Het Marktsegment
21/10/2012
🖋: 

De financiële wereld, je leest er overal over. Maar soms kan de moed je in de schoenen zakken. Het ene na het andere ingewikkelde concept wordt je naar het hoofd gesmeten, zonder enig spoor van uitleg of zelfs maar begrip voor wie niet zou weten wat een flash crash of schuldpapier is. Geen paniek, want iedere maand verduidelijkt Capitant, de studentenvereniging die studenten wil inleiden tot en begeleiden naar de financiële markten, op deze pagina’s de werking van de beurs. Dit jaar gidst ‘Het marktsegment’ je door het nieuws over de beurs zonder gevaar voor struikelen over moeilijke termen en ingewikkelde concepten. Wij leggen ze hier namelijk in mensentaal uit.

In de vorige aflevering van 'Het marktsegment' bespraken we beursintroducties, ook wel Initial Public Offers (IPO’s) genoemd. Ondertussen is er over dit onderwerp uitvoerig gesproken in de actualiteit. Zo zijn er op de New York Stock Exchange maar liefst 10 nieuwe bedrijven bijgekomen en kende Japan Airlines eer zeer tumultueuze IPO. In België werden zowel een interessante beursuitstap (of delisting) als een beursintroductie aangekondigd. Het gaat om twee bedrijven die zo goed als elke student kent: brouwerij Duvel Moortgat en winkelketen Fnac.

 

Duvel Moortgat, onder ons studenten goed bekend van de bieren ‘den Duvel’ en ‘de Vedett’, kondigde de voorbije maand aan zich terug te trekken uit de beurs. Het aandeel stond sinds 1999 genoteerd op Euronext Brussel en kende sindsdien een forse groei. De laatste zes maanden noteerde het aandeel tussen 86 en 88 euro, terwijl de IPO-prijs slechts 36,5 euro per aandeel was.

 

Aangezien 75 procent van de aandelen in handen van de familie Moortgat was, is er een vrij eenvoudige aandeelhoudersstructuur, wat een beursexit vergemakkelijkt. Hierdoor konden deze familiale aandeelhouders een bod uitbrengen op de overige 25 procent. Met een maximaal bod van 95 euro per aandeel betaalt de familie een premie van bijna 20 procent op de koers van de laatste zes maanden. De 1,312 miljoen aandelen die de groep nog niet in bezit heeft worden zo samen op 124,7 miljoen euro gewaardeerd. Deze premie moet de huidige aandeelhouders overtuigen om hun aandelen te verkopen aan de familie.

 

A storm is brewing

Als reden voor de beursuitstap brengt de familie de economische crisis aan en de volatiliteit van grondstoffen en wisselkoersen. Zo zijn bijvoorbeeld de graanprijzen deze zomer geëxplodeerd, ten gevolge van de droogtes in Oost-Europa, Latijns-Amerika en de Verenigde Staten. Ook de concurrentie op het vlak van speciale bieren heeft, zo zegt de familie, een grote rol gespeeld in de beslissing. De Kempense familie wil niet langer onder druk staan van de financiële markten en alle verplichtingen die gepaard gaan met een beursnotering. Ongetwijfeld speelden hierbij ook de kosten van het beursgenoteerd zijn een rol, zoals bijvoorbeeld de publicatiekosten, verbonden aan het opstellen en publiceren van de kwartaal- en jaarcijfers. Doordat de onderneming niet meer gericht moet zijn op het op korte termijn tevreden stellen van beleggers-investeerders, hoopt de familie daarnaast door de uitstap de handen vrij te hebben om risico’s te nemen op langere termijn.

 

Een bekend bedrijf dat dan weer wel geïntroduceerd zal worden op de beurs is Fnac. We zijn er allemaal wel eens een boek, dvd of elektronisch toestel gaan halen, en de amusementsgigant heeft de opportuniteit van de e-bookbusiness aangegrepen met een eigen website voor de verkoop van e-boeken. Toch is de omzet van de keten vorig jaar gedaald met 3,2 procent. Als gevolg daarvan werd er toen reeds een besparingsplan aangekondigd door de top van de groep, waarbij 80 miljoen euro bespaard diende te worden. Fnac kondigde in februari ook aan dat er niet minder dan 500 ontslagen zouden volgen, waaronder ook in België, waarna de werknemers duidelijkheid eisten van hun directie. De gesprekken leverden echter niets op.

 

Verantwoording tegenover beleggers

Het Franse concern PPR, dat Fnac in handen heeft, kondigde in oktober aan dat de winkelketen Fnac nu naar de beurs gebracht zal worden. Ze wil zich meer concentreren op haar luxeartikelen, en op deze manier wil de Franse groep PPR zich ontdoen van Fnac, door het bedrijf af te splitsen van de rest van de groep. In 2009 trachtte PPR de multimediaketen reeds te verkopen, zonder succes. De beursintroductie staat gepland voor de zomer van 2013.

 

We zijn benieuwd hoe het bedrijf zal omgaan met de vakbonden, die nu reeds protesteren tegen mogelijke, nieuwe besparingsmaatregelen indien de keten zich moet verantwoorden tegenover beleggers. Volgens Piet Van de Walle van de bediendenbond LCB zweren de bedrijfsleiders dat er voor de personeelsleden niets zal veranderen. Men moet de investeerders echter iets kunnen aanbieden en productiviteit wordt hoog in het vaandel gedragen. Ontslagen zijn dus een mogelijkheid. We zullen zeker in het oog houden hoe het aandeel Fnac zal evolueren op de beurs.

 

Heb je het gevoel dat de financiële markten nog steeds geheimen voor je hebben? Hou dan ‘Het marktsegment’ in het oog in de komende edities van dwars. Uiteraard ben je ook steeds welkom op een activiteit van Capitant. Neem zeker een kijkje op onze website www.capitant.be en onze Facebook-pagina.



De Internationale Editie
19/10/2012
🖋: 
Auteur extern
Frederik Sunaert

Geen zichzelf respecterend blad zonder buitenlands nieuws, dachten wij. Elke maand bieden we daarom een buitenlandse student de kans zijn visie op de actualiteit te delen. Frederik Sunaert, op Erasmus aan de Marquette University in de Verenigde Staten, geeft ons een view from nowhere op de dagdagelijkse vibraties op de campus omtrent de presidentverkiezingen in november, en die gaan ons eigenlijk allemaal wel aan.

Tuesday, November 4, 2008. Een historisch moment voor de Verenigde Staten, een historisch moment voor de rest van de wereld. Voor het eerst in de geschiedenis van het land kiezen de Amerikanen een zwarte president, Barack Hussein Obama. Voor velen betekende het een nieuwe start, met het bekende Yes we can! als teken van hoop, verandering en een betere toekomst.

 

Vier jaar en een nazinderende recessie later, lijkt die toekomst heel wat minder rooskleurig: 12,1 miljoen Amerikanen zijn werkloos en de overheidsschuld verdrievoudigde in de afgelopen vier jaar tot zo’n 1.100 miljard dollar. Geen wonder dat Barack Obama een significant moeilijkere campagne moet voeren dan vier jaar geleden. Niet alleen is hij nu diegene die het presidentiële ambt moet verdedigen (wat altijd een moeilijkere uitgangspositie is, zeker in economisch mindere tijden), maar veel Amerikanen rekenen hem ook af op zijn wankel economisch beleid. Tijdens de vier jaar dat Obama aan de macht was kon er nog kritisch nagedacht worden, of opgemerkt dat het de Republikeinen van Romney waren die heel veel van de voorstellen van Obama afketsten. In volle verkiezingstijd vervallen zulke bedenkingen tot platte dichotomy.

 

Onder de criticasters zijn ook studenten. Zeker aan de universiteit waar ik momenteel studeer, zijn de meningen enorm verdeeld. Uit een korte rondvraag onder enkele Amerikaanse studenten hier kan worden afgeleid dat vele studenten die vier jaar geleden resoluut voor Obama stemden, nu niet meer zo zeker zijn van hun stemkeuze. Die lijn kan worden doorgetrokken naar de rest van de VS: op het moment van schrijven, was de balans Romney-Obama 46-48 procent.

 

Veel Amerikanen kijken voorlopig dan ook nog de kat uit de boom wat betreft hun stemkeuze en wachten de verschillende politieke debatten af. De zogenaamde presidential debates worden hier veel bekeken, ook onder de studenten. Veel studenten komen samen op het appartement van een van hun vrienden, maken samen iets klaar om te eten en kijken dan gezamenlijk naar het debat. Met CNN op de achtergrond wordt er achteraf nog duchtig gediscussieerd over de verschillende topics die aan bod kwamen in het debat of over de hamvraag: wie won er die avond. Moeilijk voor te stellen dat in België studenten zouden afspreken om samen de avond door te brengen met een politiek geladen debat tussen Alexander De Croo en Bart de Wever.

 

Elections en marketing

Hier in de Verenigde Staten leeft de politiek echter wel onder studenten, wat begrijpelijk is wanneer men bedenkt wat er op het spel staat: een land met meer dan 313 miljoen inwoners, verdeeld over vijftig verschillende staten onder leiding van één man. De grootste economie, buiten de Europese Unie gerekend, en het grootste leger komen in de VS samen. En zelfs al zou men niet geïnteresseerd zijn in de ontwikkelingen op politiek vlak, dan nog is er geen ontkomen aan: je kan geen tv-kanaal of radio aanzetten of je wordt om de oren geslagen met advertenties voor een van beide kandidaten. Google de term “US national deficit”, en de eerste link die verschijnt is een door het Obama-fonds gesponsorde link verwijzend naar enkele conservatieve, economie-gerelateerde quotes van Romney. Zelfs op Spotify gaan op dit moment de helft van de advertenties over de race naar het Witte Huis.

 

Typisch Amerikaans en ook geliefd onder studenten zijn de political rallies, waar de presidentiële kandidaten meetings houden voor hun aanhangers. Ik heb zelf de unieke kans gehad om een dergelijke meeting van Obama hier in Milwaukee te mogen bijwonen en het was een ongelofelijke ervaring. De president van de Verenigde Staten te zien speechen op twintig meter van je zitplaats, omgeven door 20.000 mensen die volledig uit hun dak gaan wanneer Obama het podium betreedt, is simpelweg onvergetelijk. Belangrijk om te vermelden is dat dergelijke rallies eerder bedoeld zijn om de bestaande fanbase aan te moedigen om nog harder te werken en hun kandidaat aan die felbevochten plaats in het Witte Huis te helpen, dan om undecided voters te overtuigen om voor hun kandidaat te stemmen.

 

Het mag duidelijk wezen dat de federale politiek wel degelijk leeft onder de Amerikaanse studenten. Ondanks het ontbreken van een stemplicht in de VS, zijn veel studenten overtuigd om te stemmen. Velen weten echter nog niet op welke kandidaat: geen twijfel mogelijk dat we hier nog enkele interessante en spannende weken tegemoet gaan...

 

Wij danken Frederik Sunaert, Master TEW-BK, Universiteit Antwerpen.



Jong en politiek geëngageerd
18/10/2012
🖋: 

Op 14 oktober trokken we naar de stembus om duidelijk te maken wie ons de komende zes jaar mag vertegenwoordigen op lokaal niveau. In Antwerpen kwam het verlies van Patrick Janssens en zijn stadslijst, niet in het minst voor hemzelf, hard aan. Anderen juichten, samen met de nieuwe burgemeester Bart De Wever, om de monsterwinsten die N-VA in de koekenstad en de rest van Vlaanderen boekte. Er dongen echter nóg mensen mee naar stemmen. dwars ging in de aanloop naar de verkiezingen op zoek naar AUHA-studenten die kandidaat waren op deze en gene lijst.

Alexander Dziri

  • 24 jaar, in 2012 afgestudeerd als Master in de Communicatiewetenschappen
  • 37e plaats gemeenteraad Antwerpen voor de sp.a (Stadslijst) (17/55 zetels)
  • 416 voorkeursstemmen, 37e opvolger

 

“Ik ben in de politiek terecht gekomen na deelname aan een focusgroep over cultuur. Die organiseert de s.pa om er punten voor hun programma uit te puren. Vervolgens ben ik op gesprek gegaan bij Kathleen Van Brempt. Nadat ik een eerste keer weigerde, werd ik gevraagd om met de burgemeester te komen spreken. Patrick Janssens heeft me uiteindelijk overtuigd om voor sp.a op de stadslijst te komen staan. Ik doe het om de urban culture een plaats te geven in de samenleving, om mensen te inspireren en te helpen. Als jongere heb ik het gevoel dat ik kan wegen op de lijn van mijn partij. Ik ben alleszins in de politiek gestapt met de idee dat dat mogelijk is; gewoon je mond opentrekken op de juiste manier en op het juiste moment.” Of Dziri nooit het gevoel had dat hij diende als louter lijstvulsel? “Ik ben daar nuchter in. Ze willen mij er niet bij omdat ik tof ben of een knap gezicht heb maar omdat ik een goede aanvulling ben. Ik zie mijn kandidatuur als een win-winsituatie. Het is een leuke ervaring en ik geloof in de punten waar mijn partij voor staat. Wat ik nu doe voor anderen, krijg ik misschien ooit terug.” Zijn campagne voerde hij via Facebook, het verspreiden van drie zelfgemaakte filmpjes en door veel evenementen bij te wonen. Gevraagd naar het resultaat: “Ik schatte de kansen van de sp.a vrij goed in. Mijn eigen kansen lagen lager aangezien ik vrij nieuw ben in dit spel. Jammer genoeg heeft de Stadslijst verloren. Zelf ben ik wel erg blij met zo’n hoog aantal voorkeursstemmen.”

 

Tracy Enta

  • 19 jaar, tweede jaar Rechten
  • 22e plaats districtsraad Borgerhout voor Groen (9/25 zetels)
  • 270 voorkeursstemmen, 9e opvolger

 

“Ik ben bij Groen gekomen via Marij Preneel, de lijsttrekster in het district Borgerhout. Zij heeft me in mei gecontacteerd. Ik heb met plezier dit plaatsje op de lijst aanvaard, ik sta immers open voor nieuwe ervaringen en mensen vertegenwoordigen heb ik altijd leuk gevonden. Op mijn middelbare school was ik voorzitster van de leerlingenraad. Bovendien vind ik het als jongere van Congolese origine belangrijk om zowel jonge mensen als multiculturaliteit terug te vinden in de politiek. Via deze weg kan je dingen veranderen en verbeteren. Ik wil me inzetten voor meer fuiflocaties, voor beter Antwerps onderwijs, studiebegeleiding en sportactiviteiten voor jongeren.” Ook Enta voelde zich niet zomaar ‘een jong gezicht’. “Ik heb die vraag nog gekregen maar mij maakt dat echt niets uit. Belangrijker is dat ik veel kan bijleren en contacten kan leggen. Ik heb genoten van deze boeiende ervaring en gewoon het resultaat afgewacht.” “Wat betreft mijn campagne heb ik veel steun gehad van mijn ouders, vrienden en familie. Het is erg belangrijk veel mensen te kennen die je kunnen helpen. Samen deelden we flyers uit en ik sprak mensen persoonlijk aan om een woordje uitleg bij de verkiezingen te geven. Ook maakte ik dagelijks gebruik van sociale media zoals Twitter en Facebook.” Enta had geen flauw idee wat haar eigen kansen betrof. “Ik dacht wel dat Groen goed ging scoren in Borgerhout vanwege de samenwerking met sp.a. en vanwege ons idee om de Ring te overkappen. Over het algemeen ben ik zeer tevreden met de grote vooruitgang die Groen in heel Vlaanderen en ook in de stad heeft geboekt.”

 

Hanne Staes

  • 18 jaar, tweede jaar Taal- en Letterkunde (Engels-TFL)
  • 27e plaats gemeenteraad Antwerpen voor PVDA+ (4/55 zetels)
  • 270 voorkeursstemmen, 40e opvolger

 

“Sinds vorig jaar ben ik lid van Comac, een jongerenbeweging die progressieve jongeren verenigt. Via Comac heb ik de PVDA+ beter leren kennen. Toen ze me voorstelden om op de lijst te staan, heb ik niet lang getwijfeld. Iedereen krijgt immers te maken met de gevolgen van beslissingen van politici. Bovendien is het leuk om achter de schermen te kunnen helpen en zo heel wat ervaring op te doen. Voor onze campagne hebben we eerst een enquête afgenomen bij 4.704 Antwerpenaren. Op basis van de thema’s die daar uit kwamen, hebben we ons programma opgesteld en actie gevoerd. Zo was onder jongeren mobiliteit een belangrijk thema. Zelf vind ik goed openbaar vervoer ook erg belangrijk. Dat er nu minder bussen zijn is het gevolg van een politieke keuze om De Lijn besparingen op te leggen.” “Ik zal de avond na de verkiezingen niet gauw vergeten. De euforische sfeer in de zaal waar we samenkwamen was onbeschrijfelijk. Iedereen was zo blij, je voelde dat het harde werken beloond was. We hoopten op één verkozene in de gemeenteraad, het zijn er vier geworden. Dat is ontzettend motiverend. Nu moeten we het vertrouwen dat de kiezer ons gegeven heeft, ook waar maken. Dat willen we doen door een sociale oppositie te voeren, door de mensen te blijven betrekken, door ook buiten de gemeenteraad actie te blijven voeren.”

 

Nicolaas Van Uffelen

  • 20 jaar, derde jaar Taal- en Letterkunde (Engels-Nederlands)
  • 6e plaats districtsraad Berchem voor N-VA (9/25 zetels)
  • 225 voorkeursstemmen, verkozen

 

“Ik ben de politiek ingerold omdat ik al drie jaar leider in de KSJ ben en me aan bepaalde aspecten van het jeugdbeleid begon te storen. Tijdens mijn deelname aan jeugd- en parochieraden besefte ik dat lokale politiek vele aspecten van het verenigingsleven beïnvloedt. Ik doe het graag en denk er iets mee te bereiken voor anderen. Ik wil zaken actief verbeteren, in de jeugdbeweging en elders. Ik weet zeker dat ik niet gebruikt word als jongere. Ik ben volwaardig bestuurslid en woon programma- en campagnevergaderingen bij. De ploeg is blij met alles wat ik op mij neem en ik krijg vaak positieve feedback. Ik maakte van in het begin kans op een zetel en die krijg je niet als ze je niet vertrouwen of enkel als jong gezicht gebruiken.” “Tijdens de campagne ging ik mee op huisbezoek en buste af en toe folders. Ook gingen er vijfhonderd persoonlijke brieven aan Berchemse jongeren op de post. Ik vond dat mijn individuele campagne niet meer moeite mocht kosten dan de gezamenlijke. Het is de lijst die de verkiezingen wint of verliest, niet ik persoonlijk.” Hoe hij terugkijkt op de campagne en het resultaat? “Onze lokale N-VA-afdeling is een ploeg die hard werkt en veel steun krijgt. We hebben in zestig procent van de straten in ons district huisbezoeken afgelegd. Ik ben dan ook zeer tevreden en blij dat ik als eerste opvolger uiteindelijk kan zetelen in de districtsraad. Nu is het afwachten wat de onderhandelingen op stadsniveau zullen brengen. De mogelijkheden qua coalities in de districten hangen daar immers van af.”

 

Tomas Beaujean

  • 27 jaar, studeerde Filosofie in avondonderwijs
  • 3e plaats gemeenteraad Antwerpen voor de Piratenpartij (0 zetels)
  • 203 voorkeursstemmen

 

“Ik ben kandidaat voor de Piratenpartij omdat de bescherming van onze privacy, meer inspraak van de bevolking in politieke besluitvorming, hervorming van de wetgeving rond intellectuele eigendom en een transparante overheid allen thema’s zijn die mij nauw aan het hart liggen. Het is belangrijk dat we deze onderwerpen regelmatig aan bod laten komen in de media om mensen bewust te maken van de status quo en mogelijke alternatieven." De Piratenpartij (die het licht zag in Zweden in 2006 en waarvan sindsdien zusterpartijen hun politieke doorbraak forceren in meer dan veertig landen, nvdr.) is duidelijk anders georganiseerd dan klassieke partijen. “Wij pleiten voor directe democratie, dit wordt gereflecteerd in onze eigen werking: ons partijprogramma is niet opgelegd vanuit een partijtop, maar samengesteld door onze leden. Onze kandidatenlijsten zijn het resultaat van een stemming van de leden. Hoewel in ons ledenbestand alle leeftijden vertegenwoordigd zijn, hebben we een uitgesproken jonge groep afgevaardigd. Eigenlijk doet iemands leeftijd er niet toe, wel wat hij of zij te vertellen heeft. Kandidaten worden geselecteerd op inhoud.” Beaujean is bescheiden wanneer hij zijn kansen inschat. “Rechtstreekse invloed op de politieke besluitvorming is een werk van langere adem, op dit moment is het belangrijk om ons bestaan en gedachtegoed bekend te maken en onze werking te versterken. Wij maakten ons geen illusies over een electoraal succes deze verkiezingen, daar lag de focus niet. We moeten nu de fundamenten leggen voor de toekomst.”

 

Evi Degheldere

  • 21 jaar, bijna bachelor in de Politieke Wetenschappen
  • 6e plaats gemeenteraad Stabroek voor CD&V (5/25 zetels)
  • 139 voorkeursstemmen, 8e opvolger

 

“Zoals wel meer jongeren die in de politiek stappen, ben ik geïnspireerd door een leraar. Hij leerde ons onze mond open trekken. Door op een andere manier naar de actualiteit te kijken en over politiek na te denken, wilde ik wel eens weten hoe het er in de praktijk aan toeging. Ik doe het omdat ik echt geloof dat je als jongere en zeker als vrouw iets kan veranderen in je eigen dorp via de politiek. In een klassiek instituut zoals een gemeenteraad – zelfs in 2012 vaak nog gevuld met mannen van middelbare leeftijd – denk ik dat ik voor een positieve sfeer kan zorgen. Ik mis ook een langetermijnvisie met betrekking tot milieu en duurzaamheid in veel beleidsdomeinen.” Of Degheldere al iets gemerkt heeft van vuile spelletjes die gespeeld worden in het wereldje? “Tijdens de campagne waren op een nacht al onze affiches besmeurd met verf. Een doelgerichte actie tegen de CD&V. Er volgden telefoontjes van journalisten om te vragen wie we verdachten. Daar hoorde uiteraard bij dat ze ons namen in de mond probeerden leggen. Heeft niet gewerkt! Mijn meest waardevolle moment daarentegen vond afgelopen maand plaats. Tijdens de campagne is mijn mama ziek gevallen. Alles lag klaar: affiches, folders, persoonlijke brieven. Alleen had ik na al dat over en weer gerij naar het ziekenhuis geen tijd en energie meer over. Het was een heel emotionele periode en ik heb ongelofelijk veel steun en troost gekregen van de partij en lijstgenoten. Iedereen heeft mijn brieven en folders rondgedragen. Politiek is vaak een one-man/woman-show maar ons team heeft aangetoond dat dit niet altijd zo hoeft te zijn.”

 

Isabelle Huysmans

  • 22 jaar, studeert logistiek management aan de Artesis Hogeschool
  • 2e plaats gemeenteraad Edegem voor Vlaams Belang (1/27 zetels)
  • 74 voorkeursstemmen, 1e opvolger

 

“Mijn ouders zijn lid van het Vlaams Belang en via hen raakte ik aan de praat met een lokale mandataris. Hij bracht me in contact met de jongerenafdeling van onze partij. Ik kom op omdat ik me stoor aan het huidige nationale en lokale beleid. Het gaat niet de goede kant op en ik hoop daar verandering in te kunnen brengen. Concreet wil ik de typisch stedelijke problemen zoals immobiliteit, criminaliteit, asielzoekers en islamisering uit Edegem houden. Ik ben geen lijstvulling, integendeel, met een tweede plaats op de lijst voelde ik me zeer gewaardeerd door de lokale afdeling. Ik zorg voor verjonging en heb in het algemeen wel het gevoel dat jongeren kunnen wegen op de lijn van de partij. Bijna alle lokale afdelingen hebben een jongere in het bestuur en we zijn ook vertegenwoordigd in de partijraad. De volledige lay-out van onze nationale campagne was overigens ontworpen door onze jongerenvoorzitter.” “Mijn beste herinnering bewaar ik aan mijn persoonlijke uitslag bij de Vlaamse parlementsverkiezingen in 2009. Met achttien jaar was ik de jongste op de lijst en op de dertiende plaats kreeg ik 3.984 voorkeursstemmen. Dit keer voerde ik campagne met flyers, brochures en marktbezoeken. Vooral mond-tot-mondreclame helpt; je kunt mensen het best overtuigen door met ze te praten. Ook sociale media zijn zeer belangrijk. Via Facebook en Twitter probeerde ik een zo groot mogelijke groep te bereiken.”

 

Lisa Taeymans

  • 18 jaar, eerste jaar Geschiedenis
  • 11e plaats districtsraad Berchem voor Open VLD (2/25 zetels)
  • 52 voorkeursstemmen, 14e opvolger

 

“Ik ben in de politiek terecht gekomen via mijn leerkracht geschiedenis. Vorig jaar moesten we een simulatiedebat voeren in de senaat met echte politici. Na afloop bleek dat enkelen van hen mij graag mee in hun campagne wilden. Zo ben ik er ingerold. Het leukste moment in mijn korte carrière tot nu toe was de dag van de verkiezingen. Best spannend want voor mij in twee opzichten de eerste keer; als stemgerechtigde en als kandidate.” Taeymans vindt het niet erg dat ze dient als ‘jong gezicht’. “Zo gaat dat nu eenmaal. Je wordt gevraagd om de lijst op te vullen. Dat wil niet zeggen dat je voor de partij verder niets kan betekenen. Politici willen een volgende generatie klaarstomen. Zo kan je groeien en terwijl net zo actief zijn als je zelf wil. Ik moet bekennen dat de combinatie campagne voeren en net beginnen studeren moeilijk is. Met al mijn andere buitenschoolse activiteiten was het een beetje veel dus heb ik niet echt reclame voor mezelf gemaakt. Daarom schatte ik voordien mijn kansen ook niet al te hoog in.”



Bij Monde van Du Mon
17/10/2012
🖋: 
Auteur

Er zijn zo van die ongelooflijk ijverige studenten die van een andere planeet lijken te komen en een buitenaards gevoel voor timemanagement hebben. De studentus voluntaris is een ras apart en ik heb het op mezelf genomen om, door middel van buitengewoon slechte schaduwtechnieken, de natuurlijke habitat van deze soort in de schijnwerpers te zetten. Deze maand ga ik mee met Akabe, scouting voor jongeren met een lichamelijke of mentale beperking.

Het is vroeg en koud op zondagochtend wanneer ik Lynn C. ontmoet op de scoutsterreinen van Schoten. Met een fotocamera in de hand ben ik klaar voor de Akabe-vergadering. Vandaag op het programma: een bosspel. Ik word opgewacht door zeven scoutsleidsters (waarvan enkele stage doen) en vijf kinderen met een mentale handicap. “Oké, allemaal in formatie!”, roept Lynn. Gretig zetten de kinderen zich klaar en heffen plechtig hun rechterhand op. Marnix, een 17-jarige jongen met een mentale achterstand en waanvoorstellingen, heeft de eer om het woord te voeren. Na de officiële opening zetten we stevig de pas richting het bos. Onderweg praat ik met de leiding. Zo vertelt Lynn me een en ander over de Akabe-werking. “De Akabe-tak komt om de twee weken samen op zondag. Op die dag hebben we een zogenaamde vergadering waarin we spelletjes spelen of op uitstap gaan. Eens per jaar gaan we ook op weekend. Dat is meestal in het binnenland. Onze spelletjes zijn altijd aangepast aan de kinderen natuurlijk.” Ik vraag waarom ze zich hiervoor engageert. “Ja, dat is eigenlijk per ongeluk gebeurd. Ik tuimelde er zowaar in. Ik wou wel leiding geven, maar ik had geen zin om bij de 'gewone' takken terecht te komen. Toen dacht ik aan Akabe, en het beviel me meteen. Het is een heel erg dankbare taak om met deze kinderen dingen te doen.”

 

Drugsdealers

In het bos leggen Lynn en Karo(lien) het spel uit. Vandaag zijn de kinderen ‘drugsdealers’ die van hun kamp zakjes bloem (‘drugs’) naar de ‘drugsbaronnen’ moeten smokkelen. Opgepast, want er lopen ‘politieagenten’ rond in het bos, dus de kinderen moeten snel en vernuftig zijn. En ook die zakjes drugs moeten verdiend worden. Dat doen ze door opdrachtjes uit te voeren. De kinderen hebben er duidelijk zin in en beginnen meteen gretig een kamp te bouwen. Ninke, een meisje van zeven met een glutenallergie en een fysieke en mentale achterstand, staat hevig met een tak te zwaaien. Een schattiger meisje kan ik me niet inbeelden. Ik word afgeleid door gesnuffel. “Je moet altijd zakdoekjes bijhebben”, weet een leidster me te vertellen. Ik zie hoe Hannes, een 14-jarige jongen, ongemakkelijk rondloopt met een snottebel om ‘u’ tegen te zeggen en begrijp wat ze bedoelt. Regelmatig spurt er een kind naar de zakdoekendoos en gniffelt terwijl het zijn neus ledigt. Deze kinderen zijn echte lieverds. Ik word er zowaar gelukkig van, gewoon omdat zij zo gelukkig zijn tijdens het spel. Ze rennen van hot naar her en schateren zich te pletter als ze gesnapt worden door de politie. Ook de leiding is aangenaam en gemotiveerd.

 

Tijdens het spel wordt er al eens uitgerust; van al dat rennen word je wel moe. Marnix blijft naar me toe komen en pakt steeds uit met lugubere verhalen over loopings en pretparken en mensen die er in blijven vaststeken. Toevallig kent hij ze ook allemaal. Later vertrouwt hij me toe dat hij zeven jaar geleden zijn oudere broer verloor. Zijn broer kreeg een rotsblok op zich tijdens een scoutskamp in het buitenland. Ik voel de grond onder me wegzakken. Hoedje af voor zijn ouders die nog steeds in de scouts-spirit geloven. Ik leg pseudo-freudiaans de link met zijn lugubere verhalen. Maar veel tijd om na te denken krijg ik niet, want enkele momenten later toont hij me trots een pissebed dat hij moest zoeken in ruil voor een zakje drugs. Ik trek bleek weg. “Je gaat me toch niet vertellen dat je bang bent voor een pissebed?” lacht hij. Goh.

 

Zwoegen voor die suikerwafels

Thomas is zestien en heeft het syndroom van Down. In horten en stoten probeert hij me van alles mee te delen. Over zijn zus die hockey speelt, zijn ouders en zijn liefde voor Samson en Gert. “Thomas houdt van zingen. Als je de radio wil afzetten, wordt hij kwaad.” Spontaan begint hij de Plopdans te zingen. Hij buigt ritmisch mee door zijn knieën en toont na zijn mini-optreden de breedste glimlach. “Weer een zakje verdiend!” juichen we hem toe. Maar hij is alweer weg om een flinke som nepgeld te verdienen. Ook Robin komt trots met een enveloppe zuurverdiend geld aanhollen. “Hahaha, we worden keirijk!” roept hij al van ver. De bank beaamt zijn vermoeden.

 

Op het einde van het spel wordt het kamp afgebroken en beginnen we aan onze tocht naar de scoutsterreinen toe. De kinderen zijn moe van het lopen en ik heb het, niet eens stiekem, extreem koud. Ninke neemt mijn hand vast en ik stel vast dat ze het nóg kouder heeft dan ik. “Lalalala,” lalt ze. Soms laat ze zich helemaal hangen, een dood gewicht, en moet ik abrupt stoppen om te kijken of ze niet gevallen is. Dat valt altijd wel mee. Aangekomen op de scoutsterreinen wordt het verdiende geld nageteld en – wat een geluk! – er is net genoeg verdiend om voor iedereen een suikerwafel te kunnen kopen. Behalve voor Ninke dan, zij krijgt chocolade. Een geslaagde smokkeloperatie, al bij al, zeker als ik de kinderen zie stralen. Zelf zou ik het misschien ook nog wel willen doen, zolang er maar geen pretpark aan te pas komt, met gevaarlijke loopings en machines die kunnen vastlopen.



De Verenigde Staten van Amerika: één natie maar geen unanimiteit op politiek vlak

17/10/2012
🖋: 

Tuesday, November 4, 2008. Een historisch moment voor de Verenigde Staten, een historisch moment voor de rest van de wereld. Voor het eerst in de geschiedenis van het land kiezen de Amerikanen een zwarte president, Barack Hussein Obama. Voor velen betekende het een nieuwe start, met het bekende Yes we can! als teken van hoop, verandering en een betere toekomst.

Vier jaar en een nazinderende recessie later, lijkt die toekomst heel wat minder rooskleurig: 12,1 miljoen Amerikanen zijn werkloos en de overheidsschuld verdrievoudigde in de afgelopen vier jaar tot zo’n 1.100 miljard dollar. Geen wonder dat Barack Obama een significant moeilijkere campagne tegemoet gaat dan vier jaar geleden. Niet alleen is hij nu diegene die het presidentiële ambt moet verdedigen (wat altijd een moeilijkere uitgangspositie is, zeker in economisch mindere tijden), maar veel Amerikanen rekenen hem ook af op zijn wankel economisch beleid.

Onder die Amerikanen zijn ook studenten. Zeker aan de universiteit waar ik momenteel studeer, zijn de meningen enorm verdeeld. Uit een korte rondvraag onder enkele Amerikaanse studenten hier, kan worden afgeleid dat vele studenten die vier jaar geleden resoluut voor Obama stemden, nu niet meer zo zeker zijn van hun stemkeuze. Die lijn kan worden doorgetrokken naar de rest van de VS: op het moment van schrijven, was de balans Romney-Obama 46-48 procent.

Veel Amerikanen kijken voorlopig dan ook nog de kat uit de boom wat betreft hun stemkeuze en wachten de verschillende politieke debatten af. De zogenaamde presidential debates zijn hier veel bekeken, ook onder de studenten. Veel studenten komen samen op het appartement van één van hun vrienden, maken samen iets klaar om te eten en kijken dan gezamenlijk naar het debat. Met CNN in de achtergrond wordt er achteraf nog duchtig na gediscussieerd over de verschillende topics die aan bod kwamen in het debat of over dé hamvraag wie er die avond won. Moeilijk voor te stellen dat in België studenten zouden afspreken om samen de avond door te brengen om naar een politiek geladen debat tussen Alexander De Croo en Bart de Wever te kijken...

Hier in de VS leeft de politiek echter wel onder studenten, begrijpelijk als men in het achterhoofd houdt wat er op het spel staat: een land met meer dan 313 miljoen inwoners verdeeld over vijftig verschillende staten onder leiding van één man. Zelfs al zou men niet geïnteresseerd zijn in de ontwikkelingen op politiek vlak, dan nog is er geen ontkomen aan. En dat kan letterlijk worden opgenomen: je kan geen tv-kanaal of radio aanzetten of je wordt rond de oren geslagen met advertenties voor één van beide kandidaten. Typ in Google de term “US national deficit”, en de eerste link die verschijnt is een door het Obama-fonds gesponsorde link verwijzend naar enkele conservatieve, economie-gerelateerde quotes van Romney. Zelfs op Spotify gaan op dit moment de helft van de advertenties over de race naar het Witte Huis.

Typisch Amerikaans en ook geliefd onder studenten zijn de political rallys, waar de presidentiële kandidaten meetings houden voor hun aanhangers. Ik heb zelf de unieke kans gehad om een dergelijke meeting van Obama hier in Milwaukee te mogen meemaken, en het was een ongelofelijke ervaring! De president van de VS zien speechen op twintig meter van je zitplaats, omgeven door twintigduizend mensen die volledig uit hun dak gaan wanneer Obama het podium betreedt, is simpelweg onvergetelijk. Belangrijk om te vermelden is dat dergelijke rallys eerder bedoeld zijn om de bestaande fanbase aan te moedigen om nog harder te werken om hun kandidaat aan die felbevochten plaats in het Witte Huis te helpen, dan om undecided voters te overtuigen om voor hun kandidaat te stemmen.

Het mag duidelijk wezen dat de federale politiek wel degelijk leeft onder de Amerikaanse studenten. Ondanks het ontbreken van een stemplicht in de VS, zijn veel studenten overtuigd om te stemmen. Velen weten echter nog niet op welke kandidaat: geen twijfel mogelijk dat we hier nog enkele interessante en spannende weken tegemoet gaan...

Wij danken Frederik Sunaert voor zijn inzending.



De stroom naar onwetenheid
17/10/2012
🖋: 

“Man plus X equals Islamic Terrorist!” Met deze wiskundige formule schetst de film Innocence of Muslims het gedachtegoed van de gemiddelde katholiek, zogezegd. Wat door de een als ridicuul en verwaarloosbaar wordt geacht, stoot de ander wereldwijd tegen de borst. Ook in Borgerhout op 15 september. Hoe kan zo’n amateuristisch filmpje de moslimwereld op zijn kop zetten? Wie waren de relschoppers op de barricade in Borgerhout? En vooral: wie veroordeelt wie op basis van wat? Tijd voor wat duidelijkheid, vond dwars. Bijgestaan door de Borgerhoutenaren en imam Sulayman van Ael vonden we die ook.

De katalysator

Voor de heidenen onder ons die het filmpje nog niet gezien hebben: denk aan een grofgebekte, politiek incorrecte en alles-aan-de-verbeelding-overlatende versie van Life of Brian, en vergeet daarbij de subtiele humor van de Pythons. De maker, een zekere Nakoula Basseley Nakoula – pseudoniem Sam Bacille – beweerde een twee uur durend epos over het leven van Mohammed te hebben gemaakt. De profeet wordt afgebeeld als een misogynist, een verkrachter, een homoseksueel, een seksist, een immoreel beest dat geweld als basis voor het geloof predikt. ‘He’s not the Messiah,’ in deze, maar dus wel ‘a very naughty boy’. De acteurs zweven over het zand, de acteerprestaties zijn wansmakelijk slecht en flarden tekst lijken door een onzichtbare entiteit gedeclameerd te worden. Misschien lijkt het net daarom zo bizar dat een montage van clips uit de film dergelijke reactie uitlokt in de wereld. Desalniettemin blijft de film anti-islamitisch, extreemrechts en ongenuanceerd tot op het bot.

 

Op 1 juli 2012 verscheen de controversiële ‘trailer’ van Innocence of Muslims (originele titel: Desert Warriors) op het wereldwijde web. De wereld reageerde: ambassades werden aangevallen, Amerikaanse vlaggen verbrand, talloze mensen raakten gewond. Sommigen verloren het leven. Ook in het Antwerpse werd via ketting-sms’jes, uitgezonden door onder andere het CID (Centrum Islamitische Diensten), opgeroepen tot protest. Tijdens de Reuzenstoet in Borgerhout verzamelden een honderdtal nieuwe Belgen – om het manifest van De Morgen te volgen – aan Drink. Er zouden naar verluid meer dan 200 relschoppers gearresteerd zijn, zowel schuldig als onschuldig. De Reuzenstoet werd overschaduwd door nieuws over de rellen; na een periode van rust werd Borgerhout nogmaals bestempeld als probleemzone. Ondanks de veroordeling van de rellen door de Antwerpse imams kreeg Borgerhout een imagodeuk. “Dit is niet het gedrag van een moslim”, deze uitspraak kwam lijnrecht tegenover de gedachtegang van menig burger te staan: “Het waren weer de moslims.” De vraag is wie die moslims zijn waar men het de hele tijd over heeft. Volgens de voorzitter van de Federatie Marokkaanse Verenigingen (FMV) Mohammed Chakkar waren de relschoppers voornamelijk “bebaarde jongeren die samenkwamen om te protesteren tegen een film die ze waarschijnlijk niet eens gezien hebben.” En laat ons even eerlijk zijn: moest het slechts één moslim zijn geweest die keet schopte, zou iedereen het nog steeds hebben over de oorzaak van zijn geweld, de islam. Over één kam scheren, heet dat. De realiteit is complexer dan dat en dient genuanceerd te worden.

 

De vicieuze cirkel van vooroordelen en negativisme

Gewapend met een arsenaal aan vragen infiltreren we de zogenaamde Red Zone van Antwerpen. Tenslotte kan je nooit te weten komen wat zich binnenin afspeelt als je slechts vanaf de zijlijn blijft toekijken. Enkele studentes waarmee we aan de praat raakten, wezen ons onmiddellijk op de gekleurde berichtgeving in de media. “Het is spijtig dat het cultureel erfgoed van de Reuzenstoet werd opzijgeschoven door het negativisme van een plotse oproer. Tenslotte waren de rellen echt niet zo gewelddadig en extreem als door de media werd afgeschilderd. Dat er enkele moslima’s een reus met een hoofddoek hadden gemaakt is nergens in de nieuwsbladen verschenen, maar dat er enkelingen rel schopten is tot gigantische proporties opgeblazen. Dat is spijtig. Zo worden we steeds opnieuw kwalijk afgeschilderd en is er nog amper plaats voor positief nieuws.” Ze maakten ons duidelijk dat een organisatie zoals Sharia4Belgium steeds alle aandacht opeist. Nochtans moeten we inzien dat het toch een minderheid – zelfs minder dan een minderheid – betreft. Door hen steeds aandacht te geven in de media, geven we ze een forum om hun extremistisch gedachtegoed van de daken te schreeuwen. Dat er een mentaliteitswijziging moet komen, ligt voor de hand, vindt ook L. Geeraerts, Borgerhoutenaar in hart en nieren. Maar die ommekeer moet vooral vanuit de jongere generatie bewerkstelligd worden. “De oorzaak ligt vooral bij de jongeren. Er is een totaal gebrek aan respect, ze voelen zich sterk en fel. Ik heb gezien hoe ze de doorgang van de tram blokkeerden voor iemand in een rolstoel. Als ik zulke dingen zie, denk ik: als er een god bestaat, is hij gestorven.” Ze lijkt zich al snel schuldig te voelen bij de ongelukkige woordkeuze. “Begrijp me niet verkeerd, Borgerhout is voor mij nog steeds een paradijs op aarde”, lacht ze. “Ik woon hier graag, maar de situatie is anders dan pakweg zeven jaar geleden.” Zo sijpelt er langzaam maar zeker een rode draad door onze gesprekken binnen. Anarchie, verveling en frustratie onder adolescenten; daar blijkt het om te gaan.

 

De pijnpunten moeten niet onmiddellijk toegeschreven worden aan het geloof alleen. Een heel oeuvre aan maatschappelijke aspecten spelen een grote rol in de problematiek in Borgerhout. Onderwijs en beleid zijn de belangrijkste factoren waar aan gewerkt moet worden.

 

Een buffer tegen extremisme

Ja, er was opschudding aan Drink. Mensen hebben geprotesteerd tegen het filmpje. Dus trokken wij naar de Koepelmoskee, een bekeerlingenmoskee aan de Stenenbrug. In de week doet deze dienst als buurtmoskee en op vrijdag geeft imam Sulayman van Ael de vrijdagspreek, waar hij geloof doet aansluiten op de actualiteit. Verrassend genoeg is de voertaal in de moskee het Nederlands. Marokkaan, Turk, Aziaat of Tsjetsjeen, het maakt voor De Koepel niet uit. Daarbij komt dat de tweede en derde generatie Marokkanen de Arabische taal minder machtig zijn en daardoor sneller de boodschap zouden verliezen, moest deze in het Arabisch meegedeeld worden. Een van de sterke punten van de imam is net dat hij dicht bij de jongeren staat. Hij is zelf nog jong, kent hun leefwereld en doet zijn best om de afstand te verkleinen door de preken te vertalen naar wat ze begrijpen.

 

In de vergaderzaal worden we ontvangen door de verantwoordelijke van de academie aan de moskee, Saad Luyten. Saad zelf is een bekeerling die tien jaar geleden kennis maakte met de islam via een collega. Ook hij heeft de stereotypes die rond de islam zweefden laten varen. “Er bestaat een vertroebeling van cultuur en religie. Zowel bij buitenstaanders als bij gelovigen die onze godsdienst met de paplepel hebben binnengekregen. Zo heb je bijvoorbeeld het foute beeld dat mensen hebben over de positie van de vrouw binnen onze godsdienst. Dat is een culturele factor, geen religieuze.” Het eerste woord van de Koran is immers ‘Soennah’, wat zoveel betekent als ‘lees’. “Kennis werkt als buffer tegen extremisme.” Hij verwijst hierbij naar extremisme van beide kanten, de voor- en tegenstanders van de islam. Na een prachtige inleiding van Saad, lieten we imam Sulayman van Ael aan het woord.

 

Wat is uw visie op het filmpje ‘Innocence of Muslims’?

Sulayman van Ael  Kijk, ik heb het filmpje gezien. Het is ridicuul. Maar je moet de context bekijken. Raak mensen ergens waar ze van houden, en het is niet meer dan normaal dat ze gekwetst zijn. Het filmpje heeft totaal geen voeling met religie, maar is eerder een bewijs van onwetendheid. Desalniettemin mag een dergelijk filmpje geen vrijgeleide tot agressie zijn. De belangrijkste wetmatigheden van de islam zijn de Koran en het voorbeeld van de profeet: hoe heeft hij op gelijkaardige situaties gereageerd? Dat zal zeker niet met gewelddadigheid zijn geweest. Ieder heeft natuurlijk recht op vrije meningsuiting, ook de maker van de film. Maar dan hebben wij ook het recht om te reageren. Dat zoiets met agressie is gebeurd, is verkeerd. Een betere manier was geweest om de mensen te informeren over de islam.

 

U hebt in uw vrijdagspreek de rellen veroordeeld. Hebt u dit gedaan omwille van de rellen an sich, de onwetendheid van de relschoppers of het verdoken extremisme van Sharia4Belgium achter de rellen?

Van Ael  Vele imams hier in Antwerpen hebben de rellen veroordeeld, allemaal om dezelfde reden. Het is spijtig dat vele van de betogers inderdaad jongeren waren, met de stereotiepe vooroordelen tot gevolg. Moest ik geen moslim zijn, en alles geloven wat erover gezegd wordt, dan zou ik ook vooroordelen hebben. Maar het is een feit dat de vele jongeren die er op dat moment waren, onislamitisch gereageerd hebben op een islamitische zaak. Ramen ingooien en het willekeurig vernietigen van openbaar goed is niet de juiste manier om ongenoegen te uiten. Enorm veel jongeren vandaag de dag zijn de handeling om een goede intentie over te brengen, volledig vergeten. Dat klinkt wat esoterisch, maar ze sluiten zich aan om te rebelleren zonder enig onderbouwd perspectief.

 

Dus volgens u zat Sharia4Belgium hier zeker niet achter?

Van Ael  Niet in die mate als afgespiegeld werd door de media. Niet alle demonstranten waren lid van Sharia4Belgium. Hun aanwezigheid zorgt altijd wel voor een plotse explosiviteit en dat krijgt veel media-aandacht. Deze jongeren waren de dag voordien nog op de straathoek te vinden, waar ze met hun vrienden wat rondhingen. Op die leeftijd ben je onbezonnen en beïnvloedbaar, als je hen massaal gaat oproepen om te protesteren, gaan ze daar uiteraard in mee.

 

Begin deze maand besloot Sharia4Belgium om zichzelf te ontbinden. Is dit, zoals Annemie Turtelboom zegt, een afleidingsmanoeuvre?

Van Ael  Het opdoeken van een organisatie en hun administratie betekent niet dat ze niet meer bestaat. Iedereen weet dat de ondergrondse activiteit voortduurt. Sharia4Belgium heeft altijd het probleem gehad dat hun basisideeën nog duidelijkheid moeten krijgen. De organisatie houdt een constante monoloog waardoor er geen ruimte overblijft voor dialoog. Als één persoon heel hard schreeuwt en gesticuleert, wordt de aandacht automatisch op hem gericht. Vervolgens ontstaat er frustratie onder de mensen. Ik wil hier en nu zeggen dat Sharia4Belgium noch de islam, noch de mening van de moslim vertegenwoordigt. De juiste mensen moeten aangesproken worden om hun mening aan bod te laten komen. In de Joodse gemeenschap hier in Antwerpen is er één woordvoerder, die één duidelijke boodschap doorgeeft. Er zijn in totaal meer dan 1,7 miljard moslims in de wereld, maar één duidelijke woordvoerder hebben we niet. Wij hebben diverse sprekers die telkens weer uiteenlopende visies hebben op de Koran en de islam.

 

Zijn de jongeren in Borgerhout dan de weg die de islam biedt, kwijt?

Van Ael  Neen, zeker niet. Ook hier in de moskee komen veel jongeren. Elke religie heeft haar gelovigen die opkomen op de verkeerde manier, die de innerlijke rust die een geloofsbelijdenis biedt, foutief tentoonspreiden. Er zijn er die een baard laten groeien, traditionele kledij dragen en een ‘potske’ op hun hoofd zetten, en dan denken: Zo, nu ben ik moslim. Dat is verkeerd, de islam zit vanbinnen. Ik heb dit nu aan (een ritueel gewaad, nvdr.) omdat ik straks de vrijdagspreek geef, maar hieronder draag ik ook gewoon jeans. Ik kan me voorstellen dat er frustraties ontstaan bij de opeenvolgende incorrecte voorstellingen van het geloof. Als enkele moslims rel schoppen, ramen ingooien, vlaggen verbranden wordt dat direct gelinkt aan alle moslims. Als de imams geen reactie hadden gegeven, zouden ook zij weergegeven worden als ja-knikkers. Het individu moet zijn verantwoordelijkheid opnemen. De verantwoordelijkheid doorschuiven naar het collectief, waar dan een onredelijk antwoord wordt gegeven is, niet de oplossing. Ik moet niet beboet worden voor de daden van een ander.

 

Zo waren er enkele studentes van de Koepelmoskee die voor de Reuzenstoet een reus hadden gemaakt met hoofddoek. Maar dat heeft zo te zien niemand opgemerkt.

Van Ael  Die meisjes hebben daar keihard aan gewerkt. Maar toch overwint het negatieve beeld: oproer in de straten. Zo worden jongere moslims steeds verder in dat hoekje geduwd, waardoor ze daarna naar de foute middelen grijpen. Niet alle moslims moeten over dezelfde kam gescheerd worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er tweeduizend moslims gesneuveld, die hebben gevochten voor de opbouw van ons land. We trachten mee te helpen aan de economie, het beleid, enzovoort. We werken hier, betalen belastingen en voeden onze kinderen hier op. We zijn niet zoals we de hele tijd afgebeeld worden. Dat probeer ik duidelijk te maken.

 

Na het interview mogen we de vrijdagspreek van de imam bijwonen. In een reusachtige gebedszaal stuurt hij een gepassioneerde boodschap naar meer dan 450 moslims. We zijn onder de indruk. Uiteindelijk moet iedereen verder kijken dan zijn of haar neus lang is, of dan wat de kranten beweren. Hopelijk zijn ook onze lezers niet bang voor kritische observatie en een genuanceerde blik. Want wat je niet kent, moet je leren kennen.



Zwaar gesnoeid in budget onderzoek
16/10/2012
🖋: 
Auteur

Professor Christine Van Broeckhoven van de Universiteit Antwerpen en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) is wereldwijd gekend en geroemd voor haar baanbrekende onderzoek naar Alzheimer. Toen onlangs bekend raakte dat er gesnoeid wordt in de financiering van Alzheimeronderzoek, en het nieuws verspreid door Van Broeckhoven zelf, kon dwars het niet laten meer informatie in te winnen.

Professor Van Broeckhoven, er werd recent veel media-aandacht besteed aan het feit dat farmaceutische bedrijven hun financiële steun voor Alzheimer-onderzoek zouden terugtrekken. U zou hierop nogal fel gereageerd hebben. Kan u dit toelichten?

Christine Van Broeckhoven  De hetze is ontstaan door een artikel in de krant. Een journaliste van het Britse blad The Independent contacteerde me omdat enkele bedrijven inderdaad hun steun hadden teruggeschroefd. Ik heb daarop gereageerd en nadien is het nieuws in België zo verspreid alsof ik eerst met aantijgingen zou zijn komen aanlopen. Het is wel waar dat sommige bedrijven inderdaad aan de zijlijn zijn gaan staan. Je moet uitgaan van een balans waarbij bedrijven afwisselend minder in bepaalde onderzoeken investeren, maar waarbij ze dan wel weer meer in een ander initiatief zullen investeren. Toch denk ik dat je niet kan ontkennen dat als je alles uitrekent er wel degelijk minder geld in Alzheimer-onderzoek zal zijn gestoken. Het lijkt wel dat ik een gevoelige snaar heb geraakt, waarom zou men anders zo hevig reageren?

 

Wat betekent dit dan concreet voor het Alzheimer-onderzoek?

Van Broeckhoven  Wel, in de media wordt consequent vergeten dat farmabedrijven slechts een rol spelen voor onderzoek dat specifiek gericht is op het ontwikkelen van geneesmiddelen; een Alzheimer-pil om het simpel te zeggen. Dat wil zeggen dat er aan dit onderzoek nog een heel arsenaal aan wetenschappelijk onderzoek voorafgaat dat door specialisten aan universiteiten en laboratoria, wij dus, aan de Universiteit Antwerpen en het VIB bijvoorbeeld, wordt uitgevoerd. Het is eigenlijk daar dat het schoentje wringt. Het onderzoek naar geneesmiddelen kan pas goed uitgevoerd worden als er kwalitatieve wetenschappelijke studies en resultaten aan vooraf gaan en het is net dáárin dat er te weinig gefinancierd wordt. En dat wil ik wel uit de wereld helpen, want het is de overheid die daarvoor verantwoordelijker is dan de farmabedrijven. In België hebben we geen geoormerkte financiering voor hersenziekten, terwijl dit in andere landen wel het geval is. Donaties van particulieren zijn fantastisch, maar zoals je wel verwacht zijn ze ver van toereikend voor ons onderzoek.

 

Waarom is er zo'n terughoudendheid om te investeren in hersenziekten?

Van Broeckhoven  Wel, er zijn verschillende redenen. Er hangt nog altijd een taboesfeer rond Alzheimer. Ten eerste treft de ziekte vooral oudere mensen. Zij zijn behoren blijkbaar tot de maatschappelijke periferie: ze worden niet eens op straat afgebeeld. Kijk maar eens rond, je zal nooit grote posters of billboards zien met oudere mensen op. Ten tweede rust er een taboe op de ziekte omdat ze het geheugen en het gedrag aantast. In tegenstelling tot spierziekten en andere aandoeningen is ze niet tastbaar en speelt ze zich voornamelijk af in de geest van de mens. Het is eigenlijk paradoxaal, er is niets dat ons meer mens maakt dan onze psyche en net daarvan schrikken we weg. Ten derde komen veel redenen neer op politiek, en wanneer iets neerkomt op politiek, dan komt het spijtig genoeg ook neer op geld. We leven in België in een welvaartsstaat waarin er opvallend veel nadruk wordt gelegd op de arbeidsmarkt. Oudere mensen spelen sowieso al een kleinere economische rol in onze maatschappij en vanuit dat standpunt loont het dus niet om in hen te investeren. Ik vind dat natuurlijk heel fout en werk er al jaren aan om dit de maatschappij te doen inzien. Het ergste aan de zaak is dat dementiepatiënten vaak een mensonwaardige behandeling tegemoet lopen, en dat treft niet alleen hen, maar ook hun familie. Dat raakt me enorm. Men mag niet uit het oog verliezen dat deze groep van oudere mensen erg groot is en steeds groeit. Die mensen kan men niet blijven negeren, zeker niet omdat de levensverwachting blijft stijgen.

 

U bent zelf politiek geëngageerd, zal u hiervan ook actief een punt van maken?

Van Broeckhoven  Uiteraard. En in elk interview dat ik geef zal ik twee dingen blijven benadrukken: de vergrijzing en de vrouw. Ik ben ook in de politiek gegaan om hier iets aan te veranderen. Ik weet nu hoe er in de politiek mee omgegaan wordt en dat heeft mijn ogen geopend. Kijk, Alzheimerpatiënten zelf verwachten niet dat ze genezen gaan worden, maar ze verwachten wel een correcte behandeling. Dát wil ik aankaarten, en daarnaast het belang van investeren in wetenschappelijk onderzoek. Ik wil helpen om de taboes te doorbreken.

 

Een vraagje over de aard van de ziekte zelf. U zegt elders dat er nooit een spreekwoordelijke pil zal komen voor Alzheimer. Maar zal er ooit een geneesmiddel ontwikkeld worden? Is dat niet het standpunt van de farmabedrijven?

Van Broeckhoven  Tja, het ziet er momenteel nog naar uit dat er niet zoiets zal zijn als een pil. Wat we wel weten is dat Alzheimer veel allesomvattender is dan men steeds heeft gedacht. De levenswijze van de patiënt tot op twintig jaar vóór de diagnose is erg bepalend voor de gezondheid later en kan zeker tot dementie leiden. Ik denk nu aan voeding, beweging, drugs, roken, alcohol en stress. Het is weinig verrassend, natuurlijk, want dit geldt ook voor andere ziekten. De correlatie tussen een gezond hart en een gezond brein is eveneens belangrijk. Heb je een hoge cholesterol, dan heeft dit ook uitwerkingen op je hersenen. Gezonde hersenen zijn heel afhankelijk van een goed hart. Dit alles maar om te zeggen: er moet vooral geïnvesteerd worden in preventie. Dat is natuurlijk niet evident. Meestal komt die preventie er in de vorm van een brochure bij de dokter. Iedereen weet dat dat niets uithaalt, toch niet echt. En waarom blijft het bij brochures? Om de commerce niet te stoppen. Dat wordt allemaal door lobbyisten geregeld. Denk maar aan het rookverbod in eetgelegenheden maar het nog steeds aanvaarden van roken in het algemeen. Er zit geld in.



Over onderwijs en onderzoek
16/10/2012
🖋: 

Onderzoekers lichten Antwerpse kiezer door

Met de lokale verkiezingen net achter de kiezen, kunnen de resultaten uit een Antwerps onderzoek naar de opvattingen van de Antwerpse kiezer mogelijk een licht laten schijnen op de resultaten. Professoren Peter Van Aelst en Peter Thijssen en doctor Jonas Lefevere bevragen een paneldesign van kiezers driemaal. Daaruit blijkt dat vooral bij sp.a-CD&V-kiezers lokale overwegingen een belangrijkere rol spelen. Kiezers van Groen blijken erg tevreden over het Antwerpse beleid en Patrick Janssens. Waarschijnlijk zagen ze een stem voor Groen echter als een sterkere garantie voor een progressief beleid dan een stem voor de ‘centrumcoalitie’ van sp.a en CD&V. Tot slot evalueert bijna de helft van de N-VA kiezers het huidige beleid als negatief en beschouwt N-VA als een alternatief daarvoor. Dat N-VA deel uitmaakte van de Antwerpse coalitie en dat twee voormalige Open Vld-schepenen op hun lijst stonden, lijkt weinig aan die perceptie te veranderen.

 

Want jij verdient... de Nobelprijs

Afgelopen maand werden er weer Nobelprijzen uitgereikt in Stockholm. Dat de Europese Unie de prijs voor de vrede wegkaapte was waarschijnlijk niemand ontgaan. Proficiat, beste lezer, voor het niet voeren van oorlog! De Nobelprijs voor Geneeskunde ging naar John B. Gordon en Shinya Yamanaka voor het herprogrammeren van volwassen cellen tot stamcellen. In het departement Chemie moet afgelopen jaar niets gebeurd zijn, want de prijs daarvoor had evengoed die voor Geneeskunde kunnen heten. Winnaars Lefkowitz en Kobilka werden beloond voor hun onderzoek naar G-proteïne gekoppelde receptoren. Deze eiwitten vormen vandaag targets voor ongeveer de helft van alle medicijnen. De Nobelprijs voor Fysica ging naar Serge Haroche en David J. Weyland voor “baanbrekende experimentele methodes die in staat stellen individuele quantumsystemen te meten en te manipuleren”. Alvin Roth en Lloyd Shapley wonnen de Nobelprijs Economie voor hun speltheorie en onderzoek en Mo Yan won tot slot de Nobelprijs voor de Literatuur.

 

Ja jij verdient... de Ig Nobelprijs

Terwijl in Stockholm jaarlijks excellentie beloond wordt, krijg je enkel een Ig Nobel prijs voor onderzoek dat je eerst aan het lachen brengt en daarna aan het denken zet. Tien onderzoekers gelauwerd. De prijs Psychologie ging naar Eerland, Zwaan en Guadalupe. Zij toonden aan dat als je naar links leunt, de Eiffeltoren kleiner lijkt. Neurowetenschappers Bennett, Baird, Miller en Wolford wonnen hun prijs door aan te tonen dat hersenonderzoekers met complexe instrumenten en statistiek overál hersenactiviteit kunnen aantonen. Rouslan Krechetnikov mocht zijn Ig Nobel voor Vloeistofdynamica in ontvangst nemen voor zijn baanbrekende paper “Walking With Coffee: Why Does It Spill?”

 

Veggie op donderdag

Toen Jezus stierf op een vrijdag, werd deze omgedoopt tot Vrijdag Visdag. Dieren sterven dagelijks, maar alvast één weekdag wordt nu op de Universiteit Antwerpen Veggiedag. Vanaf 4 oktober, is te lezen in een persbericht, kan je elke donderdag vegetarisch eten in de studentenrestaurants. Vlees lijkt echter niet van het menu te verdwijnen op donderdag. “Vlees op het menu laten was een van de voorwaarden van EVA (Ethisch Vegetarisch Alternatief), van wie we de term Veggiedag lenen, zeg maar. We willen mensen nergens toe dwingen - dat werkt averechts”, zegt coördinator An Op De Beeck, "Hopelijk overtuigt de naam genoeg mensen om één keer in de week over te schakelen op vegetarisch." Onder begeleiding van de ontwikkelingsorganisatie Vredeseilanden wordt ook gezocht hoe er meer duurzame vis, fairtrade, bioproducten, etc. gebruikt kunnen worden in de keukens en hoe het afval beperkt kan worden en dat alles zonder de prijzen te doen stijgen.

 

Sporttelex

Ze zijn weer voorbij, die mooie IFIUS Wereld Interuniversitaire Spelen plaats. De delegatie van de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen haalde in Belgrado uiteenlopende resultaten. De vrouwenploegen haalde in het basketbal, volleybal en voetbal de vierde plaats. Bij de zaalvoetbal haalden we het brons binnen, en de mannelijke volleybalploeg bracht voor de derde keer op rij het goed mee naar huis. Onze felicitaties. * Tennis: SEW-student Rubel Bemelmans werd uitgeschakeld in de eerste ronde van het ATP-toernooi in het Oostenrijkse Wenen. Met 6-7/6-4/6-3 was de Duitser Daniel Brands te sterk voor hem.



Instapniveau Frans nog nooit zo laag

16/10/2012

Tout peut s’oublier qui s’enfuit déjà: de tijd dat Brel vol passie het Frans hoog in het vaandel droeg, ligt ver achter ons. Een persbericht van de Universiteit Antwerpen vertelde ons dat het instapniveau Frans nog nooit zo laag was. Waar in de jaren tachtig studenten gemiddeld een niveau van 60 procent haalden in de eerste propedeuse, is dat nu gemiddeld nog maar 36,3 procent. dwars nam de Eventail Junior ter hand en trok naar de Ossenmarkt om de proef op de som te nemen. Gewapend met baret en baguette vuurden we in ons beste Frans vier vragen af op onschuldige studenten van de Universiteit Antwerpen.

Wij houden zielsveel van vis, de eerste vraag betrof dan ook de locatie van een goed visrestaurant in Antwerpen. De antwoorden die er stamelend uitkwamen, brachten ons niet veel verder. Een groep giechelende meisjes en een koppel vriendelijke studenten maakten ons wegwijs in culinair Antwerpen.

Edith P. “Je parlez pas français.”
Brigitte B. “À gauche, KBC-toren, vous connait? Désiré de Lille. Beaucoup de restaurants là.”
Jo L. “C’est difficult, euh, difficoul à eh.. (expliquer) Au sud de la vie, le Fiskebar c’est très bien pour poisson.”

 

Si le bonheur existe, c’est une épreuve d’artiste. Vervolgens deden we ons voor als twee kunstenaars uit Nîmes die op zoek waren naar het MAS, voor de gelegenheid vertaald naar le MAF, Musée au Fleuve. De antwoorden brachten ons deze keer al tot op de Paardenmarkt.

Vincent V.G. “Oh, nee, Frans.”
Claude M. “Environnement, je sais pas.”
Pierre-Auguste R. “Celle rue à la fin tout droite, grand rue Paardenmarkt. Hoe zeg je oversteken?”

 

Onze gemakkelijke vragen zijn uitgeput, tijd om het niveau wat op te krikken. Als journalisten van het Luikse weekblad Le transversale wilden we polsen naar de kennis over de communautaire problematiek.

Joëlle M. “Versta jij dat?”
Laurette O. “Ja, (vertaalt) maar ik heb geen zin om te antwoorden in het Frans.”
Joëlle M. “Elle pense que le Flamand parle bien le français que le Wallon.”
Yves L. “Récemment, j’ai téléphoné avec un Wallon, je pense, et je pense que c’est plus au moins la même chose.”

 

Yves L. verdient een pluim, als zelfverklaard flamingant beheerst hij het Frans genoeg om een volwaardige conversatie op gang te brengen. Tevreden diepen wij onze laatste vraag op. Wij vragen nieuwe slachtoffers naar hun mening over de nakende élections municipales.

Marguerite Y. “Non, non, pas du tout.”
Paul V. “Je sais pas.”
Charles B. “Janssens, il a déjà beaucoup fait pour la ville.”
Arthur R. “Euh, wat?”
Amélie N. “Ah, burgemeesterkandidaten. Patrick Janssens.”
Arthur R. “Patje hè, ce n’est pas Bart.”
Amélie N. “Mais moi, je ne vais pas voter ici, à Brasschaat. Et euh, pour qui votez-vous?”

 

Akkoord, de antwoorden die we te horen kregen rolden niet met gemak van de tong. Frans, zoals elke taal, is en blijft een taal die men niet op oppervlakkig niveau machtig blijft. Maar het beeld is genuanceerder dan dat. De klik die men moet maken om plots van het Nederlands naar het Frans over te schakelen ligt niet zo voor de hand. Desalniettemin weten we allemaal dat we, in een land zoals België, de twee talen beter moeten hanteren. Zoals onze vriend Nicolas, Waal in hart en nieren, en perfect tweetalig. Zijn antwoord op de communautaire problematiek was zowel in het Frans als in het Nederlands van uitstekend niveau. Dus verdiep uzelf voortaan in de rijkdom aan Franse literatuur, zet nu en dan wat Gainsbourg en Brel op; Je t'inventerai des mots insensés, que tu comprendras et je te parlerai.



dwars herbekijkt
15/10/2012
🖋: 

REWIND Fuck Mike Myers, Jim Carrey en Adam Sandler. De onbetwiste koning van nineties comedy is Robin Williams: de luide, harige dwerg uit fantastische familiefilms zoals Hook, Mrs. Doubtfire, Patch Adams en Jumanji. In die laatste gaat hij het gevecht aan met een betoverd bordspel. Dit ‘ganzenbord from hell’ laat bij elke teerlingworp een nieuw gevaar uit de jungle op de spelers los: van apen en leeuwen over moessonregens en vleesetende planten tot een stormloop van op hol geslagen kuddebeesten.

 

PAUSE Jumanji kwam eind jaren ’90 ons huis binnen in VHS-vorm. Als tienjarige jongeling vond ik zelfs de cover van de doos fantastisch: een hologram – zo’n foto die beweegt als je de afbeelding kantelt of vanuit een andere hoek bekijkt – van een schreeuwende Williams die achtervolgd wordt door twee neushoorns. Alle ingrediënten voor de typische Robin Williamskomedie waren aanwezig: veel actie, weinig romantiek, het obligatoire happy end met moddervette moraal erbij en natuurlijk de wisecracking black guy die de film de nodige etnische diversiteit meegaf. Wat Jumanji er voor mij echter deed uitspringen waren de erbarmelijke special effects. Deze film had al een cultstatus bereikt nog voor ik goed en wel wist wat kitsch eigenlijk betekende.

 

PLAY Onze omvangrijke VHS-verzameling is al een decennium lang verbannen naar de garage, maar dankzij digitale televisie kom ik opnieuw in contact met de film. De houterige animatronics en kinderlijke computereffecten doen mijn lip nog steeds ongewild krullen, maar ze zijn een welkome afwisseling voor al het huidige digitale geweld. Geen Transformers voor mij, dank u. Ik verkies bordspelen.