Literaire non-fictie?
25/09/2011
🖋: 
Auteur extern
Maarten Inghels en Grag Ionita

Opmerkelijke oproep van spring-in’t-veld Marcel Vanthilt aan zijn teerbeminde collega-BV’s in september 2010 om niet meer met het weekblad Dag Allemaal te praten. Niet enkel de veelvuldige inbreuken op zijn eigen privacy werden hem te veel, ook de verzinsels en halve waarheden van de roddeljournalistiek en de nefaste impact hiervan op het privéleven van alle betrokkenen kwamen hem de strot uit. Het clubje bekende Vlamingen dat de ontsporing van de huichelachtige onthullingsjournalistiek aanklaagt groeit met de dag.

Onafhankelijke bijdrage van Maarten Inghels en Grag Ionita

 

OPENHARTIG EN EERLIJK

Oprichter en bedenker van Dag Allemaal, Guido Van Liefferinge, riep in een opmerkelijk opiniestuk (Apache, 8 november 2010) op om de rem te zetten op de tabloidisering van de populaire bladen: “De onverantwoorde en losgeslagen media creëren een samenleving van nijd, afgunst en lafheid, van graaiers en van samenzweerders en verklikkers, van opportunisten, cynici en verbitterden die acteren in een publiek lynchspektakel dat in onze moderne, digitale en zogezegd hoogbeschaafde wereld barbaars is.”

 

Het recept voor dergelijke tabloidjournalistiek is eenvoudig: men neemt een paar feiten, draait die in een smakeloze saus van kwaadwillige insinuaties, legt foute verbanden en men doorspekt dit alles met opvallend (doch onbeduidend) beeldmateriaal. Gepresenteerd in een schreeuwerige lay-out is de hapklare brok sensationeel nieuws klaar voor een hongerig publiek dat slechts vermaakt wil worden. Licht verteerbaar leedvermaak of rauwe, ranzige roddels als tussendoortje? De roddelbladen stillen uw honger naar privéweetjes.

 

De technieken die daarbij gehanteerd worden bevatten bovendien een opvallend dwingend karakter. Wanneer informatie vanuit directe bron niet bruikbaar genoeg blijkt, kan door middel van een breed scala aan laag-bij-de-grondse middelen nieuwe informatie gewonnen worden. Allerlei kanalen zoals familie, vrienden, buren en kennissen worden aangewend om hun versie van de feiten te geven, alsof deze vermeende verwantschap de bijdrage legitimeert. De vakpers schuwt daarbij enige moeite om druk te gebruiken niet.

 

Juridisch gesproken bevindt deze riooljournalistiek zich natuurlijk op dubieus domein. De wetgever maakt namelijk een onderscheid tussen de rechten van een publiek figuur en die van een privéfiguur. Waar houdt een publiek figuur op te bestaan en wordt deze een particulier persoon, en weer omgekeerd? Dat pakweg Wendy Van Wanten tijdens haar carrière meermaals een inkijkje in haar persoonlijke bestaan heeft gegeven, heeft voor de roddelmedia alvast het licht blijvend op groen gezet.

 

Bovendien rijzen er ernstige vragen bij de gehanteerde deontologische codes van deze roddelbladen. De Code van de Raad voor de Journalistiek bepaalt over de privacy van individuen (regel 23): “De journalist respecteert het privéleven van personen en tast het niet verder aan dan noodzakelijk in het maatschappelijk belang van de berichtgeving.” Indien de sensatiepers het dan toch nodig vindt om over privépersonen te berichten, waar ligt dan de grens van het maatschappelijke belang?

 

SCHOKKENDE ONTHULLING

In het Vlaamse roddellandschap is zonder twijfel het meest frappante en grensoverschrijdende voorbeeld hiervan de zaak Leterme. Volgens Story heeft ontslagnemend premier Yves Leterme van september 2009 tot augustus 2010 een buitenechtelijke relatie gehad. De maatschappelijke relevantie, volgens hoofdredacteur Frederik De Swaef, schuilt in het bezoedelen van de ambtswoning en het misbruiken van zijn positie om zijn maîtresse aan een baan bij de FOD Buitenlandse Zaken te helpen. “Het feit dat Leterme zijn minnares aan een job hielp, heeft ons doen beslissen het verhaal openbaar te maken”, aldus goedhartige geheimenonthuller De Swaef tegen een krant van De Persgroep (Het Laatste Nieuws, 21 juni 2011). Een beetje vreemd, vermits de vrouw in kwestie die job nooit heeft gekregen.

 

In een uitzending van Het Nieuws (22 juni 2011) verheldert De Swaef de gehanteerde logica: aangezien Leterme tot tweemaal toe “zijn privéleven op internet gesmeten heeft via Twitter”, is voortaan zijn volledige privéleven openbaar en wordt het achterhouden van informatie bijgevolg “schuldig verzuim”. Maar Frederik De Swaef lijkt een eerder interview te zijn vergeten, toen hij in de periode van zijn aanstelling als hoofdredacteur, in een uitzending van Reyers Laat (11 januari 2011), beweerde dat Story nooit een geheime affaire bekend zou maken zonder toestemming van de betrokkenen. “Dat doen wij niet”, stelt hij duidelijk. Herdefinieerde De Swaef ironie, of was het hypocrisie?

 

Van alle zwakke rotsmoezen om deze pseudo-journalistieke nonsens af te drukken, is het benadrukken van de maatschappelijke relevantie wel ongeveer de slechtste. Ook de andere argumenten om het verhaal Leterme te brengen zijn opvallend flauw: de politieke inmenging en beïnvloeding is nauwelijks of niet te veroordelen. Bovendien is het ook allemaal niet erg duidelijk wat Leterme effectief gedaan heeft om zijn bijslaap aan een vast inkomen te helpen. Waar is dan de zogezegde noodzaak van het grote verhaal naartoe? Ons lijkt het eerder een verfoeilijk stuk, erg gefocust op sappige weetjes om de eigen oplage te verhogen. Wij vinden dit geen journalistiek. We beschouwen het eerder als literaire non-fictie: volstrekte verzinsels met een zeker waarheidsgehalte.

 

Opvallend is dat de uitgevers, hoofdredacteurs en riooljournalisten de enige bevolkingsgroep zijn die aan deze terreur van dergelijke volslagen verzinsels ontsnappen. Ondanks de veelvoudige kritiek en opiniestukken lijkt deze vuilnisbakkenjournalistiek onvermurwbaar. Indien een bekende Vlaming gekozen heeft om een deel van zijn of haar privéleven openbaar te maken, zien Story-Sifferschoothond De Swaef en Dag Allemaal-bimbo Beyers (Ilse Beyers is hoodredacteur van Dag Allemaal, nvdr.) er geen graten in om zelfs het spinrag onder het bed van de belaagde te exploiteren onder het mom van de journalistiek. De mensen die deze teams leiden, die als een bende straathonden in het emotionele vuilnis van anderen snuffelen, blijven vaak zelf opvallend afwezig in het publieke discours.

 

De Swaef beweert nochtans dat zijn generatie jonge journalisten “ethisch conservatiever” is dan de vorige, maar weinigen stellen hier vragen bij. Dat na een storm in een glas water de zaak Leterme werd geklasseerd, duidt de algemene malaise in de kritiek tegenover dergelijke praktijken binnen het journalistieke milieu. Wij hebben een polemisch debat over dit soort vuilnisjournalistiek gemist. De Nederlandse roddeljournalist Jan Dijkgraaf ging voor het eenmalige roddelblad Binnenhof bewust over de schreef door in het vuilnis van politici te snuffelen, waarbij vertrouwelijke informatie werd gevonden. Het studentenblad Propria Cures gaf hem een koekje van eigen deeg, iets wat ze eerder al bij Harry Mulisch gedaan hadden, ook door zijn vuilnis te publiceren. Zou De Swaef het leuk vinden als mensen gaan graven in zijn persoonlijke levenssfeer en informatie uit zijn vuilniszak zouden halen? De Swaef betrad nadrukkelijk de publieke arena, maar het werd ons duidelijk dat kritische bedenkingen achterwege bleven. Aangezien deontologie De Swaef vreemd is, zien wij ons genoodzaakt om hem wat thuisonderwijs te geven met een methode die hem wel erg bekend in de oren zal klinken.

 

EEN VRIEND AAN HUIS

Tenslotte is Frederik De Swaef toch zelf een beetje een publiek persoon, die in het verleden geregeld zelf de openbaarheid opzocht en feiten uit zijn privéleven naar buiten bracht. Er zijn voldoende publicaties te vinden waarin hij vertelt over zijn vrije tijd, zijn Erasmusjaar in Freiburg, de inrichting van zijn vroegere kot, zijn jeugdige verliefdheid op Sigrid Spruyt, het auto-ongelukje met zijn Mazda Bonzaï en zijn professionele ambities, waarbij hij duidelijk stelt: “Ik wou altijd roddeljournalist worden.” We hoeven ons niet eens tot de Witte Gids te wenden: een eenvoudige zoekopdracht in good old Google leidt tot zijn website waar adres en telefoonnummer keurig vermeld staan, alsof privacy iets van een vorige generatie is. De suggestie De Swaef te boeken voor “amusante” lezingen over “zijn werk bij Story” of “BV’s in de politiek”, waarbij hij roddels over bekende Vlamingen verkoopt als zoete broodjes, houden we alvast in overweging voor een volgend project. Op de website van Ivago, de stedelijke ophaaldienst van Gent, staat het tijdstip van afvalophaling netjes aangegeven in de ophaalkalender. We tikken het adres in van de immer sympathieke De Swaef en vinden meteen het antwoord op onze prangende levensvragen: zijn huisvuil en dat van andere inwoners van sector V47 wordt op donderdagvoormiddag opgehaald.

 

Woensdagavond is dus het moment waarop we de moraal aan de kant schuiven. Je hoeft geen duurbetaalde privédetective te zijn om te ontdekken waar Vlaanderens meest eerzuchtige hoofdredacteur thuis bij de sterren is. Woensdagavond, begin augustus 2011. Gewapend met verrekijkers in onze rugzak, een kwaliteitskrant met kogelronde gaten in, een fototoestel en een stadskaart vertrekken we richting Gent. Zelfs onze kledij is aangepast voor deze delicate missie, alleen de bivakmutsen blijven thuis. Pas wanneer we de auto op de parking aan de overzijde van de straat parkeren, steekt vooreerst een schuldgevoel op. We voelen de handboeien al rond onze polsen, maar het moet, dus we volharden. We zijn wat dat betreft onwijze moraalridders. Voor ons ligt het bescheiden appartement, vlakbij de ring rond Gent, verborgen tussen het loof. Een discreet pand met idyllische, zelfs mysterieuze trekken.

 

Om beurten steken we de straat over, een wandelingetje om de buurt te verkennen. De één steekt een sigaret op vlak aan de inkomhal, de ander rust wat tegen een boom. We wachten en dralen gedurende lange tijd, net geen twee uur in totaal. En dan gebeurt het. In een flits zien we Frederik buitenkomen, één vuilniszakje in de hand. Stuntelig op de drempel om uiteindelijk zijn zakje bij de restafvalzakken van zijn buren te plaatsen, centrumrechts op het trottoir. In Gent zijn de zakken geel en zwart, stellen we vast. Nadat hij verdwenen is, snellen we samen de straat over, het hart in de keel. Geen minuut later sluipen we terug naar de auto, met de verrassend lichte zak van De Swaef in de hand, als hongerige ratten die net een grote vangst hebben geslagen.

 

We hadden verder kunnen gaan, beseffen we nu. Zijn dozen oud papier stonden ook klaar voor de vuildienst. Een vluchtige blik daarin leerde ons dat er postwisseling aan F. De Swaef in zat. We begrepen dat het slechts ging om ongeadresseerde reclame, diverse oude magazines, brochures van Volvo, Opel en Hyundai, handleidingen van IKEA, parkeerkaarten voor het concert van Prince en de festivals Rock Werchter en Tomorrowland, proefversies van artikels (hoofdzakelijk over Yasmine, Joyce De Troch, Tanja Dexters en Marie-Rose Morel), handgeschreven contactgegevens van talloze BV’s (waaronder het telefoonnummer van Els Tibau, Koen Wauters, Dina Tersago, Joyce De Troch, Hilde De Baerdemaeker, Philippe Geubels, Lyndsey Pfaff, Stephanie Meire en of all people Jan Verheyen, Sam Gooris en Jo Vally), neergeschreven interviews, richtlijnen van Thomas Siffer, de proefdruk van de beruchte Leterme-cover, onkostennota’s, zijn verandering van energieleverancier, vliegtuigtickets voor een reis naar Barcelona en opvallend veel exemplaren van het tijdschrift De Journalist. Kortom, enkel oud papier zonder enige nieuwswaarde, dus dat hebben we laten staan. Ook wij kunnen hoofdzaken van bijzaken in de onderzoeksjournalistiek feilloos onderscheiden. Het vuilniszakje stoppen we in de kofferbak die algauw begint te stinken en tegen hoge snelheid knallen we naar Antwerpen terug, waar we ergens tussen Sint-Niklaas en Zwijndrecht genadeloos worden geflitst. Hopelijk staat het vuilniszakje door de achteruit niet op de gevoelige plaat.

 

EXCLUSIEF EN EMOTIONEEL

Bij aankomst in de redactielokalen van dwars laden we het vuilniszakje uit. Alle voorwerpen stallen we uiterst professioneel op een rijtje uit en fotograferen we vanuit elk oogpunt mogelijk. De inhoud van de vuilniszak mag zeven kilogram bedragen, het opschrift luidt “Schoon Gent, Iedereen Content!” Het kleine, aparte zakje met badkamerafval haalt onze strenge, maar rechtvaardige selectie niet: we vinden het redactioneel niet relevant genoeg om de inhoud van De Swaefs hygiënische gebruiksartikelen te publiceren. Ook wij hebben een loepzuiver geweten.

 

Grosso modo valt de inhoud van het vuilnis van Frederik De Swaef in drie categorieën te verdelen: ‘sectie 1’ bevat etensresten, zoals de modale burger bekend is met appelschillen, uitgespuugde druivenpitjes, de pit van een nectarine, sinaasappelschillen, de harde korstjes van een oude boterham, een half velletje beschimmelde kaas, enkele verfrommelde servetten met kruimels en vetplekken, een peer, wat ongedefinieerde etensresten en divers groentenafval. De wat grotere ‘sectie 2’ is haast een milieuthema op zich, getuige de vele verpakkingen van voedingswaren. Plastic bakjes van charcuterie (kalfsworst, flinterdun gesneden), een doosje Alpro Soya Minarine (lekker gezond, 100 procent plantaardig vetgehalte, 250 gram, 36 kaloriën), een halfrotte banaan en het bekende blauwe bakje van champignons. Tot slot onderscheiden we de iets beperktere ‘sectie 3’ met enkele post-its, flyers, een stofzuigerzak van het merk Miele (Original Miele, HYCLEAN), uitnodigingen voor vip-evenementen, enkele kasticketjes, kaartjes voor Daan, de Nacht van de Vlaamse Televisie Sterren en een wedstrijd van Eendracht Aalst, en enkele bestempelde vensterenveloppes waarvan de vensters ons met ledige ogen aankijken.

 

Onze taak wordt echter stevig bemoeilijkt door de stank die de zak uitademt. We hebben dan wel onze mondmaskertjes opgezet, het luchtje aan de zaak is niet te harden. We moeten achteraf gezien toegeven dat de samenstelling van het vuilnis eerder kleinschalig was: één zak ‘Swaef’ is weinig. Bovendien zijn we in onze haast zelfs vergeten om zijn buren eerst te interviewen en vervolgens te chanteren. Bewijsstukken van communicatie met de geliefden en belangrijke personen in het leven van Frederik De Swaef hebben we dan weer wel gevonden. Gelukkig maar. Ze geven de gegeerde topjournalist een menselijk gezicht. We vinden enkele maatschappelijk relevante post-itjes die geen geadresseerden bevatten, maar waarop zijn houterige handschrift te herkennen valt, bijvoorbeeld aan zijn kuisvrouw waarin hij haar expliciet vraagt zijn vuile was te doen.

 

Eindelijk krijgen we een beeld van de menselijke kant van de ambitieuze topjournalist Frederik De Swaef, die ons voorkomt als een jongen die regelmatig op de baan leeft en vooral diners nuttigt in wegrestaurants, de eenzame hoofdredacteur aan de top, maar ook als een rustige huisman, iemand die niet rookt en geen huisdieren bezit. Hij leidt een druk leven, surfend op de emotionele hoogspanningskabels van onze BV’s, maar kan relaxeren in een reine en afgeborstelde omgeving, mede dankzij zijn wekelijks huispersoneel. Een stofvrij bestaan brengt het kruim van onze journaille tot rust.

 

We hebben Frederik De Swaef gevraagd om persoonlijk te reageren op onze bevindingen, maar na te zijn doorverbonden naar zijn woordvoerder, zijn kabinet en hemzelf, kregen we jammer genoeg driemaal een karige ‘geen commentaar’. Geen nood, we wassen onze handen in onschuld, wandelen naar buiten en happen smachtend naar de propere buitenlucht. In de verte schitteren de sterren.



Een uit de context gerukt interview met School is Cool
25/09/2011
🖋: 
Auteur

Het gaat School is Cool voor de wind. Vorig jaar wonnen ze Humo’s Rock Rally, hun twee eerste singles werden een Hotshot op Studio Brussel en nummer één in De Afrekening. Op 1 september kwam hun derde single ‘The World Is Gonna End Tonight’ uit en die werd onvermijdelijk opnieuw StuBru's Hotshot. School is Cool is cool; zo'n grapjes zijn onvermijdelijk. Nadat ze in Berlijn, Londen en Parijs speelden, nemen zanger-gitarist Johannes Genard en percussionist Andrew Van Ostade de tijd om met dwars te praten over hun nieuw album.

Totale chaos

Jullie debuutalbum, ‘Entropology’, komt uit op 18 oktober. Die term staat niet in het woordenboek, geloof ik. Waar komt dat woord vandaan?

Johannes Genard Het is een verzonnen woord. Veel van de songs hebben een gezamenlijk onderwerp: het einde van de wereld, in elke betekenis. Na zes maanden werd dat thema heel duidelijk. Ik kwam op het idee om van entropie een wetenschappelijke discipline te maken: entropologie. Toen ik dat dan opzocht bleek het een term te zijn van Claude Lévi-Strauss, die beschreef hoe entropologie cultural levelling zou behandelen. Het vat in die zin samen hoe alle elementen in het universum of een maatschappij dezelfde temperatuur bereiken. Hierdoor is er geen hiërarchie of onderscheid. Er ontstaat kortom totale chaos. Dat vond ik cool voor songs die over het begin van het einde gaan. Onze eerste twee singles klinken heel vrolijk, alsof we een olijke bende zijn, maar die teksten gaan wel richting de apocalyps. We worden misschien te vaak gezien als die enthousiaste lolbroeken met ‘diejen dikke op z’n drums’.

Andrew Van Ostade Johannes krijgt de geeks, Mathias (Dillen, drums, nvdr.) de meisjes, Nele (Paelinck, viool, nvdr.) de jongens, en ik de grapjassen die naar me wijzen en dan gekke bekken trekken.

Genard Maar dat vind ik jammer. We hebben, hoop ik, toch meer diepgang dan dat. We proberen een evenwicht te zoeken. We willen niet te emo of intellectueel overkomen, maar ook niet te ‘herp a derp’. Het is zoals bij optredens van Arcade Fire. Men ervaart daar euforie die weinig met de teksten te maken heeft. Die blijheid is te vergelijken met de filosofie van Camus of Schopenhauer: het leven is kut en pijnlijk, maar men kan ook oprecht emoties ervaren.

 

Je zegt het zelf, er zit iets in je teksten van je filosofiestudies, maar ben je nu van plan om nog iets met je studies te doen of ga je je concentreren op de band?

Van Ostade Momenteel is het inderdaad heel hard focussen op de band. In het najaar en zeker volgend jaar zal het waanzinnig druk worden. Voor Matthias en Johannes, die nog studeren, is dat heel moeilijk. Zeker tijdens de examens ben je dan fucked.

Genard We willen nu het artiestenstatuut aanvragen, om alles gemakkelijker te maken, maar dat duurt even. Ik wil gewoon deze studies afmaken, zodat ik me niet voel alsof ik mijn tijd verspild hebt.

 

Hoe voelt het om op de universiteit de clip van ‘In Want of Something’ op te nemen?

Genard Goh, we namen het clipje hier op omdat dat we een school nodig hadden.

Van Ostade De Universiteit Antwerpen heeft ons altijd fantastisch gesteund. We hadden ook een kerk nodig, en de universiteit heeft ook meteen hun eigen kapel voorgesteld.

Genard En alle medewerkers zaten rond Antwerpen, dus dit was gewoon het handigste.

 

Het was dus niet echt een symbolische of emotionele beslissing?

Genard Oh ... neen, absoluut niet.

Van Ostade Maar het R-gebouw is wel mottig genoeg voor de sfeer van jaren '70 die we zochten.

 

Love to hate it

Jullie zijn drie keer de Hotshot bij Studio Brussel geweest en twee keer nummer één. Jullie worden dus wel een beetje verwend. Wat vinden jullie van zo’n Facebook-acties als ‘StuBeu’?

Van Ostade Ik snap dat mensen daarover klagen, dat gebeurt altijd, maar ik vind vooral dat Studio Brussel goed heeft gereageerd. StuBeu had kritiek op de uitvoering van de beleidstekst van Studio Brussel. De zender heeft daarop geantwoord dat ze over de jaren heen weinig zijn veranderd en dat die kritiek er altijd is geweest. Al begrijp ik wel dat ze zich moeten aanpassen aan hun luisteraars. Er zijn trouwens ook wel programma’s op StuBru die deftige alternatieve muziek spelen maar die zijn gewoon later op de avond of 's nachts geprogrammeerd. Tijdens de dag en het weekend verandert de zender in … (twijfelt)

Genard ... iets platter. Maar ik deins er een beetje voor terug om mij hierover uit te spreken. Wij kennen de meeste presentatoren en zij staan allemaal achter de beleidstekst van de zender. Ze doen inderdaad veel moeite. Het programma Select bijvoorbeeld speelt bijna alles wat op Pitchfork (een pseudoprofetische muziekblog, nvdr.) staat. Ik luister zelf niet veel naar de radio, het is me te hyperactief, maar ik denk dat het onmogelijk is voor een radiozender om iedereen gelukkig te maken. Ik snap dat mensen minder populaire bands willen horen of minder electro. StuBru is een staatsradio, zegt men, en ik hoor niet wat ik wil horen. Maar StuBru heeft als staatsradio ook een taak, en die vervult ze goed.

Van Ostade Ik vind het wel tof hoe het allemaal is gelopen. Mensen kloegen op Facebook, en Studio Brussel heeft geantwoord. Deze generatie heeft het heel gemakkelijk om een statement te maken.

 

Het imago van underground groepjes is ook veranderd: er zijn minder gescheurde jeansbroeken, minder rebellen enzovoorts. Jullie hebben bijvoorbeeld de reputatie nerds te zijn. Wat vinden jullie daarvan?

Genard Ik vind die gescheurde broeken niet meer nodig. Die groepjes bestaan nog wel, maar ze maken niet per se de interessantste muziek. Pop is verreweg de grootste markt, we hoeven ons niet af te zetten tegen andere genres of een soort van intellectualisme. Over het algemeen ontbreekt dat zelfs. Vroeger heerste er een sfeer van it’s cool to be ignorant, - en onze naam heeft daar niets mee te maken! We vonden dat gewoon een grappige naam voor een Myspacepagina en vervolgens wonnen we onverwacht de Rock Rally. Daar zit echt niets anders achter.

Van Ostade Ondertussen heeft die naam een love to hate it-status gekregen.

Genard Ik heb er af en toe nog spijt van, maar op andere dagen denk ik: Ja, het is leuk om onder zo’n belachelijke naam muziek uit te brengen.

 

Jullie eerste optreden van wat later School is Cool werd was zelfs nog iets heel anders. In Scheld'apen traden jullie op onder naam ‘Billen’. Herinneren jullie je dat nog?

Genard Dat was een misverstand met Scheld’apen. Ik had gezegd: “Je mag ons als School is Cool billen.” Op de bill zetten dus. Hoe kom je dan aan Billen? (lacht)

Van Ostade Die avond: “Hey, we staan niet op de flyer. Ach, we zijn toch niet bekend, maakt niet uit.”

Genard Maar iedereen dacht wel: “Who the fuck is ‘Billen’?”

Van Ostade “Die groepsnaam klinkt wel oké”, dacht ik. Waarschijnlijk één man met een loopstation en drie Casio’s ofzo. Grappig.

Genard Er staat van ons tweede optreden nog een filmpje online dat ik van Andrew niet mag verwijderen.

Van Ostade Dat is waar we vandaan komen!

Genard Maar onlangs had een journalist van Humo het filmpje gezien. Hij meldde droogjes dat we ietwat verbeterd zijn.

 

Geen fantastische muzikanten

Johannes, je had toen al twee groepjes. In Leafpeople speelde Andrew al mee en in Lions & Lambs speelde je samen met Nele. Waarom was er nood aan School is Cool?

Genard Ik had Arcade Fire en The Dodos ontdekt, en was heel enthousiast. Het was geen stijl die pastte bij Leafpeople of Lions and Lambs. Het was eclectischer. Dus begon ik op Garageband voor de lol zulke liedjes te schrijven. Ik genoot ervan om songs helemaal zelf uit te werken.

Van Ostade Als je met vijf mensen een liedje in elkaar wilt steken, lijkt het vaak alsof vijf ego’s tegen elkaar clashen. Het helpt dat alle input van één iemand komt. De rest van de groep kan dan als fan van de muziek advies geven. Maar Johannes heeft een veto.

Genard We krijgen een song af op één repetitie. Met Leafpeople deden we daar maanden over. Soms krijgt iemand een solo omdat hij er in de vorige songs geen had. Bij School is Cool kan ik zeggen: geen solo’s, nooit. Ook al omdat we geen fantastische muzikanten zijn, maar de songs zijn de basis. Daarom zijn ze vaak zo kort. Op het album staan zestien songs en die duren samen drie kwartier. Het is het Pixies-principe: alleen het noodzakelijke.

Van Ostade We hadden heel goede nummers bij Leafpeople. ‘Hiding under Bedsheets’ hebben we zelfs nog op één van onze eerste optredens gespeeld.

 

In een interview met Humo vermeldde Michiel De Vlieger dat je uitgenodigd bent om een week lang bij De Laatste Show te spelen. Kan je daar al iets over zeggen?

Genard Dat is heel spannend, hé. De eerste week van oktober is het aan ons. We moeten alvast een Belgische cover voorbereiden. Cool.

 

In datzelfde interview werden jullie genoemd als fine fleur van de Belgische muziek, samen met Absynthe Minded en Das Pop. Het gaat allemaal heel snel voor jullie. Te snel?

Van Ostade Het gaat heel snel, maar we hebben allemaal onze muzikale bagage. Met Leafpeople hebben we bijvoorbeeld vijf jaar geworsteld.

Genard We zijn ook geen zestien meer, hé.

Van Ostade Het belangrijkste is gewoon om dankbaar te blijven. Het niet vanzelfsprekend vinden.

Genard We mogen vooral niet denken dat we kunst maken als we een scheet laten.

Van Ostade We waren in Kortrijk voor een promo-evenement, en Nele grapte tegen StuBru-medewerkers: “Wow, we zijn alweer jullie Hotshot. Alsof alles wat we uitkakken een Hotshot wordt.” Dat was (wikt zijn woorden) een gênant moment, maar zo durven we zelfs niet te denken.

 

Shi-iiiit

Hoe was het om een album op te nemen? Dat is toch iets waar je, vermoed ik, al lang van droomde.

Van Ostade Amazing. De eerste keer dat we met Reinhard Vanbergen (gitarist van Das Pop, nvdr.) samenkwamen, zat hij naar zijn laptop te staren. Terwijl hij met zijn benen wiebelde, mompelde hij: “Laat maar horen.” Dus we speelden onze nummers. Hij knikte van ja, en toen we afscheid namen, gebood hij: “Volgende keer vijf nieuwe nummers.”

Genard Vijf nieuwe nummers moesten we maken, waarvan drie hits tijdens de examenperiode. Wat?! Ik had twee jaar geschreven aan de tien nummers die we hadden. Maar het is allemaal goedgekomen. Naarmate de samenwerking verder verliep, klikte het meer en meer. Hij heeft ons ongelofelijk hard geholpen. Reinhard is een gitaargod die de drums stemt op gehoor, alle instrumenten bespeelt en de knoppen naar zijn pijpen doet dansen. Dat klinkt stom, maar we waren daar heel erg van onder de indruk. Hij is ook niet vies van synesthetische aanwijzingen zoals: “ik wil dat dit net iets donkerder klinkt’, of “die galm moet groener”. Het is een gigantisch langdurig proces. In november begonnen we met preproductie en pas in maart zijn we twee weken de studio ingedoken.

 

Jullie zijn nogal charismatisch op het podium. Hebben jullie speciale outfits of kostuums?

Van Ostade (nogal droog) Ja.

Genard Andrew is niet zo ongelofelijk enthousiast.

Van Ostade Het kan altijd cooler.

Genard We hebben kostuums laten ontwerpen: we wilden echt een pak dat we konden aantrekken voor we op het podium gingen. Zo’n ritueel doet veel. We hebben een lichtman nu, een lichtshow en backdrops met slides. De mensen van Afreux (o.a. het design voor The Hickey Underworld en DAAU, nvdr.) hebben fantastische etsen gemaakt voor bij elk nummer. Het strijkkwartet hoort ook bij de nieuwe show. Normaal gezien gingen we met hen het album voorstellen op Pukkelpop, wat uiteraard niet is doorgegaan. Maar we zullen proberen hen zo vaak mee te nemen. De kostuums passen perfect in die sfeer van het album. Het is, met die entropie in het achterhoofd, een conceptalbum geworden. Dat gevoel wordt gevoed door het design.

Van Ostade We vonden het belangrijk dat het album, als voorwerp, een grote meerwaarde had. Het is nu echt een mooi ding geworden, bijna een boek.

Genard Het mag niet overkomen als gewoon een bandje dat gewoon genoeg geld had om gewoon wat liedjes op te nemen. Het is meer dan dat. Er moest een discours aan vasthangen. Tom Waits heeft bijvoorbeeld vaak prachtige boekjes. Die lezen met de muziek op de achtergrond is de perfecte luisterervaring.

 

(Op een laptop worden me de ontwerpen getoond. Ze zijn inderdaad fantastisch. De fotografe beaamt en meldt dat de etsen iets heel liturgisch hebben. Een tipje van de sluier, quoi.)

 

Kun je nu, met alles achter de rug, onder woorden brengen hoe trots je bent?

Van Ostade Fucking trots. Shi-iiiit.

 

(Na afloop vraagt Johannes me twijfelachtig of ze iemand beledigd hebben, want dat zou in ieder geval niet de bedoeling geweest zijn. “Vaak wordt wat we zeggen uit de context gerukt”, meldt hij. Lieve jongens toch, die hippe muzikanten.)



25/09/2011
🖋: 

Hoewel ik zwoer niet te vervallen in cliché's, heb ik gefaald. Hier volgt dus een bloemlezing: Het is het begin van een nieuw academiejaar en naast alle schachten, TD’s, cantussen en studieprogramma-stress mag een vleugje cultuur niet ontbreken. Dus doe je te goed aan onze tips en kom uit uw kot!

Extracity (2/9 t.e.m. 23 /10) ‘A Slowdown at the Museum’

Tijdens de laatste van drie onderzoekstentoonstellingen wordt het museum als instituut en ruimte in vraag gesteld door jong, aanstormend, binnen- en buitenlands geweld. Hoe kunst wordt voorgesteld, bekeken en ervaren.

 

MoMu (14/9 t.e.m. 19/2) Walter Van Beirendonck

‘Dream The World Awake’ is de eerste overzichtstentoonstelling van dit Antwerpse modefenomeen. Verwacht je in het Modemuseum aan het verhaal van een grensverleggend buitenbeentje; kleurrijk, humoristisch, etnografisch en poppy.

 

Het Toneelhuis (28/9 t.e.m. 8/10) TeZuKa

Danswonder en choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui keert terug naar zijn eerste liefde, de tekenkunst. Hij werkt samen met meester van de manga Osamu Tezuka rond universele thema’s als tolerantie en mensenrechten. Een interdisciplinair onderzoek met magische uitkomst.

 

Studay (29/9)

Het behoeft niet veel woorden, het academiejaar begint en dat doen we wederom met een knal. Alle animatie, muziek en pintjes worden voorzien. Het enige wat je moet doen is met iedereen die je kent richting Het Zuid wandelen en je totaal laten gaan om het jaar goed te beginnen.

 

Sint-Andrieskerk (1/10, 20 uur) Jubileumconcerten

In een van Antwerpens’ mooiste kerken kan je je laten meevoeren door het kathedraalkoor dat een feestelijke selectie klassieke hoogtepunten zal brengen. Wie houdt er nu niet van een streepje Bach, Vivaldi, Haendel, Mozart of Haydn?

 

De Roma (1/10) 5 jaar Radio Modern met Ray Gelato & His Giants

Reis door de tijd in stijl en vier het vijfjarige bestaan van deze feestfabriek mee. Kleed je op, laat je opmaken of volg dansles. Hoofdact Ray Gelato verzorgt deze soiree, na Paul McCartney's trouw, met zijn swingklassiekers. 

 

Petrolclub (1/10) Hotel Jamaica

Elk zichzelf respecterende reggeafan hoort hier aanwezig te zijn. Als je nog steeds in de waan bent dat reggea dat ene lange liedje van Bob Marley is, hoor je ook aanwezig te zijn. Met het beste van Dancehall & Reggae verwelkomt Petrol o.a. Ziggi Recado, Colliman ft. Asham Band, Poison Dart en natuurlijk Civalizee.

 

Cinema Zuid (6/10) Matinees

Familiedrama, homosexualiteit en de dood vormen de perfecte cocktail voor een ontspannend middagje colleges rateren. De film ‘Cat on a Hot Tin Roof’ van Richard Brooks is een must see.

 

Behoud de Begeerte (6/10 t.e.m 15/11) ‘Sprakeloos op de planken’

‘Sprakeloos op de planken’ is de ijzersterke monoloog van Tom Lanoye gebaseerd op het tragische verhaal van de aftakeling van zijn moeder. Aangrijpend gebracht door een literair zwaargewicht op zijn kwetsbaarste.

 

Scheld’Apen (8/10) ‘Troost’

Leonard Muylle speelt “Troost”. Een stuk over grootse ideeën, volle asbakken, lege blikjes bier, wilde plannen en het leven dat niet mee wil. Gewoon omdat hij daar goesting in had. Omdat het eruit moest.

 

deSingel (13 - 14/10) Integrated 2011

Integrated is de tweejaarlijkse art & design conferentie, georganiseerd door Sint Lucas Antwerpen - Karel de Grote-Hogeschool i.s.m. deSingel. Het programma is bijzonder multidisciplinair en dus niet enkel voor grafisch designers maar voor iedereen die out-of-the-box wil denken. Afsluiter is een nu al legendarisch feest in Petrolclub.

 

De Donderdagavonden van de Musea (Nog tot eind oktober in verschillende musea)

In het kader van Antwerpen als Europese Jongeren Hoofdstad kan je elke donderdagavond van de maand een ander Antwerps museum ontdekken. Op 27 oktober sluiten we in Venetiaanse stijl af met een bal in het MAS! Ontdek eens wat de musea je allemaal te bieden hebben op een originele manier.



de Internationale Editie
25/09/2011
🖋: 
Auteur extern
Rubén Salinas Fritz

Geen zichzelf respecterend blad zonder buitenlands nieuws, dachten wij. Elke maand bieden we daarom een buitenlandse student de kans zijn visie op de actualiteit te delen. Ditmaal trokken we naar Chili, waar men mei ’68 lijkt te herbeleven. Rubén Salinas Fritz, student Engels aan de Universidad de Santiago de Chile, vertelt ons waarom hij en zijn medestudenten al sinds mei staken.

Chili roept om beter onderwijs

Santiago, Chili. Studenten staken al drie maanden lang. Meer dan tweehonderd scholen en universiteiten werden ingenomen en er zijn protesten in het hele land. Meer dan 150.000 mensen eisen gratis onderwijs van hoge kwaliteit. De politie reageerde met traangas, rellen, frustratie en geweld. Tot zover het beeld van Chili afgelopen jaar.

 

Kwaliteit is in het Chileense onderwijsmodel slechts een privilege voor sommigen. Opleidingen hebben veelal een ondermaats niveau. In het basis- en secundair onderwijs zijn er drie soorten scholen: openbare, private en gemengde scholen. Openbare scholen zijn gratis en worden gecontroleerd door de lokale gemeenschappen (districten), maar er zijn gemeenschappen die veel rijker zijn dan de anderen. Het geld dat men er besteedt aan de openbare scholen is dus afhankelijk van de lokale welvaart. Las Condes is de rijkste buurt in Santiago, dus zij investeert veel meer geld in lokale scholen dan La Pintana, de armste buurt, kan investeren. Onderwijs reproduceert zo de status- en welvaartsverschillen naargelang je woonplaats.

 

Ongelijke kansen beleid

Private scholen ontvangen enkel geld uit private handen en worden beschouwd als ‘for-profit scholen’. Kwaliteit is hier wel gegarandeerd, maar je moet je het hoge inschrijvingsgeld kunnen veroorloven (gemiddeld 1.000 dollar per maand, tegenover een minimum maandsalaris van 400 dollar). De infrastructuur verschilt wezenlijk van publieke scholen. Er zijn zwembaden, turnzalen, laboratoria enzovoort. Daarnaast hebben we gemengde scholen. Deze werken zowel met geld van de overheid, als van rijke families. Iedereen die wil kan een school openen, en kwaliteit is niet gegarandeerd aangezien er nauwelijks controle bestaat. Geld is een voorname drijfveer bij de schoolkeuze van ouders. Hoe rijker je bent, des te beter het onderwijs dat je volgt. Zuivere discriminatie op economische basis.

 

De studenten eisen wijzigingen zodat openbare scholen kwaliteit kunnen garanderen. Daarnaast zou openbaar onderwijs en het transport voor studenten in heel het land gratis moeten worden. Scholen met winstdoeleinden moeten verboden worden, evenals investeringen van overheidsgeld in zulke scholen. Maar ook aan de universiteiten zijn er problemen. Er zijn openbare en private instellingen. De private kan men nogmaals onderscheiden in for-profit en non-profit instellingen. De grondwet verbiedt de for-profit instellingen, maar het verbod wordt niet gerespecteerd. Zakenlui en zelfs ministers in de regering investeerden in for-profit universiteiten. Om de wet te omzeilen, schrijven ze hun investeringen in de boeken op naam van een vastgoedbedrijf dat gebouwen verhuurt aan de universiteit: winst gegarandeerd en geen controle door de overheid.

 

Duurste opleidingen ter wereld

Dit heeft allemaal te maken met de financiële overheidssteun. De staat spendeert in totaal drie procent van het BBP aan onderwijs, waarvan een tiende bestemd is voor de openbare universiteiten. De opleidingen behoren tot de duurste ter wereld en kosten gemiddeld 5.000 dollar per jaar. De overheid draagt slechts twintig procent bij aan de kosten. Hoewel er een krediet- en studiebeurssysteem bestaat, komen enkel de beste studenten uit het secundair onderwijs die tot een lage inkomensklasse behoren in aanmerking. Resteren nog de banken die je willen ‘helpen’. Mede daardoor zitten studenten vaak met een hoge en onrechtvaardige schuld opgezadeld na afloop van hun studie. Sommigen moeten het dubbele, tot zelfs het drievoudige van hun opleidingskost terugbetalen (gemiddeld gaat het om 50.000 dollar). Dit maakt dat veel studenten in schulden leven, evenals de universiteiten zelf. Omdat de overheidssteun niet volstaat, moeten zij vaak krediet aanvragen bij private instellingen om infrastructuurwerken en lonen van het personeel te betalen.

 

De huidige staat van het Chileense onderwijslandschap is nog een restant van de militaire regering onder Augusto Pinochet van 1973 tot 1990. Het neoliberalisme werd toen zelfs in het meest delicate onderdeel van de samenleving geïntroduceerd en het vermaakte onderwijs tot een vorm van ondernemen. Daarvoor was onderwijs gratis en van een degelijke kwaliteit. Alle politici die onze acties verwerpen, hebben vroeger wel zelf gratis gestudeerd. Zij besteden geen aandacht aan onze demonstraties, maar volgens de laatste peilingen zou de populariteit van de regering gedaald zijn tot 25 procent. Begin september wou men dan toch overleg plegen aangezien we al sinds mei staakten. Wij ijveren voor structurele verandering. De Chileense studenten die protesteren tegen de huidige stand van zaken eisen gratis onderwijs met kwaliteitsgaranties van de overheid. Ik ben één van die studenten die in de straten van Santiago zijn grieven bekend maakte om te eisen wat Chili toekomt. Die eisen zijn nu ook buiten Chili gekend, zelfs in België.

 

 

Wij danken Rubén Salinas Fritz voor zijn inzending.



Column - De Nutteloze van de nacht
25/09/2011
🖋: 
Auteur extern
Maarten Inghels

Maarten Inghels is dichter, schrijver en kroegtijger. Elke maand is hij, zoals Brel het ooit bezong, één van de nuttelozen van de nacht en bekijkt hij de bodem van zijn glas in een volkscafé.

Voor wie zijn angstpsychoses enkel kan beduvelen in een volkscafé, is café Non Stop in Antwerpen gefundenes Fressen. De vitrages achter de beslagen ramen komen nog uit een wereldoorlog, idem het stofrag en andere relieken die de vensterbank sieren. Café Non Stop ligt aan het De Coninckplein, een pleisterplaats voor dealers, daklozen en drugsverslaafden. Het is ook het plein waar de meeste nationaliteiten samen drummen, af te lezen van de groepjes mensen die voor de verscheidene handelszaken staan te drempelen. Een handvol nachtwinkels en Afrikaanse kroegen, en op een onopvallende hoek zit café Non Stop verstopt. De stamgasten zijn voornamelijk uit hartje Seefhoek, het Antwerpse dialect is navenant. Het totale gebrek aan decorum, zowel bij klant als interieur, herleidt deze kroeg tot een huiskamer van de doorgewinterde sanseverialiefhebber die zich niet schaamt om zijn legging weer eens vanonder het stof te halen. Iets wat men in de meeste drankzaken met talloze franjes tracht te verdoezelen.

 

Nog geen half uur na mijn entree in dit volkscafé waagt de eerste kleurling zich binnen. De Marokkaan, net in het hemd, probeert een pint te bestellen bij de barman. De barman vervangt Wiske, cafébazin en keizerin van dit café, die op vakantie is. De toevallige machtswissel aan de tapkraan is waarschijnlijk in het nadeel van de Marokkaan die keurig om een biertje vroeg, maar een njet ontvangt op zijn bestelling. “Hebt gij uw lidkaart bij”, vraagt de barman. “Excuseer,” antwoordt de Marokkaan, “ik wist niet dat je hier een lidkaart nodig had.” “Geen lidkaart, is geen pintje.” De barman knipoogt naar ons gezelschap. Wij zijn de goede verstaanders, denkt hij. Wij begrijpen wat er met vreemd voetvolk moet gebeuren. Wij hadden geen lidkaart nodig. “Ik wist niet dat dit café een privéclub was”, blijft de Marokkaanse man op zijn allervriendelijkst. “Voor één keer is ’t goed, één pintje krijgt ge. Maar de volgende keer neemt ge uw lidkaart mee”, zegt de barman.

 

Terwijl de barman het pintje met extra veel schuim tapt voor zijn nieuwe gast die zich na alle smalltalk meteen op zijn gemak voelt, komen wij bij van onze verbazing. Lange tijd om te filosoferen over de nieuwe multiculturele samenleving en bij uitbreiding de laatste kopvoddenmode, is er niet. Een van de graag geziene gasten die luistert naar Silleke, een naam die zo uit Boons ‘Daens’ zou kunnen komen, test het begrip handtastelijkheid uit op het gezelschap dat zich het dichtst rond haar boezem schaart. Het favoriete werkobject voor haar erotische insinuaties blijkt een gezette vijftiger in trainingstenue, met in zijn ronde gezicht een snor die de doorsnee trucker placht te hebben. Of ze een vriendschappelijk verleden hebben, is uit haar handelingen niet af te leiden, maar tot haar spijt zal ze een uurtje later merken dat de man een homoseksuele voorkeur heeft, en niet op haar avances wenst in te gaan.

 

De barman, verantwoordelijk voor de amusementswaarde en de niet aflatende stroom van consumpties, is begaan met de seksuele honger van zijn klandizie, en algauw jut hij Silleke maar al te graag op. Na het scanderen van de woorden striptease, dansen, striptease, voegt Silleke de daad bij het woord en gaan in willekeurige volgorde het ene kledingstuk na het andere uit. Dat ze in dit kouwelijke oord plots met enkel nog een lingerieniemandalletje aan staat te dansen, maant haar blijkbaar aan tot nog meer liflafferij. Met schrille stem slaat ze steeds meer nonsensicale kreten uit, ofwel drijft Silleke op ongelukkige wijze mee op de nieuwe borderline-hype, ofwel heeft ze een paar glazen sherry te veel op.

 

De barman laat het niet aan zijn hart komen. Met een sprintje trekt hij naar de deur, waar hij de lange gordijnen dichtschuift. Niemand kijkt nog binnen of buiten. “We maken er een privéclub van!” roept hij. Het is duidelijk dat deze uitbater de verschillende faciliteiten van zijn handelszaak erkent en benut. Een echte privéclub wordt het niet, Silleke haar verwoede lapdancepogingen ten spijt draaien maar drie cafégangers hun hoofd om. De rest van het stoelpubliek gunt de slanke taille van Silleke geen blik waardig. De latere handelingen die Silleke bezigt in het kader van het betere zelfonderzoek van het lichaam, bespaar ik de gevoelige lezer. De volgende keer laten we onze lidkaart thuis.



Rewind
25/09/2011
🖋: 
Auteur

REWIND Vroeger stond er een limiet op het aantal te maken schrijffouten. Slechts één keer kon je je vergissen en naar de Tintenkiller grijpen. Ach, het eerste leerjaar: de gloednieuwe vulpennen geven een kind het gevoel een volwaardig student te zijn, maar het zijn die wit-blauwe pennetjes die de ware inquisitieve geest zo fascineren. De inktkiller verwijdert enkel vulpeninkt; en de rest van de pennenzak negeert de kosmische strijd die dat oplevert. Daar komt dan nog bij dat voor een zesjarige, een wandelende colafles, de chemische stoffen van een Tintenkiller opwindender zijn dan die van alcoholstiften, de topjes veerkrachtiger blijken én beter bestand tegen melktandjes dan potloden.

 

PLAY In de middelbare school wordt men plots niet meer verplicht om met die vulpen te werken. Aangezien acne en beginnende borstjes de drang naar magie van een opschietende tiener compleet vernietigen, laten we die lege vullingen voor wat ze zijn en grijpen we naar de bic en de stylo. De Tintenkiller verdwijnt diep in de lade. De eeuwenoude billenkletser, “ik heb het blauwe topje op het witte stiftje gestoken”, oogst niet langer hilariteit.

 

FAST FORWARD Heden ten dage wordt zo goed als al mijn geschreven taal uitgetypt. Daar ben ik niet alleen in. Het gaat lekker snel zo, die notities, en de backspace is ’s mans beste vriend. Daarbij is de Tintenkiller geen verplichte aanwezige meer op de lessenaar. Ook het aloude flesje met borstel is verdwenen. Kinderen gebruiken Tipp-Ex in een penvormige vulling of ze klieren met irritante rollers die enkel goede humeuren uitwissen. Daar komt nog bij dat de new ageleerkrachten aan de kinderen vragen om hun fouten te laten staan, opdat ze hen beter kunnen begrijpen ...



Rewind
25/09/2011
🖋: 

REWIND Hoe ging het ook alweer? Je stond op de speelplaats en je viel van een niet nader genoemd speeltuig. De oplossing voor alle sneeën, schrammen of schaafwonden was altijd roodsel: het rood-oranje ontsmettingsvocht dat te pas en te onpas op je zere vel werd gesmeerd. Zo ging het: je ging al gillend, wenend, tranen verbijtend je wonde tonen aan een volwassene in de buurt en zij namen je met zoetgevooisde, zalvende stem apart. Daar werden watten en het flesje roodsel klaargelegd, waarop jij half dapper vroeg of het erg zou gaan pikken. “Heel even maar”, was steeds het verontrustende antwoord.

 

PLAY Niet lang daarna trippelde je terug naar de speelplaats, trots op de rode vlek die je nieuwste wonde triomfantelijk afbakende. Klasgenootjes kwamen ietwat jaloers om je heen staan om je knie of elleboog met keurend oog te bewonderen. Zo was het: op het speelterrein gold immers altijd de wet van het superlatief. Hoe groter de geroodselde vlek, hoe beter. Opgewonden werd er tegen elkaar opgeboden wie al het meeste pijn had geleden. De winnaar van dit om ter luidst, om ter hardst, om ter meest, verkeerde de rest van de dag in een luxepositie: hij of zij koos wat er werd gespeeld en wie mocht meedoen.

 

FAST FORWARD Vandaag zijn de kinderen met oranje-rood besmeurde knieën moeilijker te vinden. Eosine bleek de huid te veel uit te drogen en de genezing te vertragen. De ontsmettingssprays van nu leggen een doorzichtige film op de wonde, waarna er zorgvuldig een Hello Kitty-pleister op wordt geplakt, zodat men zeker niet aan het korstje in wording kan krabben.



Lezersbrief
25/09/2011
🖋: 
Auteur extern
Annika Mortelmans

Aan een universiteit wordt tegenwoordig heel wat vergaderd. De tijdsbesteding van het personeel beperkt zich al lang niet meer tot onderwijs, onderzoek, het geven van lezingen of het begeleiden van studenten. Het tijdperk waarin de universiteit soms iets had van een ivoren toren is echt wel voorbij. Onze universiteit groeit meer en meer uit tot een bedrijf waar management en coaching onmisbare ingrediënten zijn voor het behalen van succes, hoogkwalitatieve onderzoeksresultaten en niet te vergeten: financiering. Zij heeft bij dit alles geen andere keuze dan het volgen van de wetten die de economie haar dictereert. Wie vaker publiceert, meer en sneller doctoraten aflevert, krijgt promotie, zaaigeld, kansen, … De enige, logische conclusie die je daar als jonge onderzoeker uit kan trekken, is dat je “uit je pijp moet komen” en “het onderste uit de kan moet halen”. Kortom, constantia et labore, zeker als je een voortgezette, academische carrière ambieert. Quid pro quo.

 

Toch is hard werken en een onverdroten inzet geen garantie voor persoonlijk succes en tevredenheid. De slaagkans van doctorandi aan de universiteit is nog steeds niet optimaal. Velen haken dan ook voortijdig af. Redenen daarvoor zijn legio en hebben te maken met ontevredenheid; men geraakt uitgekeken op zijn onderwerp, lijdt onder te hoge werkdruk, ervaart een onevenwicht in de verdeling werk-privé of mist voldoende begeleiding. Daarvoor wordt het gebrek aan begeleiding als breekpunt naar voren geschoven, maar het belang van communicatie wordt bij dit alles wel eens vergeten. Ik heb het dan over communicatie in de zin van het ventileren van ontevredenheid. Want zouden veel van de breekpunten die ik opsomde, en niet in het minst dat van de begeleiding, niet positief kunnen worden omgebogen indien de onderzoeker meer de nood daaraan zou uitspreken? Niemand weet immers wat een ander denkt of voelt. Soms is het nodig om de eigen verzuchtingen kenbaar te maken en duidelijker te communiceren. Dat vergeten sommigen wel eens. Ik ben er zeker van dat een open communicatie tussen onderzoekers onderling, en mét hun onderzoeksleiders, tot meer geslaagde en hoogkwalitatieve doctoraten zou leiden.

 

De aanleiding van dit schrijfsel is een gesprek met Dhr. Bruno De Loght en Catherine Ongenae, die de recepties na doctoraatsverdedigingen verzorgen. Doctorandi uit de verschillende faculteiten hebben namelijk aangegeven dat zij niet onverhoopt tevreden zijn met het verplichte karakter van deze recepties. Vooral de uitermate beperkte ruimte voor eigen initiatief van de promovendi stuit vaak tegen de borst. Men wil zelf een vinger in de pap te brokken hebben, en terecht. De openbare verdediging van een doctoraat is immers een schakelmoment in iemands leven, het begin van een nieuwe fase in de loopbaan en tegelijkertijd ook een moment van dank aan al wie al die tijd aan je zijde stond. Op zulke momenten is de behoefte aan een persoonlijke invulling niet ondenkbaar. De mensen van de catering gaven aan open te staan voor een personal touch, maar bleken onvoldoende op de hoogte van de onvrede over de recepties. De boodschap is alweer de nood aan meer communicatie. In een groeiende en steeds competitiever wordende instelling als de onze is dat meer dan ooit nodig. Want ook buiten de muren van de universiteit is communicatie een conditio sine qua non voor vooruitgang en … tevredenheid.

 

Annika Mortelmans
Ondervoorzitter VABAP
Assistente Faculteit Rechten



over onderwijs en onderzoek
25/09/2011
🖋: 

Virale mindcontrol genetisch verklaard

Om hun verspreiding te versnellen, maken sommige parasieten gebruik van bepaalde mechanismen die het gedrag van hun gastheer kunnen veranderen. Een voorbeeld hiervan is het baculovirus Lymantria dispar, dat rupsen van zigeunermotten infecteert. Net voor de rupsen bezwijken aan de infectie worden ze door het virus als het ware gedwongen naar de top van een boom te klimmen, waar ze vervolgens sterven, smelten en op die manier miljoenen viruspartikels vrijgeven. Deze invloed van het virus op het gedrag van de rups is reeds langer gekend, maar het mechanisme dat erachter steekt, was totnogtoe een mysterie. Onderzoekers aan de Universiteit van Pennsylvanië hebben nu echter een genetische factor gevonden die dit fenomeen zou kunnen verklaren. Wanneer de onderzoekers in het virus een bepaald eiwit uitschakelen, namelijk hetgene dat een hormoon van de rupsen inactiveert, klimmen de rupsen niet meer tot in de tippen van de takken. Wanneer ze het eiwit terug in het virus inbrachten, stelden ze een herstel van het klimgedrag vast. Dit is een mooi voorbeeld van hoe het gen van één organisme het fenotype van een ander organisme kan beïnvloeden.

 

Dance your PhD

Beschik je maar over een arme woordenschat? Blokkeer je bij elke presentatie misschien? Of heet je gewoon John Travolta? Wel, als je dan toevallig ook een doctoraat doet, dan is de wedstrijd “Dance your PhD” misschien wel helemaal je ding. Het opzet is eenvoudig: ontwerp een choreografie die de essentie van je doctoraat duidelijk maakt, nodig vrienden en collega’s uit deze choreografie met jou uit te voeren onder het oog van een videocamera, plaats de video op vimeo.com en stuur de organisatie je link nog voor 10 oktober door. Er zijn prijzen te winnen binnen de categorieën Fysica, Chemie, Biologie en Sociale Wetenschappen. De hoofdprijs voor de beste video bedraagt maar liefst 1.000 euro. De winnaar wordt trouwens ook gekroond op TEDxBrussels dat plaats zal vinden in Brussel op 20 november. Meer informatie vind je hier.

 

Universiteit Antwerpen 197ste op de QS universiteitsranking

De Universiteit Antwerpen zakt dit jaar 18 plaatsen in de Quacquerelli-Symonds (QS) rangschikking van universiteiten. De QS universiteitsranking is één van drie belangrijkste universitaire rankings die de beste 300 uit 17.000 universiteiten wereldwijd naar waarde schat. De andere twee zijn de Times Higher Education en de Sjanghai ARWU. De methodes van deze rankings zijn niet altijd even transparant en de criteria zijn niet altijd even objectief. Positiever nieuws dan weer is dat de opleiding Farmaceutische Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen door de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO) een uitstekende score heeft gekregen, waarmee ze de kroon spant in Vlaanderen. Het bachelorprogramma werd “uitstekend” bevonden, het facet 'Niveau en Oriëntatie' krijgt een “excellent”, materiële voorzieningen zijn optimaal, het docententeam bevlogen en ook op het vlak van studentengericht onderwijs scoort de universiteit goed.

 

Actimel vs de Griep

Jaarlijks kost de griep wereldwijd 250.000 tot 500.000 mensen het leven. Vaak gaat het om oudere mensen. Griepvaccins kunnen hierbij levens redden en 65-plussers wordt dan ook aangeraden zich te laten vaccineren. Omdat het immuunsysteem in die leeftijdscategorie ook verouderd is, biedt het vaccin daar minder bescherming dan bij jongere mensen. Het Centrum voor de Evaluatie van Vaccins (CEV), verbonden aan de Universiteit Antwerpen wil hierin verbetering brengen. Prof. Pierre Van Damme van het CEV legt uit: “Dat kunnen we bijvoorbeeld doen door het vaccin in de huid in te brengen of door nog een stof toe te voegen. Maar nu willen we onderzoeken of ook voedingssupplementen zoals probiotica een gunstig effect hebben op de werking van het vaccin.” Denk maar aan een voedingssupplement zoals Actimel dus. “We willen testen of mensen die tijdens de winterperiode geregeld een Actimel-achtig product drinken, beter zullen antwoorden op het vaccin dan mensen die geen probiotica nemen.” Het CEV zoekt momenteel nog vrijwilligers tussen 65 en 80 jaar die nog nooit tegen de griep zijn ingeënt om deel te nemen aan hun studie. Dus, houdt jouw oma of opa van Actimel en een billijke vergoeding maar niet van de griep, dan kunnen ze terecht op de website van de Universiteit Antwerpen.

 

Sporttelex

Hockey: De nationale ploeg, met Felix Denayer en Jeffrey Thys, behaalde op het EK in het Duitse Mönchengladbach de vierde plaats. Een plaats in de halve finale volstond om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen. * Zwemmen: In het Chinese Shanghai kwam Kimberly Buys uit op de 100 meter vlinderslag, en op de 100 en 200 meter rugslag. Buys geraakte in de drie nummers niet verder dan de reeksen. * Van 10 tot en met 14 oktober vinden in Amsterdam de 13de IFIUS Wereld Interuniversitaire Spelen plaats. De Universiteit Antwerpen zal er uitkomen in het basketbal en het volleybal. De volleybalmannen zuller er hun wereldtitel verdedigen die ze vorig jaar in Valencia behaalden. * Rugby: Het team van de Universiteit Antwerpen, The Midgets, zijn voor volgend seizoen op zoek naar nieuwe spelers.



het Marktsegment
25/09/2011
🖋: 

Je kan geen krant openslaan of het ene bericht over de aandelenkoers is al onheilspellender dan het andere. Investereerders reageren op regeringstoespraken of kredietbeoordeelaars verlagen schijnbaar zonder aanleiding de kredietwaardigheid. Hoor je het dan ook in Keulen donderen als men het heeft over flash crashes of schuldpapier? Iedere maand zal dwars, samen met CapitAnt, de werking van de beurs verduidelijken door het volgen van ons eigenste, compleet arbitrair samengestelde aandelenportefeuille.

Nu leest iedereen er bijna dagelijks over, maar wat is het juist, de beurs? Een aandelenbeurs is een organisatie waar kopers en verkopers elke weekdag aandelen verhandelen. Kopers proberen aandelen te kopen die hen een return zullen geven over een bepaalde periode, die opweegt tegen het genomen risico.

 

Bedrijven trekken naar de beurs om kapitaal op te halen. Dit kapitaal zal gebruikt worden om te investeren en het bedrijf te laten groeien. De kopers van de aandelen krijgen enkele rechten met betrekking tot het bedrijf. Zo kunnen ze bijvoorbeeld op de aandeelhoudersvergadering stemmen over belangrijke beslissingen die de onderneming moet nemen. Ook geeft een aandeel recht op een dividend.

 

Aandelen worden gezien als een risicovolle investering, omdat de waarde van het aandeel op korte tijd heel sterk kan fluctueren. Ook delen de aandeelhouders het hardst in de klappen wanneer een onderneming failliet gaat. Zij verliezen namelijk hun gehele inleg, terwijl leveranciers en andere schuldeisers recht hebben op de activa van de onderneming.

 

De beurzen zijn de laatste jaren bijzonder volatiel geweest. Eerst de grote financiële bankencrisis, gevolgd door de Europese schuldencrisis. In de zomermaanden juli en augustus kreeg de Brusselse beurs een klap van 15 procent. De aandelenmarkten gaan er nu van uit dat de economie zich opnieuw in een recessie zal storten. Bedrijven staan laag gewaardeerd maar beleggers durven geen aandelen te kopen. Er komen nog spannende tijden aan voor de aandelenmarkten. Of de beurzen gaan stijgen of dalen is moeilijk te voorspellen. Wat we in elk geval wel weten is dat er nog bijzonder volatiele maanden aankomen.

 

Woordverklaring

  • Return: Verhouding tussen het rendement en de investering.
  • Dividend: Een deel van de winst dat de onderneming uitkeert aan haar aandeelhouders.
  • Volatiel: De mate van beweeglijkheid van de koers van een aandeel.
  • Recessie: Een algemene vertraging in economische activiteiten.
  • Gordon Gekko: Een immorele belegger in de Wall Street, een film uit 1987. Gespeeld door Michael Douglas.

 

Portefeuille

De komende maanden zullen dwars en CapitAnt de beursgang van volgende acht bedrijven opvolgen. Telkens zal CapitAnt haar met kennis van zake toelichten wat er met de aandelen aan de hand is. Deze portefeuille is door onze redactie willekeurig samengesteld. Tot spijt van aspirant-beleggers wordt enkel teruggekeken en niet geadviseerd.

 

Apple Inc. (AAPL): Amerikaanse multinational die elektronica en software ontwerpt en produceert.

 

Umicore (UMI): Antwerps bedrijf, dat zich specialiseert in de verwerking en raffinage van edelmetalen, katalysatoren en complexe metalen.

 

Telenet (TNET): Een van Vlaanderens belangrijkste leveranciers van analoge en digitale televisie, internet en telefonie met hoofdzetel in Mechelen.

 

AB Inbev (ABI): Grootste verdeler ter wereld van schuimend blond studentennat en vele andere brouwsels, met hoofdzetel in Leuven.

 

KBC (KBC): Belgische bankverzekeraar voor zowel particulieren als kmo’s. KBC is vooral actief in Centraal- en Oost-Europa en is gevestigd in Brussel.

 

Ageas (AGS): Belgisch-Nederlandse verzekeraar die tot 2008 het moederbedrijf was van Fortis. De verzekeraar is actief in Europa en Azië.

 

Nyrstar (NYR): Onderneming die ontstaan is door een fusie van het Australische Zinifex en het Belgische Umicore op het vlak van zink productie en verwerking.

 

Agfa-Gevaert (AGFB): Belgisch bedrijf uit Mortsel en wereldleider van analoge en digitale druktoepassingen en -software.