microscoop op wetenschap

14/10/2013
🖋: 

De Wereldgezondheidsorganisatie wil tegen 2015 de mazelen voorgoed geëlimineerd hebben. Niel Hens en Pierre Van Damme (Universiteit Antwerpen) dragen hun steentje bij om een mazelenepidemie in België te voorkomen. Met behulp van de Vlaamse supercomputer combineerden ze gegevens over serologie en vaccins met sociale contactpatronen. Twintigers komen als zwakste schakel uit de bus.

Het mazelenvaccin wordt sinds 1985 toegediend in twee dosissen: de eerste in het eerste levensjaar, de tweede op een leeftijd van 12 jaar. 28 jaar later is 96 procent van de éénjarigen gevaccineerd tegen mazelen, bij de jonge tieners is dat een cijfer van ruim 92 procent. Waarom zouden we ons dan zorgen maken over een mazelenepidemie? Wel, het spreekt voor zich dat niet iedereen direct gevaccineerd werd. In de beginjaren van het vaccinatieprogramma was de couverture nog erg laag. Dit houdt in dat er een 'scharniergroep' is, waarin niet iedereen frequent gevaccineerd is. Studenten, of twintigers in het algemeen, vallen middenin deze groep. Tel daarbij het enorme sociale contact van deze leeftijdsgroep en we hebben de perfecte voedingsbodem voor het mazelenvirus. Het virus heeft veel kans om zich te verspreiden en de kans op infectie is reëel. De 15.000 gevallen die in 2011 in Frankrijk vastgesteld zijn, liegen er niet om: het mazelenvirus moet ingedijkt worden.

 

vaccineren, eigen keuze?

In de Verenigde Staten zijn de resultaten beter, daar kent men geen inheemse mazelen meer. Toch moet men ook daar blijven vaccineren, omdat de ziekte vanuit elders in de wereld wordt geïmporteerd. Wanneer we met zijn allen het voorbeeld van de Verenigde Staten volgen, kunnen we binnen 5 jaar stoppen met vaccineren. Mensen die zich dus niet willen laten inenten, vaak omwille van geloofsredenen, kapen dus eigenlijk heel de wereld.

 

de mazelen?

Mazelen is een kinderziekte die de herkenbare rode huiduitslag met zich meebrengt. Ook oog- en longontstekingen zijn bekende symptomen. Eén op duizend mensen krijgt echter ook een hersenontsteking, met de dood of mentale retardatie tot gevolg.

 

wat kunnen we doen?

In België wordt er vooral aan twintigers aangeraden om hun vaccinatiekaart te checken. Wanneer je tweemaal gevaccineerd bent, ben je safe. Wanneer je maar één keer een vaccinatie tegen het mazelenvirus kreeg, ga je best zo snel mogelijk om de tweede. Heb je helemaal geen weet van vaccinaties of is je kaart zoek? Laat je dan voor de zekerheid vaccineren.



verder studeren als je van allochtone afkomst bent
08/10/2013
🖋: 

De bewoners van Antwerpen komen vanuit alle windrichtingen, maar van die smeltkroes van nationaliteiten valt maar bitter weinig te merken wanneer je de universiteitsgebouwen binnenwandelt. Zelden hoor je mensen keuvelen in het Turks of Marokkaans wanneer je een groepje passeert, de hoofddoeken en keppeltjes zijn uit het zicht verdwenen en de huidskleur beperkt zich tot de vele tinten wit, sporadisch vermengd met een vleugje karamel of een toefje chocola. Ook bij de andere vormen van hoger onderwijs wordt de multiculturaliteit van de havenstad niet in een evenredige populatie studenten van buitenlandse origine vertaald. Minder dan 20 procent van allochtone jongeren vindt de weg naar het hoger onderwijs tegenover de helft van de Vlaamse jongeren. Bovendien slaagt slechts een vijfde van de jongeren van Turkse en Noord-Afrikaanse afkomst in het eerste jaar, in vergelijking met een derde van de allochtonen van andere origine en 60 procent van de Vlaamse jongeren. Kunnen we wegwijzers plaatsen zodat ze toch de eindmeet en een hoger diploma behalen?

Het Tutoraatproject geeft al sinds 2005 begeleiding aan leerlingen uit het vierde, vijfde en zesde jaar secundair onderwijs uit het ASO en TSO. De voornaamste doelgroep van het project zijn allochtone scholieren en jongeren uit kansarme milieus. Ze willen hulp bieden bij het wegwerken van hun leerachterstand en de instroom naar het hoger onderwijs bevorderen. Deze jongeren kunnen zich vrijwillig inschrijven in bijlessen van de vakken waar ze de meeste moeilijkheden mee ondervinden. In de vorm van wekelijkse bijlessen geeft een student van de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen een bijkomende ondersteuning in zijn of haar expertisegebied. De studenten houden er ook een zakcentje aan over, want ze krijgen een vrijwilligersvergoeding van 15 euro per gegeven bijles. ‘Ik wilde vooral ontdekken of het mij zou bevallen om les te geven. Ik ben studente Frans-Italiaans en daardoor heb ik de mogelijkheid om later in het onderwijs te stappen. Anderzijds vond ik het heel interessant om met de leefwereld van kansarme leerlingen kennis te maken, en het leek me nuttig om hen te helpen’, aldus Jolien, die vorig jaar de Franse taal van leerlingen van het vijfde jaar Handel en Kantoor bijschaafde. Vele allochtone jongeren komen uit een milieu waar weinig participatie in het hoger onderwijs is en hebben daardoor nood aan rolmodellen die hen wegwijs kunnen maken. Irina weet uit eigen ervaring hoe moeilijk het is om het thuisland te verlaten en in een ander land een nieuwe start te maken. ‘Ik ben vanuit Oekraïne naar België gekomen toen ik negen jaar oud was. Mijn aanpassing aan een nieuw land en een nieuwe taal ging eigenlijk redelijk vlot, misschien omdat ik nog vrij jong was. Ik wil duidelijk maken aan andere jongeren dat het mogelijk is om verder te studeren als je van allochtone afkomst bent. Nu zit ik in mijn derde bachelor economisch beleid aan de Universiteit Antwerpen. Wiskunde is altijd mijn lievelingsvak geweest en daarom ben ik tutor wiskunde geworden. Ik wilde aan jongeren laten zien dat wiskunde echt leuk kan zijn.’

 

Persoonlijke problemen

De tutoraatlessen vinden vlak na de schooluren plaats in de school van de leerlingen zelf en duren 75 à 90 minuten. Het eerste semester wordt er een vijftal bijlessen gegeven tussen begin november en half december. In de periode na de krokusvakantie is er opnieuw plaats voor een tiental lessen. ‘Naar mijn gevoel zijn er voldoende bijlessen om de leerlingen te ondersteunen bij de leerstof die ze moeten kennen. Bij sommige leerlingen lagen de mindere prestaties echter niet bij het vak. Problemen thuis of een andere mentaliteit zorgen er soms voor dat de leerlingen zich niet goed in hun vel voelen en daardoor slechte punten halen. Er was bijvoorbeeld een meisje in mijn les die graag later advocaat zou willen worden, maar haar godsdienst laat het niet toe dat je criminelen verdedigt, daardoor kan ze dus geen rechtenstudies volgen. Er was ook een leerling wiens gezin zware geldproblemen had. Ik merkte hoe zwaar het op een jongere weegt wanneer de ouders zelfs de schoolrekening niet kunnen betalen’, vertelt Jolien over haar ervaringen, ‘ In mijn bijlessen had ik eigenlijk te weinig tijd om buiten de vakinhoud ook aandacht te schenken aan hun persoonlijke problemen of aan hun studiemethode. Ik vind dit wel jammer, want ik denk dat de meeste Tutoraatleerlingen daar wel nood aan hebben’.

 

Vorig academiejaar gaven meer dan honderd tutoren bijles, die elk semester meer dan 300 leerlingen bereikten en in totaal 900 bijlessen gaven. De meeste studenten hebben weinig ervaring met lesgeven, maar er wordt een vormingsdag voor alle nieuwe tutoren ingericht om hen voldoende bagage te geven om met de bijlesgroepjes aan de slag te gaan. De ouders van Irina zijn zelf leerkracht en ze heeft hen dan ook om tips gevraagd. ‘Ze vertelden me dat het belangrijk is om verschillende methodes te gebruiken in de lessen en ervoor te zorgen dat ze zoveel mogelijk zelf doen. Als iemand in de bijles een vraag had, vroeg ik ook altijd of de andere leerlingen het wilden uitleggen. Op die manier hielpen ze elkaar. De beste tip die ik van hen kreeg was dat ik gewoon moest improviseren als de les niet volgens plan verliep. Ik heb ook geleerd om steeds aan het tempo van de leerlingen te werken. Je moet er wel aan wennen dat alles niet altijd even snel gaat als je zelf wilt. Ze geven het meestal wel aan als ze behoefte hebben aan een pauze of wanneer ze een babbeltje willen maken. Een van mijn leerlingen kwam na enkele lessen naar mij met haar persoonlijke problemen. We bleven soms wat langer na de bijles als ze er behoefte aan had om nog dingen te bespreken.’

 

In de invulling van de Tutoraatlessen zijn de studenten volledig vrij. Voor de eerste bijles vindt er een contactmoment plaats tussen de tutor en de vakleerkracht. Dan maakt de student kennis met de school en de leerstof die de leerlingen de volgende periode gaan behandelen in de klas. Bij Jolien verliep de samenwerking met de leerkracht altijd zeer vlot. ‘De leerkracht informeerde me wekelijks over de leerstof die er gezien was. Ik maakte altijd zelf mijn oefeningen, maar zorgde ervoor dat die in de stijl van het handboek van de leerlingen waren. Ik vond het leuk dat ik helemaal zelf kon kiezen hoe ik de bijlessen invulde. Zo maakte ik soms een kruiswoordraadsel met de geziene woordenschat of liet ik hen een wedstrijdje aan het bord doen om zoveel mogelijk juiste antwoorden te vinden. Ik gaf les aan een groepje jongens en ik maakte vaak oefeningen met invulzinnen over voetbalthema’s of onderwerpen uit de actualiteit, waarover ze dan spontaan met mij discussieerden. Dit heeft echt wel voor meer interactie gezorgd en het verbeterde ook mijn band met hen. Ze apprecieerden het dat ik er zoveel moeite in stak om er iets leuk van te maken.’

 

Te weinig thuisstudie

Het doel van de bijlessen is natuurlijk dat de leerlingen een beter inzicht in de leerstof verkrijgen en betere punten behalen. Bij het groepje waaraan Irina wiskundeles gaf, is dit zeker gelukt. ‘Na de paasexamens was iedereen, met één uitzondering, geslaagd voor wiskunde. Ze hadden zo’n vijftig à zestig procent behaald. Dat was een hele verbetering ten opzichte van ervoor, want ze waren allemaal gebuisd voor het wiskunde-examen voor de kerstperiode. Het geeft veel voldoening als ze de leerstof beter begrijpen omdat je het nog een keertje extra hebt uitgelegd. In de klas gaat de uitleg vaak snel en pennen ze zonder nadenken over wat er op het bord komt. Ze hebben veel bijgeleerd in de bijles doordat ze zelf de oefeningen moesten maken. Als de oefeningen lukten, dan motiveerde het hen ook om nog meer oefeningen te maken. De meesten van mijn leerlingen studeerden thuis te weinig, maar ik denk niet dat de bijlessen echt voor een mentaliteitsverandering hebben kunnen zorgen, volgens mij werken ze thuis nog steeds onvoldoende voor school.’

 

Maar liefst 97 procent van de tutoren heeft het gevoel dat de bijlessen een positief effect op de leerlingen hadden. De leerlingen die de Tutoraatlessen volgen, hebben vaak een allochtone afkomst of een moeilijke thuissituatie, waardoor ze meer kans hebben op een leerachterstand. Toch slaagde 86 procent van de tutees er vorig jaar in om een A- of een B-attest te behalen en kreeg dus toestemming om over te gaan naar het volgende jaar. Meer dan de helft van de leerlingen heeft meer inzicht in het vak gekregen en 43 procent heeft veel betere resultaten op het rapport. 81 procent van de leerlingen merkt minstens een kleine verbetering op in de punten voor het bijlesvak. Dankzij de Tutoraatlessen merken de tutees dat ze betere resultaten halen als ze meer aandacht besteden aan het vak, wat ook voor meer zelfvertrouwen zorgt en voor meer motivatie om de boeken open te slaan en te studeren.

 

De grootste groep, namelijk 66 procent van de leerlingen die de Tutoraatbijlessen hebben gevolgd, studeert ondertussen verder. Van deze groep koos de overgrote meerderheid voor een hogeschoolopleiding, daarnaast vatte 35 procent van de voormalige tutees een universitaire opleiding aan. Een vierde van de leerlingen die ondertussen de middelbare schoolbanken achter zich gelaten zouden moeten hebben, is in de laatste jaren een keertje moeten blijven zitten en moet het diploma secundair onderwijs nog behalen. Aangezien er vooral jongeren met zwakke schoolresultaten deelnemen aan het project, kan er gezegd worden dat de aanpak van het Tutoraatproject vruchten afwerpt. Door de extra aandacht die aan de leerlingen wordt geschonken, krijgen de leerlingen een extra duwtje in de rug waardoor ze hun achterstand inhalen en beter presteren op school. 86 procent van de tutees vonden de bijlessen een positieve ervaring en dat is voor een groot deel te danken aan de enthousiaste studenten die aan het project deelnemen.

 

Steentje bijdragen

Ook voor de meeste tutoren is het Tutoraatproject een aangename ervaring. Jolien kan met een goed gevoel terugblikken op de bijlessen die ze gaf. ‘Ik ben heel blij dat ik heb deelgenomen aan het project. Het getuigschrift dat ik door mijn deelname heb gekregen staat natuurlijk mooi op mijn cv, maar ik kan ook echt veel beter zaken uitleggen aan andere mensen. Het voelt goed om je steentje te kunnen bijdragen en andere jongeren te helpen. Het ging er ook altijd heel leuk aan toe in de bijles. Ze gaven mij altijd veel respect en er was zeker plaats voor een mopje of een praatje tussen de oefeningen door. Vele allochtone jongeren worden geremd door hun moeilijke thuissituatie en ik vind het knap dat velen onder hen zo hard hun best doen om er het beste van te maken. Ze spreken thuis een andere taal, terwijl ze op school Nederlands krijgen en daarenboven nog Engels en Frans, dat is echt niet zo gemakkelijk. We moeten proberen om hun cultuur niet langer als een handicap op school te zien, maar meer te focussen op de positieve kanten en van de multiculturaliteit in Antwerpen een verrijking maken.’



Vande Lanotte en Von Trier incontournable
03/10/2013

Een nieuw academisch schooljaar breekt aan. Een nieuw begin voor velen onder ons. Zo ook voor Lien Van de Kelder. Als alumna in Rechten van de Universiteit Antwerpen breekt ze de culturele en politieke barrières van haar zijn open. Intellectueel eigendomsrecht, quoi? Ze staat op de loonlijst van de socialist der socialisten – sorry, Elio – Johan Vande Lanotte. Deens filmgenie Lars Von Trier castte haar in zijn nieuwe ophefmakende film The Nymphomaniac. Oh ja, ze is net mama geworden. Sofie Bastiaens en Fien Bosvoorde zijn dood. Leve Lien Van de Kelder!

Wat betekent Universiteit Antwerpen voor u?

Lien Van de Kelder De eerste kan. Goh, toen studeerde ik constant. Het eerste jaar heb ik TEW gestudeerd. Spijtig genoeg was dat niets voor mij, de keuze voor die richting was eerder beïnvloed door een vriend van mij. Bovendien was Rechten mijn eerste keuze dus ben ik het jaar erop van richting veranderd. Ondertussen ging voor mij de ontdekking met de stad Antwerpen van start. Ik ben afkomstig uit Reet, dus Antwerpen voor mij was 'de grote stad'. Het culturele leven en het studentenleven in Antwerpen vloeien hier in elkaar over. Nog meer dan in andere universiteitssteden. Ik had niet echt een vaste kroeg. Soms zat ik wel in De Prof, De Alma en de Hill-Diar, maar ik werkte op dat moment al fulltime voor VRT in Leuven dus echt veel tijd om op café te zitten had ik niet.

 

Absoluut. Een combinatie van studeren en naar de opnames van Vlaamse televisiereeksen gaan bleek geen probleem te zijn.

Van de Kelder Universiteit Antwerpen heeft me daarbij heel goed geholpen. Ik kreeg een kunstenaarsstatuut, waardoor het makkelijker te combineren viel. Echt veel naar de les gaan kon ik niet, dus alles moest in zelfstudie gebeuren. Ook VRT stond open voor die combinatie en schreef mij soms een maand uit de reeks tijdens de examens. Zonder de flexibiliteit van beiden, en de nota's van mijn medestudenten uiteraard, was het nooit gelukt. Ik ben daar nog steeds zeer dankbaar voor. Daaropvolgend verhuisde ik naar Leuven omdat het Erasmus programma er een ruimere keuze had. Hoewel die universiteit dichter bij mijn werk lag, kon ik nog steeds zeer weinig naar de les. Ik moest dus wel terug alle notities kopiëren om bij te benen. Ik wil nogmaals iedereen bedanken die me daarmee geholpen heeft (lacht). Niet echt een voorbeeldstudente, ik weet het, maar ik vond de combinatie het doorzetten waard.

 

pro deus ex

Toch een voorbeeldstudente die het geschopt heeft tot op het federale kabinet van onze Minister van Economie en Consumentenzaken, Johan Vande Lanotte. Een van de socialistische grootmeesters in ons Belgenland.

Van de Kelder Ik schreef mijn thesis over een onderwerp waarvoor het kabinet bevoegd is, vandaar. Eerst werkte ik twee jaar aan de balie in Brussel als stagiair, maar dat was niet echt mijn ding. Daarna heb ik een kleine twee jaar voor Deloitte gewerkt, wat boeiend was maar niet echt in mijn specialisatie (intellectueel eigendom- en auteursrecht) en nu werk ik dus vooral op auteursrecht, heel interessant dus.

 

Vande Lanotte was de logische overstap?

Van de Kelder De machtige pen van de auteurswet vasthouden. Zo’n kans kon ik niet laten liggen. Samen met een gespecialiseerd team de pen van de auteurswet mogen vasthouden. Professoren uitnodigen om naar het kabinet te komen. Samen aan de tafel zitten en brainstormen over wijzigingen aan de auteurswet met de mensen die je alle nodige kennis gegeven hebben, dat is echt fantastisch. Op 19 juli 2013 is er een voorstel tot wetswijziging in eerste lezing door de ministerraad gegaan, exact op het uur van de geboorte van mijn dochter.

 

Pardon?

Van de Kelder Ik heb tot het laatste moment gewerkt, want ik ben tien dagen te vroeg bevallen. Auteursrechten uitleggen aan de woordvoerster, om acht uur ’s morgens, tijdens mijn weeën in de arbeidskamer, was niet echt evident. Mijn eigen keuze natuurlijk, ik had ook gewoon mijn telefoon niet kunnen opnemen. Toen ik zei dat ik ging opleggen omdat ik aan het bevallen was, hoorde ik "wablief?!"(lacht).

 

U springt zelfs tijdens uw zwangerschapsverlof voor Minister Vande Lanotte in de bres. Zou u hetzelfde doen voor Burgemeester De Wever?

Van de Kelder Oei, daar ga ik geen uitspraken over maken. Ik woon in de stad Antwerpen. We zullen zien. Ik ben nogal geschrokken van de linkse reacties bij het moment van De Wevers verkiezing. Alsof er een oorlog uitbrak. Alsof de duivel zelve ’t Schoon Verdiep ingepalmd had. Ik antwoord daar liever niet op. Ik ga daar consequent in blijven.

 

Een ander heikel punt dan: de integratie van de Hoge Scholen en de Universiteit Antwerpen.

Van de Kelder Voor mij kan een dergelijke hervorming enkel positief zijn voor het totale onderwijs en het onderwijs in Antwerpen. De hiërarchie Universiteit - Hogeschool is jaren een punt van discussie geweest. De arbeidsmarkt focust zich steeds meer op ervaring en buitengewone talenten. De effectieve bijdrage binnen een bedrijf. De ervaring die een student tijdens zijn academische loopbaan vergaart, neemt een centrale positie in. Die scheiding lijkt me enkel een onnodig obstakel. Enfin, dat is mijn bescheiden mening. Ik ben te weinig ingewijd in het debat om daar een robuustere opinie over te geven.

 

Von Trier en Christus

Geen probleem. U hebt geen acteerdiploma behaald, doch speelt u mee in de nieuwe film van enfant terrible Lars Von Trier (The Nymphomaniac: een seksuele odyssee, nvdr.). Ook al heeft de media het allemaal een beetje opgeblazen.

Van de Kelder Inderdaad! Dat is wat ik zo lang aan het verkondigen ben. Ik zeg enkele zinnen, zie er vreselijk nerdy uit en verdwijn daarna terug in de massa. Ik ben absoluut geen katalysator van de intrige. Wie weet knippen ze me er op het laatste moment nog uit. Desondanks kan je een dergelijke kans niet links laten liggen. Wanneer een auteur van het statuut Von Trier beslist een film te draaien in het bescheiden België en audities organiseert, kan je niet anders dan toehappen. Gelukkig waren toen net de opnames van The Spiral afgelopen (Hans Herbots’ internationale crimiserie, nvdr.) en had ik een intensieve training British English achter de rug. Oog in oog staan met Charlotte Gainsbourg en Lars Von Trier is een fenomenale ervaring. Michaël Pas speelt dan nog Gainsbourgs man. Zot! Daarenboven is het imago dat opgehangen wordt van Von Trier ook onzin. Hij is heel warm voor zijn acteurs, voor zijn crew en voor zijn figuranten. Een lieve man die zijn stiel door en door kent.

 

Er zal toch wel wat van zijn rock-‘n-roll-imago kloppen. Een softcoreversie en hardcoreversie draaien, plus de film op kerstdag laten openen. Al die teerbeminde zieltjes toch!

Van de Kelder Ja, hij gaat zonder enige twijfel enkele mensen op stang jagen. Maar het is altijd uitkijken naar een nieuwe Von Trier. Het geheel is meer dan de som van de soms bewust choquerende elementen.

 

Naast Von Trier heeft u ook nog meegewerkt aan de interactieve misdaadreeks The Spiral. Plotsklaps werd het programma genomineerd voor een International Digital Emmy Award. Spijtig genoeg zijn jullie niet in de prijzen gevallen.

Van de Kelder Om genomineerd te worden voor de Oscars van de televisie is op zich al een hele eer. Het zou fijn zijn om aan een tweede seizoen te beginnen. De samenwerking tussen zes Europese productiehuizen heeft ervoor gezorgd dat we dergelijke kwaliteit op de markt hebben gebracht. Als je werkt met mensen die hebben gesleuteld aan The Fast & Furious, HBO-series en verscheidene Scandinavische topseries, is de kans groter dat de toekomst rooskleuriger wordt. Wie weet welke uitdagingen er nog allemaal op ons staan te wachten?

 

Uitdaging is misschien wel de rode draad doorheen het leven van Lien Van de Kelder. Uw passie is en blijft acteren. Echter heeft u nu een stabiele job bij het federale kabinet. Een job waar u ook door gepassioneerd bent. Gaat u blijven jongleren? Daarbovenop bent u net mama geworden.

Van de Kelder Auteursrechten is een mooie kruising tussen beide werelden. Voor mij is de situatie ideaal. Het zou een erg moeilijke keuze zijn, maar de vraag heeft zich in die tien jaar nog nooit gesteld en zal zich hopelijk ook nooit stellen. Enkel acteren zou ik moeilijk vinden. Ik wil bijblijven op vlak van auteursrecht en op dit moment werk ik heel graag voor Johan Vande Lanotte. Ik leer veel in deze job, en niet enkel op inhoudelijk vlak. Het is enorm boeiend om te zien hoe ons wetgevend systeem in elkaar zit. Tot nu toe werkt de combinatie uitstekend en ik hoop dat dat zo kan blijven. Mijn dochter opvoeden is op dit dit moment prioriteit, iets wat ik met veel liefde en affectie doe. Het enige wat echt belangrijk is.

 

We mogen ons dus niet verwachten aan een Christusachtige verrijzenis van Sofie Bastiaens in het nieuwe seizoen van Thuis?

Van de Kelder Mijn personage in Thuis is dood, dus dat is inderdaad geen optie. De andere combinaties ter harte nemen des te meer. (dochter Jeanne kirt op de achtergrond) Voilà, daar ga ik voor (lacht).



de Brusselaar, de hekelaar en de rusteloze
29/09/2013
🖋: 

Daan Stuyven blies pas 44 kaarsjes uit, maar is nog een en al rock-'n-roll. Volgens hem staat hij nu dichter bij zijn studententijd dan vijftien jaar geleden. De popmuzikant heeft een ruig imago – sigaretje, kostuum, zonnebril, u weet wel – toch toont hij ons ook zijn peperkoeken hartje. "Mijn dochter is de vrouw van mijn leven."

Bij zijn kinderen, George (14) en Michelle (6) zijn, doet hem enorm goed. "Ik vind dat plezant om eens om zeven uur op te staan, boterhammen te smeren en hen naar school te brengen. Ik ga dat missen als ze groot zijn. Kinderen relativeren ook veel", zegt DAAN – zijn artiestennaam is in kapitalen geschreven- met fonkelende ogen. Hij straft ze nooit en is een gemakkelijke vader. "Ik leg hen wel uit waarom sommige ideeën niet zo'n goed plan zijn. Ik probeer er ook geen rock-'n-roll-artiesten van te maken."

 

Hoeveel rock-'n-roll zit er nog in het artiestenleven?

DAAN  "Dat valt tegenwoordig ongelofelijk tegen. Ik heb al wilder meegemaakt. Oké, als er 35.000 man staat, drink je voor het optreden beter geen fles wijn (doelt op Linkerwoofer, nvdr.). Maar om daar zo op afgeschoten te worden. Tijden zijn echt veranderd. Wat een overdreven gedoe dat alle media daar een week over berichtten. Ik dacht dat het de bedoeling was, ik deed het maar uit respect voor het publiek (lacht). Enfin. Live komt er ook verschrikkelijk veel stomme, brave pop uit, waar ik de muren van oploop. Heel brave, sullige liedjes soms. Gasten, get a life. Er mag toch wat peper en zout aan te pas komen. Het brave leven hebben mensen al."

 

I'll sleep when I'm dead

DAAN laat regelmatig de remmen los. "Ik leef slechts één keer en probeer zoveel mogelijk te doen. I'll sleep when I'm dead." Toch luistert hij meer en meer naar zijn lichaam. "Al toon ik ook wie de baas is. Ik gehoorzaam niet slaafs, anders maak ik er een verwende trut van. Je moet een deal maken met je lichaam. Ik hoop mijn huidige manier van leven lang vol te houden, maar ik wil mijn lichaam ook niet kapotmaken." Het liefst wil hij eeuwig artiest blijven. "Af en toe test ik eens hoe ik waardig oud kan worden. Bij theatershows zit ik achter een chique vleugel, dat kan je volhouden tot je zeventigste. Veel artiesten maken in een rolstoel nog goede muziek. Een stem kan heel mooi oud worden, zelfs al is ze gebroken."

"Ik heb nooit aan sport gedaan omdat ik dan op mijn huidige leeftijd al versleten zou zijn. Ik was wel superblij toen Chris Horner de Ronde van Spanje won. Hij is 42 jaar!" Daan Stuyven, geboren in het magische jaar 1969 – Eddy Merckx won toen zijn eerste Tour – is een wielerliefhebber. "Ik vind dat een mooie sport, ja. Het heroïsme waarmee renners een berg beklimmen, dat overdonderende landschap, enzovoort. Visueel vind ik het een fantastische sport. De eenzame held op zijn fiets, het heeft iets." Ben je niet te vaak bedrogen geweest? "Die vraag stel ik me niet, ze pakken toch allemaal hetzelfde.''

 

Dan nu onze klassieke vraag: hoe was jouw studententijd?

DAAN  Fantastisch: een periode van volledige vrijheid, ik zou het meteen opnieuw doen. Ik studeerde in Antwerpen grafische vormgeving aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Ik wou per se op kot om het vrije leven te ontdekken. Ik ben opgegroeid in Leuven. Ik kende het studentenleven er niet, maar de stad bood niets nieuws voor mij. Daarom koos ik een richting uit die enkel in Antwerpen bestond. Ik heb mijn studie zo lang gerekt om mijn legerdienst niet meer te doen. Ik moest een studie van vier jaar doen en in het eerste jaar blijven zitten, berekende ik. Ik wist dat die opleiding niet zoveel tijd in beslag nam, waardoor ik nog veel met muziek kon bezig zijn.

Als student werkte ik in café De Volle Maan (gelegen aan de Koornmarkt, nvdr.). Zo belandde ik op mijn achttiende meteen in het nachtleven. Daar kreeg ik de interessantste lessen. Bijvoorbeeld dat ik niet de enige freak was (lacht). Dankzij heel veel geluk vond ik een groot kot in het hartje van Antwerpen. Iedereen zat vaak bij mij, omdat er het meeste plaats was. Ik leefde niet in de realiteit. Je hebt nog geen verantwoordelijkheid, geen kinderen, enzovoort. De wereld is nog vrolijk. Na mijn studies heb ik wat overdreven in mijn volwassenwording. Ik dacht dat het serieuze leven begon en daar heb ik me aan mispakt. Ik leun nu dichter bij mijn studententijd aan dan tussen mijn vijfentwintigste à dertigste. Dat waren de oudste jaren uit mijn leven. Ik dacht meteen dat ik de volle verantwoordelijkheid nodig had en serieus moest leven. Eigenlijk hoefde dat allemaal niet meteen.

 

Om in Brussel te wonen moet je een idealist zijn.

 

Je hebt een dik decennium in Antwerpen gewoond. Hoe heb je stad zien veranderen?

DAAN  Vroeger was het een stuk wilder. Het Zuid was een verpauperde buurt met pakhuizen en rommelige panden. Meer underground. Je had er rare, marginale fuifzalen. En een stuk meer vrijheid (doelt op de 75 euro boete voor een joint, nvdr.).

 

Je werkte een aantal jaren als grafisch ontwerper vooraleer je van het artiestenleven kon leven. "Gelukkig ben ik een laatbloeier", zei je eens in Humo. Leg eens uit.

DAAN  Als je op je twintigste meteen veel succes hebt, weet je niet goed hoe je daarmee moet omgaan. Op die leeftijd hing ik na een optreden het varken uit. Er zijn veel valkuilen en ik ben nogal een vogel voor de kat. Door te werken als grafisch vormgever maakte ik de klik om even serieus met mijn muziek bezig te zijn als met mijn werk. Ik werkte twaalf uur per dag, als ik dat voor mijn muziek zou doen, moest ik er van kunnen leven, dacht ik. Ik werd overigens zot van mijn beroep, ik moest er wel mee stoppen.

 

Je ontwierp cd-hoesjes voor andere artiesten terwijl je zelf muziek wou maken.

DAAN  Inderdaad, dat was masochisme. Om zot van te worden. Frustrerend. Tegelijk zat ik zo in het muziekmilieu en zag ik hoe platenlabels en producers te werk gingen. Dat was heel leerrijk. Ik ondervond hoe je met de perceptie van artiesten kan spelen en hoe je creatief je imago kan uitspelen.

 

Er is meer verschil tussen mannen en vrouwen dan tussen Vlamingen en Walen, moeten daarom de vrouwen alle mannen buiten gooien, of omgekeerd?

 

Je bent relatief laat doorgebroken, ondanks al je talent.

DAAN  Ik wou artiest worden, geen grafisch ontwerper. Maar begin jaren '90 was het niet realistisch om te denken dat je kon leven van je muziek. De business leefde daarvan: platenfirma's, uitgevers, managers, maar niet de artiesten zelf. Ik kom uit een oude industrie, waarin de muziekwereld veel meer macht had dan tegenwoordig. Vroeger ging het een pak traditioneler: je moest een manager vinden, een platenfirma zoeken, en zoveel meer.

 

Om na je scheiding je zoontje één week op de twee te kunnen hebben, verhuisde je naar Elsene, te Brussel. Niet meteen de meest kindvriendelijke stad.

DAAN  Vind er maar eens een school. Ik heb tweemaal geluk gehad, maar 1.500 andere ouders niet. Belachelijk. Brussel is het slachtoffer van het getouwtrek tussen Vlaanderen en Wallonië. De hoofdstad is letterlijk het kind van de rekening. Om in Brussel te wonen moet je een idealist zijn. Nochtans heeft de stad gigantisch veel potentieel. Brussel is heel tof, maar dat eindigt als je jouw kind door de straat niet mee kan nemen op de fiets. Dat valt echt tegen.

 

Je vindt het grappig en rustgevend dat België niet splitsbaar is omwille van Brussel. “Jouw land is niet mijn land, want jouw land is een landmijn”, zong je in een protestlied tijdens de regeringscrisis, gericht naar Bart De Wever. Vanwaar jouw België-gevoel?

DAAN  Ik ben niet zozeer een pro-Belgicist, al leven we toch in een absurd, fantastisch landje. Ik ben vooral tegen mensen met negatieve argumenten, die haat of separatisme promoten. Er is meer verschil tussen mannen en vrouwen dan tussen Vlamingen en Walen. Moeten daarom de vrouwen alle mannen buiten gooien, of omgekeerd? Ik vind dat je zoveel mogelijk culturen moet mengen. Taal is trouwens geen groot verschil. Als we ons daar al niet kunnen overzetten, zijn we slecht bezig.

 

Je hoort net zoals schrijver Tom Lanoye bij de zogenaamde 'linkse culturo's'. Vind je het stom om in dat hoekje geduwd te worden?

DAAN  Neen. Dat levert mij toch al de steun van heel Wallonië en de helft van Vlaanderen op. Al moet niet iedereen mij tof vinden hoor.

 

Waarom de Amerikanen collectief zo dom geworden zijn, dat begrijp ik niet.

 

Waarom heb je een haat-liefdesverhouding met Amerika?

DAAN  Het is een voorbeeld van hoe het niet moet. Moest het land bewoond zijn door Europeanen, zou het fantastisch zijn. Al was dat historisch natuurlijk het geval, dus klopt die stelling niet. De Verenigde Staten zijn eigenlijk een openluchtmuseum. Waarom de Amerikanen collectief zo dom geworden zijn, dat begrijp ik niet. Te weinig socialisme, te veel godsdienst? Het is een foute grap, waarvan we veel kunnen leren; namelijk hoe het niet moet.

 

Vijf jaar na 9/11 vroeg De Standaard jou hoe je die dag beleefde. "Toen het eerste vliegtuig insloeg, dacht ik 'eindelijk!' en ben ik een bak bier gaan halen. Mijn eerste reactie was: ''de Amerikanen krijgen een koekje van eigen deeg'', zei je toen. Je werd daarvoor zwaar op de korrel genomen, heb je spijt van die uitspraak?

DAAN  Neen, natuurlijk niet. Het stond wel een beetje ongelukkig in New Yorkse kranten die het uitvergroten. Ik haalde een bak bier omdat het een lange dag zou worden. En we waren met drieën. ''Koekje van eigen deeg'', was mijn eerste reactie en daar blijf ik bij. De Amerikaanse versie van Grand Theft Auto is de enige waarbij je niet met een vliegtuig in wolkenkrabbers mag vliegen. In de Franse versie mag het wel, denk ik. Zulke spelletjes, dat is heel hun cultuur. De Amerikanen hebben het uitgevonden. Zij hebben de zogenaamde terroristen opgeleid. Dan kan je moeilijk klagen als het gebeurt. Hun militaristische cultuur hebben ze zelf gekweekt. Het was natuurlijk een zwaar menselijke ramp, maar je kan toch moeilijk eender welk land honderd jaar aan een stuk plat bombarderen en dan klagen dat er bij jou iemand eens een toren omver komt knallen. Als het dat maar is. Hoeveel doden zijn er in Irak ondertussen gevallen?



editoriaal
16/09/2013
🖋: 

De wereld brandt. Verwarring viert hoogtij. Syrië brandt. De Koude Oorlog is tergend langzaam aan zijn fabelachtige retour bezig. Poetin rolt zijn KGB-spierballen. Obama tracht net hetzelfde te doen, maar heeft spastische krampen. Bashar al-Assad houdt zich tenminste nog aan zijn onveranderd standpunt. Daarenboven zijn er nog die verdomde wit-zwarte gaten van panda’s. Een bedreigde diersoort bedreigt de Belgische soevereiniteit. Een lachwekkende diersoort. Een vegetarische beer met een seksuele problematiek. Di Rupo zou voor minder de communautaire plug uit ons glorieus Belgenland trekken.

Iedereen zit met de handen in het haar. Onenigheid en twijfelachtigheid tiert welig. Natiebouwers zijn het Arctische noorden kwijt en hun kompas is duidelijk gedemagnetiseerd. De natie zelf – ongeïnformeerd plebs dat u bent – bekijkt alles met weifelende argusogen. U fronst de wenkbrauwen. Dat is begrijpelijk. Werk? Moeilijk. Spaarcenten? Moeilijk. De alomtegenwoordigheid van twijfel is menselijk.

 

Het je-m’en-fouttisme waar men jaren mee dweepte heeft plaats geruimd voor Brels befaamde credo: maintenant n’existe pas! Een sententia waar we ons op deze redactie mee kunnen vinden. De mens is niets meer dan een ondoorgrondelijk en bodemloos vat vol scepsis en scrupules. Geef eerlijk toe. Wat – in gods-, allahs-, of boeddhasnaam – kan het u schelen wat er zich 3236 kilometer verder afspeelt? U schreeuwt misschien wel moord en brand, maar u nipt aan uw in Syrië gebrouwen koffie. U herbergt eerder een liefde voor bedreigde diersoorten.

 

Gelukkig zijn er nog enkele zekerheden in het leven. Onze Universiteit Antwerpen blaast tien geïntegreerde kaarsjes uit. Hoera! Een overkoepelende samenwerking tussen Universiteit Antwerpen en de rest. Kansen worden gecreëerd, handjes worden geschud en de student ziet rooskleurigheid het leven weer binnendringen. Wat het precies inhoudt, weet echter een minderheid. Het woord ‘hervorming’ lijkt nu eenmaal niet meer uit ons vocabularium weg te denken. Maar integratie klinkt wel erg academisch. Twijfel over de integratie? In ieder geval niet over de benaming ervan. Academisering, iemand? Inkanteling, iemand?

 

Tekenend is het. Men wilt aan de voeten van Gamaliël zitten, doch is er niemand die het echter kan concretiseren. U denkt nu waarschijnlijk: “Wat een doemdenkerij! Heeft ú dan alle antwoorden?” Pretenderen het allemaal te weten is nu toch de trend in medialand. Iemand zou verdorie moeten zeggen: “Fuck die panda’s! Laat ze uitsterven.”



utopia in absentia
14/09/2013
🖋: 
Auteur extern
Bernard Dewulf

Een gelauwerd schrijver of journalist blikt voor ons terug op zijn/haar studententijd. Over het verlies van jeugdige idealen en de teloorgang van naïeve onschuld. Bernard Dewulf (1960) is dichter, columnist, journalist, kunstkenner en gastcolumnist voor dwars.

Of ik iets wil schrijven over "de overgang van studententijd naar volwassenheid". Dan tuimelt men diep terug in de tijd. Wat ik me herinner: meteen na de studententijd ben ik zeer oud geworden. Dat zit zo. In die tijd, vroege jaren tachtig van de vorige eeuw, kon een jongeman nog 'gewetensbezwaard' zijn. Dat betekende dat hij principieel geen legerdienst wilde doen en in plaats daarvan een 'burgerdienst' vervulde. In een culturele of sociale instelling. Zo komt het dat ik meteen na de studies in een bejaardentehuis beland ben. Van het begin van mijn toekomst kwam ik abrupt terecht in het einde van de toekomst.

 

Vijftien maanden heb ik er gediend, de helft langer dan een toenmalige soldaat. Ik heb er in wit schort dagelijks bedden verschoond, oude mannen en vrouwen gewassen, bedpannen gestoken, veel praatjes geslagen en geluisterd naar oude verhalen, uitwerpselen geruimd, rolstoelen rondgereden in de doolhof van de gangen, eindeloos dunne grijze haren gekamd en met liefde verdwaalde levens in slaap gebeden. Ik heb er gevloekt, maar ook hartelijk gelachen. Ik heb er tristesse gezien, eenzaam- en verlatenheid, maar ik ben er ook vaak vertederd geraakt en heb er moed en grote zorgzaamheid gezien. Vooral heb ik er gezien wat de tijd doet met een mens. En dát, denk ik, heeft me toen al getekend. Ik kwam er zonder overgang van de studiekamer in de wachtkamer van de dood. Van rozige jeugdliefdes in voorbije levens. Van de bevlogen zijnsleer van Heidegger in de grauwe incontentie van de jaren. Het heeft me uiteraard niet verhinderd daarna te werken, te trouwen, kinderen te krijgen, enzovoort. Het heeft me niet verlamd, misschien integendeel. Misschien heeft het me wel aangespoord voldoende te leven voor het einde zou komen dat ik al had gezien. Misschien heeft het me in een recordtijd volwassen gemaakt.

 

Maar misschien ook niet. Want wie mij vóór ik incontinent ben, kan zeggen wat dat precies is, volwassenheid, zal ik dan nog gauw, voor de rolstoel mij hier voorgoed wegrijdt, trakteren op een mosselsouper. Want ook al ben ik het officieel al enkele decennia, die volwassene, iets hardnekkigs in mij is zeventien. Dat is zelfs vóór de studententijd. Voor die afwijking heb ik geen sluitende verklaring. Maar ik citeer dan graag de geliefde Jacques Brel: "Een man eindigt op zijn zestiende-zeventiende. Dan heeft hij al zijn dromen gehad." Hoezeer dit ook een boutade mag zijn, de uitspraak heeft een kern van wijsheid. Misschien was ik op dat eeuwige 17 wel 'volwassener' dan ik nu ben. En wie mij het tegendeel kan bewijzen, mag mee aanschuiven aan dat laatste mosselsouper straks.

 

Bernard Dewulf



Antwerpen Centraal
10/09/2013
🖋: 

Ons redactielid Maurits Chabot neemt de lezers mee op zijn stedelijke speurtocht door het enigma dat Antwerpen is. Op persoonlijke manier brengt hij bijzondere plekken die normaal aan de aandacht ontsnappen in kaart.

Op weg naar de Carolus Borromeuskerk staan de straten en straatjes in de universiteitsbuurt vol dubbel geparkeerde bolides, bijwagens en bestelbusjes. Mensen zijn druk met verhuizen en kersverse studenten stromen de koten binnen. Het is begin september, het nieuwe academiejaar is nabij en ligt onbeschreven voor ons. Via de Keizerstraat en de Minderbroedersrui loop ik het Conscienceplein op. Boven de Antwerpse daken zwaait de zon de scepter en de wolken lijken nog met vakantie. De zomer bevindt zich in de extra tijd.

 

Ik sta in de Carolus Borromeuskerk, de voormalige Jezuïetenkerk aan het Hendrik Conscienceplein. Rechts van de entree achterin de kerk hangen enkele portretten. De hoofden van Sint Mathias, Bartholomeus en Andreas hullen zich in duisternis. De schilderijen hangen hoog en alleen de onderkant en het middendeel van de portretten zijn waarneembaar, het bovendeel wordt aan het zicht onttrokken. Het laat zich raden wat er in de hoofden van de drie heren omgaat, of omging. Verderop staat een eiken biechtstoel tegen de zijwand, opgesierd met twee grote massiefhouten vrouwenbeelden. De linker vrouw klemt een stel botten onder haar arm en de vrouw rechts balanceert een doodshoofd op haar handpalm. Terwijl ik door het middenpad terugloop, valt mijn oog op een beeld aan het einde van het gangpad, achter glas. Het ‘vitrinebeeld’ mist een hoofd. De romp wordt omhuld door een rode mantel, de handen strekken zich naar voren. Hij houdt een goudkleurige bol in zijn handen, maar het heeft er veel van weg dat de man zijn eigen hoofd aandraagt. Ik lees het bordje eronder:

 

‘Heilige Justus: om uw geloof aan Christus, gemarteld en onthoofd, sinds eeuwen vereerd tegen hoofd- en zenuwpijnen, bekom genezing en aanvaarding voor allen die u aanroepen, H. Justus, bid voor ons.’

 

Ik loop de kerk uit, het schitterende Conscienceplein op. Er zit een aantal alcoholisten op de stenen rand rond het standbeeld van Hendrik Conscience. Onder de boom opzij van hen zitten drie muzikanten. Allen met een biertje, Delhaize huismerk. Aan hun uithalen en dronkenmanskreten te horen, was de drank ook deze ochtend al uren hun kameraad. Terwijl ik naar café Het Blauw Moment loop, blijf ik denken aan de portretten wiens hoofden onzichtbaar waren, aan de biechtstoel met de schedel en aan de onthoofde Justus. Terwijl ik ga zitten, hoor ik de zwervers lallen: ook zij lijken hun hoofd verloren.

 

De serveerster brengt me koffie. Dan pakt de kleinste van de drie muzikanten zijn gitaar, op de klankkast prijkt een stervormige sticker met de opdruk one love. Hij loopt naar het midden van het plein, waar de tegels als een kaartspel zijn ingelegd; harten, ruiten, klaveren en schoppen. Hij slaat een akkoord aan en zingt: "I’m gonna fly like an eagle."

 

Er wandelt een gids met een groep toeristen voorbij: hun gezichten gaan schuil achter hun camera’s. Als de muzikant is uitgezongen, gaat hij met zijn pet de terrassen af. Tevergeefs. Wanneer hij bij mij komt diep ik enkele euro’s uit mijn zak. Dankbaar haalt hij een bal uit zijn broekzak, en begint over te gooien. Hoewel de bal heen en weer gaat, blijft het gesprek in de lucht hangen. Na een minuut of wat woordloos heen en weer gooien, lacht hij vriendelijk. "I’ll see you in circus."

 

Het begint te regenen. Voorbijgangers hollen op een drafje de cafés binnen, een enkeling verkiest het voorportaal van de kerk. Maar de muzikanten blijven fier op het plein, de regen kan hen niet deren. De muzikant met de tennisbal zet een zonnebril op. In Het Blauw Moment geeft de serveerster de planten water, uit een champagnefles. Een kwartier later komt de lucht tot bedaren. Ik reken af, loop het plein op en steek mijn hand op naar de muzikant met de zonnebril. Hij zwaait niet terug.

 

Bijzonderheden aan de Carolus Borromeuskerk:

  • De kerk werd van 1615 tot 1621 gebouwd ter ere van Igantius van Loyola, stichter van de Jezuïetenorde. Die werd in 1773 opgeheven; sindsdien is de kerk gewijd aan Carolus Borromeus.
  • Peter Paul Rubens was de spil in het interieur van de kerk; hij leverde vele schilderijen en beeldhouwwerken. Liefst 39 van Rubens' schilderingen gingen verloren toen de kerk in 1718 vlam vatte. Het merendeel van deze schilderwerken waren plafondschilderingen. Ook het originele marmeren interieur ging voor het overgrote deel verloren. In 2009 ontstond er opnieuw een brand doordat lampen voor een televisieopname te dicht op het houtwerk waren geplaatst.
  • De Carolus Borromeuskerk heeft een uniek wisselsysteem voor schilderijen boven het altaar: met een oud mechanisme wordt het enige schilderij dat boven het altaar hangt op regelmatige basis vervangen.
  • De voorgevel van de kerk, geïnspireerd op de Romeinse Gésu-kerk, is acht meter hoger dan de kerk zelf om alle barokke ornamenten ruimte te bieden. De opmerkelijke versieringen hebben de kerk de bijnaam ‘marmeren tempel’ opgeleverd. De toren aan de achterzijde is 58 meter hoog.
  • De kerk is tussen 1773 en 1803 korte tijd gebruikt voor onderwijs: er werd godsdienst gedoceerd.
  • De kerk heeft een personenuitgang die uitkomt op de ruien, het Antwerps riool. Tot op de dag van vandaag is het onzeker waar deze uitgang voor diende.


de internationale editie
10/09/2013
🖋: 

dwars volgt UA-studenten in het buitenland op en biedt hen de kans hun visie op het onderwijs en de wereld aldaar met ons te delen. Speciaal voor de eerste editie van het nieuwe jaar heeft dwars een student opgezocht die verknocht is geraakt aan de koekenstad.

Vandaag loop ik iets langzamer van mijn werk terug naar huis. De zon schijnt en het Willemdok ligt er mooi bij vandaag. Antwerpen is goed voor me geweest de afgelopen twee jaar. Tussen het afronden van een tweede Master heb ik een job, losbandige vrienden, en gepassioneerde muzikanten gevonden om mijn leven te vullen.

 

Ik ben naar Antwerpen gekomen om te studeren, maar dat kon natuurlijk ook op andere plekken. Voor mij persoonlijk was de keuze waar ik nu weer zou gaan wonen zeer belangrijk. Dit heeft nadere uitleg nodig. Ik had namelijk reeds een opleiding afgerond en was werkzaam in Duitsland als psycholoog. Gezien ik net als velen op 25-jarige leeftijd een gezonde Quarterlife Crisis tegemoet ging en ik onzeker begon te worden of ik mijn hele leven op dezelfde plek hetzelfde beroep wou uitoefenen, moest ik vluchten. Mijn vluchtgedrag moest uiteraard wel productief zijn. Dus koos ik om naar het vogelvrije studentenleven terug te keren. Het er nog één keer echt van te nemen. Daarom was de beslissing waar ik zou gaan wonen heel erg belangrijk. Antwerpen is en was een duidelijke winnaar om twee redenen. Er is cultuur. Niet zomaar cultuur, maar cultuur met een randje eraan. Tussen muziek, kunst en mode in, is alles aanwezig wat ik nodig heb. Ik ben van TRIX gaan houden en, in welke andere stad kun je nu Portishead in een openluchttheater zien spelen? Het fotomuseum is fantastisch en het MAS is qua architectuur een van de mooiste musea die ik tot vandaag heb mogen bezichtigen. Ten tweede is er dan de Antwerpenaar. De Antwerpenaar wil genieten, om half 1 ’s middags een Duvel drinken voordat hij naar zijn werk terugkeert. Door deze mentaliteit is er een nachtleven om “U” tegen te zeggen. Er is altijd iets te doen in Antwerpen. Ik hoef me nooit te vervelen. Dit is precies wat ik nodig zou hebben voor mijn terugkeer naar het glorieuze studentenleven. In een discussie met een Nederlandse gesprekspartner werd mij duidelijk dat dit niet voor iedereen een pluspunt is: “Als je elke dag je favoriete taart eet is er niets bijzonders meer aan en zal hij ook niet meer bijzonder genoeg smaken”. Maar Antwerpen biedt dat wat ik nodig heb, als ik de deur uit wil, wat voor moment het op de dag ook is, is er iets te doen. En veel belangrijker, zijn er Antwerpenaren om iets mee te gaan doen. Geef mij maar die keuze.

 

vreemdeling thuis

Antwerpen is bovendien een fijne stad om te zien in de zomer. En ook de Antwerpenaren zijn fijn om te zien in de zomer. Ik loop langs het MAS en geniet van het beeld van een drietal jonge dames die wijn uit de fles drinken. Ik denk aan de woorden van mijn Italiaanse collega: "If the weather would be like this everyday, I could live here forever". Ik ben bijna thuis.

Maar welke afgestudeerde heeft nu echt een keuze? Je gaat naar het middelbaar, je kiest een studie, je kiest een master en dan zoek je een job. Wat voor job? Maakt niet uit. Je hebt opeens niet meer zoveel keuze. Je ben overgekwalificeerd, je hebt te weinig ervaring, de markt is slecht en je stropdas is te lelijk tijdens je sollicitatiegesprek. Hier in Antwerpen vond ik een job na vijf maanden zoeken. Nu ben ik hier. Ik ben een persoon die net zo makkelijk ergens anders naartoe had kunnen verhuizen. Dat heb ik al vaak genoeg gedaan. Dus waarom niet nog eens? Het is ook niet alsof ik het meest warme onthaal van ’t Stad heb ontvangen. De gemiddelde Antwerpenaar kijkt neer op een persoon met een Hollands accent. Jammer genoeg is dit het accent dat ik heb, dus moet ik accepteren dat menig Antwerpenaar mij vanaf het eerste moment een arrogante lul vindt. Je moet als nieuwkomer echt tijd investeren om vriendschappelijke relaties op te bouwen. Zeker meer dan in vele andere Europese landen. Maar ik hou van een uitdaging. Bovendien is de Antwerpenaar gelukkig sowieso niet honderd procent Vlaming. De vele expats en immigranten maken de stad minstens zo boeiend voor mij. Als ik de gemiddelde Vlaming even moe ben, prijs ik mijn sociale cirkel met een Iraniër en een Pakistaan die (net als ik?) ook doctoreren, een bandlid die uit het doe-nu-maar-normaal Nederlands Brabant komt, of mijn oude buurman Samir, met wie ik altijd een muntthee kan gaan drinken in Borgerhout. Waarom ben ik nog steeds hier? Omdat jij hier bent, Antwerpenaar, omdat ik me met jou nooit hoef te vervelen, en omdat ik me langzaamaan door jou thuis begin te voelen.

 

Thuis neem ik me iets te drinken en ga ik op mijn balkon zitten om te genieten van de laatste zonnestralen. Wederom moet ik aan de woorden van mijn collega denken: "If the weather would be like this everyday, I could live here forever".



Dossier integratie: tous ensemble!
09/09/2013
🖋: 

De eengemaakte Universiteit Antwerpen begint aan haar tiende jaar. En hoe! Wat in 2008 bekend raakte als academisering en daarna inkanteling heette cumuleerde dit academiejaar in de integratie van een hele hoop nieuwe richtingen in de Universiteit Antwerpen. Wat houdt deze integratie nu eigenlijk in? dwars zocht het uit.

De feiten: vier departementen van de Associatie van Universiteit en Hogescholen Antwerpen (AUHA) bieden voortaan academische in plaats van professionele opleidingen aan. Het gaat om de departementen Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie, Vertalers en Tolken, Toegepaste Ingenieurswetenschappen en ten slotte Ontwerpwetenschappen. Zo stijgt het aanbod van het aantal bacheloropleidingen in de associatie van 23 naar 33. Er komen ook zes nieuwe masteropleidingen bij. Het aantal faculteiten neemt toe van zeven naar negen: Ontwerpwetenschappen en Toegepaste Ingenieurswetenschappen zijn de nieuwe faculteiten.

 

Met het integreren van deze departementen groeit de Universiteit Antwerpen via het toetreden van een hele groep nieuwe (en minder nieuwe) studenten. Exacte cijfers zijn nog niet bekend, maar het valt te verwachten dat de universiteit haar studentenbestand ziet groeien van 15.000 tot meer dan 18.800 studenten. Op 1 oktober maken ook 550 medewerkers de overstap naar een nieuwe werkgever. Het personeelsbestand groeit zo aanzienlijk tot 4750 medewerkers. Opmerkelijk is dat deze samensmelting van verschillende onderwijsinstellingen niet heeft geleid tot naakte ontslagen. Door creatief puzzelwerk heeft iedereen zijn of haar job kunnen behouden.

 

De integratie van deze vier departementen zorgt er natuurlijk ook voor dat de universiteit er niet enkel organisatorisch anders uit gaat zien, maar ook fysiek. De verschillende opleidingen zitten verspreid over een aantal campussen, die nu ook deel uitmaken van de Universiteit Antwerpen. Zo komt er meer dan 115.000 vierkante meter patrimonium bij; 26 gebouwen, waarvan zes beschermde monumenten, die samen plaats bieden aan 41 aula’s. Nog niet erg algemeen geweten is dat deze 'nieuwe' campussen – op campus Mutsaard na – een tijdelijke oplossing zijn. De Universiteit Antwerpen is volop bezig met het plannen en bouwen van nieuwe campussen. Meer over de baksteen in de maag van de Universiteit Antwerpen in dwars 83.

 

Lees meer in 'de integratie-interviews'!

 

Campus Mutsaard
Mutsaardstraat 31
2000 Antwerpen
Vorige onderwijsinstelling:

  • Artesis Plantijn Hogeschool

Opleidingen:

  • Architectuurwetenschappen (Mutsaardstraat 31)
  • Conservatie-restauratie (Blindestraat 9)
  • Productontwikkeling (Ambtmanstraat 1)

 

Campus Paardenmarkt
Paardenmarkt 92
2000 Antwerpen
Vorige onderwijsinstelling:

  • Artesis Plantijn Hogeschool
  • Karel De Grote-Hogeschool

Opleidingen:

  • Bouwkunde - Elektronica-ICT

 

Campus Zuid
Schildersstraat 41
2000 Antwerpen
Vorige onderwijsinstelling:

  • Artesis Plantijn Hogeschool

Opleiding:

  • Vertalers en tolken

 

Campus Hoboken
Salesianenlaan 30
2660 Hoboken
Opleidingen:

  • Chemie en Biochemie
  • Elektromechanica

 

Campus Merksem
Jaak De Boeckstraat 10
2170 Merksem
Opleiding:

  • Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie


08/09/2013

Yana Cosyns,

Campus Merksem,

Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie

 

 

 

 

Yana Cosyns is studente Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie. Haar campus in Merksem was vroeger onderdeel van de Artesis Hogeschool. Kinesietherapie was in Gent en Leuven al universitair en zal dat nu in Antwerpen ook zijn. Yana is gepassioneerd door haar richting. Naar haar mening biedt de richting Kinesitherapie zeer veel mogelijkheden, zo kan je je bijvoorbeeld als sport- of kinderkinesist specialiseren. Als we vragen wat de integratie voor haar richting betekent, antwoordt ze dat er eigenlijk niet veel verandert. Het departement werkte immers al nauw samen met de Universiteit Antwerpen. De studenten hadden vaak les in de gebouwen van de universiteit, onder meer op de Stadscampus en campus Drie Eiken. “De bedoeling is dat onze richting na verloop van tijd volledig op Drie Eiken zal zitten, samen met het departement Geneeskunde,” legt ze uit. "Een positieve ontwikkeling." De aula’s in Merksem zijn immers te klein voor de theoretische vakken. Dat Kinesitherapie een onderdeel wordt van de Universiteit Antwerpen zou dit plaatsgebrek kunnen oplossen. Op Drie Eiken is men al bezig met het verbeteren van de infrastructuur, maar het gaat hier voornamelijk over praktijkzalen. Yana denkt dat ook het lessenpakket niet veel zal wijzigen. “Wij zijn reeds universitair. Ik volg een academische bachelor; om kinesist te kunnen worden moet ik dus sowieso een master volgen”, getuigt ze. Vakken als wijsbegeerte en levensbeschouwing komen hoe dan ook in het masterjaar aan bod.

Toch hoopt Yana wel dat er een aantal dingen zullen worden aangepast samen met de integratie. Ze vertelt ons verhalen over docenten die op de campus in Merksem zaten, terwijl de studenten eigenlijk op de Stadscampus les hadden. Ook is ze niet te spreken over het uitdelen van de examenroosters. Dit gebeurt vaak laattijdig, waardoor de studenten te weinig tijd hebben om zich voor te bereiden. De universiteit moet dus vooral op vlak van organisatie verbetering brengen, aldus Yana. Een ander punt van kritiek is dat de studenten te weinig geïnformeerd werden over de impact van de integratie. Yana kwam pas te weten dat er iets zou veranderen toen ze een brief over SisA (Studenteninformatiesysteem van de Universiteit Antwerpen, nvdr.) in de bus kreeg. Ook over dit nieuwe systeem kwam er onvoldoende uitleg. Pas na een initiatief van de studenten, werd er extra informatie verstrekt. Een paar kritische noten daargelaten is Yana dus positief over de integratie. Ze zal een nieuw diploma krijgen en deel uit maken van een grotere inrichting. Dat zal naar haar verwachting niet alleen qua infrastructuur, maar ook qua organisatie verbetering brengen.

 

 

 

Hylke Visser,

Campus Mutsaardstraat,

Master Monument- en Landschapszorg

 

 

 

 

De masteropleiding Monument- en Landschapszorg die Hylke Visser volgt, maakt vanaf dit academiejaar ook deel uit van Universiteit Antwerpen. In deze afstudeerrichting staat de vraag centraal of het wenselijk is een oud gebouw - of landschap - in zijn originele staat te herstellen. Voordat hij aan dit masterjaar begon, heeft hij in Amsterdam Bouwkunde gestudeerd. Via een schakelprogramma is hij in Antwerpen terechtgekomen. Zijn belangrijkste motivatie voor het volgen van deze richting is zijn fascinatie voor oude gebouwen en de natuur. Ook het contrast tussen stad en natuur interesseert hem. Met de integratie van zijn campus is Hylke nog niet veel in aanraking gekomen. Bovendien heeft hij geen problemen met de administratie ondervonden. Over deze administratie is hij zelfs positief. “Ik heb dyslexie en de persoon die mijn gegevens beheerde op Artesis, heeft mij direct doorverwezen naar de verantwoordelijke hiervoor bij Universiteit Antwerpen”, zegt hij. Contact opnemen verliep probleemloos. Andere veranderingen merkte Hylke nog niet. Van uitwisseling van gebouwen is bij hem geen sprake. Op Campus Mutsaardstraat is immers alle materiaal aanwezig dat nodig is voor studenten Ontwerpwetenschappen. Wat Hylke wel ondervindt, is dat tussen de verschillende richtingen binnen deze koepel de lokalen en machines niet zo gemakkelijk worden uitgewisseld. Hij hoopt dan ook dat de integratie deze richtingen dichter bij elkaar brengt. Maar ook samenwerkingsprojecten tussen verschillende richtingen horen bij zijn verwachtingen, als alle partijen daarvoor open staan.

 

 

 

Koen Vanhaverbeke,

Stadscampus,

Handelsingenieur

 

 

 

 

 

Omdat de integratie iedereen aanbelangt, hebben we ook de mening gevraagd van habitués op de oude campussen. Koen Van Haverbeke is er zo één. Hij studeert Handelsingenieur op de Stadscampus. Naast zijn grote interesse in het bedrijfsleven, is hij sterk geboeid door de vakken die naast economie worden gegeven. Hij merkte nog niet veel van de integratie. Als we Koen vragen of een samenwerking tussen het departement Handelsingenieur en Toegepaste Ingenieurswetenschappen niet voor de hand liggend is, antwoordt hij negatief. "Toegepaste Ingenieurswetenschappen maakt geen deel uit van de Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen (TEW). Ook qua lessen is er geen overlapping tussen de twee departementen, want Toegepaste Ingenieurswetenschappen is veel praktischer gericht." Op studentikoos vlak zijn er wel een paar vernieuwingen. Koen is actief in het praesidium van Wikings-NSK, de studentenclub van de faculteit TEW. Op vlak van studentenclubs is er sprake van toenadering, want de ex-hogeschoolclubs maken nu ook deel uit van UNIFAC, de overkoepelende studentenvereniging.

Koens verwachtingen voor de integratie zijn hoog. Hij hoopt vooral op leuke nieuwe contacten tussen verschillende richtingen. Deze zullen naar zijn mening ook bekender worden bij de studenten en dat is zeker een positieve ontwikkeling. Verder hoopt hij dat de verbetering van de administratie van de universiteit in een stroomversnelling terecht komt door de integratie. Zijn belangrijkste kritiek gaat over de communicatie naar de studenten. Deze is er volgens hem wel geweest, maar onvoldoende en op de verkeerde platforms. Dit zorgt voor verwarring en onbegrip. Hij nuanceert echter wel de kritiek die veel studenten van de nieuwe campussen hebben op programma’s zoals SisA. De problemen die zij daarmee ondervinden, zijn er bij studenten op de Stadscampus ook. Alleen zijn ze bij de nieuwe studenten zichtbaarder, omdat die jarenlang met andere systemen gewerkt hebben. Ook Koen ziet de integratie dus voornamelijk als een positieve ontwikkeling en hoopt vooral dat deze de studenten dichter bij elkaar zal brengen.

 

 

 

Liene Bossaerts,

Campussen Groenenborger en Drie Eiken,

Biomedische Wetenschappen

 

 

 

 

Liene Bossaerts is derdejaarsstudente Biomedische Wetenschappen. Dat is een heel brede richting, voornamelijk in het eerste jaar. In de latere jaren krijg je ook meer gespecialiseerde vakken. Niet het labowerk, maar vooral de vakken over de werking en de processen van het menselijk lichaam interesseren haar. Vandaar de keuze voor Biomedische Wetenschappen. Tijdens de lessen anatomie bijvoorbeeld, mag je lijken bekijken en bij dierkunde hebben de studenten zelfs een echte haai ontleed. Over de nieuwe richtingen is ook op de buitencampussen nog niet veel informatie gekomen. De koten aan campus Middelheim zijn afgebroken, terwijl er net studenten bijkomen aan Universiteit Antwerpen. Liene vreest dat dit een probleem gaat vormen wanneer er richtingen en studenten bijkomen. Bovendien is er toch wel wat discussie onder de studenten over welke richtingen er nu precies zullen bijkomen op de drie buitencampussen. Verder vreest ze ook voor transportproblemen, zeker als er richtingen zijn die zowel in het centrum als in Wilrijk les hebben. De buitencampussen zijn immers niet zo makkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer en pendelen van de ene naar de andere duurt lang. Liene vindt het positief dat er richtingen zouden bijkomen op de buitencampussen. Dat zou bevorderlijk kunnen zijn voor het culturele leven daar. Ook mag Biomedische als richting meer gepromoot mag worden. De reputatie als ‘vuilbak van geneeskunde’ is onterecht.

 

 

 

Michael Deboeure,

Campus Paardenmarkt,

Industrieel Ingenieur: Elektronica-ICT

 

 

 

 

Michael Deboeure is student Industrieel Ingenieur: Elektronica-ICT en studeerde tot vorig jaar op de Artesis-campus op de Paardenmarkt. Hij koos voornamelijk voor deze richting omdat het een zeer brede richting is. Hij was in zeer veel dingen geïnteresseerd, maar Elektronica-ICT bleek toch het beste bij hem te passen. Elektronica-ICT draait voornamelijk rond communicatiemiddelen; de hardware en software ervan worden ten gronde behandeld. Deze richting wordt met de integratie hervormd van een professionele naar een academische bachelor, maar Michaels jaar zal het laatste jaar zijn dat nog het modeltraject van de oude richting blijft volgen. Het jaar onder hen komt in het nieuwe systeem terecht en zal veel veranderingen voelen. De studenten krijgen een tweejarige Master en worden samengevoegd met de voormalige Elektronica-ICT van de Karel de Grote Hogeschool. Er verdwijnen ook docenten omdat de lessen nu samen gegeven zullen worden in grotere klassen. De nieuwe richting wordt ook zwaarder, vooral op theoretisch vlak. De richting wordt dus minder gericht op programmeren en elektronica zelf, wat Michael betreurt. Verder zal er een kans zijn om door te stromen naar Burgerlijk Ingenieur. Ook het clustersysteem zal worden afgeschaft. De meeste lokalen zullen niet veranderen, maar keuzevakken worden soms in Hoboken gegeven. Sommige richtingen op campus Paardenmarkt verplaatsen echter helemaal, zonder dat dit duidelijk gecommuniceerd werd. Dit kan volgens Michael een probleem zijn voor mensen die moeten pendelen.

De veranderingen op administratief vlak zijn ook aanzienlijk. SisA vervangt de handmatige inschrijving aan het secretariaat van Artesis, maar Michael vindt dit nieuw administratief systeem niet onoverkomelijk moeilijk. Verder hoopt hij dat de problemen met het internet opgelost zullen raken, de bevoegde persoon hiervoor was op Artesis een bioloog. Dat deze problemen worden opgelost is voor een richting als de zijne belangrijk. Studenten van campus Paardenmarkt zullen vanaf dit jaar ook gebruik kunnen maken van enkele faciliteiten van Universiteit Antwerpen zoals de lockers en studentikozere restoprijzen. Michael denkt dat hij zich echt thuis zal voelen in de gebouwen van de universiteit.