Levensbeschouwingen aan de UA
20/09/2009

21 september, de eerste schooldag. Boekentassen en brooddozen worden van onder het stof gehaald. Ook de UA maakt zich op voor een nieuw academiejaar. Met een gevarieerde onthaaldag verwelkomt ze haar studenten: in de voormiddag zijn er twee levensbeschouwelijke activiteiten gepland. “Zo wil de pluralistische Universiteit Antwerpen haar respect betuigen voor de levensbeschouwelijke visie van al haar studenten”, aldus het programmaboekje. Maar is de keuze tussen een eucharistieviering en een comedyshow niet iets te beperkt om van actief pluralisme te kunnen spreken?

Nieuwe en iets minder nieuwe UA-studenten en personeelsleden kunnen op maandagvoormiddag om 9u30 een openingsviering in de kathedraal bijwonen. Daarna, om 11 uur, is er de mogelijkheid om de nieuwste show van Nigel Williams, “Geloof mij!”, in avant-première te bekijken in de Aula Rector Dhanis. De voorbije jaren werden we nog voor de hartverscheurende keuze eucharistieviering/vrijzinnige activiteit gesteld, tegenwoordig kunnen twijfelaars gewoon naar beide activiteiten gaan, want kiezen is verliezen. Dit is eveneens een tegemoetkoming aan de actief pluralistische visie; je kan je interesse voor beide levensbeschouwingen tonen.

 

De andere drie-eenheid

In oktober 2003 fuseerden UIA, RUCA en UFSIA tot één Universiteit Antwerpen. Bij de samenvoeging van die instellingen, met elk een verschillende levensbeschouwelijke achtergrond, koos de UA voor een actief pluralistische visie. Actief pluralisme is geen levensbeschouwing op zich, maar een houding tegenover andere én eigen levensbeschouwingen. Niet alleen krijgen studenten en personeelsleden zo de vrijheid om hun eigen levensbeschouwing te uiten, ze worden ook aangemoedigd om interesse voor andere levensbeschouwingen te tonen. Zo ontstaat er een forum voor debat. In theorie klinkt dit zeer nobel, maar hoe vertaalt zich dat in de praktijk?

 

Pastoraal - vrijzinnig: 3-1

Voor levensbeschouwelijke vragen kan je op de UA terecht bij twee diensten: de pastorale dienst en de vrijzinnige dienst. De pastorale dienst is gehuisvest in ‘Zomaar een dak’ in de Prinsstraat en wordt geleid door pastor Johan Vanhoutte. Moreel consulent Jurgen Slembrouck neemt vanuit zijn bureau in de Venusstraat de vrijzinnige dienst voor zijn rekening. Beide diensten organiseren verschillende activiteiten doorheen het academiejaar, zoals bijvoorbeeld de openingsevenementen. Het personeel en de werkingsmiddelen van deze diensten worden gefinancierd door de UA. Uit de begroting van 2008 valt op te maken dat de pastorale dienst 193.000 euro kreeg (personeel: 176.000 euro, werking: 17.000 euro), terwijl de vrijzinnige dienst het met 61.000 euro (personeel: 53.000, werking: 8.000 euro) moest doen. Een opvallend verschil dus. Maar nog frappanter is het complete gebrek aan andere levensbeschouwelijke diensten, voor mensen die niet christelijk of vrijzinnig zijn.

 

Historisch gegroeid

Het centrum Pieter Gillis is een onafhankelijk onderzoekscentrum van de UA, dat onder meer het vak Levensbeschouwing inricht, lezingen en studiedagen organiseert en onderzoek naar actief pluralisme voert. Ook het evalueren van het pluralistische gehalte van de UA en haar imago als pluralistische universiteit behoort tot de opgaven van het centrum. Professor Guy Vanheeswijck, directeur van centrum Pieter Gillis verklaart de huidige situatie: “Dit is historisch zo gegroeid, op de UFSIA was er al een pastorale dienst en sinds de eenmaking tot UA is daar een moreel consulent bijgekomen. Naast de traditionele openingsviering in de kathedraal wordt er sindsdien ook een vrijzinnige activiteit georganiseerd.” Het gebrek aan meer levensbeschouwelijke diensten is volgens Vanheeswijck aan budgettaire problemen te wijten. “In principe zouden alle levensbeschouwingen vertegenwoordigd moeten worden, en de UA wil het actief pluralisme ook echt stimuleren, maar de financiële mogelijkheden zijn er gewoon niet.”

 

Moed gevraagd

Jurgen Slembrouck, moreel consulent aan de UA, begrijpt die financiële moeilijkheden, maar hoopt toch dat er op termijn een meer evenwichtige verdeling komt. “Als je het actief pluralisme op een zinvolle en ernstige manier wil invullen, is het belangrijk dat ook de andere levensbeschouwingen vertegenwoordigd zijn op de universiteit. Deze moeten allen op gelijke manier bejegend worden.” Het argument dat deze situatie historisch zo gegroeid is, bekritiseert Slembrouck door er op te wijzen dat dat geen excuus mag zijn voor de tegenwoordige gang van zaken: “Het vergt maar vijf minuten politieke moed om daar verandering in te brengen.”

 

Alternatieven

Om het actief pluralisme aan de UA op een meer passende wijze uit te werken, zonder daarom financiële problemen te creëren, zijn er verschillende alternatieven denkbaar. “Laat de levensbeschouwelijke koepels zelf voor de subsidies zorgen. Zo wordt de UA van haar financiële verantwoordelijkheid ontslagen en kan ze haar actief pluralistisch beleid een meer geloofwaardig gestalte geven", stelt Slembrouck voor. Natuurlijk bestaat dan wel het risico dat de diensten te autonoom worden en geen voeling meer hebben met de universiteit zelf. In ieder geval zou de mogelijkheid dan wel bestaan om elke levensbeschouwing een openingsevenement te laten organiseren, zodat alle studenten hun levensbeschouwing gerespecteerd zien. Maar de UA zou evengoed één groot openingsevenement kunnen organiseren, waarbij alle levensbeschouwingen aan bod komen.“En dan kan je op zondag, buiten het officiële programma, nog een eucharistieviering of comedy show plannen”, aldus Slembrouck. In het verleden realiseerden de pastorale dienst en de moreel consulent op vraag van de rector al eens samen de openingsactiviteit, en met succes. “In de toekomst zal zulke samenwerking zeker nog plaatsvinden”, benadrukt Johan Vanhoutte van de pastorale dienst.

 

Voor een geloofwaardig pluralisme

De UA is in Vlaanderen uniek met haar actief pluralistische visie en mag daar trots op zijn. Maar wanneer dit project in de praktijk niet voldoende uitgevoerd wordt, komt haar geloofwaardigheid sterk in het gedrang. Er is ongetwijfeld veel goede wil vanuit de UA, maar een stille ruimte en een levensbeschouwelijk vak volstaan niet om het actief pluralisme een zinvolle invulling te geven. In de beginselverklaring van het actief pluralisme aan de Universiteit Antwerpen staat onder meer te lezen: “Het is uitdrukkelijk de bedoeling van de UA om zich niet te binden aan één bepaalde levensbeschouwelijke overtuiging, maar tegelijk wil de universiteit een plaats zijn waar mensen met verschillende levensbeschouwingen zich thuis kunnen voelen.” Door enkel een pastorale en een vrijzinnige dienst in te richten realiseert de UA deze doelstelling niet. Budgettaire moeilijkheden zouden daarvoor geen belemmering mogen zijn; bovendien er zijn voldoende alternatieven denkbaar.

 

 

Lees ook de reactie van rector Alain Verschoren.



13/09/2009
🖋: 

‘Michael Jordan’ van Superlijm. Ontzettend grappig, en iedereen is toch gewoon fan van Michael Jordan. (Floris Geerts)
http://www.youtube.com/watch?v=QlrUkyO2A6M

‘Ain’t talkin’ ’bout Dub' van Apollo 440. Een poetsplaat bij uitstek! (Lieselotte Joppen)

http://www.youtube.com/watch?v=Ahrpa_PqZrk

‘Taxidream’ van The Bony King of Nowhere. Daarom. (Frie Vandemeulebroucke)

http://www.youtube.com/watch?v=MljS0yf3dJ4

‘Nowhere To Go’ van Absynthe Minded. Maar momenteel moet ik ook nergens naartoe. (Folker Debusscher)

http://www.youtube.com/watch?v=N4kAtS2dz2Y

‘Sé Lest’ van Sigur Rós. Zeker wél somewhere to go: IJsland. (Sarah Van Hoof)

http://www.youtube.com/watch?v=BxRDnFAn1VM

‘Summer’s Here’ van Magnus. Omdat ik de zomer nog niet meteen wil achterlaten... (Tijl De Bock)

http://www.youtube.com/watch?v=dTiR4zZohl8

‘One’ van U2. Want ik was in de overtuiging dat ik dit nummer op een huwelijksmis ging zingen, tot het koppel uit elkaar ging... (Celien Joppen)

http://www.youtube.com/watch?v=xnXQS6oetQk&feature=fvst

‘Intro’ van The xx. Vreemde titel, maar werkelijk een mooi begin. (Tom Vingerhoets)

http://www.youtube.com/watch?v=L73OLaG4_kA

‘Love Affair’ van Lady Linn & Her Magnificent Seven. Want ... ik vind het schoon. (Sarah Schrauwen)

http://www.youtube.com/watch?v=s2m2rUMQnlY



Over onderwijs
13/09/2009
🖋: 

Minister van Onderwijs roept afgestudeerden op werk te maken van solidaire samenleving

Tijdens een proclamatie aan de Katholieke Hogeschool Leuven heeft de kersverse Vlaams Onderwijsminister Pascal Smet de 200-tal afgestudeerde professionele bachelors opgeroepen om mee werk te maken van een solidaire samenleving.

“Waar jullie ook terecht komen, elk van jullie kan er mee voor zorgen dat de kinderen die over 10 of 15 jaar aan deze opleidingen beginnen en ze ook afmaken, een spiegel zijn van onze samenleving. Een onderwijs dat, ook ongewild, kansengroepen uitsluit brengt immers zijn eigen toekomst in gevaar. Een open Vlaanderen staat of valt met een open middenklasse”, aldus Smet.

Voor een gelukkig huwelijk slaap je beter apart

Koppels die een gelukkig huwelijk ambiëren, slapen beter apart. Dat is het advies van de Britse slaapexpert Neil Stanley van de universiteit van Surrey. Niet zozeer omdat het de (seksuele) sleur kan doorbreken, maar vooral omdat het de kans op slaaptekort verkleint. “Met twee slaap je sowieso slechter en minder diep”, zegt hij. “Wie samen slaapt, bouwt vaak een enorme slaapschuld op, wat het risico op hartziekten, depressie en scheiding drastisch vergroot.” Vlaamse specialisten bevestigen voorzichtig.

Een diploma hoger onderwijs levert slechts 89 euro extra per maand op

Met een diploma van de hogeschool of universiteit, krijg je in België doorheen je loopbaan gemiddeld een extra netto inkomen van 42.839 euro in vergelijking met een werknemer met enkel een diploma secundair. Dat blijkt uit de nieuwste editie van ‘Education at a Glance’, het jaarlijkse naslagwerk van de OESO.

Een man met een diploma hoger onderwijs kan zich, verspreid over heel zijn carrière, verwachten aan een bijkomend brutoloon van 143.178 euro. Voor een vrouw is dat 119.076 euro. Rekening houdend met de gemaakte studiekosten en de ‘verloren’ inkomsten door het later starten op de arbeidsmarkt, evenals de meerkost van een hogere belastingsschaal en de sociale zekerheid, daalt de winst, berekend op een carrière van veertig jaar slechts netto 89 euro per maand.

Tussentaal in Vlaamse fictiereeksen niets nieuws

Er komen heel wat reacties op het gebruik van tussentaal in de Vlaamse fictiereeksen ‘Los Zand’ en ‘Code 37’. Realistisch volgens voorstanders, ze werken de taalverloedering in de hand volgens tegenstanders.
Op dit ogenblik werkt Sarah Van Hoof aan de Universiteit Antwerpen, onder toezicht van Jürgen Jaspers, aan een doctoraat over het taalgebruik in programma’s van de VRT. “Er is weinig veranderd tegenover vroeger. Het verhaal dat ABN vroeger de voertaal was in fictieseries van de BRT klopt niet. Ja, er waren de prestigieuze series die in het Algemeen Nederlands werden opgenomen. Maar in het merendeel van de reeksen werd dialect en soms ook tussentaal gesproken. Ook toen al was er een spanning tussen het streven van de BRT om het AN te verspreiden en de vereiste van herkenbaarheid en realisme in fictie. En ook toen werden brieven geschreven naar de BRT om te klagen over het taalgebruik in fictiereeksen.”

Tweede taal heeft directe impact op lezen in moedertaal

Mensen kunnen niet in hun moedertaal lezen zonder dat hun kennis van een tweede taal daarin meespeelt. Dat blijkt uit een onderzoek van de UGent. Omdat woorden uit een tweede taal zelden binnendringen bij het lezen of spreken in de moedertaal, gingen wetenschappers ervan uit dat het menselijke brein erin slaagt om irrelevante talen eenvoudigweg uit te
schakelen. Een onderzoek van de vakgroep Experimentele Psychologie aan de UGent heeft echter het tegendeel bewezen.

De Gentse onderzoekers hebben aangetoond dat er een constante
interactie plaatsvindt tussen de verschillende talen. Als woorden in ons geheugen beschikbaar zijn in verschillende talen, dan zal de activering van die woorden gemakkelijker verlopen. De tweede taal heeft dus een directe impact op het lezen, zelfs als de leestaal de moedertaal is, aldus de UGent.



Achterflap
13/09/2009
🖋: 

Van 10 tot 18 september trokken honderden eerstejaars naar domein De Hoge Rielen voor de vijfendertigste editie van de Verkenningsdagen. In drie dagen kreeg de nieuwe kroost van moeder UA een snelcursus student-zijn en ontmoette ze toekomstige aulagenoten in een vrolijke, ontspannen sfeer. De aftrap werd gegeven in het Hof van Liere met de intussen legendarische kennismakingsspelletjes. Horden enthousiaste hogerejaars namen de ietwat schuchtere nieuwelingen onder hun vleugels. Van sappige anekdoten over professoren tot onmisbare cantusterminologie, geen enkel aspect van het leven aan de UA bleef onbesproken. Klassiekers als het boombal zorgden voor het nodige samenhorigheidsgevoel en bijhorende paviljoenkreten. Het verse vlees van de UA zal het nieuwe academiejaar alvast met een flinke dosis zelfvertrouwen kunnen beginnen, reden waarom de Verkenningsdagen wellicht nooit aan hun laatste editie toe zullen zijn.



13/09/2009
🖋: 

‘The Boondocks’

In 2005 creëerde Aaron McGruder de tekenfilmserie ‘The Boondocks’, gebaseerd op zijn gelijknamige stripreeks. De twee seizoenen focussen op de tienjarige Huey Freeman, een kalme intellectueel die blijft strijden voor ‘the black cause’ – en de oosterse gevechtskunsten beheerst – zijn jongere broer Riley, gangsta rapper en wandelend stereotype, en hun grootvader Robert, die met zijn twee kleinkinderen in een overwegend blanke buitenwijk is gaan wonen in de ijdele hoop een rustige oude dag te hebben. Met intelligentie en zonder de controverse te schuwen (noch het woord ‘nigger’, ‘nigga’, of welke variant dan ook) behandelt 'The Boondocks' de situatie van zwarten in de VS. Nooit prekerig of moraliserend en met een hele rits bekende gastacteurs is ‘The Boondocks’ een heerlijke reeks die op z'n minst een bezoekje aan YouTube waard is. Zoektermen: ‘boondocks’ met ‘intro’, ‘iraq’ of ‘fight’.

 

‘A Song of Ice and Fire’

Fantasy heeft, meer nog dan science fiction, moeilijkheden om geaccepteerd te worden door de mainstream. Dit komt voor een deel door ‘Lord of the Rings’, dat gedoodverfde typevoorbeeld dat, hoewel episch en groots, altijd klinisch en afstandelijk blijft. Dan liever ‘A Song of Ice and Fire’ van de Amerikaan George R.R. Martin. Deze reeks, die uiteindelijk zeven boeken zal beslaan, speelt zich af in een wereld met uitgestorven draken, machtsgeile eunuchen en morele tinten die het hele kleurenspectrum beslaan. Hoeren en koningen, incestueuze relaties en kindermoord, voor ieder wat wils. En als je het lezen verleerd bent, kan je altijd nog wachten op de televisie adaptatie die Martin momenteel, samen met HBO, aan het creëren is.



12/09/2009
🖋: 
Auteur

Na drie maanden van zon, zee en zinderende zomerhitte is het tijd voor een verfrissende duik in het Antwerpse cultuurbad. Het nieuwe seizoen staat voor de deur en het aanbod is groter dan ooit. Totaal overspoeld door deze stroom aan activiteiten? dwars zet enkele tips voor je op een rijtje.

24/09 t.e.m. 17/10 Toneelhuis | ‘Onder de vulkaan’ van Guy Cassiers

We beginnen het nieuwe schooljaar goed met een stukje kwaliteitstheater in de Antwerpse Bourla. Guy Cassiers waagde zich ditmaal aan een theaterbewerking van de roman ‘Onder de Vulkaan’ van Malcolm Lowry. Een verhaal over hallucinatie, dronkenschap, liefde en haat in een Mexicaans stadje op de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. De tekst werd geschreven door Josse De Pauw, die tevens één van de hoofdrollen voor zijn rekening neemt.

 

Hele maand Muhka | ‘Textiles’

Het Muhka opent haar deuren dit jaar met de tentoonstelling ‘Textiles’, waarin kunst en sociaal engagement letterlijk met elkaar worden verweven. Gebaseerd op het werk van de Braziliaanse kunstenaar Hélio Oiticica, laat men hier het textiel spreken. Stoffen in allerlei soorten, kleuren, maten en toepassingen die hun eigen verhaal vertellen.

 

07/10 Cartoons | ‘De Helaasheid der dingen’

Deze film was reeds een succes op het internationale filmfestival van Cannes en is dit najaar in de Belgische bioscopen te zien. De verfilming van de gelijknamige roman van Dimitri Verhulst is de derde bioscoopfilm van regisseur Felix van Groeningen, en is een mix van humor, hilariteit, tragiek en plaatsvervangende schaamte.

 

13/10 Studentenrestaurant Het Atrium (CMI) | La Femme Belge

In het kader van Campus Cultuur treedt La Femme Belge om half één op in Het Atrium. Dit kwintet - een viool, een contrabas, wat gitaren, een cajón als slagwerk en een stem - zal uw eten met swing en blues begeleiden op de wonderlijke reis doorheen uw spijsverteringsstelsel.

 

14/10 t.e.m 24/10 Diverse locaties | Amperdans 4

Vier Antwerpse danspodia sloegen dit jaar de handen in elkaar voor een tiendaags internationaal dansfestival. Op diverse locaties in de stad zijn de meest uiteenlopende dansvoorstellingen te bekijken. Van klassiek tot breakdance en van tango tot jazzballet. Zie voor meer informatie de officiële festivalsite: www.amperdans.eu

 

Vanaf 16/10 Diverse locaties | Stocksales Belgian Designers

Traditiegetrouw is het in de laatste twee weken van oktober weer tijd voor de jaarlijkse stocksales. Grote namen als Dries van Noten, Ann Demeulemeester en Stephan Scheinder verkopen hun kleding, schoenen en stoffen tegen betaalbare prijzen. De officiële data en locaties zijn nog niet bekend. Houd de website van het Flanders Fashion Institute de komende weken goed in de gaten: www.ffi.be.

 

18/10 De Coninckplein | Boekenmarkt

Iedere derde zondag van de maand kun je op het De Conickplein terecht voor een tweedehands boekenmarkt. Deze gezellige zondagmiddag activiteit biedt naast een hele hoop boeken ook plaats voor een hapje, een drankje en optredens van diverse artiesten. Dit is tevens de laatste boekenmarkt van dit jaar, daarna is het weer een hele winter wachten.

 

22/10 Trix | TrixTrax

Ook dit jaar biedt Trix je weer een reeks gratis concerten, waarbij het ditmaal groots wordt aangepakt. Naast muzikaal talent van eigen bodem, zijn er ook diverse internationale bands te horen. Voor de komende maand staan de Belgische bands De Portables en Star Club West op het programma, vergezeld door de Afghaanse groep Shash Shash Shash.



Een oproep aan de Stadscampus
12/09/2009
🖋: 

Wist je dat slechts drie op honderd Amerikanen geregeld bloed doneert? En dat zonder hen de gehele Amerikaanse bloedvoorraad binnen de 48 uur volledig op zou zijn? Dankzij stevig promotiewerk van het Rode Kruis staan de Belgische donatiecijfers nog niet in het rood, maar het kan beter. Véél beter.

Dat moet ook Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet gedacht hebben toen hij peter van de bloeddonorcampagne werd. Met Geena Lisa aan zijn zij gaat hij in het onderwijs op zoek naar nieuwe donoren. Op zijn lijstje met ‘te bereiken personen’ staan niet alleen leerkrachten en ouders, maar ook meerderjarige studenten. En terecht, want het werven van jonge donoren is essentieel om de slinkende bloedvoorraad op peil te houden.

 

Aesculapia achterna

Op de buitencampus hebben ze die boodschap al langer begrepen. Op 24 november organiseert studentenclub Aesculapia in samenwerking met het Rode Kruis opnieuw Bloedserieus. Honderden studenten zullen weer naar ‘t Kaf op Campus Drie Eiken afzakken om zich te laten prikken en aftappen voor het goede doel. Geweldig, maar niet goed genoeg. De studenten van de Stadscampus worden met deze actie amper bereikt. Veel is te wijten aan de strikte scheiding van de campussen. Dat maakt het promotie voeren niet eenvoudig. Daarom zou het wenselijk zijn als de Stadscampus een voorbeeld neemt aan dit prachtige initiatief van Aesculapia en in het voorjaar bijvoorbeeld zelf ook een Bloedserieus organiseert. Met donatiecampagnes op beide campussen heeft de Antwerpse student geen excuus meer om niet aanwezig te zijn.

 

Waarom ook jij doneren moet

Bloed geven doet leven. De slogan van het Rode Kruis is kort, krachtig en meer dan waar. “Elke dag hebben mensen jouw bloed, plasma of bloedplaatjes nodig”, benadrukt Geert van Aken van het Rode Kruis, “Na een verkeersongeval, tijdens een bevalling, bij een chemokuur, etc.” Met één zakje bloed red je zelfs meer dan één leven: niet alleen worden de rode bloedcellen en bloedplaatjes toegediend aan patiënten met een bloedtekort, maar ook worden uit het plasma antistoffen gefilterd waarmee dan medicijnen worden gemaakt. Je gedoneerde bloed wordt bovendien getest op de aanwezigheid van virussen zoals HIV en syfilis, je bloedgroep, je ijzergehalte en de hoeveelheid witte en rode bloedcellen wordt nagekeken. Als er iets mis is, verwittigt het Rode Kruis je meteen. Handig toch, zo’n gratis medische check up?

 

Praktische handleiding voor stadsclubs met een groot hart

Het Rode Kruis kan nog steeds nieuwe initiatieven gebruiken. Er is immers nog veel potentieel jong bloed. “Enthousiaste studentenclubs kunnen heel eenvoudig bloedinzamelingsacties organiseren”, vertelt Van Aken, “Je surft gewoon naar de website, vult het formulier in en het Rode Kruis komt naar je toe.” Laat je zeker niet afschrikken door de kosten van bijvoorbeeld promotiemateriaal. Hiervoor zorgt het Rode Kruis. “De studentenclubs kunnen zelf hun pamfletten ontwerpen, die wij dan drukken.” Kortom: geen reden meer om Bloedserieus niet op de Stadscampus te organiseren!

 

Staat 24 november al helemaal vol gepland in je agenda? Niet erg, op 13 november 2009 strijkt het Rode Kruisteam neer in de Stadsschouwburg. Je kan ook elke dag terecht in het bloedtransfusiecentrum in Edegem of op de website van het Rode Kruis voor de data van bloedinzamelingen bij jou in de buurt.



dwars door Europa
12/09/2009
🖋: 

Maarten, Willem en ik drinken koffie met uitzicht op de Antwerpse ochtendspits. Voor ons in het gras ligt Europa opengevouwen. De warmte doet de lucht trillen. Wat propere kleren en drie slaapzakken zijn al wat we bij hebben en enkel de terugvlucht ligt vast. Elke maand ga ik op reis. Deze maand lift ik naar Boedapest.

Dresden

Op de achterbank van de wagen van dokter Jef en zijn vrouw Mart kaarten we wat. Dit is onze derde lift. Een geluksrit, zo blijkt, want we kunnen meerijden tot in Dresden. Dat is bijna tot in Tsjechië. Gedurende zeven uur en zevenhonderd kilometer vallen onze reis en die van het dertig jaar oudere koppel samen. Dokter Jef en Mart luisteren de hele weg zwijgend naar klassieke muziek. Het Duitse landschap raast voorbij. Maarten is ervan overtuigd dat hij hertjes langs de weg zal zien.

 

Dresden is een verrassing. ’s Ochtends beslisten we pas in deze richting te liften en nu kijken we van op de oude stadsmuren hoe de Elbe en het prachtige, historische centrum in het roze van een ondergaande zon baden. In een biologisch café nabij de Frauenkirche vertelt dienster Paula ons waar we de studentenbuurt vinden. Nu ze ons toch aan het helpen is, biedt ze ook een slaapplek aan. Bij het afrekenen vraag ik haar: “Does the offer still stand?” “For my bed?” vraagt zij terug. Na een avondje in de Alaunstraße drinken we nog wat in Paula's kamer. Aan de muur hangt een landkaart met enkel de westelijke helft van Frankrijk op. “I don’t like the other half”, verklaart onze gastvrouw. In september gaat ze een half jaar in Rennes studeren.

 

Praag

Met Ronny, die goedkoop bier en sigaretten in wil slaan, rijden we over kleine Saksische weggetjes Tsjechië binnen. Elk minuscuul dorpje dat we nu passeren is een Vietnamese kolonie van kramen met lederen jassen, autovelgen en kitscherig tuinmeubilair. Nadat Ronny ter afscheid de hand van zijn vaste winkelier heeft geschud, brengt hij ons naar een grimmig tankstation in een stukje niemandsland. Op weg daarheen wijst hij ons op de vrouwen die her en der tussen de bomen staan. Voor dertig euro mag je alles doen.

 

Op het Oudestadsplein in het centrum van Praag ontkurken we te midden van honderden toeristen enkele Stella’s. Dit deel van de stad is zo pittoresk dat het vals lijkt. Disneyland voor volwassenen, inclusief videobewaking. Tijdens het halve uur dat we op het plein zitten, loopt wel vijf keer iemand onopvallend voorbij die achteloos “Hasj?” mompelt.

 

Hoewel de avond nog jong is, blijft in het centrum maar één bar open: een rokerige kelder met slechte rockmuziek. Al snel komt een Nederlands meisje bij onze tafel staan. Ze heet Sylvia en ze is behoorlijk dronken. Ook Boy en zijn dertienjarige broer Joerie komen erbij zitten. De Nederlandse broers zijn hier al een week. Morgen wil Boy zijn broertje meenemen naar een stripclub. Met de Fransman Martin spreken we af dat hij in Antwerpen kan logeren wanneer hij binnenkort vanuit Scandinavië weer naar huis reist.

 

Na de nacht te hebben doorgebracht op het mooi aangelegde grasveldje van een winkelcentrum net buiten Praag, rijden we met Karel, een projectontwikkelaar, naar de Tsjechisch-Oostenrijkse grens. ’s Middags zet hij ons in Jihlava af aan een verlopen kantoorgebouwtje met op de hoek een café. Terwijl hij twintig minuten het stadje intrekt, drinken wij op zijn kosten Ježek, het lokale bier. Bij zijn terugkeer praten we over de voetbalclubs Slavia en Sparta Praag en over de Tsjechische schrijvers Kafka, Hašek en Kundera. Toen het communistische regime viel, vertelt Karel, zat hij in zijn derde jaar geneeskunde. Hij maakte de studie niet af omdat er zoveel nieuwe mogelijkheden ontstonden. Niets doet vermoeden dat hij die ten volle heeft benut.

 

Wenen

Na een tijdje liften voor de neus van norse douanebeambten, rijden we met Robert en Martin mee naar Wenen. De hele rit vertelt Robert moppen of vertaalt hij voor Martin de onze.

 

In Chelsea, een Weense bar die ’s avonds in een club verandert, geven we onze rugzakken in bewaring aan de barvrouw. Alvorens we ons overgeven aan de nacht, gaan we op zoek naar eten. Na enkele dürüms overvalt de vermoeidheid van drie dagen reizen ons. Wodka blijkt de oplossing.

 

Het is één uur ’s middags. Net als in Praag waren onze rugzakken vannacht ons huis. Stijlvol ontbijten we met croissants en bier op de parking van een supermarkt een eindje buiten de stad. Willem maakt er een sport van om onschuldige voorbijgangers een fototoestel aan te reiken met de vraag: “Do you want to take our picture?” Alsof we een gezinnetje zijn dat voor Schloss Schönbrunn poseert.

 

Nadat we ingezeept in de Donau hebben gezwommen, gaan we weer de stad in. Wenen loopt vol met mensen die blauwe badges dragen. Ik vraag op de U-bahn aan één van hen wat die badges betekenen. “We are all here for a conference”, verklaart een meisje. Wat voor een bijeenkomst, wil ik weten. “A conference of thirty-six thousand Jehova’s Witnesses.

 

Na het avondeten op de Universität Wien trekken we met een dozijn Ottakringers naar het Museum Quartier. Op dit grote plein, waar Weense jongeren op warme avonden een botellón houden, ontmoeten we Mustapha. Mustapha is een Turkse Zwitser die hier in een ziekenhuis stage loopt. De dokter in wording biedt Zwitserse sigaretten aan. Wij geven hem Oostenrijks bier.

 

Terwijl Maarten en ik bij Mustapha thuis Playstation spelen en perzikentaart eten, valt Willem in slaap in een bureaustoel. Op zijn voorhoofd tekenen we een prachtige penis. Ik ontwaak de volgende ochtend met exemplaren in de nek, op de wang en het voorhoofd.

 

Om vijf uur in de middag hebben we nog steeds geen goede oprit richting Boedapest gevonden. Op enkele middelvingers na krijgen we weinig reactie op onze kartonnen bordjes. De verveling dreigt toe te slaan, tot een Oostenrijkse vriendin via sms laat weten dat we het appartement van een vriend mogen gebruiken. Het is acht uur wanneer we op Stephanplatz de sleutel ophalen. Nog eens vijftien minuten later gooien we de voordeur van ons appartement open. In de hal hangen zeven klokken die perfect op elkaar staan afgesteld. In elke kamer liggen één matras en een hoop kunstboeken op de grond. We vinden een muziekzender op de televisie, steken een kaars aan en openen enkele Ottakringers. Home sweet home.

 

Boedapest

Het heeft uren geduurd, maar eindelijk laten we Wenen achter ons. Vitalic, een informaticus uit de Oekraïne in een oude BMW M3, wil ons uit sympathie naar het laatste Oostenrijkse tankstation op de autosnelweg richting Hongarije brengen.

 

De zon is volledig achter de horizon verdwenen. Er staat een sterke wind en een onweer hangt in de lucht. Het lijkt alsof elke auto die voorbijrijdt vol zit met Roemeense families of met Nederlanders op weg naar het Szigetfestival. Met de meeste festivalgangers verbroederen we. Ze spreken ons moed in en bieden iets te drinken aan. Ze vertellen over drugscontroles uitgevoerd door de Duitse politie. Wie betrapt wordt, moet voorover buigen voor een intieme controle.

 

De volgende ochtend trek ik mijn felgele regenjas aan en wandel ik met een groot bord met ‘Budapest’ op de oprit naar het tankstation af. Nog zesentwintig uur alvorens we op de luchthaven moeten inchecken. Ik steek het bord de lucht in. De auto’s razen mij voorbij. Ik hoor niets meer. Of toch? Door de wind, de regen en het geruis van de snelweg heen roept Maarten mij. Ik draai mij om. “Wij gaan naar Boedapest!” “Wat?” “Wij gaan naar Boedapest!”

 

Aan de brug over de Donau waar onze Nederlandse chauffeurs ons afzetten, maken enkele meisjes foto’s met de stad op de achtergrond. Eén van hen is Willems vriendin. Zij zijn hier voor het Szigetfestival. Na een uitgebreide maaltijd nemen we weer afscheid van de meisjes. We wandelen over de brede lanen van de stad in de hoop op een gezellige buurt te botsen. We vinden een eerste barretje en later een tweede en een derde. Ze liggen allen verstopt op de binnenpleinen van woonblokken. Dat verborgen karakter veroorzaakt enige opwinding, want elke keer heb je het gevoel iets ontdekt te hebben. We ontdekken tot onze glazen leeg en onze Hongaarse munten op zijn.

 

Op het vliegveld slapen we nog enkele uren en frissen we ons op na twee nachten zonder bed of douche. In het vliegtuig overmant de melancholie me. Ons avontuur zit erop. “Hé, Maarten,” vraagt Willem, “heb je al hertjes gezien?”



11/09/2009

Antwerpen is bekend om haar accent, haar kathedraal en haar mode. Maar binnenkort komt er een vierde parameter in dit rijtje te staan: Antwerpen als studentenstad. Met zo’n 33.500 voltijdse studenten (ongeveer evenveel als Leuven), op een totaal van 470.000 inwoners, telt onze koekenstad ondertussen toch al mee, zeker als het van Antwerpen Studentenstad afhangt.

Antwerpen Studentenstad vzw werd in maart 2008 in het leven geroepen als een samenwerking tussen de Associatie van de Universiteit en Hogescholen Antwerpen (AUHA) en de stad Antwerpen, alsook het Antwerps Studentenoverleg. Hun doel: het promoten van Antwerpen als internationale studentenstad. Daarnaast houden ze zich ook bezig met voldoende en kwaliteitsvolle huisvesting, een uitgebreid en voordelig cultuuraanbod, goedkope vervoersmiddelen, etc. Om een goed idee te hebben van de situatie van de studenten en om op de hoogte te blijven van wat er leeft onder ons, zette Antwerpen Studentenstad met haar partners een grootschalige enquête op die een maand lang op hun website ingevuld kon worden. Op dinsdag 8 september werden de resultaten aan de pers bekend gemaakt door schepen van Onderwijs Robert Voorhamme en coördinator Veerle Desimpelaere.

 

Maar liefst 2.162 studenten vulden de enquête in, dat is zo’n 7,2% van de totale studentenpopulatie. Opmerkelijk is dat een overgroot aantal van de invullers vrouwen waren (65%). De populairste studierichtingen onder studentes zijn de psychologische en pedagogische wetenschappen (16,5%); bij de (mannelijke) studenten neigt dit eerder naar de industriële wetenschappen en technologie (14,2%) en (toegepaste) economie (14%). Voorts zijn 87,6% van de respondenten van mening dat de in Antwerpen te volgen opleidingen (83, alles samen) van hoge kwaliteit zijn. Slechts een derde van de studenten gaat op kot, ongetwijfeld voor een deel te wijten aan het feit dat 80% van de studenten in Antwerpen uit de provincie zelf komt, en ruim een vierde in de stad woont. De belangrijkste reden om niet op kot te gaan is dan ook dat de school zich te dicht bij huis bevindt (43,7%).

 

28,4% van de afgestudeerden die in Antwerpen op kot hebben gezeten, wonen nu nog steeds in Antwerpen. Goede carrièremogelijkheden en goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer worden als belangrijkste redenen opgegeven. Een kwart van de respondenten gaf hun binding met de stad aan als belangrijkste reden om te blijven ‘plakken’, en 10,4% zei te blijven vanwege vrienden en kennissen in de stad.

 

Er zijn echter ook minder gunstige aspecten aan wonen in Antwerpen: een derde van de ondervraagden vindt dat er te weinig groen is in de stad, en een iets kleiner aandeel vindt het lastig om een geschikte woonruimte te vinden in de stad. Niettemin zegt bijna de helft van de respondenten die momenteel nog studeren dat ze zullen blijven wonen in Antwerpen.

 

Praten, feesten en slapen

Antwerpen Studentenstad staat achter een aantal gekende en studentikoze activiteiten. Bijna iedereen (97,1%) kent StuDay, 86,4% kent cultuurcheques (terwijl er maar 30,3% aan deelneemt) en 76,1% kent sportcheques (terwijl er maar 23,3% aan deelneemt). Iets meer dan de helft van de studenten kent Fietshaven en een mooie 88% geeft aan dat Antwerpen voldoende initiatieven aanbiedt aan studenten.

 

Ook dit jaar zal het academiejaar geopend worden met StuDay, op donderdag 24 september – kom gerust eens langs op de dwarsstand. Daarnaast organiseert Antwerpen Studentenstad op het einde van het jaar Adream, het afstudeerfeest (vorig jaar in de Stadsfeestzaal). Er zijn dit jaar opnieuw cultuur- en sportcheques te verkrijgen en ook wordt het aantal studentenfietsen verdubbeld (momenteel zijn er 800 à 900 fietsen verkrijgbaar). Ook Midnightswim, Antartik, Student Run en de Lentepoets staan terug op de agenda.

 

Opvallend is dat het Studentenoverleg maar door 11,8% van de respondenten gekend is, terwijl ze zelf aangeven dat ze niet voldoende inspraak hebben in het studentenbeleid van de stad Antwerpen (20,3%).

 

Het grote tekort aan koten, dat de meeste studentensteden plaagt, willen ze wegwerken door één grote database op te starten waar alle koten in Antwerpen op te vinden zouden zijn. Momenteel zijn er nog veel koten in de privé niet geregistreerd en dus ook niet getest op kwaliteit. Antwerpen Studentenstad kan je voorlopig vinden in het Huis van de Student (Sint-Jacobsmarkt 5). Het definitieve gebouw zou later in de Kleine Kauwenberg komen.



Interview met klimaatopwarmer Mark Lynas
11/09/2009
🖋: 

Uit het oog, uit het hart, en geen nieuws is goed nieuws. Volgens die twee principes was ik er min of meer van uitgegaan dat de opwarming van de aarde ondertussen wel opgelost zou zijn. Maar zoals de Nederlanders zeggen (binnenkort écht van onder de zeespiegel): helaas, pindakaas. De Britse geschiedkundige, politicoloog en journalist Mark Lynas bracht in 2007 het boek ‘Six Degrees’ uit, waarin hij een beeld schetst van een wereld die gemiddeld één tot zes graden warmer is. Jammer genoeg zijn dit geen scenario's met meer korte rokjes en blote torso's, maar grimmige beelden van een onafwendbare toekomst. Nu het boek in het Nederlands is vertaald (‘Zes graden’), gingen we eens polsen of we er nog altijd zo slecht voorstaan, en of er op die twee jaar tijd niets wezenlijks veranderd is.

Mark Lynas De Nederlandse versie is geüpdatet, dus die zou nog actueel moeten zijn. Maar er is in die tijd inderdaad veel veranderd: het is veel erger geworden. Je moet het wel op lange termijn bekijken. In 2000 heb ik mijn eerste boek uitgebracht en sindsdien ben ik zowat voltijds met de problematiek bezig. Pas in de laatste drie jaar, waarschijnlijk sinds ‘An Inconvenient Truth’, is dit echt een internationaal politiek punt geworden. Je kan op drie jaar geen grote ommekeer verwachten, zoals in december in Kopenhagen (op de klimaattop van de VN, nvdr.) zou moeten gebeuren. Maar dan blijkt dat de uitstoot hoger ligt dan het worst case scenario, en dat de impact op het Zuidpoolijs en op allerlei ecologische systemen erger is dan ik had kunnen vermoeden toen ik ermee begon. Het is moeilijk te zien hoe de mensheid dit min of meer heelhuids kan overleven. Ik vind geen enkele wetenschapper die verwacht uit te komen op een gemiddelde stijging van één of twee graden; iedereen verwacht drie of vier, of misschien wel meer.

 

En dat is niet goed voor ons?

Lynas Absoluut niet! Uiteindelijk zouden we een planeet hebben zonder ijskappen, amper regenwouden, zowat geen koraalriffen en volledig andere klimaatzones, waar mensen het niet gewoon zijn om te leven en de meeste andere soorten zich niet aan kunnen aanpassen. Het zou een zeer dorre planeet zijn, met amper nog iets van haar oorspronkelijke biodiversiteit en zonder de mogelijkheid om een bevolkingsaantal te ondersteunen dat we gewend zijn. Maar natuurlijk, de toekomst is nog veraf en moeilijk te voorspellen. Dit is slechts het doek waarop de geschiedenis geschilderd zal worden.

 

Maar we komen wel steeds dichter bij het omslagpunt, waarbij er geen terugweg meer is?

Lynas Een omslagpunt is geen plotse ramp, geen catharsis waarin de wereld ten onder gaat. Dat zou bijna een verademing zijn, omdat we dan tenminste zouden weten waar we mee te maken hebben. Nu zitten we nog in het ‘schemeroorlogsstadium’, waarbij er dingen gebeuren, maar de meeste mensen hun leven perfect normaal leiden. En waarom ook niet? Het leven zal waarschijnlijk altijd ‘normaal’ zijn, alleen zal dat ‘normaal’ voortdurend veranderen. Mensen hebben nu eenmaal een kort geheugen. We passen ons aan, we verhuizen of we sterven, dat is voor de helft van onze bevolking al normaal.

 

Homo pyrolis

Probeert u met uw boek de mensen via angst tot actie te brengen?

Lynas Ik schets zo'n hard beeld omdat ik een onverbeterlijke optimist ben. Ik denk echt niet dat dit gaat gebeuren. (lacht) Ik ben een vat vol tegenstellingen. Mijn mensbeeld is deprimerend. Ik denk dat mensen, over het algemeen, egoïstisch en hebzuchtig zijn. Daarom ben ik niet meer politiek links, omdat ik niet vind dat mensen het verdienen om in een linkse maatschappij te leven. Maar als men mij vraagt waarom ik kinderen heb, als dit mijn toekomstvisie is, antwoord ik ‘wat als ik kinderen had in 1895 en ze zouden allemaal sterven in de Eerste Wereldoorlog?’ Wel, mannelijke kinderen, alleszins. Maar is dat erger dan nu kinderen te hebben? Ja, veel erger, in feite. Het gaat ook niet noodzakelijk over een globaal conflict waarbij miljoenen redeloos sterven op een slagveld. Het zal veel expansiever en onvoorspelbaarder zijn.

 

Een maatschappij met een ecologische basis zal op één of andere manier moeten onstaan. Klimaatsverandering is daar een goed vertrekpunt voor.

 

We zouden daarvoor best supranationaal ingrijpen kunnen gebruiken.

Lynas Uiteraard, dat zou in Kopenhagen moeten gebeuren. Iedereen met een beetje intelligentie – dus uiteraard niet de Republikeinse partij in the VS – realiseert zich dat de enige oplossing er één is die het merendeel van de mensheid betrekt, wat enkel maar kan gebeuren bij zulke grote internationale onderhandelingen. Dat is geen geheim, dat is wat het zo onhandelbaar maakt, dat dit een politiek probleem is. Maar het zit dieper. De menselijke maatschappij zoals wij die kennen is mee gevormd door het grootschalige gebruik van fossiele brandstoffen en zonder zouden we niet in een beschaafde, geïndustrialiseerde wereld leven. Doorheen de geschiedenis kan je de brede trend zien die ons tot dit punt heeft gebracht. De mensheid is bijna volledig bepaald door het gebruik van vuur. Ik noem ons de vuuraap, homo pyrolis, eerder dan de denkende aap, homo sapiens. We hebben ons voedsel leren koken, met als gevolg stompe tanden, een smalle buikomtrek en zwakke kaken. Ook onze voornaamste energiebron is, al honderdduizend jaar lang, vuur en verbranding. De ontdekking van de gigantische voorraden fossiele brandstoffen heeft verbranding kunnen doen plaatsvinden op een gigantische, geologisch ongeziene schaal. En die factor een halt toe roepen op korte tijd wordt een gigantisch probleem.

 

Is het überhaupt nog mogelijk om catastrofale veranderingen af te wenden?

Lynas Een simpel technologisch alternatief is niet voldoende, hoewel het wel een deel van de oplossing is. Maar het vereist een andere vorm van politieke organisatie. Dit wordt volgens mij de grote kloof in de politiek van de 21ste eeuw. In de vorige eeuw ging het over de verdeling van grondstroffen tussen verschillende groepen mensen, zoals het socialisme-versus-kapitalisme debat. Nu wordt het de verdeling van de grondstoffen tussen de mensen en de rest van de ecologie van onze planeet. En ik denk dat men nog maar pas beseft dat dit een belangrijk punt is. De meeste politieke partijen vatten het alleszins niet.

 

Veel mensen blijven de klimaatsverandering ook consequent ontkennen.

Lynas Klimaatsveranderingsontkenning is een socio-politiek fenomeen, zoals creationisme tegenover de evolutietheorie. En het belangrijkste inzicht bij creationisme is dat het geen wetenschappelijk debat is, uiteraard, maar een marketingstrategie voor het publiek, door religieuze mensen die de basisprincipes van de biologie niet kunnen accepteren. Klimaatsveranderingsontkenning is iets gelijkaardigs. Onder wetenschappers bestaat er geen debat over. Er zijn echter mensen die niet kunnen accepteren dat we fossiele brandstoffen achter ons moeten laten. In veel gevallen is dit verbonden aan het idee dat we onze economieën er mee zullen vernietigen. Omdat de economische gevolgen onaanvaardbaar zijn, bestaat klimaatsverandering niet. En deze mensen zijn succesvol geweest: ze hebben de wereld vijftien jaar vertraagd. Het gaat dan voornamelijk over politiek rechts in de Verenigde Staten, dat ideologisch geïnvesteerd is in hun nogal extreme vorm van de vrij markt, maar ook economisch in het gebruik van fossiele brandstoffen.

 

Ik denk dat een planetair bewustzijn nooit echt wortel kan schieten, omdat we in stamverbanden blijven denken.

 

Moet de Westerse wereld harder werken aan de verandering die zij voor het grootste deel heeft gecreëerd?

Lynas Het Westen heeft een moeilijke parcours af te leggen, omdat heel onze maatschappijen gestructureerd zijn rond het massale gebruik van fossiele brandstoffen. Kijk naar de VS. Hoe ga je Los Angeles van koolstofdioxide bevrijden? De stad berust volledig op het gebruik van de auto, in de manier waarop de gebouwen gebouwd zijn en hun verhouding tot elkaar. In Kenia, daarentegen, is het energieverbruik veel lager en is er een properder ontwikkelingspad mogelijk. Het gelijkheidsdebat heeft ons eigenlijk veel te lang tegengehouden. De planeet geeft op geen enkele manier om gelijkheid. Het is enkel belangrijk omdat een overeenkomst die niet als rechtvaardig gezien wordt niet zal werken. Maar mensen willen geen uitstoot, mensen willen energie, dus moeten we hun noden zien te vervullen zonder de uitstoot. Daarvoor moet eerst het politiek bestel bijdraaien, dan kunnen we de economie veranderen en de technologie volgt dan wel.

 

Klimaatsverandering is echter maar een deel van een groter probleem. We moeten ook kijken naar bijvoorbeeld zoet water, de biodiversiteit of het stikstofgehalte van de oceanen, alledrie al kritisch op een globaal niveau. Stel dat je de hele Sahara volzet met zonnepanelen en nog duizend nieuwe kerncentrales neerpoot. Je zou waarschijnlijk klimaatsverandering kunnen oplossen, maar dat zou niets veranderen aan het gebruik van stikstof in de landbouw, of aan de verdwijnende biodiversiteit. Een maatschappij met een ecologische basis zal op één of andere manier moeten onstaan. Klimaatsverandering is daar een goed vertrekpunt voor.

 

Dynamische krachten

Zou ruimtekolonisatie een mogelijkheid zijn om de druk op onze planeet te verlichten?

Lynas Iedereen die wil mag van mij naar Venus verhuizen. (lacht) Ik ben zeer geïnteresseerd in andere planeten en in astrobiologie, omdat het ons zo veel kan leren. Op aarde hebben we een atmosfeer met een specifiek chemisch evenwicht, dat enkel het gevolg kan zijn van de dynamische krachten van leven. Dan kijk je naar Mars, een dode planeet omdat het een te zwak broeikaseffect heeft, en naar Venus, een dode planeet omdat het een te sterk broeikaseffect heeft, en dan zie je dat de Aarde best een goeie plaats is om te leven. Maar ik denk dat een planetair bewustzijn nooit echt wortel kan schieten, omdat we in stamverbanden blijven denken, of het nu om een voetbalploeg, een familie, een land of een stad gaat. We zijn zeer goed in het haten van en vechten met elkaar. Om daadwerkelijk op het niveau van de soort te denken, laat staan als soort tussen andere soorten, is een grote uitdaging.

 

De menselijke maatschappij is mee gevormd door het grootschalige gebruik van fossiele brandstoffen en zonder zouden we niet in een beschaafde, geïndustrialiseerde wereld leven.

 

Dus eigenlijk is er niet veel kans om een worst case scenario te vermijden?

Lynas Het CO2-niveau is al te hoog, dus we zouden de uitstoot moeten stoppen en CO2 uit de atmosfeer verwijderen. Dit duurt langer dan een jaar, of een decenium, misschien zelfs langer dan een eeuw. Maar het duurt ook lang voor de natuurlijke processen zich voltrekken. Het zal tussen de drie- en de vijfhonderd jaar duren voor de ijskap van Groenland smelt, en nog veel langer voor Antarctica. Een volledig ijsvrije planeet met andere klimaatzones duurt zeer lang om te ontstaan. Maar tegen het einde van de eeuw zal het grootste deel van de diersoorten al uitgestorven zijn. Over honderdduizend jaar zal het klimaat misschien terug veranderen, maar de meeste soorten zullen verdwenen zijn. CO2 is daar de onderliggende oorzaak van, maar we moeten ook praktische oplossingen bedenken.

 

Wat zijn uw bijdragen aan de oplossing?

Lynas Ik denk niet dat ik in een zodanige leiderschapspositie zit dat het iets uitmaakt wat ik doe. (lacht) Ik wil het probleem niet erger maken en ik wil niet dat mensen naar mij kunnen wijzen en zeggen 'wat een hypocriet!'. Maar ik beeld me ook niet in dat ik enige impact heb op de wereld. Het gaat erom deel uit te maken van een grotere beweging. Ze zijn momenteel zonnepanelen op mijn dak aan het zetten, en ik ben al tien jaar niet meer met het vliegtuig op vakantie geweest, dat wel.

 

En wat moeten de mensen die uw boek (of dit interview) lezen doen?

Lynas Ik wil dat iedereen ecologischer gaat leven. Zoals ik zei, klimaatsverandering is maar een fractie van het probleem. Maar mensen moeten zelf zien hoe ze hierin meegaan. Sommigen willen rechtstreekse actie, anderen schrijven naar politici, nog anderen worden zelf politici. Iedereen moet doen wat past binnen hun leven en hun interessesfeer. En voor sommige mensen betekent dat niets doen. Het is vooral belangrijk dat de maatschappij als geheel zichzelf op een ecologisch verantwoorde manier herorganiseert. Vooral niét dat individuen zich continu emotioneel inzetten; dat is gewoon vermoeiend.

 

 

Met dank aan EPO.