editoriaal
21/04/2013
🖋: 
Auteur

Deze maand werd er gul met inkt geklierd over de huidige generatie twintigers. dwars komt maandelijks uit, en vermoedelijk zijn we schroomtelijk te laat met het steentje dat we wilden bijdragen. Doen we dan ook niet. Moet je ook weer die discussie hebben van "ja maar, over wie heb je het nu eigenlijk als je het over een 'generatie' hebt? Hé? Hé?" We laten het zo. Maar in een van de vele opiniestukken die aan het onderwerp werden gewijd, dat van Oscar van den Boogaard, Twintigers in crisis, viel ons een zin op: "Maar als ik hen een compliment maakte, waren ze helemaal niet blij. Iedereen vond altijd geweldig wat ze deden, ze waren van al dat positieve commentaar door en door verveeld."

De term winning is tegenwoordig een term waar mee gespot wordt. Sinds Charlie Sheen in een interview zichzelf oneindig belachelijk maakte door zichzelf als epic winning te betittelen, waagt niemand zich er nog aan. Ze wordt niet gebruikt wanneer iemand daadwerkelijk wint of slaagt, maar eerder wanneer je tijdens een hoogdravende speech door je podium zakt. Dat zegt misschien niet zoveel, maar laat ons het als een grotere trend bekijken. Iemand die wint kan dat enkel nog sarcastisch doen. Niemand valt glorie en eer te beurt, ten zij ze een arrogante eikel genoemd willen worden. Zo gaat dat.

 

Op het moment van schrijven loopt hier de Antwerp 10 miles voorbij. Wanneer de achterhoede voorbij loopt, voorbij wandelt, voorbij hijgt, merkt een dwarser op: "Eigenlijk zijn dat de echte winnaars." Ja, nou, nobele gedachte, maar ze zijn het dus niet. De echte winnaars lopen voorop, lekker snel, lekker afgetraind. De echte winnaars liepen hier een uur geleden al voorbij.

 

Waaraan dat ligt? God mag het weten. Volgens Oscar van den Boogaard ligt het aan het feit dat het leven saaier is dan gedacht werd. Volgens hem werd onze generatie (dan toch) heel zijn leven lang opgefokt door ouders en sympathisanten om alleen dat te doen wat we willen, en komen we er nu achter dat het allemaal niet zo simpel is. Volgens hem zijn wij allemaal teleurgestelde depressievelingen met een existentiële crisis.

 

Niet akkoord. Wij ("Wie bedoel je nou eigenlijk? Hé? Heb je het over mij?") zijn beter dan dat. Deze generatie is, buiten dan natuurlijk ondefinieerbaar, blasé en middenklasse te heten, er ook een van Dagen zonder Vlees, Critical Mass, en Indignado's. Daar kan het dus niet aan liggen. Het is eerder dat als we in iets zouden slagen, complexloos zouden overwinnen, we doodsbang zijn dat dàt dan plots hetgene is dat we wilden doen met ons leven. Dat we daar dan al de tijd die ons nog rest mee moeten vullen. En er is nog zovéél te doen, meneer. We zijn nog lang niet klaar.



over het gevolg van zeven miljard oorzaken
21/04/2013
🖋: 
Auteur

Op 31 oktober 2011 wordt Danica May Camacho geboren op de Filipijnen. Samen met een hele hoop andere kinderen in een hele hoop andere landen wordt zij uitgeroepen tot de zeven miljardste bewoner van onze aardkloot. Dat is, in wetenschappelijke termen, een fuckload aardbewoners. Ondertussen zijn we toch al een goed anderhalf jaar verder. De wereldpopulatie groeit gestaag. De natuurlijke voorraden slinken gestaag. Hoe zit dat eigenlijk, dacht dwars – in de hoop er een mooi geïllustreerde cover aan te kunnen verbinden – hoe zit dat eigenlijk, met dat probleem genaamd overbevolking?

Het is een probleem waar af en toe een boek over verschijnt, waar dan boude en politiek incorrecte uitspraken aan worden verbonden, en dat dan weer de complete vergetelheid induikelt. Overbevolking, en de tactieken die in minder democratische landen worden toegepast om ze te verhelpen, is een taboe en hoewel we in een tijd leven waarin taboes vallen als vliegen, zien we het niet meteen gebeuren dat de UGent een studentenvereniging erkent die zich toelegt op verplichte sterilisatie en eenkindpolitiek.

 

Eenkindpolitiek

Iedereen weet dat de Chinezen, die verrekte Roden uit het Oosten, een eenkindpolitiek voeren. Dat was niet altijd zo. In de jaren vijftig promootte Mao Zedong zelfs een krijg-zoveel-mogelijk-kinderenpolitiek. Hij geloofde namelijk dat een grote populatie een teken was van een land met grote internationale macht. Vergelijk het met die kerel die in zijn Hummer door de stad paradeert. En Zedong is niet de enige die zulks gelooft. In de laatste jaren deden de Turkse premier Erdoğan en de Russische president Poetin beiden de uitspraak dat vaderlandslievende Turken/Russen het thuisland tenminste drie kinderen moeten schenken. Erdoğan liet bijgevolg ook abortus afschaffen.

 

Toen echter bleek dat in de jaren die volgden op de jaren vijftig, bijvoorbeeld de jaren zestig en de jaren zeventig, de Chinese populatie bijna verdubbelde van 540 miljoen tot 790 miljoen, werd ze al gauw aan banden gelegd. In 1979 werd de eenkindpolitiek opgelegd. Ouders die meer dan één kind hadden, kregen minder overheidstoelages en werden boetes opgelegd. Bruusk en onmenselijk, uiteraard, want het aantal illegale abortussen gaat er pijlsnel op vooruit, net als infanticide om toch maar dat jongetje te krijgen dat misschien later meer geld binnenbrengt. Maar het wil wel wat zeggen dat de Chinese overheid hier ingrijpt. Over het algemeen laat die zich toch weinig in met termen als “consequenties” en “milieuoverlast”. Aan de manier waarop ze het doen kunnen we dan weer afleiden dat ze nog lang geen afstand nemen van de termen “dictatuur” en “tiranniek.”

 

In India wordt er dan weer een andere tactiek toegepast. Daar werden ook in de jaren zeventig overheidssubsidies gegeven aan vrouwen (en mannen, maar vooral vrouwen, en seksisme in India is een onderwerp waar dwars zich voorlopig niet aan waagt) die zich vrijwillig laten steriliseren. Sindsdien is er een sterke afkeer van overheidsbeleid omtrent bevolking in India, maar in het land van 1.2 miljard inwoners wordt er op regelmatige basis een schandaal ontdekt waarbij Indiërs van armere kasten worden opgepakt en worden gedwongen een sterilisatie te ondergaan. De oplossingen die worden gehanteerd, met andere woorden, om de wildgroei aan bevolking tegen te gaan, zijn walgelijk mensonterend. Laat dat gezegd zijn. In India zijn aan de andere kant de gevolgen van de overbevolking het hardst te voelen. Hier leeft 17 procent van de wereldbevolking op 2,5 procent van de beschikbare aardkloot.

 

Kyoto en Doha

Dat de weinige opties die al gebruikt zijn om de sterke bevolkingsgroei tegen te gaan zo inhumaan zijn, verklaart misschien waarom overbevolking als probleem zo’n taboe is geworden. Van Kyoto over Cancun naar Doha, op geen enkel van de immer belangrijke en immer falende klimaattoppen staat bevolking als een probleem opgelijst in de verdragen van de meewerkende landen. Nochtans ligt overbevolking aan de basis van ongeveer alle ecologische problemen die we kunnen verzinnen. Energie? Voedsel? Water? Milieuvervuiling? Armoede? We zijn met teveel, luidt een van de oorzaken steevast.

 

De cijfers: we zitten nu aan zo’n geschatte 7.111.583.568 aardbewoners. In 1950 lag dat bevolkingsaantal nog globaal op 2,5 miljard. De groei over de daaropvolgende vijftig jaar, tegen 1.76 percent, zorgde ervoor dat we ons in 2000 al op 6 miljard bevonden. De komende jaren, zo wordt gegokt door de gespecialiseerden aan het United Nations Department of Economic and Global Affairs, zal die groei dalen tot ongeveer 0.7 percent, maar let wel, dat is enkel de groei die daalt, niet het aantal. Het aantal blijft voorlopig toenemen, en stagneert volgens de meest optimistische voorspellingen pas in 2030. Volgens anderen kan het oplopen tot 10 miljard in 2050.

 

Demografische stadia

Hoe komt het dat die groei, laattijdig, afneemt? Dat komt door demografische transitie. Het is namelijk zo dat de bevolking in arme gebieden of gebieden met een hoge sterftegraad over het algemeen meer kinderen krijgen om op die manier zichzelf van een economisch rooskleurigere toekomst te voorzien. Wanneer de regio dan plots rijker wordt, door industriële vooruitgang bijvoorbeeld, daalt de sterftegraad veel sneller dan de geboortegraad.

 

Dat zorgt ervoor dat landen als Brazilië, India en de Afrikaanse staten een veel snellere groei zien dan de westerse landen, die al die fantastische geneeskundige verzorging al lang gewend zijn. Die westerse naties mogen trouwens het komende jaar, wanneer we richting de acht miljard gaan, nog een paar migratiestromen verwachten. Zullen de rechtse partijen blij mee zijn. Volgens de Verenigde Naties zal de wereldbevolking in ieder geval nog tot negen miljard opgetrokken worden tegen 2050. Maar zoals Niels Bohr al zei: “voorspellingen zijn moeilijk, vooral die over de toekomst.” Als het gemiddelde aantal kinderen per moeder een half procent stijgt, hebben we het over tien miljard en een half. Een kind minder, en we hebben het over acht miljard. Het verschil tussen die twee is het aantal mensen dat leefde in 1950.

 

Zolang de voorraad strekt

Het blijft dus echter een taboe. In oktober van datzelfde 2011, bijvoorbeeld, zette filosoof en scepticus Etienne Vermeersch zich af tegen de idee dat vrije familieplanning een mensenrecht zou zijn: “Een mensenrecht dat tot de vernietiging van de gehele mensheid leidt, is geen mensenrecht.”

 

Vernietiging? Jawel, zegt Vermeersch. De aardbol is eindig. Energie op basis van fossiele brandstoffen is eindig, water is eindig, woonplaats is eindig. Op is op. Zulke uitspraken lijken fatalistisch, maar we werpen toch een kijkje op de biocapaciteit van de aarde. Jaarlijks verbruiken we de biocapaciteit van anderhalve aarde. Dat wil zeggen, we verbruiken jaarlijks anderhalve keer aan land, lucht en water wat de aarde op dat jaar kan herstellen of reproduceren. Enkel de mensheid dan, het dierenrijk tellen we hier niet mee. Volgens het Global Footprint Network, een denktank uit Californië, zijn we dat beginnen doen in 1983. Al dertig jaar, met andere woorden. Zo overbodig kan het dan niet zijn om er op te wijzen dat er dagelijks meer dan tweehonderdduizend van ons bijkomen.

 

Mensenrechten

Voorvechters van geboortebeperking noemen familieplanning dus geen mensenrecht. Al kan het perfect gesteld worden dat kiezen hoeveel kinderen je hebt, en wanneer, en waar, een recht is. Het is een vrijheid waar voor gekozen mag worden. Zeker als we de opties bekijken. Overigens kunnen wij er in België via geboortebeperking ook weinig aan verhelpen. Onze geboorte- en sterftecijfers overlappen bijna. De enige reden dat we nog groeien, demografisch gezien, is immigratie.

 

Mythes en status quo

Maar het antwoord hoeft niet per se geboortebeperking te zijn. Twee onderzoekers aan de Universiteit Leuven, met name Anneleen Kenis en Matthias Lievens, brachten onlangs een boek uit met de ietwat ontnuchterende titel: De mythe van de groene economie. Daar stellen zij in allerijl de problemen rondom de economisch-kapitalistische oplossing voor de milieuproblematiek aan de kaak, maar ook de overbevolking. Zij zijn van mening dat een oplossing als geboortebeperking enkel de huidige status quo in de hand werkt.

 

Dat klopt natuurlijk wel, of zoals alles klopt het in ieder geval een beetje. De rijkste 10 procent houdt globaal 85 procent van de weelde in handen. Mochten we wat heen en weer schuiven met rijkdommen hier en daar, zouden in een heleboel landen de problemen die meekomen met hun snelle bevolkingsgroei al een boel minder drukkend worden.

 

Nog volgens datzelfde boek moeten we af van de druk op groei. Zelfs als we spreken van een matige, globale economische groei van 3 procent, zitten we wereldwijd nog altijd met een verdubbeling van de productie elke vijfentwintig jaar. Zoiets is niet houdbaar. Die groei kan dan misschien wel vooral plaatsvinden in de dienstensector, maar dan nog zijn de gevolgen afschrikwekkend. Internationaal kost e-mailspam, om maar iets te noemen dat absoluut niets te maken heeft met huidige frustraties, jaarlijks evenveel als het huishouden van anderhalf miljoen Amerikanen. Iets om over na te denken.



Onderzoekers maken tv-debuut
20/04/2013
🖋: 

Wie af en toe wel eens rondzapt op tv en na 5 minuten beseft dat er weer niets deftig op onze Vlaamse zenders te zien is, belandt al wel eens op National Geographic. Sinds 21 maart bestaat dan ook de kans dat je het programma Behind the Science hebt gezien, dat voor de gelegenheid gemaakt is geweest in samenwerking met onze eigen Universiteit Antwerpen. De reeks moet toekomstige studenten warm maken voor een opleiding in een wetenschappelijke richting. Bij de aflevering over wetenschappelijk rioolonderzoek hebben we daar wel wat cynische vragen bij, maar goed, misschien heeft niet iedereen een even gevoelige neus als dwars.

In het programma van National Geographic geeft de Universiteit Antwerpen je de kans om het leven achter de wetenschap te ontdekken. De wetenschappers van onze universiteit komen naar voor met baanbrekend onderzoek gaande van meekijken met de meest nauwkeurige microscoop ter wereld tot het ontdekken van drugssporen in ons drinkwater. Coke blijkt daarin een echter topper te zijn in het Antwerpse nachtleven, en dan hebben we het hier natuurlijk niet over de frisdrank. Maar de onderzoeken gaan verder dan analyses van het Antwerpse rioolwater. In een tijd waar de vraag naar alternatieve energiebronnen steeds prangender wordt, gaan ze ook in Behind the Science op zoek naar vernieuwende energieleveranciers dankzij de grootste bio-energieplantage in België.

 

Ook opvallend was de reclamecampagne die gevoerd werd voor deze reeks. In samenwerking met het reclamebureau LDV werden er een aantal originele reclamestunts uitgewerkt. Zo overschilderde topkunstenaar Koen van den Broek een replica van de Madonna van Fouquet, om het daarna aan een röntgenfoto te onderwerpen, net zoals dat gebeurt met antieke kunstwerken om zo een beter beeld te krijgen van de verschillende lagen in een schilderij. Niet enkel de traditionele en niet-traditionele wetenschap wordt hier onder de loep genomen, ook de kunstgeschiedenis krijgt hier nieuwe wendingen. Plots worden nieuwe gezichten en schetsen ontdekt in schilderijen van oude meesters, na jaren verstopt te hebben gezeten onder lagen verf.

 

National Geographic staat bekend voor de wetenschappelijke documentaires die duidelijk maken dat wetenschappers meer doen dan hun dagen slijten met suffe boeken en obscure experimentjes. Dat er nu een documentaire van Vlaamse bodem op het kanaal te zien is, is een unicum. Sinds 2000 is de zender actief in Nederland en met Behind the Science wordt de grens overgestoken om zo ons klein Belgenlandje op de wetenschappelijke kaart te zetten. Dat dit via Universiteit Antwerpen gebeurt, kunnen we enkel met gezond chauvinisme toejuichen!

 

 

Behind the Science op National Geographic, meer info en online afleveringen via www.uantwerpen.be of www.natgeotv.com/nl/behind-the-science.



De MaNaMa geneeskunde
16/04/2013
🖋: 

Eind maart pakte de Vlaamse krant De Standaard uit met het nieuws dat de dertig specialisatieopleidingen voor artsen die de Vlaamse faculteiten geneeskunde van de Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit Gent en onze eigen Universiteit Antwerpen organiseren, een negatieve beoordeling dreigen te krijgen van de visitatiecommissie. Indien deze drie universiteiten geen verbeterplan indienen, bestaat de kans dat ze deze opleidingen moeten sluiten. Enkel de VUB kreeg een positief rapport. Tijd dus voor dwars om ons oor eens te luisteren te gaan leggen.

De problematiek

Even een korte samenvatting: De visitatiecommissie was in een voorlopig rapport (dat ergens gelekt was) over de specialistenopleidingen van geneeskundestudenten vernietigend. Vooral de lange arbeidstijden die de studenten zouden moeten kloppen, het niet zelf kunnen beheren van het eigen opleidingsportfolio en het meester-leerling model was voor de inspecteurs een doorn in het oog. De, voornamelijk Nederlandse, inspecteurs zetten daarmee dus druk op de drie grote Vlaamse universiteiten om hun specialistenopleiding snel aan te passen.

 

De reactie van de Vlaamse universiteiten bleef dan ook niet uit. De grootste kritiek op het rapport is dat er te veel wordt uitgegaan van het (Nederlandse) Maastricht model, waarbij er meer wordt ingezet op ‘zelfstudie’, ‘wetenschappelijk werk’, ‘leerdoelen’ enz. dan op effectieve praktijkervaring. "Wij vinden dat de artsen bij ons al zeven jaar een universitaire vorming gekregen hebben en dat het, wanneer ze hun praktijkopleiding krijgen, toch eens tijd wordt dat ze een groot aantal patiënten kunnen zien en daar heel wat verantwoordelijkheden kunnen in opnemen", reageert de Leuvense rector Mark Waer. Ook de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS) reageert met ongenoegen. Marc Moens verklaarde eerder tevreden te zijn dat wij in België een grote nadruk op de praktijk leggen. Hij gaf toe dat academische vaardigheden een must zijn, maar voegde eraan toe dat België door haar meester-leerling model studenten aflevert die, na jaren theoretisch zwoegen, het tot internationaal gewaardeerde topspecialisten schoppen.

 

Toch klinkt niet bij elke universiteit dezelfde kritiek op het rapport van de visitatiecommissie. Zo zijn de opleidingen nog in volle ontwikkeling, en is het dus volgens de inrichtende instellingen niet meer dan logisch dat deze opleidingen hier en daar nog kinderziektes vertonen en dat ze voor verbetering vatbaar zijn. Deze optimalisering van de opleidingen zal dan ook gebeuren, rekening houdend met de aanbevelingen van de beoordelaars. Hoe het ook zij, op 16 mei velt de visitatiecommissie haar definitieve oordeel en zal de toekomst van de specialisatieopleidingen duidelijk worden. Natuurlijk zijn er nog andere reacties te horen. Zo kan de VASO-AMSF, de nationale vereniging voor arts-specialisten in opleiding, zich grotendeels vinden in de kritieken van het voorlopige rapport. Ze vindt zelf het meester-leerlingmodel "niet meer van deze tijd, zeker niet met de huidige technologische en didactische mogelijkheden". De vereniging wil "constructief meewerken om deze en andere problemen op te lossen". Ook de registratie van activiteiten tijdens de opleiding is momenteel zeer archaïsch. VASO-AMSF pleit "voor een eengemaakt, digitaal registratiesysteem waarbij de activiteiten voor de verschillende erkenningscommissies gekoppeld zijn aan de activiteiten die voor de master-na-master in de Specialistische Geneeskunde moeten worden bijgehouden".

 

Het Algemeen Syndicaat van de geneeskundigen van België (ASGB) stelt dat men vooral aandacht moet schenken aan een goede begeleiding met een correcte werklast, zonder de realiteit van de werkvloer uit het oog te verliezen. Artsen die zich inzetten om kwaliteitsvolle artsen op te leiden zouden hiervoor zeker mogen worden gecompenseerd. Boude uitspraken.

 

Blind in de zon staren

Bij een rondvraag van dwars aan de studenten geneeskunde van Universiteit Antwerpen stootten we bliksemsnel op een muur. Zo heeft de faculteit geneeskunde haar studenten aangespoord zich niet uit te laten over dit ongelukkig gelekte onderwerp. Afgezien van het feit dat het begrijpelijk is dat een faculteit als geneeskunde elke slechte publiciteit kan missen, is het verdacht dat er niet gereageerd mag worden op aantijgingen die zo duidelijk ingaan tegen de algemene reputatie van geneeskunde aan de universiteit van Antwerpen. Blijkbaar zit de geneeskundefaculteit van Universiteit Antwerpen dan toch iets of wat verveeld met deze zaak. Ook bij het decanaat bleef het oorverdovend stil. In haar opdrachtsverklaring uit 2002 schrijft de universiteit: "Universiteit Antwerpen erkent de student als volwaardige partner. Zij wil haar studenten vormen tot kritische en zelfstandig denkende mensen..." Dat steekt dan toch dik tegen. Alsof het licht van de zon ontkennen u niet zal verbranden. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

 

 

Een reactie op dit artikel leest u hier.



Leven in de Eindtijd
16/04/2013
🖋: 

Yves Pepermans is doctorandus aan de PSW-faculteit van de Universiteit Antwerpen. Elke maand schrijft hij een subjectieve, sporadisch subversieve column over wat er van en door ons nog moet komen.

"Verkeer is grotere vervuiler dan industrie," kopt mijn krant. Dat is, in tegenstelling tot het meeste nieuws, wel degelijk relevant als je in de stad met de slechtste luchtkwaliteit van Europa woont. Tussen de lijnen door lezen we allemaal ons grote gelijk. De Bond Beter Leefmilieu duidt op het teveel aan wegen, Touring net op het tekort eraan.

 

In deze kwestie is er geen gekke dictator of frauderende bankier die met pek en veren besmeurd kan worden. De schuldvraag is namelijk moeilijk te beantwoorden. Het is immers lastig tegen iets te zijn waar je deel van uitmaakt.

 

Wij nemen onze tweedehands koersfiets voor korte verplaatsingen en eten graag kiwi’s bij het ontbijt. Wij zijn tegen de opwarming van de aarde en behoren tot de EasyJet Set. Wij vinden dat de meeste andere chauffeurs niet kunnen rijden. Wij vinden het beangstigend om het niet druk, druk, druk te hebben. Wij eisen een groene golf om vlot tot aan onze winkelwandelstraten te kunnen rijden. Wij staan niet in de file, wij zijn de file.

 

Vrij naar Rousseau ben ik liever een man met tegenstellingen dan met vooroordelen. Consequent denken is iets voor mensen zonder verbeelding. Als er in de wereld positieve evoluties plaatsvinden, dan is dat mede door al die kleine keuzes die al die inconsistente, goed bedoelende mensen samen maken. Inzake ecologische kwesties worden we regelmatig opgeroepen om onze levensstijl aan te passen. Nu vind ik moestuintjes erg sympathiek en pastinaak een ondergewaardeerde groente, maar laten we ook niet vergeten dat volkstuinderij destijds is uitgevonden door de tsjeven om te vermijden dat de stadslucht de bevolking al te vrij en revolutionair zou maken.

 

Mobiliteit is een maatschappelijk aanvaarde verslaving. Net als andere verslavingen is de werkelijke keuzevrijheid vaak beperkt. Het zou immers van enig sadomasochisme getuigen om uit vrije wil 101 uur per jaar in de file aan te schuiven. Tegen 2030 zal de gemiddelde snelheid van de auto in de spits verder dalen tot 27 km/h als we het niet samen over een andere boeg gooien. Wanneer we dingen voor het milieu doen, vergeten we soms dat we burgers zijn. We hebben niet minder, maar meer politiek nodig. Als we de toekomst willen herbetoveren, zal onze collectieve verbeelding verder moeten reiken dan het uitschrijven van GAS-boetes. Democratie houdt in dat we keuzes kunnen maken. Die keuzes houden in dat we dingen niet doen en grenzen stellen.

 

We hebben de collectieve keuze tussen verdergaan op het huidige pad en daarmee steeds complexere en diepere ecologische en financiële schulden te maken, of om grenzen aan de groei te stellen. De daling van emissies in de industrie kwam er door beleid. Dat kan nu ook voor verkeer. Willem Elsschot had gelijk toen 'ie ongeveer schreef: Tussen droom en daad staan slechts wetten in de weg en praktische bezwaren. Just say no.



Voorzitter Raad van Bestuur Ronny Blust reageert

16/04/2013
🖋: 
Auteur

Vorige maand publiceerde dwars het opiniestuk 'Homans in de Raad van Bestuur', waarin de recentelijke benoeming van Liesbeth Homans tot de Raad van Bestuur van de Universiteit Antwerpen op de korrel wordt genomen. Zij is niet de eerste politicus om in die raad te zetelen, maar wel is zij, als volksvertegenwoordiger en OCMW-voorzitster en eerste schepen van Antwerpen de eerste die tot deze raad benoemd wordt vanwege haar politieke functie, aldus onze gastschrijver. Tegelijkertijd werd de samenstelling van de Hoge Raad bekritiseerd. Ronny Blust, voorzitter van de Raad van Bestuur, geeft enige duiding.

Externe leden van de Raad van Bestuur worden namelijk ofwel voorgesteld door mogendheden met een vaste zetel in de Raad, ofwel worden ze gecoöpteerd door de rector en de voorzitter van de Raad. Het schoentje wringt net daar, want politici hebben dus al een pad dat naar de Raad van Bestuur leidt, waarom worden zij dan ook nog gecoöpteerd? Blust: "Wij streven naar evenwicht binnen de Raad van Bestuur, een evenwicht tussen de culturele sector en de sociaal-economische sector, maar ook binnen het beleid. Wij isoleren ons niet van de hedendaagse maatschappij; we zijn geen eiland. Politici maken deel uit van die samenleving. We willen beleidsmakers niet uitsluiten." Dat is goed en lovenswaardig, maar politiekers hebben al vaste zetels binnen de Raad van Bestuur. Zo zetelt Robert Voorhamme van sp.a al in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, en is er voor de gouverneur ook een zitje toegewezen. "We wilden, zeker gezien onze sterke groei de laatste jaren, de banden met de stad versterken; we functioneren als universiteit in Antwerpen en hebben graag voeling en interactie met die regio. We wilden dus eventueel ook wel iemand uit het stadsbestuur en omdat we ondertussen ook proberen voldoen aan de genderratio was mevrouw Homans een mogelijke kandidate. Het is overigens jammer dat alle persaandacht naar Liesbeth Homans gaat, want Kaat Debo (directeur MoMu, nvdr.) en Saskia Van Uffelen (CEO van Bull Belux and Bull European, nvdr.) zijn ook zeer competente dames, op hetzelfde moment gecoöpteerd." Over de aantijging dat deze coöptatie een goedmakertje is omdat rector Verschoren vorig jaar nog ex-burgemeester Janssens leek te steunen in de strijd om Het Schoon Verdiep, kan Blust kort zijn: "Absoluut niet. Het gaat ons om een evenwichtige vertegenwoordiging en onze banden met de stad vinden we belangrijk."

 

Vorige maand bracht Comac, de jongerenbeweging van de PvdA, op hun website een stuk getiteld 'CEO’s, vermogensbeheerders en bankiers achter de schermen bij UA'. Hierin bekritiseren zij de samenstelling van de Hoge Raad van de Universiteit Antwerpen. De Hoge Raad, een orgaan dat samen met de universiteit werd opgericht, bestaat uit 32 vertegenwoordigers uit “openbare instanties, politieke, socio-economische, religieuze, levensbeschouwelijke en culturele milieus.” Wat Comac aanklaagt, is dat de nadruk binnen deze Raad vooral lijkt te liggen op economische en openbare instanties. Het enige lid waarvan de verdiensten in de levensbeschouwelijke sfeer liggen, blijkt Johan Bonny te zijn, bisschop van Antwerpen.
Blust: "Op de huidige samenstelling van de Hoge Raad heb ik weinig impact gehad, omdat ik recent voorzitter ben geworden. Ik kan wel zeggen dat in mijn ervaring deze mensen uitermate neutraal blijven en heel frisse ideeën hebben. Ze zitten niet mee in de regiestoel, dat is ook hun rol niet. Ze geven advies. Houd er rekening mee dat de samenstelling van raden een dynamisch gebeuren is, met de nodige aandacht voor evenwicht en kwaliteit. Zo'n samenstelling is dus ook niet rigide."



De Internationale Editie
16/04/2013
🖋: 
Auteur extern
Auro Jaakkola

Geen zichzelf respecterend blad zonder buitenlands nieuws, dachten wij. Elke maand bieden we daarom een buitenlands student de kans zijn visie op de actualiteit te delen. Het gaat van kwaad naar erger hier op planeet Aarde. We zitten nog steeds middenin een van de grootste financiële recessies in mensenheugenis, de opwarming van de aarde gaat door, Noord-Korea rolt zijn nucleaire spierballen en Syrië zet zijn Arabische Lente voort. Zelfs Justin Bieber lijkt de pedalen kwijt te raken. Geen wonder dat Benedictus de wereld een subtiele middenvinger heeft gegeven. “Fuck Christus en Bieber! Ik ga naar Finland.” Waarschijnlijk zal hij dat gedacht hebben. Mozes koos het verkeerde Beloofde Land.

Ja, het is hier erg koud. Meestal dalen de temperaturen hier tot een barre -20°C. Dan heb ik het niet eens over de strenge winterperiode. Als we een warme zomer ervaren schommelt diezelfde temperatuur een aantal graden hoger. We zijn tenslotte geen geïsoleerde Vikings. In alle eerlijkheid durf ik te zeggen dat het klimaat in Finland misschien wel het enige punt is waar aan gewerkt kan worden. Spijtig genoeg hebben we de temperatuursschommeling niet in de hand. Waarschijnlijk hebt u al talloze lijsten gezien waarin Finland telkens de hoogste positie bekleedt. Een ware vergelijking kan ik niet echt maken. Desalniettemin kan ik zonder enige blijk van twijfel zeggen dat ik Suomi nooit, op vrijwillige basis, zou verlaten. Akkoord, ook Finland voelt de allesomvattende crisis. Vele zelfstandigen zijn failliet gegaan. Grote bedrijven worstelen steeds door. Het geld stroomt beetje bij beetje weg. Maar het beetje geld dat overblijft – ik spreek hier nu misschien wel in hyperbolische termen – wordt in het onderwijssysteem gestopt. Zonder opscheppen, het Finse onderwijs staat er. Dankzij de niet aflatende steun van de regering en het creatieve leerplan, is het geen verrassing dat Finland die eerste plaats bekleedt.

 

Van kindsbeen af word je gevolgd. De kritische en belangrijkste periode van je volledige academische carrière is de kleuterklas. Individualiteit, kwaliteit en het ‘leren leren systeem’. Want kinderen worden niet onderwezen, ze leren zelfstandig doorheen tal van creatieve en interactieve tools. Ouders van pasgeborenen krijgen meteen drie boeken toegewezen om de leescultuur te voeden. De jonge kinderen die excelleren, worden erop gewezen anderen te helpen. Dit laatste is de basis van het onderwijssysteem: elkaar helpen. Natuurlijk wordt het kind ook bijgestaan door de leerkracht, maar het is de interactie en de band die de kinderen met elkaar vormen die een centrale positie inneemt. Vele uitwisselingsstudenten staan versteld hoe compact, intens en familiair de allereerste onderwijsperiode al is. Ik voel steeds opnieuw een patriottische opwelling bij het horen van hun geklaag en het zien van hun openvallende mond. Oi maamme, Suomi, synnyinmaa, soi, sana kltainen! Een traan loopt langs mijn wang.

 

83 procent smörgåsbord

Nadat men de eerste zeven jaren van zijn leven heeft gespendeerd in de kleuterklas, trekt men naar de middenschool. Dit is, net zoals de kleuterklas, een verplichte leerschool. Een leerschool die over het hele land verspreid is. De grootste steden en de kleinste dorpen, men kan werkelijk overal naar school gaan. Het gratis openbaar vervoer zorgt voor de verbindingen. Ook hier wijkt het Finse onderwijssysteem af van de rest van de wereld. Een klas telt hooguit vijftien studenten. Alle leerkrachten hebben één of meer Masters op zak. Het curriculum dat elke leerkracht moet volgen is aangepast aan hun persoonlijkheid, type van lesgeven, enzovoorts. De gebouwen worden neurotisch proper gehouden, waardoor alle leerlingen letterlijk op hun sokken naar school gaan. Huiswerk is een minimaal gegeven. Hierdoor heeft de student tijd voor buitenschoolse activiteiten zoals muziek, sport, literatuur, film en kunst. Na deze intensieve negenjarige opleiding volgt men een driejarige voorbereiding voor de universiteit of een polytechnisch instituut. Het fundament waarop deze leerschool steunt is het Abitur. De Finse term hiervoor is ylioppilastutkinto. Zeg dat maar eens vijf keer achter elkaar. Op basis van de behaalde score wordt men toegelaten op de universiteit. 83 procent van de studentengroep behaalt hier een positieve uitslag. Ik zeg het nogmaals: 83 procent.

 

Ik wilde niet opscheppen, maar ik heb het gevoel dat ik dat wel gedaan heb. Aangezien ik die eerste stap al heb gezet, is het ook niet meer dan normaal dat ik verder ga. Stoïcijns gedrag is niet typisch Fins. Alhoewel. Wie ooit The Muppets op de voet heeft gevolgd, weet diep vanbinnen dat de Swedish (Finnish?) Chef het intelligentste wezen was van het zootje ongeregeld. Hij hield zich op in de chaotische achtergrond en gaf iedereen te eten wanneer het nodig was. Het is een prachtige analogie die kan doorgetrokken worden, niet enkel bij mijn vaderland. Finland heeft doorheen zijn geschiedenis zowel de Russen als de Duitsers moeten weerhouden. Zwitserland lag altijd gekneld tussen oorlogvoerende ‘supermachten’. Neutraliteit is het kernwoord. Seisova pöytä – het wereldberoemde smörgåsbord – is beter en gezonder dan McDonalds.

 

En wees eerlijk: is Finnish Chef niet het grappigste personage uit The Muppets?

 

 

Auro Jaakkola studeert Intercultural Studies aan de Universiteit van Jyväskylä. Wij danken hem voor zijn bijdrage.



Het Marktsegment
15/04/2013
🖋: 

De financiële wereld, je leest er overal over. Maar soms kan de moed je in de schoenen zakken. Het ene na het andere ingewikkelde concept wordt je naar het hoofd gesmeten, zonder enig spoor van uitleg of zelfs maar begrip voor wie niet zou weten wat een flash crash of schuldpapier is. Geen paniek, want iedere maand verduidelijkt Capitant, de studentenvereniging die studenten wil inleiden tot en begeleiden naar de financiële markten, op deze pagina’s de werking van de beurs. Dit jaar gidst ‘Het marktsegment’ je door het nieuws over de beurs zonder gevaar voor struikelen over moeilijke termen en ingewikkelde concepten. Wij leggen ze hier namelijk in mensentaal uit.

Met het huidige tumult in de bankensector vraagt een mens zich al gauw af: waar staan mijn spaarcenten nu nog veilig? De lage rentes die grootbanken aanbieden, hebben er voor gezorgd dat mensen beginnen rond te kijken naar betere alternatieven. Maar zijn deze banken met hogere rentes, meestal internetbanken, wel te vertrouwen? Als spaarder kan je maar best je huiswerk gedaan hebben. Nakijken of deze rente niet te hoog is in vergelijking met de markt is al een eerste stap. Vervolgens kan je ook altijd naar de kredietwaardigheid van de bank kijken. Als dit alles echter uiteindelijk niets zou opleveren en de bank ten onder gaat, vrees niet voor je spaargeld; dan schiet immers het depositogarantiefonds in actie.

 

De Europese Unie verplicht elke lidstaat een bepaalde vorm van depositogarantie te voorzien. Hierbij garandeert de overheid van het land waarin de bank gevestigd is, de terugbetaling van de zicht-, termijn- en spaarrekeningen. Het bedrag dat terugbetaald wordt, verschilt van land tot land maar de meeste landen trokken in 2008 het bedrag op tot 100.000 euro. Voor 2008 was dit in België 20.000 euro. Sinds 17 november 2008 garandeert het Beschermingsfonds tot 100.000 euro voor zicht-, spaar- en termijnrekeningen. Deze bescherming geldt zowel voor natuurlijke personen als voor verenigingen en KMO’s. Als de bank de deposito’s niet uitkeert, zal het fonds tot 100.000 euro tussenkomen.

 

Bankrun

Dit systeem is in de eerste plaats in voege gesteld om faillissement van banken te voorkomen. Wanneer het slecht gaat met een bank en haar kredietrating continu wordt verlaagd, kunnen klanten het vertrouwen in de bank verliezen. Wanneer de rekeningen dan allemaal tegelijkertijd leeglopen, bij een bankrun bijvoorbeeld, vormt er zich een groot probleem. Banken hebben nu eenmaal niet continu voldoende liquide middelen (cash geld, nvdr.) in huis om al hun deposito’s terug te betalen. Dit geld wordt gebruikt om leningen uit te schrijven en maar een klein gedeelte van de deposito’s blijft permanent bij de bank. Een depositogarantiefonds geeft mensen vertrouwen dat, zelfs als de bank failliet gaat, ze hun deposito’s terug zullen krijgen en ze dus niet in de rij hoeven te staan. De depositogarantie geeft de bank financiële ademruimte om zich te kunnen herorganiseren. In Cyprus sloten de banken twee weken lang om een bankrun te voorkomen. Ook konden mensen maar 100 euro per dag afhalen, allemaal om de banken even financiële ademruimte te geven. Ook na de heropening van de banken werd het kapitaalverkeer sterk beperkt. De depositogarantie werkte hier niet volledig omwille van de grootte van de spaarrekeningen in Cyprus. Door de reputatie van Cyprus als belastingparadijs staan bij de Cypriotische banken enorme spaartegoeden, hoger dan de gegarandeerde 100.000 euro.

 

Pas in tweede instantie dient het depositogarantiefonds om de gestorte gelden terug te betalen. En net hier schuilt het probleem. De uiteindelijke werking van het depositiegarantiefonds ligt ingewikkeld. Ten eerste: wie vult dit fonds? Kredietinstellingen en beursvennootschappen moeten verplicht lid zijn van het beschermingsfonds in België. Deze moeten dan een verplichte retributie betalen als bijdrage aan het fonds, maar dit is zeker niet voldoende. In principe is het dus de schatkist die mee borg staat voor de deposito’s. Maar bij een tweede bankencrisis zal geen enkel land in staat zijn het faillissement van zijn grootste banken op te vangen. Ten tweede: onder wiens depositogarantie valt jouw bank? Niet alle banken binnen België vallen onder de Belgische depositogarantie. Enkel als een buitenlandse bank een Belgische dochteronderneming heeft, valt zij onder de Belgische regulering. Banken met bijkantoren in België of internetbanken vallen meestal niet onder deze regulering en dan moet u gaan uitzoeken waar dan wel. In België vallen de meeste deposito’s onder Belgische, Nederlandse, Franse of Duitse garantie.

 

Landsbanki

Een voorbeeld van de werking van een depositogarantiefonds is die van de internetbank Icesave, deel van de IJslandse bank Landsbanki. Landsbanki was een van de vele slachtoffers van de kredietcrisis in 2008 en werd genationaliseerd door IJsland, maar ging vervolgens toch failliet. De tegoeden bij de internetbank Icesave werden bevroren. Aangezien Icesave nog altijd een IJslandse bank was, stond IJsland garant voor de tegoeden. Maar de miljarden stapelden zich op en IJsland weigerde verder garant te staan. Nadien is IJsland dan ook virtueel failliet gegaan. Als reactie hierop namen het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Frankrijk beslag op de activa van Icesave om hieruit toch de deposito’s te kunnen terugbetalen. Daarnaast hebben zij zelf ook nog een groot deel van de garantie moeten betalen. Alle klanten hebben uiteindelijk hun deposito’s tot 100.000 euro teruggekregen, maar Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hebben IJsland aangeklaagd om deze fondsen terug te eisen. Een arrest van de Europese rechtbank stelt IJsland uiteindelijk in het gelijk aangezien de nieuwe regelgeving nog niet van kracht was op het moment van het faillissement van Landsbanki.



Surveillance in de studentenbuurt
14/04/2013
🖋: 

De controverse rond de operationele camera op de Ossenmarkt ligt al weer enkele jaren achter ons. Toch blijft het idee van surveillerende camera’s in studentikoze straten een gevoelige kwestie. Zeker nu het Antwerpse bestuur besliste om in de studentenbuurt extra camera’s te plaatsen. Bij de beslissing zijn de negatieve adviezen van het Antwerps Studentenoverleg (ASO) grotendeels in de wind geslagen. “Wat vooral stoort, is het gebrek aan een adequate argumentatie”, zegt lid van het ASO, Orry van de Wauwer.

Antwerpen telt nu 96 camera’s en daar komen er binnenkort 21 bij. Daarvan belanden er zeven in de studentenbuurt, verspreid over de Italiëlei, het Frans Halsplein, de Sint-Jacobsmarkt, de Paardenmarkt, de Grote Kauwenberg en de Stadswaag. Het ASO vroeg aan het stadsbestuur een motivering voor de camera’s per locaties, maar kreeg het deksel op de neus. Toch gaf het voor 4 van de 7 camera’s een positief advies. “Op sommige locaties kan een camera nuttig zijn, op andere niet. Zo is een camera aan de Stadswaag minder relevant om grote criminaliteiten aan te pakken. Daar gaat het om kleine feiten die zeker moeten worden aangepakt, maar een camera kan daar weinig aan veranderen.” Eerder was het ASO al kritisch bij de evaluatie van de camera op de Ossenmarkt. “Het bestuur was bijvoorbeeld opgetogen over het aantal gevatte wildplassers, maar in werkelijkheid haalde zij haar doelstelling niet. De camera was geplaatst om grote misdrijven tegen te gaan en niet om kleine feiten te beboeten. De echte overlasten zijn nog niet verdwenen.”

 

Nochtans wil het stadsbestuur geen studenten viseren. Philippe Beinaerts, woordvoerder van de burgemeester, licht dit toe: “De beslissing om al dan niet camera’s te plaatsen baseren we altijd op objectieve gegevens van de politie, namelijk de criminaliteitscijfers en meldingen van overlast. Daaruit blijkt dat er in de studentenbuurt gemiddeld meer inbraken, gewapende diefstallen, fietsdiefstallen en incidenten van vandalisme voorkomen dan elders in de stad. Het gaat dus om reële en ernstige vormen van overlast waar de studenten zelf de slachtoffers van zijn.” Toch plaatst het ASO een grote kanttekening bij de objectieve criteria die bij de beslissing zijn gehanteerd. “Die cijfers worden berekend op basis van het aantal klachten per duizend inwoners. Hierin zijn enkel de gedomicilieerde inwoners opgenomen, maar de effectieve bewoners vielen uit de boot. Dat zorgt voor een scheeftrekking van de situatie.” Het lijkt er dus op dat de camera’s er komen om de klagende buurtbewoners te sussen, maar de hamvraag blijft of de camera’s effectief iets kunnen veranderen.

 

Het ontbreken van een degelijke argumentatie betekent niet dat het ASO aan de kant is gezet. “De beslissing over de camera’s werd zelfs uitgesteld om het overleg met de studenten te laten plaatsvinden”, benadrukt Beinaerts. De toekomst zal uitwijzen hoe de samenwerking tussen beide partijen zal verlopen. ASO-woordvoerdster Caroline Leys: “Het nieuwe bestuur is nog maar net geïnstalleerd. We kijken dan ook uit naar het eerstvolgende overleg met de burgemeester en de nieuwe schepen van onderwijs, Claude Marinower.”



14/04/2013
🖋: 

Oorzaak flauwvallen bij bloedfobie ontdekt

Een onderzoeker aan de Universiteit van Stanford heeft uitgevist waarom hematofoben flauwvallen bij het zien van bloed. De oorzaak ligt bij vasovagale syncope, een moeilijke term voor bewustzijnsverlies veroorzaakt door een overreactie van de tiende hersenzenuw. Deze fobische reactie vertrekt vanuit een oerinstinct en zou evolutionair nuttig zijn geweest: van doen alsof men dood was in gevaarlijke situaties tot een lage bloeddruk, waardoor de mens niet doodbloedde bij verwonding.

Lasertherapie bestrijdt cocaïneverslaving bij ratten

Drugsverslaafde ratten hebben minder nood aan cocaïne nadat een deel van hun hersenen met laserlicht is bestraald. De knaagdieren kregen een shot en elektroshocks toegediend, dan pas geraakten ze aan cocaïne. De beestjes die ondanks deze pijn bleven gebruiken, werden gezien als ‘compulsieve cocaïnegebruikers’. Na de bestraling hadden ze minder behoefte om het hendeltje over te halen. Deze techniek zou in de toekomst gebruikt kunnen worden om het verslavingsgevoel bij mensen in te perken.

Valse hoop beter voor resultaten

Een hoog zelfvertrouwen heeft een positieve impact op de prestaties van studenten. Een Duitse en Australische psycholoog deelden 40 studenten op in twee groepen en legden aan iedereen meerkeuzevragen voor. Ze vertelden aan één groep dat het juiste antwoord razendsnel op het scherm zou verschijnen zodat hun brein het onbewust zou opslaan. Studenten uit deze placebogroep scoorden beter dan studenten in de andere groep.

Haaien grotere honger dan gedacht

Witte haaien hebben een grotere behoefte aan energie en dus ook een grotere eetlust, in tegenstelling tot wat wetenschappers eerder veronderstelden. De onderzoekers bestudeerden de zwemsnelheden van de haaien en de stofwisseling die nodig was om deze snelheden te bereiken. Daaruit bleek dat haaien slechts 15 dagen overleven met een maaltijd van ongeveer 30 kilo. Uit een eerder onderzoek werd afgeleid een haai daar een anderhalve maand van kon leven. Door de nieuwe studie kunnen we beter inschatten welke invloed haaien op hun ecosysteem hebben.

Sporttelex

JUDO Roxane Taeymans pakte zilver op de Europacup Judo in Sarajevo. In de finale bleek de Slowaakse Anka Pogacnic net iets sterker. HOCKEY Opnieuw hoerageroep voor Jeffrey Thys en Felix Denayer. Zij plaatsten zich met de Dragons voor de halve finales van de Euro Hockey League met een overwinning van 5-1. GYMNASTIEK Acrogymnast Sebastian Boucquey won goud met zijn team op de Maia Acro World Cup in Portugal.