar oud worden, waardoor de investering van de opleiding loont.

 

De ratten worden gekweekt en opgeleid in Tanzania, aan de Sokoine University of Agriculture in Morogoro, en verhuizen later naar Mozambique, waar vandaag 25 ratten volop meehelpen aan ontmijningsprojecten. De ratten worden aan een leiband het mijnenveld ingestuurd en gaan rechtop staan wanneer ze een mijn hebben gevonden, waarna de mijn met precisie gesitueerd wordt en door een deskundige ploeg onschadelijk gemaakt. Tijdens één ontmijningssessie doorsnuffelen de ratten gemiddeld 100 m2.



05/05/2008
🖋: 

Mei '68, die bizarre maand waarin de Franse Communistische Partij van leer trok tegen "linkse provocateurs", terwijl bij ons vanuit het Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond (KVHV) werd opgeroepen tot "omverwerping van de bourgeoisie". Wat blijft er veertig jaar na datum van over en waarom zouden we er ons vandaag nog iets van moeten aantrekken?

Dat er in de jaren zestig veel te protesteren en te contesteren viel, zal de lezer ondertussen genoegzaam bekend zijn. De tijdsgeest werd niet enkel getekend door de intrede van een televisie in elke huiskamer en de doorbraak van de popmuziek, maar ook door de dekolonisatiegolf in de derde wereld, het protest tegen de uitzichtloze Vietnamoorlog en de strijd van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging tegen apartheid.

 

Het brede palet aan protestbewegingen uit die tijd wordt vandaag gemakshalve ondergebracht onder de verzamelterm mei ’68, waarbij nogal snel een amalgaam gemaakt wordt van het studentenprotest in Parijs en de Summer of Love in San Francisco. Nochtans hadden de netjes geknipte studentenleiders als Dutschke of Cohn-Bendit op het eerste zicht niet veel gemeen met de kleurrijk uitgedoste figuren die in Londen en aan de Amerikaanse Westkust het mooie weer maakten. Deze laatsten haalden hun inspiratie vooral bij de Amsterdamse provo’s en ook wel bij LSD en marihuana. Tijdens een gesprek in de Franse talkshow ‘Ce soir (ou jamais!)’ in januari dit jaar vertelt de legendarische producer Joe Boyd – die ondermeer Pink Floyd lanceerde – daarover: “En Angleterre mai ’68 n’était pas sĂ©rieux, c’était une rĂ©volution de style [
] On disait: ‘quand la mode de musique change, les murs de la ville tremblent.’ On a vraiment cru ça.” De betogende studenten in Duitsland, Frankrijk en ook BelgiĂ« hadden ondertussen minder interesse voor de ‘mode de musique’, maar des te meer voor de ‘mode de production’. Zij gingen hun inspiratie zoeken bij ongure types als Marx, Mao, Marcuse, Sartre en Guevara.

 

Er waren natuurlijk wel overeenkomsten tussen de predikers van de vrije liefde en die van de dictatuur van het proletariaat. Zo geeft oud-studentenleider Kris Merckx vandaag toe dat “het beschikbaar worden van ‘de pil’ in 1965 meer hielp om ons te bevrijden van wat ze ons op colleges hadden verboden of wijsgemaakt dan de lectuur van grote politieke of filosofische geschriften.” Ook in Frankrijk kwam het protest op gang met de bezetting van het meisjesstudentenhome in Nanterre door de mannelijke studenten. Het was de repressie die volgde op deze actie tegen de heersende seksuele moraal, die de vonk in de pan deed slaan en begin mei ’68 resulteerde in de bezetting van de Sorbonne en het Quartier Latin.

 

Een week later volgde la nuit des barricades, die de Franse hoofdstad omtoverde in oorlogsgebied. Ondertussen brak overal in het land een algemene staking uit met op haar hoogtepunt meer dan tien miljoen stakende arbeiders. Wekenlang werden bedrijven bezet en directies opgesloten in hun kantoren. Resultaat van dit alles? Enerzijds een klinkende verkiezingsoverwinning voor zittend president De Gaulle in juni, maar anderzijds ook een verhoging van het minimumloon met 25%, een algemene loonsverhoging van 10%, een vierde week betaald verlof en de oprichting van een syndicale vertegenwoordiging op bedrijven. Waarschijnlijk doelde de tweemaal gescheiden Franse president Sarkozy eerder hierop, toen hij vorig jaar in Bercy zijn bevolking opriep “de rompre rĂ©ellement avec l’esprit, avec les comportements, avec les idĂ©es de mai 68”.

 

Ook in Vlaanderen stonden de studenten op straat. Oorspronkelijk was dat voor de eisen van de ook toen al enigszins dementerende Vlaamse Beweging. Hun eis voor de splitsing van de unitaire Leuvense universiteit stuitte op het stugge ‘nee’ van de Belgische bisschoppen. Tijdens de vierdaagse revolte van mei ’66 moet "Walen Buiten!" echter al gauw plaats ruimen voor slogans tegen Kerk en Kapitaal. Op 11 november 1965 voelde Karel Dillen de bui al hangen: “Wat is er in dat Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond nog katholiek en nog Vlaams?”, jammert de peetvader van Vlaams extreem-rechts in ’t Pallieterke. In hun gedicht '11 juli ’68' dienen Hugo Claus en Walter De Bock hem van antwoord:

 

“[...] VLAMINGEN, uw ‘eigen aard’, uw ‘kultuur’, het beveiligen van uw bloed en bodem zijn onbelangrijk geleuter vergeleken bij de ware ontvoogding die moet doorgevoerd worden en die de Vlaamse afhankelijkheid van het kapitaalmonopolie moet doorbreken [...].”

 

De studenten eisen inspraak over het universitaire beleid en de lesinhoud. Vanaf 1962 al beslist de Vereniging van Vlaamse Studenten (VVS) het studentensyndicalisme te gaan belijden. In 1964 komt daar de eis voor democratisering van het onderwijs bij, een jaar later die van de erkenning van de student als ‘intellectuele arbeider’ en dus van het recht op een studieloon. Vooral het ex-cathedraonderwijs en de vaak wereldvreemde cursussen zijn de kop van jut. In januari 1968 zit het er dan echt dik tegen, wanneer de Leuvense universiteit drie weken davert onder het studentenprotest. In maart 1969 is het de beurt aan Gent waar de studenten op straat komen voor vrije meningsuiting na het verbod van een debat over pornografie. In Antwerpen blijft het rustig omdat de jezuïeten van het UFSIA het op een akkoordje gooien met de studenten en zelf (beperkte) inspraakorganen oprichten.

 

Het moet toegegeven dat de (gedeeltelijke) democratisering van het onderwijs, de studenteninspraak, het verdwijnen van een aartsconservatieve moraal en een minder wereldvreemd curriculum positieve verworvenheden zijn van mei ’68. Toch is er ook een vaak onderbelichte schaduwzijde aan deze woelige meimaand: het op geregelde tijdstippen weerkerende gezeik over de passiviteit en de politieke desinteresse van de huidige studentengeneratie, misschien het beste verwoord door deze oudere broer van een bekend hoofdredacteur:

 

“Het is voor niemand nog een geheim dat de Vlaamse student [...] voor niets meer warm te krijgen is, tenzij voor dansavondjes, kroeglopen [...] en zo nu en dan wat studentikoze folklore [...] En nu mag het verbond vandaag extreem-links zijn, morgen ultra-rechts en overmorgen hopeloos conservatief, het raakt allemaal hun koude kleren niet [...] Zij worden hoe langer hoe meer een troep van deftige burgermannetjes, kruideniertjes, die slechts één doel hebben: een diplomaatje te halen, een bemiddeld vrouwtje trouwen, een paar kindjes kopen en wegzakken in een gestyleerd salon. De grote massa ontbreekt het aan de elementairste interesse voor hun eigen universitaire problemen.” (Wilfried Van Cauwelaert in Het Volk, 30 – 31 oktober 1965)



Slechte visitatie Internationale Betrekkingen en Diplomatie
05/05/2008
🖋: 
Auteur

De Universiteit Antwerpen biedt tientallen master-na-masteropleidingen aan. Eén daarvan, de manama Internationale Betrekkingen en Diplomatie (IBD), ontving vorig jaar een negatief rapport van de visitatiecommissie. Deze commissies moeten het niveau van het hoger onderwijs bewaken. dwars was benieuwd of er daadwerkelijk problemen waren met deze populaire opleiding en trok op onderzoek uit.

In BelgiĂ« geldt de vrijheid van onderwijs. Als je morgen in je tuinhuis een nieuwe opleiding uit de grond wil stampen, kan dat. Om erkende diploma’s te kunnen uitreiken, moet je opleiding echter geaccrediteerd worden door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Die komt echter niet iedere keer zelf uit Den Haag overgevlogen om je opleiding te beoordelen: daarvoor stuurt ze een visitatiecommissie. Deze commissies worden georganiseerd door de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR). Voor iedere visitatie wordt er een aparte commissie samengesteld met onderwijsdeskundigen, vakdeskundigen en een student uit vergelijkbare opleidingen in Vlaanderen. De visitatierapporten zijn immers steeds comparatief: in een visitatieronde worden alle Vlaamse opleidingen binnen het domein in kwestie vergeleken.

 

De feiten

Eind 2007 was het de beurt aan alle Vlaamse opleidingen in de politieke wetenschappen om geëvalueerd te worden. De commissie oordeelde dat de kwaliteit van de UA-manama Internationale Betrekkingen en Diplomatie onvoldoende was. Het programma en de doelstellingen zouden niet getuigen van een masterniveau en enkele vakken zouden thuishoren in een inleidende bachelor. Het zou daarom nodig zijn de toelatingsvoorwaarden te verstrengen en een schakelprogramma in te voeren voor studenten die niet uit de politieke wetenschappen of een gelijkaardige opleiding komen. Tot dit jaar kon iedereen met een masterdiploma deelnemen, welke opleiding hij of zij ook gevolgd had, wat tot erg grote niveauverschillen leidde. "Dat is inderdaad een groot probleem", bevestigt een student. "Het maakt een groot verschil of je vooropleiding Sociaal Werk of Politieke Wetenschappen is. Voor sommigen was het allemaal nieuw, voor anderen waren sommige vakken gewoon herhaling."

 

De opleiding zou ook te professioneel gericht zijn en niet academisch genoeg. De studenten krijgen veel vaardigheden mee, maar die zouden vooral gericht zijn op het maatschappelijke en beroepsmatig functioneren. Er is onvoldoende aandacht voor kennisontwikkeling en er gaat te weinig aandacht naar het bijbrengen van een onderzoeksattitude en dito vaardigheden. Tot slot moet volgens de commissie ook de lat voor de masterproeven hoger: de thesissen worden enkel nagelezen door de promotoren en die blijken erg genereus in het toekennen van punten. Over de kwaliteit van het personeel en de afstemming van de didactische concepten op de inhoud en de doelstellingen van de opleiding was men tot slot wel positief. Over het geheel is de opleiding in haar huidige vorm echter gebuisd.

 

De toekomst

De UA heeft voor de manama IBD een omvormingsdossier tot initiële master ingediend. Hierover wordt in juni beslist. Als dit goedgekeurd wordt, verdwijnt de manama en wordt de opleiding een gewone master. Als er hiervoor geen goedkeuring komt, blijft de manama IBD bestaan. De opleiding blijft ook gewoon erkend: het duurt nog een tijd alvorens de UA zich bij de NVAO moet gaan verantwoorden over de slechte visitatie. In de tussentijd kan er nog heel wat bijgestuurd worden.

 

Zo komen er al zeker nieuwe vakken en een tweede lezer voor de thesissen. De opleiding zal ook niet meer voor alle studenten openstaan: schakelprogramma’s van 6 tot 60 studiepunten zullen verplicht zijn voor wie geen masterdiploma heeft in de politieke wetenschappen, sociologie, communicatiewetenschappen, sociaaleconomische wetenschappen of gelijkgestelde opleidingen. "Of dat zo'n goed idee is, weet ik niet", reageert een student. "De kleinste schakelprogramma's, die van 6 of 12 studiepunten, moeten tijdens de opleiding zelf gevolgd worden. Studenten die dus uit een atypische vooropleiding komen en het sowieso al moeilijker zullen hebben, krijgen zo nog meer werk voorgeschoteld. Al bij al zou ik de richting echter wel aanraden, zeker met de hervormingen die er nu komen. Voor mij was het een echte eye-opener: je krijgt er een breed panorama op de hele wereld. Al loopt er helaas wel heel wat mis in de opleiding..."

 

Wie interesse heeft in deze manama, moet dus niet meteen het ergste verwachten. In juni valt de beslissing of het een manama blijft of een master wordt. De verantwoordelijken kunnen dan ook nog beslissen over verdere aanpassingen aan de opleiding. Na dit nummer gaat dwars op vakantiestop, maar het laatste nieuws kan je vinden op www.ua.ac.be/IBD.