progress lost

29/01/2024
Progress Lost (© Dennis Van Der Kuylen | dwars)
Bron/externe fotograaf

Dennis Van Der Kuylen

🖋: 

Het moet gezegd worden: de meeste games hebben een zwakzinnig plot. Een boze macht spant zich de bretellen aan om de wereld eens goed te gaan vernietigen, waarna de archetypische held met enige inspanning het kwaad overwint. Enkel wat humor maakt het aanschouwen van onze immer succesvolle superhelden wat draaglijk, maar laat goed gebalanceerde en smaakvol gebrachte humor nu net het moeilijkste zijn om in een game te verwerken. In het beste geval blijken goed en kwaad in games toch wat meer ambivalent te zijn dan onze kleine hersenen spontaan bedacht hebben, maar veel stelt het tegenwoordig allemaal niet voor. In boeken is er middels inwendige monoloog nog wat plaats voor persoonlijke groei van het hoofdpersonage, maar de meeste games beperken zich tot de banale dichotomie tussen licht en duisternis en daar moet de speler het dan maar mee stellen. 

Niets van dat alles echter in Disco Elysium, alwaar het hoofdpersonage met een knoert van een kater en zowat totaal geheugenverlies (dat is – toegegeven – een knoert van een cliché) ontwaakt in een hotelkamer waarvan het meubilair vakkundig gesloopt werd. Al snel blijkt dat deze zielige sukkel zich wekenlang vol overtuiging heeft overgegeven aan de consumptie van alcohol en amfetamines. Bij zijn noodlottig ontwaken ontsnapt hem zelfs zijn eigen naam en wat hem op deze plaats heeft gebracht en eerste persoon die hij ontmoet is een licht getraumatiseerde vrouw die de naastgelegen hotelkamer bewoont en die na enig aandringen het ene gênante verhaal na het andere vertelt. Zij beschrijft het soort van vervelende gedrag waar alleen echt zatte mensen toe in staat zijn, wanneer die tot het uiterste gemotiveerd zijn om iedereen rondom hen op de kast te jagen. Wie wat vertrouwd is met het studentenleven kent ongetwijfeld dit gevoel en weet dat naast hoofdpijn en misselijkheid ook onherstelbare schaamte tot de kernsymptomen van een echte kater behoort. 

Het zou crimineel zijn om teveel van het volledig van de pot gerukte plot van Disco Elysium uit de doeken te doen, maar het unieke van dit merkwaardige spel is dat het alle kanten kan uitgaan. Een poging om wat rede en evenwicht te brengen in het leven van onze zatte kloot is niet bij voorbaat tot mislukken gedoemd, terwijl ook het rücksichtslos omhelzen van de krankzinnigheid tot de mogelijkheden behoort. Zelfs de aanleiding voor zijn dwaas gedrag zit ergens in het spel verscholen en kan desgewenst helemaal uitgespit worden. Welke strategie ik ook probeerde, het spelen van Disco Elysium voelde aan als een nekslag met een natte dweil of – voor wie zich daar niets bij kan voorstellen – als een voortdurend mislukkende poging om niet weg te glijden op een modderige helling.

Daarbij helpt het niet dat het mislukt nietzscheaans ideaal dat moet doorgaan voor het hoofdpersonage constant wordt afgeblaft en gekleineerd door alle soorten van onderbewustzijn die Freud in zijn beste jaren heeft bedacht. Dat komt soms wat belerend over, maar voegt wel veel toe aan de van alle menselijkheid verstoken wereld van Disco-Elysium en het wanhopig spartelen van een zielige zatlap daarin. De literaire techniek van de  alwetende verteller komt wel vaker voor in een computergame (Stanley Parable roept een stem in mijn hoofd), maar innerlijke dialoog (stream of consciousness in het schoon Engels) lijkt nog niet eerder op het genre toegepast.

Ook de maatschappijkritiek in dit spel graaft dieper dan de oppervlakkigheid die eigen is aan het medium. Frenologie, een gefaalde socialistische utopie, een gestoorde koning en een cynische kapitalistische mega-corporatie passeren de revue. En passant worden ook vakbonden nog weggezet als crypto-maffia en het geheel wordt afgekruid met theorieën over raszuiverheid en de verdiensten van het kolonialisme. Zowat iedereen in deze verzopen wereld is ofwel racistisch ofwel dood vanbinnen. Daarbovenop kunnen nog talloze idiote gedachten en vrijwel nutteloze vaardigheden worden vrijgespeeld of waardeloze kledingstukken worden verzameld, maar omdat het perfect mogelijk is om enkel door te falen het einde van het spel te halen is eigenlijk niets daarvan noodzakelijk. 

Het geheel is bovendien volledig ingesproken in een uitermate sappige fusie van ondermeer Franse, Engelse en zelfs Nederlandse termen en eigennamen. Dat maakt van Disco Elysium spel dat erg intelligent aanvoelt. Als een soort van verderzetting hiervan in de echte wereld doen er inmiddels allerhande filosofische theorieën de ronde over de werkelijke betekenis van dit spel. De meeste hiervan falen op het simpele feit dat dit spel geen theorie is, maar praktijk. Het is in de eerste plaats een portret van een mens die naar keuze ongelooflijk feilbaar of simpelweg boosaardig is zonder dat er daar veel excuses voor te vinden zijn. Ecce Homo dus – ziedaar een mens– bespot en vernederd en zonder enige twijfel op het laagste punt in zijn leven. Dat is de mens als een fascinerende mislukking, in zijn meest kwetsbare vorm, maar ook in zijn meest pure een waarachtige gedaante. 

Wie thuis nog een bijbel heeft liggen mag er gerust Johannes 19,5 bijhalen voor de oorsprong van het begrip Ecce Homo (of desgewenst afbeeldingen van Christus op de koude steen googelen), maar eigenlijk is eerder het laatste werk van Friedrich Nietzsche met dezelfde titel hier van toepassing. Daarin wordt elke filosofische zelfverheerlijking te kakken gezet en blijft alleen het bacchanaal ter ere van Dionysus overeind. De ultieme zuippartij waarin een mens zich even totaal laat gaan en dus even totaal zichzelf is.

Disco Elysium schetst een mens die zichzelf tegelijk totaal realiseert en bitter feestend verzuipt in golven van absurditeit. Weg is het vrijspelen van nuttige vaardigheden, weg is vooruitgangsgeloof en weg is de christelijke moraal die westerse gamers spontaan op alles projecteren en die onze superhelden zo kneuterig gestalte geven. Enkel de trouwe partner van de belachelijke superheld, Kim Kitsuragi staat voor deze vergeten waarden, maar wie ook daar geen zak om geeft kan als speler ook deze rustige vastheid van zich laten vervreemden. Het enige wat na het ontwaken dan nog overeind blijft, is wat gekozen wordt in een ultieme daad van vrije wil; dat terwijl talloze inwendige stemmen zelfs deze laatste illusie belachelijk maken. Die zelfrealisatie kan eventueel de vorm aannemen van het verlangen om niet bestaande dieren te ontdekken (crypto-zoölogie), een melancholisch lied te zingen over de allerkleinste kerk of een discotheek te bouwen rond een punt in het universum waar geen geluid bestaat. Voor wie dat wenst kunnen het metaforen zijn voor het leven zelf, de rest moet zelf maar beslissen wat ermee aan te vangen. 

Rest mij enkel het besluit dat de wereld aan gene zijde van goed en kwaad fascinerend is, maar er ook behoorlijk ranzig uitziet. De neothomist in mij knelt na het spelen van dit spel zijn vuist alvast nog wat strakker om het beproefde moreel kompas - twintig eeuwen omkering van waarden - in het besef dat in de woesternij van het zelf geen echte vrijheid te vinden is.

Tot op vandaag wordt het klassieke adventure Blade Runner door veel gamers geciteerd als het iconische voorbeeld van een persoon die zichzelf tegenkomt in een dystopische wereld. Ook in Planescape Torment wordt de archetypische held tot menselijke proporties gereduceerd, eveneens versterkt door een omgeving die volstrekt onverschillig blijft bij alle vormen van heldhaftigheid. Disco Elysium verzet de bakens van dit schier onvatbare genre, voegt nog wat donkere humor toe en toont verder dat computergames met reuzestappen op weg zijn naar volwassenheid. 



close-up: recensie

29/01/2024
Lovelight Farms (© Sam Palencia | dwars)
Bron/externe fotograaf

Sam Palencia

🖋: 

Lovelight Farms is een kerstroman van auteur B.K Borison over Stella, de eigenares van een kerstbomenboerderij waar heel wat misloopt. Zo gaan er veel bomen dood, is het hek kapot en leeft er een familie wasberen in haar schuur. Door al die problemen komt Stella in geldnood. Ze moet een moeilijke keuze maken: de boerderij opknappen of haar werknemers Beckett en Layla blijven betalen. Daarom schrijft ze zich in voor een wedstrijd van de bekende reisinfluencer Evelyne St. James. Als ze die wedstrijd wint zal Evelyne een artikel schrijven over haar boerderij. Dan zullen meer mensen de boerderij bezoeken, wat haar redding zou zijn. Het enige probleem is dat Stella zich voor de wedstrijd heeft ingeschreven met haar vriendje, maar die heeft ze niet. Daar bedenkt ze een oplossing voor:  Luka, Stella’s beste vriend, stemt ermee in om te doen alsof hij haar vriendje is. Dat zorgt dan weer voor een ander probleem: Stella is al jaren verliefd op Luka en nu moeten ze doen alsof ze een koppel zijn.  Ze denkt dat dat niet voor te veel verwarring zal zorgen, maar is dat ook zo? Als je net als Stella denkt van niet staat er je een hoop te wachten. 

De roman geeft je als lezer het gevoel dat je een melige kerstfilm bekijkt. Het boek speelt zich af rond de kerstperiode en dat is al genoeg om mij in de sfeer te brengen. De boerderij moet namelijk gered worden voor Kerstdag. Je krijgt hierdoor het gevoel dat ze een kerstmirakel nodig hebben. Ten tweede brengt Lovelight Farms het kerstnummer Christmas tree farm van Taylor Swift tot leven. Als je dat nummer beluistert, snap je helemaal wat ik bedoel. De verhaallijn van het boek is duidelijk en er zit bovendien ook nog een beetje mysterie in verwerkt.  Zo word je niet overrompeld door de schattige liefde tussen de twee hoofdpersonages. Heel het boek lang ben je aan het wachten op het moment waarop ze eindelijk doorhebben dat ze voor elkaar gemaakt zijn. Als lezer is dat al van bij het begin duidelijk, maar voor Stella en Luka geldt dat liefde blind maakt.
Het enige minpunt in het hele boek is de ontknoping. Ik verslikte me bij het lezen bijna in m’n chocomelk. Dat was omdat er een heuse plottwist kwam aangelopen. Stella’s reactie wanneer Luka haar eindelijk vertelt dat hij verliefd is op haar, lost mijn verwachtingen niet in. Ze reageert compleet anders dan ik als lezer verwacht. Toch is die plottwist toch essentieel voor de verderzetting van het verhaal, en omdat Luka een knuffelaar is, komt op het einde alles weer goed.

Persoonlijk ben ik dol op een voorspelbaar, romantisch boek. In het begin al weten dat de twee hoofdpersonages samen zullen eindigen, maakt het voor mij leuk om aan een melig boek te beginnen. Ik hou ervan om te giechelen bij elk gênant moment en daar zijn er in dit boek genoeg van. Ik vind het geweldig om als lezer te weten dat de hoofdpersonages gevoelens hebben voor elkaar, maar dat zij dan toch heel het boek lang de blikken van de ander negeren. Lovelight Farms is perfect voor in de winterperiode en het wordt best gelezen onder een knus dekentje met een glas chocomelk.

PS Als je niet genoeg zou krijgen van voorspelbare kerstromantiek: Lovelight Farms is het eerste deel van een vierdelige boekenreeks. Elk boek in de reeks heeft verschillende hoofdpersonages en focust op een ander koppel, maar alle boeken spelen zich wel af in dezelfde wereld. Dus als je heel veel houdt van nevenpersonages Beckett en Layla, zijn de andere delen zeker een aanrader.
 



29/01/2024
🖋: 
Auteur

Reserveren voor restaurants is er tijdens de examens niet meer bij. Reserveren voor een plekje in de universiteitsbibliotheek, dáár gaat het om. Het idee is simpel: ik geef via Take a Seat aan waar en wanneer ik in de bib wil zitten en andere studenten gaan of blijven daar dan weg. Uiteraard werkt het ook andersom zo. De praktijk daarentegen, is meer ingewikkeld.

Ik besluit om mijn uitstelgedrag en concentratieproblemen tegen te gaan en voor vandaag een plaatsje in de bib te reserveren. Nadat ik van op kot vertrek en de bij januari horende kou trotseer, kom ik vol goede moed aan in de bib. Maar daar zie  ik iets geks, iets verontrustends. Mijn reservering lijkt nul effect te hebben. Op mijn plaats zie ik drie cursusboeken, twee stapels losse papieren, een verzameling markeerstiften en maar liefst twee drinkflessen liggen. Het studeergeschut wordt gebruikt en verdedigd door een übergemotiveerde student die de door mij gereserveerde plaats bezet. Er gaat van alles door me heen. Wat moet ik doen? Moet ik hier iets van zeggen? Hoe moet ik hier iets van zeggen? Kan ik dit op een andere manier oplossen?

Bij mijn eerste assertiviteitstraining werd ik niet binnengelaten. Ze zeiden me dat ik niet had betaald. Ik had wel betaald, maar durfde dit niet te zeggen. Door dat gemis is het voor mij niet duidelijk hoe ik deze student het best op dit wangedrag kan aanspreken. Om een directe confrontatie te vermijden, besluit ik een briefje te schrijven: “Door middel van dit tot vliegtuig gevouwen A4 wil ik u, kaper en kraker van de door mij gereserveerde plaats, verzoeken per direct te verdwijnen. Nu is het nog een papieren passagiersvliegtuigje, maar ik schroom niet om bij verzuim een bommenwerper of Apache-helikopter te vouwen en u tot overgave te dwingen. Ook een blusvliegtuig behoort tot mijn origami-arsenaal. Als u de vrede wilt bewaren of uw laptop niet waterdicht is, weet u wat u moet doen!”

Helaas zijn mijn werpkunsten niet fantastisch en lukt het mijn vliegtuig pas na drie pogingen de juiste persoon te bereiken. Nadat deze het vliegtuigje leest, opstaat, boos kijkt en het enigszins gefrustreerd terug richting mij gooit, neem ik plaats. Ik begin  te denken, niet over mijn examen van morgen, maar over deze situatie. Ik heb iemand weggestuurd, iemand die hard studeerde, iemand met deadlines, examens en emoties. Maar ik heb gelijk, toch? Rationeel gezien misschien wel, maar mijn gevoel zegt het tegenovergestelde. Mijn uitstelgedrag is getriggerd. Mijn gedachten zijn overal behalve waar ik ze nu, vlak voor mijn examen, wil hebben.

Na enkele minuten is mijn medeleven weg en overheerst een gevoel van ongenoegen. Hoe kunnen dit soort mensen het intellectuele vermogen hebben om te studeren, maar niet om te beseffen dat het belangrijk is om in de bib te reserveren? Waar halen ze het gore lef vandaan boos te kijken wanneer ze gevraagd worden een niet door hen gereserveerde plaats te verlaten?  Ik weet het, studeren is moeilijk en de examens zijn heftig, maar deze reserveerparasieten moeten met deze sit-ins stoppen.

Beste lezers, op het moment dat jullie dit lezen is mijn examen waarschijnlijk al voorbij. Sommigen onder jullie zullen weten hoe het is afgelopen. Ik weet dat nu nog niet. Ik zit zonder enige vorm van concentratie te stressen voor mijn examen morgen. Daarom wil ik jullie vragen om de dag voor mijn volgende examen jullie plek in de bib te reserveren of nog beter, weg te blijven.



kortverhaal

22/01/2024
🖋: 
Auteur

In mijn hoofd zijn herinneringen niet gesorteerd op kleur of op geur, maar staan ze rechtop of liggen ze in stapels verspreid in de hoeken van mijn geheugen. Ik kan erlangs slenteren zoals langs een mooie etalage met duizend lichtjes waar mensen voorbij flaneren als ze op zoek zijn naar een perfect kerstcadeau voor iemand die ze liefhebben. Tijdens mijn leven heb ik allerlei momenten verzameld die ik orden in mijn hoofd. Sommige zijn getekend met de kleur liefde en andere geschilderd met een tint van geluk. Het lijken tekeningen en schilderijen van verschillende artiesten, uit verschillende kunststromingen.

Ik stop met wandelen voor een tekening die me terugbrengt naar een kerstdiner toen ik nog maar net over de rand van de eettafel kon kijken en ik mijn grootmoeder chique kaarsen zag aansteken. Op tafel stonden bergen kroketten, groenten lagen nog na te sudderen in een schaal en rode servetten lagen op groene borden, gevouwen in de vorm van een ster. In de hoek van de huiskamer stond een hoge kerstboom die vol hing met gekleurde kerstballen, die het warme licht van de slingers vingen en in de kamer reflecteerden. Onder de boom lagen veel cadeaus waar ik al stiekem aan had gevoeld om te gokken wat er onder het papier zat. Bekende stemmen van familieleden vulden de stilte met verhalen over het verleden en dromen voor de toekomst.

Vol nostalgische warmte slof ik verder door de drukke winkelstraat in mijn geheugen. Op een andere tekening staat het dorp waar ik veel tijd heb doorgebracht in mijn jeugd. Ik zou met mijn ogen dicht door zijn straten kunnen wandelen zonder met mijn knieën op het harde asfalt te knallen. De huizen lijken op de mensen die ze beschermen tegen de koude buitenlucht. Daar in dat huis met de paarse en gele bloemen woont een lieve oude dame die altijd in felgekleurde rokken haar planten water geeft en met een dampende kop koffie geniet van haar boeken. En daar in het strakke en sobere grijze huis woont de baas van het advocatenkantoor op de hoek van de straat. Elke ochtend om zeven uur slaat de zware deur achter hem toe en vertrekt de man in een zwart pak naar zijn werk op zijn gele fiets.

Dan keer ik terug uit mijn herinneringen. Met wazige ogen zie ik de boeken die voor mijn neus op tafel liggen. Achter de beregende ramen hoor ik auto’s over de straat ruisen. Met mijn groene markeerstift heb ik een vlek gemaakt op een pagina. Het papier is fragiel en breekt wanneer ik mijn stift ophef. Waar eerste woorden stonden, zit nu een gat. Ik zal proberen tijdens het nieuwe jaar meer speciale momenten te vangen, die ik dan kan bewaren in mijn hoofd om later opnieuw weg te doezelen tijdens het studeren.



cultuur

22/01/2024
🖋: 

De kat en de schrijver, bestaat er een onafscheidelijker duo? Wie al eens een blik wierp op de achterflap van een willekeurig boek weet dat menig auteur zich graag laat fotograferen in het bijzijn van een harige levensgezel. Waarom gaat het schrijvershart sneller slaan voor de kleinste der katachtigen? Als veellezer die de kamers van zijn ouderlijk huis deelt met twee aanhankelijke dakhazen, voelde onze redacteur zich de aangewezen persoon om dit uit te pluizen. Resultaat: een (beknopt) overzicht van de poes in de Nederlandstalige letteren.

Annie M.G. Schmidt

Persoonlijke anekdote: de eerste katten ten huize Van Looveren heetten Jip en Janneke, vernoemd naar de twee hoofdpersonages uit de gelijknamige kinderboekenreeks van Annie M.G. Schmidt. Dat Jip en Janneke in het werk van Schmidt zelf de kat Siepie als huisdier hebben, vind ik tot de dag van vandaag dan ook een absurd gegeven. Nu ik de verhalen van Jip en Janneke als twintiger herlees, valt het op dat Siepie in de verste verte niet lijkt op de antropomorfe kat in de bijhorende tekeningen van Fiep Westendorp. Siepie is een poes van vlees en bloed die blaast naar de hond Takkie, klauwt wanneer het aaien haar niet zint en met enige regelmaat een nestje werpt. Jip blijkt trouwens een sadistisch etterbakje te zijn. Wie haalt het anders in zijn hoofd om de volledige inhoud van een gieter over een kat uit te gieten?

De Siepiepassages uit de Jip en Jannekereeks werden samen met andere poesgerelateerde poëzie en proza gebundeld in een bloemlezing met de toepasselijke titel Het grote poezenboek van Annie M.G Schmidt. Het boek is een aangename kennismaking met de columniste Schmidt. In Doe het zo, een van de columns die in het boek is opgenomen, prijst de auteur haar kat die liever een vlieg oppeuzelt dan in te gaan op de avances van een krolse kater. De aangewezen omgangsvorm voor vrouwen met ongeduldige minnaars, besluit Schmidt: “Doe het zo, zou ik u willen aanraden. Nou ja, in plaats van een vlieg mag u ook iets anders eten.”

Simon Carmiggelt

Lang voor Winteruur met Wim Helsen en zijn golden retriever, las Simon Carmiggelt ’s avonds een cursiefje voor op de Nederlandse televisie. Daarna eindigde de programmatie en kroop televisiekijkend Nederland onder de wol. Carmiggelt, die naast zijn literaire optredens op radio en televisie bijna dagelijks een zogenaamde Kronkel publiceerde in Het Parool, bracht een groot deel van zijn leven al schrijvend door. In 1952 wijdde hij een boekje met de welluidende titel Poespas aan zijn kleinste huisgenoot. Carmiggelt is op zijn best wanneer hij ogenschijnlijke banaliteiten beschrijft. Neem nu de passage over de poes en de kerstboom, een herkenbaar relaas voor katteneigenaars die tijdens de eindejaarsperiode de fout maken het huis te decoreren. In de apotheose van het hoofdstuk sleurt Carmiggelt de kater hardhandig uit de kerstboom. Het arme dier glipt uit de handen van de schrijver, belandt op zijn rug, krabbelt zich recht en vlucht onder de kast. Zelfs wanneer Carmiggelt op zijn knieën gaat om spijt te betuigen, vertoont de kat geen teken van leven. Juist op het moment dat de schrijver vol berouw in een fauteuil neerploft en besluit om nooit meer een haar van zijn huisdier te krenken, ziet hij hoe de kat met veel smaak de kerststronk oppeuzelt. Wie dacht dat alleen kinderen onmogelijk zijn, heeft duidelijk geen huisdieren …

Gerard Reve

Kattenliefhebbers die ooit De avonden tot zich nemen, moeten tijdens het lezen van het eerste hoofdstuk al naar adem happen. Wanneer hoofdpersonage Frits van Egters de avond doorbrengt bij jeugdvriend Louis, verkoopt laatstgenoemde een ferme tik aan de kat op zijn schoot. De daaropvolgende conversatie is doordrenkt van kattenhaat. “Ik vind het eigenlijk dieren zonder ziel […] Waarachtig ik begrijp niet […] hoe iemand zulke beesten in huis kan hebben.”

Of Reve de boel belazerde of juist altijd oprecht was, is voer voor een discussie waar ik mij als pseudoreviaan niet aan wil wagen. Feit is wel dat de grote volksschrijver, in tegenstelling tot zijn literair alter ego van Egters, verknocht was aan katten. Wie de termen ‘Reve’ en ‘kat’ invoert in de zoekbalk van Google Afbeeldingen, stuit op een reeks portretten waar de schrijver poseert met een poes. De man sprong zo te zien hardhandig om met het kattenras. Klaarblijkelijk moesten niet alleen de onderworpen liefdesslaven het ontgelden wanneer Reve nood had aan affectie …

In 1958 stelde Reve zich voor zijn doen zachtaardig op tegenover katten. In het opinieblad Vrij Nederland legde hij aan de brave huisvrouw uit wat te doen met de poes wanneer de baasjes op logement gaan. Wie een reeks handige tips volgt, kan de kat laten wennen aan een reismand, zodat het geliefde huisdier de volgende keer het reisgezelschap kan vervoegen. Gerard Reve die eens niet schrijft over God, liefde of de dood, maar zich zowaar ontpopt tot de Coach Conny van zijn generatie … De wonderen zijn de wereld nog niet uit.

Midas Dekkers

Op zijn oude dag gaat schrijver en bioloog Midas Dekkers door het leven als een kinderloze grootvader, een titel die de man te danken heeft aan zijn warrige haardos, vriendelijke hertenogen en zachte vertelstem. Door zijn grenzeloze eruditie is de bioloog bovendien een graag geziene gast op radio en televisie. Dekkers die tijdens een strandwandeling een uiteenzetting geeft over het voortplantingsorgaan van de zeekomkommer om vervolgens in een bruine kroeg te mijmeren over de knopenverzameling uit zijn kinderjaren, is – naar mijn eigen bescheiden mening – hét recept voor een geslaagde televisieavond.

Hoewel de bioloog het ganse dierenrijk in zijn hart heeft gesloten, koestert hij een grote voorliefde voor katten. Uitgeverij Atlas Contact bundelde een aantal kattenstukken in het boekje Poes, een kleinood dat gelukkig meer tot de verbeelding spreekt dan de inspiratieloze titel. In Poes is de bioloog Dekkers nooit ver weg. Zo komen we onder meer te weten dat katten hun menselijke huisgenoten aanzien voor hun moeder en ze daardoor steeds hun achterwerk optillen wanneer ze geaaid worden. Het schoonlikken van het sterretje behoort namelijk tot het vaste takenpakket van mamapoes. Tussen de korte biologielessen door staat Dekkers stil bij de dingen des levens: het onstilbare verlangen naar de kindertijd, het voortschrijden der jaren en de onvermijdelijke dood. Poes is een literaire lasagne: een snelle hap met laagjes.

Kees van Kooten

Kees van Kooten is naast de vertolker van enkele onsterfelijke typetjes zoals de Vieze Man, F. Jacobse en Cor van der Laak, ook een begenadigd schrijver. Ten bewijze: Przewalskipaardenmiddel, een van de moeilijkste teksten in de geschiedenis van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Dat van Kooten een ware taaljongleur is, blijkt ook uit de titel van zijn autobiografie Koot graaft zich autobio. Zoals het hoort krijgt huiskat Leen een eigen hoofdstuk toegewezen. De intrede van Leen in het gezin van Kooten is een merkwaardig verhaal. Na de passage van een Eindhovens circusgezelschap bij de Nederlandse televisie blijft acrobatenkat Leen moederziel alleen achter. Van Kooten, die aan de slag is bij de openbare omroep, besluit zich over het verwaarloosde dier te ontfermen. In de daaropvolgende jaren deelt Leen lief en leed met de familie van Kooten: de kater vermaakt de kinderen met zijn acrobatentoeren, is de inzet van echtelijke ruzies en legt het vleselijke liefdesleven in het gastgezin aan banden door plaats te nemen op het uiteinde van het bed en de twee echtlieden aan te staren tot ze er impotent van worden. Nee, dat blotebenenspel zint katten niet …

Jan Wolkers

Het blotebenenspel is een belangrijk element in het oeuvre van Jan Wolkers. De man die er in Turks fruit vrolijk op los neukt, sprak naar verluid in het openbaar nooit over zijn seksleven. Op hogere leeftijd liet hij zijn zachte kant aan het brede publiek zien in het televisieprogramma De achtertuin van Jan Wolkers. Televisiekijkend Nederland was getuige hoe Wolkers zich liefdevol ontfermde over twee egelzusjes. De grootste dierenliefde van de schrijver was Voske, de schildpadpoes die 21 jaar aan zijn zijde leefde. Geen wonder dat het dier het hart van de Wolkers veroverde. Voske was zijn steun en toeverlaat tijdens het schrijven. Het attente huisdier ging steeds ver genoeg van de typmachine zitten om het schrijfproces niet te hinderen. Mijn eigen kat Felix beschikt niet over zulke goede eigenschappen. Wanneer ik iets wil neerpennen gaat hij zonder schaamte languit op de papieren liggen.

Cees Buddingh’

Poëet en prozaïst Cees Buddingh’ had niet het genoegen om zijn kinderjaren door te brengen in de nabijheid van katten. De eerste zin van zijn boek Mijn katten en ik verklaart alles: “Mijn vader had astma.” Wanneer Buddingh’ een eigen gezin start is er gelukkig wel plaats voor poezen. In de loop der jaren groeit de schrijver uit tot een kattenliefhebber in hart en nieren. Mijn katten en ik leest als een liefdevol eerbetoon aan de katten in het leven van de schrijver, waarbij de anglofiel in Buddingh’ het niet kan laten om hier en daar uit te weiden over zijn geliefde Engeland. Niet verwonderlijk voor een auteur die het gehele Shakespeare-oeuvre naar het Nederlands vertaalde.

Mijn katten en ik eindigt opvallend abrupt. Er zijn geen hoofdstukken gewijd aan de laatste katten in het gezin Buddingh’. In het nawoord wordt het al snel duidelijk waarom het boek een open einde heeft: uit enkele dagboekfragmenten valt af te leiden dat de auteur stierf voor het finaliseren van dit werk. Een einde in mineur.

Willem Frederik Hermans

Dat Mijn katten en ik postuum verscheen, heeft alles te maken met Willem Frederik Hermans, de auteur van klassiekers zoals Nooit meer slapen en De donkere kamer van Damokles. In een recensie voor NRC Handelsblad liet Hermans geen spaander heel van Buddingh’ zijn gepubliceerde dagboek Een mooie tijd om later te worden. Het incident ging de geschiedenis in als de grootste karaktermoord in de Nederlandse letteren. De goedhartige Buddingh’ besloot niet op de aanval in te gaan, maar stortte naar verluid wel in een depressie en zou tijdens zijn leven geen dagboeken meer publiceren. Hermans zelf was zich van geen kwaad bewust en schiep er zelfs genoegen in dat hij een collega-schrijver op zijn plaats had gezet.

Zelfs de misantroop Hermans had een zwak voor katten. In Het sadistische universum 2 beschrijft de auteur hoe hij de verwilderde straatkatten in de ruïnes van het oude Rome probeert te aaien. Willem Frederik Hermans die gehurkt “poes, poes, poes” fluistert … Ik moet nog even wennen aan dat beeld. De kattenliefde van de schrijver is nochtans fotografisch vereeuwigd. In tegenstelling tot Reve, ging Hermans wel liefdevol om met zijn huisdieren. Het is geweten dat de twee schrijvers met elkaar correspondeerden. De gewenste omgang met katten kwam klaarblijkelijk niet aan bod.

Remco Campert

Remco Campert is het bewijs dat de kat niet alleen voorbehouden is voor de schrijver-pessimist. Campert hield van de geneugten van het leven en was niet vies van een flinke dosis humor. In Dagboek van een poes beschrijft de auteur het reilen en zeilen ten huize Campert vanuit de ogen van huiskat Poef. Poef leidt een heerlijk kattenbestaan en vult haar dagen met dutjes voor het slapengaan, haar baasjes voor de voeten lopen en onmogelijke slaapplekken uitzoeken. Dagboek van een poes is Campert op z’n best: het plot is ver te zoeken, de neologismen zijn vurrukkulluk en het geheel wordt afgesloten met een stevige vrijpartij – onder katten weliswaar. 



dwarsdoorsnede

22/01/2024
🖋: 

De blok doorkomen doet ieder op hun eigen manier. De een wandelt als een gek rondjes door hun kot, de ander giet blikjes Nalu achterover alsof hun leven ervan afhangt en ondergetekende doet zich – uiteraard – te goed aan chocolade. Maar welke chocolade eet je op welk moment voor een ideale examenprestatie? Ik ontcijferde de cacao-code.

witte wonderen 

Wekenlang verslond je hoofdstuk na hoofdstuk, draaide je flashcard na flashcard om. Nood aan pauze? Je zou voor minder. Gelukkig komt witte chocolade als een engelachtige verschijning uit de chocoladehemel neergedaald. Haar smeltende zachtheid op de tong is een traktatie voor de gestresseerde ziel, een kortstondig ontsnappingsmoment uit de rigoureuze realiteit van de blokperiode. Wil je niet wachten tot de hemel haar zegeningen laat neerdalen, ren dan zelf naar de supermarkt. Als de verkopers je niet kunnen vertellen in welke schappen deze “witte engel” ligt, vraag dan achter de repen van Delicata.

klamme karamel 

Zweethandjes voor het laatste examen? Kies dan voor even plakkerige chocolade. Je weet wel, dan kan je zeggen dat je handen plakken van de chocola. Karamelchocolade is naast een plakkerig excuus ook nog eens ongelooflijk lekker. Is er trouwens een onafscheidelijker duo dan karamel met zeezout? Dat is niet alleen even plakkerig, maar dus ook even zout als jouw door de stress uitgestoten lichaamsvochten. Opnieuw vind je deze smaak bij Delicata, maar ook de god van het chocoladerijk Tony’s Chocolonely heeft deze lieveling uiteraard in zijn assortiment.

triomf met truffels 

Het moment waar je heel januari naartoe hebt geleefd is daar: je laatste examen is overhandigd aan de prof. Of je nu gaat feesten of je pyjama aantrekt en in de zetel kruipt, chocolade kan niet ontbreken op deze heuglijke dag. Voor deze gelegenheid is er maar één gepaste traktatie: chocoladetruffels. Deze zachte, decadente chocolaatjes zijn een zoete beloning voor je inspanningen. Ga voor de meest luxe variant die je kunt vinden, die van Leonidas of Godiva bijvoorbeeld. Met de nasmaak van die heerlijkheid in je mond kan je de lesvrije week inzetten. Eindelijk!



dwarsdoorsnede

15/01/2024
🖋: 
Auteur

Nu de examens voor de deur staan, is het tijd voor een korte opfrissing of introductie van een regel die me na aan het hart ligt. Wanneer je aan het studeren bent, heb je drie vloeistoffen nodig op je bureau: een om te hydrateren, een om te caffeïneren en een voor de smaak. Dat wil voor mij meestal zeggen dat er een glas water, een tas koffie en een blikje Cola Zero op mijn bureau staan. Dat water kan ik eerlijk gezegd wel eens missen. Ik geef het toe; caffeïne is voor mij een grote noodzaak. Als koffie-expert wil ik jullie maar al te graag mijn advies voor koffie in en rond de universiteit geven. Thank me later.

Bibliotheek Stadscampus

Beginnen doe ik met een enorme no-go, namelijk de koffie die je kan kopen in de inkomhal van de bibliotheek. Ik schreef al eerder een recensie over dat ordinaire boonwater dat me doet vermoeden dat ze die bonen ergens goedkoop op de kop hebben kunnen tikken, maar ik word nog steeds boos als ik eraan denk. Laat je dus niet vangen, hardwerkende student, het is de moeite niet waard. En een moeite is het zeker, het koffieautomaat is een echte oefening voor het geduld en het opereren ervan loont dus echt niet als pauze na al dat harde studeren. Daarnaast begrijp ik niet waarom je twee euro en nog wat zou betalen als er een paar honderd meter verder gratis koffie op je staat te wachten bij Zomaar een dak.

Zomaar een dak

Zomaar een dak is misschien wel mijn favoriete koffiespot van heel de studentenbuurt. De koffie is er gratis en daardoor vergeet je meteen dat hij niet revolutionair goed is. Hoewel de koffie er eerder middelmatig is, is Zomaar een dak wel mijn favoriete koffiespot. Dat komt dus helemaal niet door de koffie, maar door de plek zelf. Binnenkomen bij Zomaar een dak is als binnenkomen bij je oma. Het is er gezellig, er zitten bijna altijd een paar gepensioneerde zeurpieten en je krijgt er steevast koffie en vaak ook eten aangeboden. Meer moet dat voor mij niet zijn.

PS Tijdens het eindredactieproces merkte een lieftallige eindredacteur op dat Zomaar een dak misschien niet de ideale koffiehub is voor de introverten onder ons. Dat komt omdat het salon er vol zit met mensen die een babbeltje met je willen slaan. Ik begrijp dat dat niet voor iedereen een even wenselijke situatie is. Hoewel ik me vaak voorneem om minder te babbelen zodat ik mysterieuzer overkom, lukt dat me nooit en praat ik hele dagen vol, dus ik vrees dat ik een van de babbelaars van Zomaar een dak ben ... Wees gewaarschuwd.

Tartoer

Tartoer is dé hippe koffiebar op de Ossenmarkt. Je treft er steevast mensen die veel cooler zijn dan jij en dat bovendien zelf weten. Dat publiek trekt de koffiebar allicht aan omdat je er – in tegenstelling tot de meeste koffiebars – niet moet bijbetalen voor plantaardige melk. De klanten mogen er een beetje hautain zijn, maar de plaatselijke barista’s zijn er altijd heel vriendelijk. Iets dat je van de gemiddelde barista niet moet verwachten. Naast vriendelijke barista’s hebben ze er ook klantenkaarten, waardoor je na x aantal drankjes eentje gratis krijgt. Ik was lang enthousiast over die klantenkaarten, maar ik liet me vangen. Een cappuccino kost er namelijk 3,70 euro. Je denkt nu waarschijnlijk dat ik een amateur ben die enkel cappuccino’s en latte’s drink, maar het tegendeel is waar. Mijn favoriete koffie is gewoon zwart, maar die is bij Tartoer niet te zuipen. 

District

Bij District hebben ze ongetwijfeld de beste koffie van de studentenbuurt. Hier kan je terecht voor espresso’s die je gezicht niet doen samentrekken terwijl je over straat wandelt. De barista is er ook altijd heel vriendelijk. Toch kom ik er helemaal niet zo vaak als je zou denken na het lezen van mijn eerste zin. Dat komt omdat de koffiebar niet veel zitgelegenheden heeft en de stoelen die er wel zijn, voor het raam staan. Dat vind ik best ongemakkelijk omdat je dan gedwongen wordt oogcontact te maken met de voorbijgangers buiten.

Vandoag is’t

Ik heb lang overwogen om Vandoag is't niet op deze lijst te zetten omdat de koffiebar inmiddels zo is ingeburgerd dat iedereen hem kent en er al geweest is. Voor de volledigheid bespreek ik toch even de koffiespot. Vandoag is’t is een gezellige zaak die me net als Zomaar een dak doet denken aan de living van een oma of opa. De barista’s zijn er enorm gemoedelijk en de koffie is er goed. Je krijgt er ook vaak een chocolaatje bij de koffie, wat uiteraard een enorme upgrade is van het standaard speculaasje. Ik heb wel twee problemen met Vandoag is’t. Zo kan het er soms enorm druk zijn, waardoor de deur open blijft staan en het binnen enorm trekt. Dat terzijde is mijn grootste probleem de muziek. Die is niet alleen heel slecht, maar ze staat ook te luid. Misschien moet ik eens proberen verbinden met de plaatselijke box om wat coffeetable jazz op te zetten.

De koffie van mijn kotgenoot Jeppe

Ik hoor jullie denken: oei; maar ik beloof dat ik ergens naartoe wil. Ik had vandaag, zoals wel vaker, enorme hoofdpijn. Uit ervaring weet ik dat alleen koffie helpt wanneer mijn hoofdpijn heel erg is, maar mijn capsules waren op. Ik was hopeloos en stuurde een bericht in de messengergroep van mijn kot. Een paar minuten later stond mijn kotgenoot Jeppe aan de deur met een dampende tas en een Dafalgan. Een klein gebaar met een enorme impact; mijn dag was meteen tien keer beter en het was de beste koffie (Senseo Gold) die ik in tijden heb gedronken.

Dat de koffie van mijn kotgenoot Jeppe de beste was uit dit hele lijstje en die van Zomaar een dak daarop volgt, spreekt boekdelen. Goede koffie gaat veel minder over de smaak dan je zou denken. Koffie drinken gaat over gezelligheid en samenzijn, niet over peperdure machines en geleerde barista’s.



cultuur

15/01/2024
🖋: 

Niets zo leuk als op een koude novemberdag met je rubberen laarsjes in een moeras gaan ploeteren. Dat dacht ik tenminste. In het kader van het vak ecosysteembeheer trok ik, samen met twee medestudenten, met de auto en het goede humeur op zak naar de Papenbroek. In dat Diestse moeras zouden wij aangeleerd krijgen wat moerasbeheer precies inhoudt. Het werd een bewogen dag, waarin ook de Basiliek van Scherpenheuvel, de Abdij van Averbode en mijmeringen over gedateerde Vlaamse films hun plaats kregen.

De Diestse Papenbroek

Mijn goede humeur verdween direct bij aankomst. Bij het parkeren maakte ik met de auto een verkeerd manoeuvre en klonk er een vreselijk geluid. Al aarzelend uitstappend mat ik de schade op: een gescheurde bumper als resultaat van een aanrijding met een misplaatste steen. Mijn humeur had net als de bumper een serieuze dreun gekregen, maar ik ging verder naar de excursie. Elk jaar snoeit Natuurpunt de houtkant langsheen het moeras. Onze taak bestond uit het verslepen van die gesnoeide boompjes naar een verhakselaar. Het repetitieve karakter van het werk maakte het moerasbeheer tot een mooie bezinning. Precies wat ik na mijn ongeluk nodig had.

Hoe meditatief het ook was, na twee uur ploeteren in het slijk hadden we het ook wel gezien. We besloten de Papenbroek tijdens de middagpauze te verlaten en namen de auto om enkele toeristische hoogtepunten van het Hageland te ontdekken. Als eerste reden we door Zichem, het legendarische dorp uit De Witte van Ernest Claes.  De roman uit 1920, die de fratsen die de Witte uithaalde met zijn moeder, de dorpspastoor en de strenge boer Coene beschrijft, was een succes. De populariteit van het werk maakte van de Witte het symbool van het kattenkwaad van de vroeg twintigste-eeuwse plattelandsjeugd.

De verfilming van Edith Kiel en Jan Vanderheyen uit 1934 werd een megasucces. Zelfs vier weken na de première liepen de Antwerpse cinema’s nog elke dag vol voor De Witte. Het stadsvolk amuseerde zich kostelijk met de rurale volkse kolder. Rijdende door Zichem maakte ik een bij de haren getrokken vergelijking tussen mezelf en de Witte. Ook ik had kattenkwaad uitgehaald (zie auto), en net als de Witte, die in het boek misdienaar werd na zijn schuldinzicht, zou ik proberen om mijn fout te vergoelijken met een katholiek manoeuvre. Onze volgende stop was het bedevaartsoord Scherpenheuvel.

De Basiliek van Scherpenheuvel 

De Basiliek van Scherpenheuvel is een uniek gebouw: haar grondplan is een zogenaamde zevenster, verwijzend naar de Zeven Smarten van Maria. Die vorm bepaalt op zijn beurt het zevenhoekige grondplan van de stad. De pleinen rond de kerk zijn vernoemd naar de Habsburgse aartshertogen Albrecht en Isabella, die ze in 1627 openden. Dat zij het bedevaartsoord stichtten tijdens de Tachtigjarige Oorlog met het protestantse noorden, gaf de kerk een politieke lading. Ze is een elegant samenspel van wereldlijke en spirituele macht.

Die politieke lading verloor Scherpenheuvel al jaren geleden. Wat overblijft is een bedevaartsoord met tearooms, restaurants en winkels met heiligenbeeldjes. Van die commercialisering was binnen in de basiliek weinig te merken. Het gekroonde beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel was prachtig in haar eenvoud. Ik besloot te midden van deze mariale verering een kaars aan te steken voor de geschonden auto. Kwaad heeft het zeker niet gedaan, maar een week later raamde de garagist de kosten wel op zo’n duizend euro. Veel hulp heeft dat kaarsje dan toch niet geboden? Kan je de Moeder van God zelfs vragen blikschade aan je wagen te vergoeden?

Als ik het gastenboek, dat in een van de zijkapellen lag mag geloven, is Maria de laatste jaren juist wel zeer vrijgevig geweest. Het boek bevatte honderden pagina’s met dankwoorden en verzoeken voor de Heilige Maagd. Daarin merkte ik ook meteen op dat het herstellen van materiële schade nooit echt Haar focus geweest is. Ene Rita wenste bijvoorbeeld: “Lief Vrouwke, Help onze zoon dat hij niet moet geopereerd worden.” Een andere gelovige had dankwoorden voor Onze-Lieve-Vrouw: “Bedankt voor alles en de bekomen gunsten. Bedankt voor de liefde en het geluk en de gezondheid van mijn dierbaren.” Na al deze goede werken mag de Moeder van Zeven Smarten wel eens rusten van mij. Ik neem het Haar niet kwalijk.

De Abdij van Averbode  

Omdat één katholieke bezienswaardigheid op een dag niet genoeg was, en omdat het Hageland nu eenmaal een overvloed aan katholiek erfgoed bezit, besloten we om de Abdij van Averbode aan te doen. Kon het toeval trouwens groter zijn? De Witte zijn verhaal eindigde ook in Averbode. In de originele vertelling van Claes zette hij zijn katholieke roeping verder en trad hij in als broeder. In De Witte van Sichem, de verfilming van Robbe De Hert uit 1980, zagen kijkers de Witte tijdens de laatste scène ook in Averbode, maar dan in de drukkerij die de abdij tot de jaren negentig bezat. Hij was er aan het werk als hedendaagse arbeider in de jaren tachtig. Op magische wijze was van het oude Vlaanderen uit 1901, waar de rest van de film zich in afspeelde, geen sprake meer.

De Hert ging met zijn verfilming voorbij aan de oppervlakkigheid van de originele versie uit 1934. Bij hem waren de fratsen van de Witte niet om mee te lachen. Ze schetsten een beklijvend beeld van de armoede die Vlaanderen rond de eeuwwisseling kende. De film toonde de kiemen van de omwentelingen die de twintigste eeuw zou gaan kennen. De arbeidersbeweging had hier haar rol in, maar de rurale onvrede werd in de eerste plaats verbeeld door de persoonlijke rebellie van de Witte zelf, die een meer volkse inslag kende. Hij leidde een opstand na het lezen van De leeuw van Vlaanderen, de roman van Hendrik Conscience.

De taferelen uit De Witte van Sichem leken in quasi niets op het Vlaanderen van 1980, waarin de kijker zich bevond. De leefwereld van de Witte had meer gemeen met de maatschappij van de aartshertogen uit 1627, met haar samenwerking tussen katholieke en adellijke macht, dan die van de kijker. Tachtig jaar later was, door secularisering en industrialisering, van die oude machten, naast enkele relieken zoals de Abdij van Averbode, nog weinig over. Wat wilde De Hert ons dan zeggen met die laatste scène, waarin de twee tijdvakken in elkaar overlopen? Kunnen we volgens hem van de sociale strijd rond de eeuwwisseling wél nog iets leren, in ons geëmancipeerde Vlaanderen van nu? Ik weet het niet, maar mijn geschonden auto leek me toen ik me in Averbode deze bedenking maakte opeens niet meer zo belangrijk.



dwarsdoorsnede

15/01/2024
🖋: 

De blok doorkomen doet ieder op hun eigen manier. De een wandelt als een gek rondjes door hun kot, de ander giet blikjes Nalu achterover alsof hun leven ervan afhangt en ondergetekende doet zich – uiteraard – te goed aan chocolade. Maar welke chocolade eet je op welk moment voor een ideale examenprestatie? Ik ontcijferde de cacao-code. 

harde hazelnoot

Miljaarnondechoco, pot vol Cécémel, chocodorie! Het examen van deze namiddag staat bekend als hét buisvak van je opleiding. Je samenvatting zou net zo goed een combinatie van Chinese tekens, hiërogliefen en gekrabbel van een zesjarige kunnen zijn, want de letters dansen toch voor je ogen. Voor het harde denkwerk is chocolade nodig die even luid kraakt als jouw op volle toeren draaiende hersenen. En wat kraakt er nu beter dan hazelnoten in je chocolade? Alsof chocoladefabrikanten weten dat hazelnoot essentieel is voor elke student, heeft zowat elk merk deze chocoladevariant wel. Al is die van Tony’s Chocolonely ontegensprekelijk de beste.

sinterstalgisch genot

Goed, de examens zijn halfweg en rampen zijn vooralsnog voorkomen. Met nóg twee weken voor de boeg is dit jaarlijks het moment waarop ik verlang naar de goede oude tijd van het middelbaar. Examens die na twee weken al achter de rug zijn, pas na het avondeten je boeken openslaan en alsnog slagen, je resultaten dezelfde week nog kennen … Heerlijk! Even heerlijk is de chocolade die onlosmakelijk verbonden is met mijn nostalgische buien: Sinterklaaschocolade. Mijn twintigste verjaardag is Sinterklaas duidelijk ontgaan, want meer dan een maand na de verjaardag van de goedheilig man is de voorraad chocoladebeeldjes nog niet uitgeput. Geen bezoek gekregen? Schaamteloos zelf chocolade in je schoen – of rechtstreeks in je keukenkast – achterlaten is de oplossing. Na 6 december is die chocolade trouwens opmerkelijk goedkoper. Elke hap ervan brengt een welkom vleugje zoete nostalgie en een zeldzame glimlach in deze stresserende periode.

mokkamomentum

Na een nostalgische onderbreking ben je weer klaar om te knallen. Slaap? Dat staat niet meer in je woordenboek. Op zoek naar een metgezel voor je nachtelijke studiesessie? Daar komt de redder in bitterzoete nood: mokkachocolade. Mijn haat voor koffie is een ware karaktereigenschap, maar voor mokkachocolade maak ik graag een uitzondering, zeker als het die uit een doos Mercikes zijn. Gewapend met de superieure cafeïnevorm ben je klaar om de hele nacht te strijden.



08/01/2024
Blokseries (© NBC | dwars)
Bron/externe fotograaf

NBC

🖋: 

Een van de belangrijkste momenten op een dag tijdens de blok is… De pauze! Of je nu om het uur even pauzeert of liever uren doorwerkt om dan wat langer te ontspannen, er is maar een ding belangrijk: je wilt je pauze natuurlijk zo goed mogelijk invullen! Verspil daarom geen tijd meer door te twijfelen welke serie je tijdens je pauze zal kijken, maar lees gewoon dit artikel.

The Office US 

Toegegeven, The Office is niet voor iedereen. Als je van pranks, droge grappen en sarcastische humor houdt, raad ik je toch aan om even door te bijten wanneer je dat cringey eerste seizoen bekijkt. Daarna wordt deze sitcom in stijgende lijn beter! The Office is de ideale blokpauze, want bijna elke aflevering is een afgerond geheel, is een van de luchtigste series die je kunt bekijken in het huidige streamingaanbod, en als je studeert voor een bureaubaan weet je na enkele afleveringen meteen hoe je leven eruit zal zien na je studies. Memoriseer dus alvast Michaels twijfelachtige adviezen en kopieer Dwights extreme werkethiek en je vindt gegarandeerd een job wanneer je afstudeert.

Beschikbaar op Netflix, Streamz en VRT MAX. Een  aflevering duurt gemiddeld 22 minuten. 

The Sex Lives of College Girls

The Sex Lives of College Girls volgt Leighton, Bela, Kimberly en Whitney, vier eerstejaarsstudenten aan de Universiteit van Essex, tijdens hun worsteling met liefde, vriendschap en seksualiteit. Deze grappige serie is net als Never Have I Ever een project van Mindy Kaling – die bovendien een decennium eerder de rol van Kelly vertolkte in The Office. Bovenal is The Sex Lives of College Girls herkenbaar, zeker als blokkende student. Wentel je helemaal onder in het bruisende studentenleven van de vier roommates en mijmer alvast over het volgende semester.

Beschikbaar op Streamz. Een aflevering duurt gemiddeld 30 minuten.

The Bear

The Bear was voor mij dé revelatie van 2023. De serie speelt zich af in een horecazaak in Chicago en start in medias res, waardoor je het gevoel hebt in een absolute chaos te zijn beland, wat eigenlijk ook het geval is. Tussen alle stressvolle scènes door ontdek je wie de personages zijn en waarom Carmy, een jonge kok van topniveau, nu werkt in een aftandse broodjeszaak. Opgelet: bij het kijken van deze serie bestaat de kans dat je spontaan haute cuisine wilt koken. Wacht hier toch maar mee tot je dat moeilijke hoofdstuk gelezen hebt en trakteer jezelf daarna op een lekkere maaltijd. Terwijl je intussen naar The Bear kijkt, uiteraard!

Beschikbaar op Disney+. Een aflevering duurt gemiddeld 30 minuten.

On My Block 

Vergis je niet, On My Block verwijst niet naar de huidige fase van het academiejaar, maar gaat over het leven van vier tieners in een door bendegeweld geteisterde buitenwijk van Los Angeles. Dat klinkt echter zwaarder dan het is, want de serie combineert dat serieuze thema met een stevige dosis humor en magisch realisme. In de eerste aflevering beginnen Monsé, Jamal, Ruby en Cesar aan de laatste vier jaren van de middelbare school. Naast sociale problemen en groeipijnen gaat de serie vooral over de avontuurlijke zoektocht naar het beruchte Rollerworldgeld, dat decennia geleden verloren ging en sindsdien nooit is teruggevonden. Tussen prille liefde en familieruzies door neemt Jamal zijn vrienden op sleeptouw, in de hoop het geld te vinden en intussen even te ontsnappen aan de harde realiteit. Samen trotseren ze absurde situaties, excentrieke buurtbewoners en zelfs een magische tuinkabouter.

Beschikbaar op Netflix. Een aflevering duurt gemiddeld 30 minuten. 

Only Murders in the Building

In Only Murders in the Building zorgt een moordzaak in een New Yorks flatgebouw voor de start van een onverwachte vriendschap tussen drie buren. De gesloten Mabel Mora – vertolkt door Selena Gomez – ontmoet Oliver Putnam en Charles-Haden Savage, respectievelijk een mislukte theaterregisseur en een voormalige acteur. Door hun liefde voor true crimepodcasts  en hun gedeelde nieuwsgierigheid naar de vermoorde buurman zijn de drie buren erop gebrand om de moordenaar te ontmaskeren. Ze maken er bovendien samen een podcast over, elk met hun eigen reden, en gaan op onderzoek uit, waardoor Only Murders in the Building een spannende blokpauze belooft. Toch zorgen de personages ook voor een grappige noot, want hun uiteenlopende persoonlijkheden botsen regelmatig, wat van de serie een luchtige whodunit maakt.

Beschikbaar op Disney+. Een aflevering duurt gemiddeld 30 minuten.

Disenchantment 

Disenchantment is de ideale pauze voor fans van The Simpsons én voor fans van sprookjesbewerkingen. In deze animatieserie kiest Matt Groening niet voor een hedendaags decor zoals Springfield, maar plaatst hij de personages in het niet zo sprookjesachtige Dreamland, een fictieve middeleeuwse wereld. Het hoofdpersonage Bean is de kroonprinses van het land, maar kleedt zich liever in boerenkledij en schuimt ’s avonds de lokale kroegen af. Kattenkwaad uithalen doet ze echter niet alleen, want meestal wordt ze vergezeld door haar trouwe kompanen Luci en Elfo. De ene is haar persoonlijke demon, die tot zijn eigen ergernis vaak voor kat wordt aangezien, de andere een naïeve elf. Samen nemen ze het op tegen het kwaad dat de vrede in Dreamland bedreigt, wat voor een heleboel komische situaties zorgt.

Beschikbaar op Netflix. Een aflevering duurt gemiddeld 30 minuten. 

Cobra Kai

Cobra Kai is het late vervolg op de The Karate Kid-films uit de jaren tachtig, waarin de karatevete tussen Johnny en Daniel zich voortzet. De voormalige karatekampioenen zijn intussen volwassen, de een al wat succesvoller dan de ander. Johnny’s ellendige leven neemt echter een verrassende wending wanneer hij het opneemt voor zijn gepeste buurjongen. Hij besluit dat hij hem zal leren hoe hij zichzelf moet verdedigen en heropent Cobra Kai; ooit een grootse dojo waarin heel wat kampioenen getraind werden. De nieuwe dojo zorgt in combinatie met het impulsieve gedrag van Johnny al snel voor problemen, wat van Cobra Kai een heerlijk dramatische en komische serie maakt. Bereid je voor op een goede dosis humor, heel wat tienerdrama en vooral veel meeslepende vechtscènes.

Beschikbaar op Netflix. Een aflevering duurt gemiddeld 30 minuten.