stuvers aan het woord

22/09/2024
🖋: 
Auteur extern

Laurens Verhaegen


Tijdens je jaren aan de universiteit bots je ongetwijfeld tegen zaken aan waarvan je denkt dat ze beter kunnen. Gelukkig staat er een heel arsenaal aan studentenvertegenwoordigers, ook wel gekend als ‘stuvers’, klaar om jou te vertegenwoordigen en om studeren aan de universiteit nóg beter te maken.

wie zijn we?

De Studentenraad bestaat op dit moment uit 155 stuvers, verspreid over alle verschillende opleidingen. We vormen een aanspreekpunt en werken actief met jou samen om problemen aan te kaarten. Als Studentenraad hebben we uitstekende banden met de universiteit, die graag naar ons luistert.

We hebben iets meer dan 200 mandaten, waarvan het grootste deel aan het begin van het academiejaar verkozen wordt. Die mandaten zijn er op verschillende niveaus. Zo zijn er specifieke stuvers voor bepaalde opleidingen, faculteiten en soms zelfs voor een bepaald jaar van een opleiding. Als je een van die mandaten invult, ben je studentenvertegenwoordiger en daarmee ook het aanspreekpunt van en voor de groep studenten die jij vertegenwoordigt. Goede stuvers hebben een kritische blik en zien bepaalde zaken die beter zouden kunnen. Het is dan ook de bedoeling dat zij die problemen aankaarten in de commissie of raad waar zij in zetelen of bij hun collega-stuvers.

Een van de mandaten heeft te maken met de facultaire overlegorganen (FOO’s), waar decanen, proffen en studenten samenkomen. Daar kan je als stuver een probleem aankaarten en echt iets gedaan krijgen. Door het probleem te bespreken met mensen die er daadwerkelijk iets aan kunnen doen, kan er soms heel snel verandering komen. Er zijn ook stuvers op het centrale niveau van de universiteit, namelijk in de Onderwijsraad en de Stuvoraad. Deze mandaten worden ingevuld door studenten van verschillende faculteiten, wat zorgt voor diverse perspectieven. In de Onderwijsraad is elke faculteit met één student vertegenwoordigd. In de Stuvoraad zijn er vier plaatsen voor stuvers van de buitencampussen en vier voor die van de Stadscampus. Zij bespreken onderwerpen zoals komida, de feestgelegenheid op campus Drie Eiken en de bibliotheken.

Wie een centraal mandaat uitoefent, zit ook in onze Algemene Vergadering. Dat zijn naast de stuvers van de Stuvoraad en de Onderwijsraad ook vijf stuvers die we ‘vrij verkozenen’ noemen. Die laatsten zijn studenten die enkel in onze Algemene Vergadering zitten en niet automatisch in andere raden en commissies. Je vindt hen wel vaak terug in werkgroepen (vergaderingen met personeel), waar zij belangen van studenten behartigen. Binnen de groep van centrale mandaten heb je ook het bureau van de Studentenraad. De leden hiervan vormen het dagelijks bestuur van de Studentenraad en bestaan uit een voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en coördinatoren voor verschillende domeinen zoals onderwijs, ethiek en samenleving. Het bureau bereidt concrete dossiers voor en gaat een-op-een in gesprek met beleidsmakers van de universiteit.

wat doen we?

We denken heel hard na over wat er op de agenda moet komen en dat is waarom we elk jaar een beleidsplan opstellen per beleidsdomein. Daarin kijken we naar veranderingen die we graag zouden zien binnen onze universiteit en naar een concreet plan van aanpak. Qua onderwijs hebben we vorig academiejaar veel gewerkt rond multiple-answers-possible-vragen. Dat zijn meerkeuzevragen waarbij meerdere antwoorden mogelijk zijn. Aan de ene faculteit krijg je deelpunten als je bijvoorbeeld drie van de vier juiste antwoorden hebt, aan de andere faculteit krijg je dan nul punten. Samen met de universiteit werkt de Studentenraad aan concrete richtlijnen voor proffen. We pleiten er bijvoorbeeld voor dat je altijd deelpunten krijgt, ook al heb je een onderdeel niet aangekruist.

Daarnaast nemen we elk jaar het Onderwijs- en Examenreglement (OER) onder de loep om te bekijken of er veranderingen nodig zijn. De aanpassingen die in dat reglement gebeuren, moeten ook steeds door ons goedgekeurd worden.

Qua sociale zaken focussen we voornamelijk op feestinfrastructuur en sociale huisvesting. In het kader van sociale zaken zitten we ook in de komida-chat, waar het aanbod en de prijzen van het studentenrestaurant worden besloten. Mede op onze vraag worden broodjes bijvoorbeeld (proportioneel) meer gesubsidieerd, zodat je voor iets meer dan drie euro al een broodje hebt.

Om de werkpunten voor het komende academiejaar te bepalen, hebben we een bevraging gedaan bij studenten. Daaruit kwamen enkele belangrijke kwesties naar voren: werklast, kosten, communicatie en het gebrek aan duidelijke richtlijnen. Bovendien willen we inzetten op mentaal welzijn, op een centraal hulppunt voor grensoverschrijdend gedrag en ook op de neveneffecten van ‘de knip’, die ervoor zorgt dat je minder kansen krijgt om te slagen voor je vakken. Ook het eerdergenoemde project rond multiple-answers-possible-vragen willen we verderzetten.

Heb jij na het lezen een vraag voor ons? We horen het graag! Je kan ons altijd een DM op Instagram of een mailtje (studentenraad@ uantwerpen.be) sturen. Wil je een probleem aankaarten? Doe dit dan bij jouw stuver of via mail.

Heb je in dit artikel iets gelezen waar je een uitgesproken mening over hebt of waar je gewoonweg iets over te zeggen hebt? Dan is stuver worden misschien wel iets voor jou. Je kan jezelf vanaf het begin van het academiejaar kandidaat stellen voor openstaande mandaten.

Laurens Verhaegen

Voorzitter de Studentenraad



studentenleven

22/09/2024
uka
đŸ“·
Bron/externe fotograaf

uka

🖋: 
Auteur

Zing je graag onder de douche? Gaat je hart sneller kloppen van muziek? Ben je fan van Disneyliedjes, ABBA, andere popmuziek of moderne koorwerken? Het Universitair Koor Antwerpen (UKA) is hĂ©t studentenkoor van Antwerpen. “Zoals de naam al verklapt zijn we een koor, maar daarnaast zijn we ook een studentenvereniging als een ander. We komen samen om iets te delen: een gezamenlijke liefde voor muziek”, vertelt voorzitter en TEW-student Jaedi Bogaerts.

Elke dinsdagavond repeteert het koor van 19u tot 22u in Prinses16 ter ontspanning en ter voorbereiding op hun optredens. Het UKA is namelijk in volle glorie te aanschouwen op hun jaarlijkse lente- en winterconcert. Ook zijn ze regelmatig te vinden op proclamaties en op 16 oktober laten ze iedereen horen hoe cantusliedjes moeten klinken op hun eigen cantus.

Het koor doet met haar leden meer dan zingen: “Na de repetitie gaan we gewoonlijk op cafĂ© in ‘t Waagstuk, we organiseren twee keer per jaar een ledenweekend en we doen een barbecue. We zijn bovendien net terug van onze reis, die dit jaar naar de Provence ging.”

De sfeer die binnen het UKA heerst, zie je ook terug in het repertoire: “We zijn geen klassiek koor. We spelen vooral gekende liedjes: veel popliedjes, maar ook moderne koorwerken.” Veel van die liedjes zijn te vinden op hun gelijknamige YouTube-kanaal. Jaedi’s aanrader? “’Fire’”

Het UKA zingt ook internationaal: “We doen dit jaar weer mee aan de European Choir Games, die deze keer plaatsvinden in Denemarken”, vertelt Jaedi enthousiast. Door hun repertoire en de goede sfeer die het UKA ook op het podium uitstraalt staan ze internationaal bekend als the party choir of the sexy choir.

“We zijn nu met 50 à 60 leden. Onze doelgroep is niet per se studenten die veel koorervaring hebben, hoewel die ook zeker welkom zijn. In de eerste plaats zijn we op zoek naar mensen die graag zingen, bijvoorbeeld onder de douche of op een cantus, en denken: dat wil ik vaker doen.” Jaedi nodigt iedereen uit: “De meeste studenten beginnen bij het UKA zonder ervaring. Je groeit er vanzelf in. Dat was bij mij ook het geval.”

Enthousiast geworden? “Aan het begin van elk semester is er een stemtest om te bepalen of je toonhoogtes van elkaar kunt onderscheiden en tot welke stemgroep je behoort.” Het koor nodigt tijdens de repetities soms ook stemcoaches uit om nieuwe technieken aan te leren. Jaedi stelt tevreden: “Binnen een jaar leer je veel technieken om je stem en ademhaling onder controle te krijgen.”

Op dinsdag 1 oktober om 19u in Prinses16 is de eerste open repetitie. Heb je deze toevallig gemist? Niet getreurd: ook later in het jaar is iedereen altijd welkom verzekert Jaedi.



poëzie

22/09/2024
🖋: 
Auteur extern

Jente Jacob


Ik kom geen woorden te kort.

Nee, ze zijn er vanzelf.

Ze willen hun eigen zin spellen doorheen mijn lichaam, zich vermengen met mijn bloed. Vechten tegen slapeloosheid en hun weg naar buiten duwen als acne. Half weggerot in bed hechten ze zich aan elkaar, met een averechts gebreid patroon dekken ze me toe en duwen ze me met hun gezamenlijke zwaarte dieper de matras in.

Tot mijn gezicht verstrikt zit in zinnen en mijn voeten als het binnenste van een bol wol omsingeld zijn. Mijn armen liggen verwelkomend uitgespreid, de lege plaats naast mij wordt vertaald in fantasieën waar geen woorden voor zijn.

Ik kom geen woorden te kort, maar praten lukt niet. Ergens in mijn slokdarm hebben ze een muur gebouwd, mijn strottenhoofd gebarricadeerd.

Ik probeer.

Ik schrijf, ik zing, ik wandel elke dag, ik sta om 3u 's ochtends nog in de keuken, de woorden uit mijn lijf te bakken.

Ik probeer.

Ik probeer, ik probeer, ik probeer, als een droog stuk brood probeer ik hun weg te slikken.

Bananenbrood.

Ik wil je vertellen dat ik dankbaar ben voor jou.

Bananenbrood: 4 bananen, amandelmeel, een snufje zout, 3 eieren, bakpoeder en bicarbonaat.

Dat ik niet boos ben op jou

Bananenbrood: 5 bananenschillen, amandelmeel op mijn kleren, een plakkende hand vol

zout, zout, lege eierschalen en het bakpoederzakje naast de vuilbak

maar op wat je hebt gedaan

vijfenveertig minuten baktijd

tweeduizendzevenhonderd seconden in de oven

Gisteren fietste ik bijna tot aan je deur. Maar wat ging ik zeggen, dat ik je mis? Dat ik om 12u 's nachts een knuffel wou? Dat ik probeer? Want ik probeer.

Ik probeer, ik probeer, ik probeer elke keer iets nieuws.



studentenleven

22/09/2024
Bromvlieg
đŸ“·
Bron/externe fotograaf

Bromvlieg

🖋: 

De Bromvlieg is het theatergezelschap van UAntwerpen en voert jaarlijks twee stukken op, gespeeld én geregisseerd door studenten. Ik sprak met voorzitter Genia Kazantseva. Waar de naam van het gezelschap vandaan komt, is ook binnen de vereniging een mysterie, maar de werking ervan doet ze me wel met veel plezier uit de doeken.

Genia is naar eigen zeggen blijven plakken bij het bestuur nadat ze twee jaar geleden voor het eerst een theaterstuk regisseerde bij De Bromvlieg. Ze weet dus als geen ander hoe zo’n stuk tot stand komt: “In de eerste plaats organiseren we begin juli regisseursaudities, waarvoor we een oproep doen op onze sociale media. Dat is de gelegenheid voor kandidaat-regisseurs om kort hun idee te presenteren.” De kandidaten stellen het thema voor waarrond ze willen werken en kiezen zelf of ze vertrekken vanuit een bestaande tekst of in hun eigen pen kruipen. “Omdat we elk jaar maar twee producties kunnen opvoeren, maken we als bestuur onze keuze uit die verschillende audities. Dat is ook dit jaar weer gelukt”, voegt Genia toe.

Nieuwsgierig vraag ik om al een tipje van de sluier te lichten: “Ik kan er nog niet al te veel over zeggen, want de producties zijn op dit moment nog niet helemaal uitgewerkt. Wel kan ik al verklappen dat ikzelf weer een stuk zal regisseren. Het andere stuk zal voornamelijk tot stand komen door middel van improvisatie tijdens de repetities. Wat hieruit zal voortkomen is dus voor iedereen nog een verrassing.”

“De volgende stap is de casting. Aan het begin van het academiejaar organiseren we een infomoment en acteursaudities. Op zo’n auditie vragen we om een tekst naar keuze uit een van de stukken te brengen en zelf iets te presenteren; dat kan gaan van een eigen tekst of gedicht tot zelfs zang.” Podiumervaring is niet nodig: “Sommige acteurs spelen al heel hun leven, anderen deden het nog nooit. Het hangt er vooral vanaf waarnaar de regisseur op zoek is en wat past in het stuk.”

“Na de audities is het tijd om te repeteren. Dat doen we elke woensdagavond op de derde verdieping van Prinses16. Het verloop en de werkmethode van de repetities is bij iedere regisseur anders, maar hoe dan ook maken we naast repeteren ook tijd voor plezier en bouwen we vriendschappen op. Dat gebeurt bijvoorbeeld op ons repetitieweekend, waar er ‘s avonds tijd is om samen eentje te gaan drinken of een karaokeavond te houden.”

Plankenkoorts? Ook wie liever niet op het podium staat, wordt door De Bromvlieg met open armen ontvangen. “We zijn steeds op zoek naar mensen die willen helpen met de inkleding, het decor of de muzikale begeleiding.”

Contact opnemen met De Bromvlieg doe je via het Instagramaccount, waar ook de data van het infomoment en de audities zullen verschijnen.



studentenleven

22/09/2024
sfeerbeeld van het improvisatietheater met een blauwe achtergrond
đŸ“·
Bron/externe fotograaf

Mimosaurus

🖋: 

Speel je graag toneel, maar doe je liever wat meer je zin? Ben je het beu om scripts vanbuiten te leren en verzin je graag je eigen verhaal? Dan is improvisatietheater misschien wel de hobby voor jou. Op Universiteit Antwerpen kan je je in ieder geval al aansluiten bij De Mimosaurus, de studentenvereniging voor liefhebbers hiervan. Wij zaten samen met co-praesides Anke en Julie en vice-praeses Arthur, die ons vol enthousiasme vertelden over hun vereniging.

Voor de lezers die nog niet zo bekend zijn met improvisatietheater, krijgen we alvast een woordje uitleg. “Het is theater zonder een script of tekst,” vertelt Julie. “We doen allemaal korte spelletjes of oefeningen waarbij we met suggesties werken, die ons in een bepaalde richting laten gaan en een leuk resultaat teweegbrengen.” Anke geeft het voorbeeld van het spelletje ‘freeze’: “Je hebt twee spelers op het podium die een scùne spelen. Iemand uit het publiek mag dan freeze roepen. Op dat moment mogen de spelers niet meer bewegen, een van de twee wordt weggetikt, en iemand nieuw komt erin die dan vanuit dezelfde bevroren positie een andere scùne moet beginnen spelen.”

Tijdens hun trainingen spelen ze deze spelletjes, of werken ze wat dieper rond een bepaald thema, zoals bepaalde genres of manieren om je lichaam te gebruiken. “Er is heel veel te leren,” zegt Anke. “Vanaf dat je op het podium staat, ben je impro aan het doen, wat al goed is, maar je leert wel veel bij.” Je verbeelding loslaten op deze manier is niet voor iedereen even gemakkelijk, en daarom is laagdrempeligheid een belangrijke waarde voor hen. “Je mag gewoon binnenlopen, al onze trainingen zijn helemaal open. Als je je niet helemaal comfortabel voelt, ben je ook altijd welkom om gewoon eens te komen kijken.” Julie voegt daaraan toe: “We staan echt voor openheid, er is geen ervaring nodig, en als je eens niet kan komen, is dat ook niet erg.”

Ze hechten ook veel belang aan het groepsgevoel. Iedereen is welkom, of je nu van de universiteit of hogeschool komt, je moet zelfs geen student zijn. Daarnaast zetten ze in op teambuilding. Arthur vertelt daar wat meer over: “We proberen dit jaar om veel teambuildings te organiseren. De trainingen zelf zijn al heel persoonlijk met veel interactie: op die manier zijn we niet gewoon een improgroep, maar echt vrienden die samen impro doen. Daar blijven we ook op inzetten.” Ook solidariteit is belangrijk: ze staan altijd klaar om mensen te helpen die moeite hebben de teambuildings bij te wonen omwille van financiĂ«le problemen of beperkingen en benadrukken dat ze een LGBTQIA+-safe space zijn.

GeĂŻnteresseerd? Bij De Mimosaurus staan ze dus alvast klaar om je met open armen te ontvangen. Ze houden elke woensdagavond training in Prinses16, waar iedereen welkom is. Als je iets minder graag op een podium staat, kan je altijd komen kijken naar hun jaarlijks optreden.



het laatste woord

22/09/2024
🖋: 

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie is er eentje om je vingers bij af te likken: ketchup.

We schrijven dan wel over faciliteiten, bezienswaardigheden in Antwerpen en culturele activiteiten, eigenlijk weten we ook waar je als eerstejaars het meest naar uitkijkt: de frituur zo vaak bezoeken als je wil zonder dat je ouders het merken. Daar hoort de eeuwige discussie bij: mayonaise of ketchup? Wees gewaarschuwd: wie verder leest, wil misschien nooit meer een potje ketchup zien. Al kan de etymologie van het woord ook dienen als argumentatie voor het mayonaisekamp.

De populaire tomatensaus waarin half BelgiĂ« gretig hun frietjes dipt, had vroeger wellicht een heel andere smaak. Over de oorsprong van de benaming bestaan tal van theorieĂ«n. De eerste verwijzing dateert vermoedelijk al uit de zeventiende eeuw – niet door een inwoner van ons frietland, wel door de Chinezen. Zij gebruikten kĂŽe-chiap om te verwijzen naar een mix van gepekelde vis en kruiden. Wie beweert dat ketchup de superieure saus is, heeft het wellicht niet over gepekelde vis in een plastic potje. Nog een extra weetje: ‘ketjap’ is ontleend aan datzelfde woord.

Is je ketchup-craving nog niet helemaal verdwenen na de vorige alinea? De Engelsen doen er nog een schepje bovenop. De eerste vermelding van ketchup in de Engelse taal komt voor in een woordenboek uit 1690, waarin het woord wordt geschreven als catchup. Die eerste drie letters ... Ik wil het niet te luguber maken, maar waarschijnlijk zie je het zelf al voor je.

Voor de goede orde: er zat geen gemalen kat in de voorloper van de rode saus. Al was het daadwerkelijke recept niet veel beter. In het Verenigd Koninkrijk werd ketchup vroeger niet gemaakt van tomaat, maar was paddenstoel het primaire ingrediĂ«nt. Die bereidingswijze waaide ook over naar de VS. Een vroeg recept voor ‘tomato catsup’ uit 1817 lijkt dan weer verrassend hard op dat van de Chinezen, deze keer wel met tomaat. Van “pureer de tomaten met zout” tot “voeg per liter een kwart pond ansjovis toe”, erg smakelijk klonk het niet. Die ansjovissen verdwenen pas halverwege de negentiende eeuw uit het recept.

Heb je dus een nieuwe hartsvriendin leren kennen aan de universiteit en twijfel je als mayonaiseliefhebber om de vriendschap toch af te breken omdat ze deel van team ketchup is? Vertel haar over gepekelde vis en paddenstoel. Volstaat de gedachte aan heerlijke frieten in ansjovis- of paddenstoelpuree dippen niet, kun je een paar kattenharen toevoegen voor een dramatisch effect. Lang zal de ketchupliefde niet duren.



Antwerpen

22/09/2024

Zoals je kan lezen, is er in en rond de universiteit genoeg voorhanden om je de grauwe collegezalen te doen vergeten. Voel je niets voor al dat studentikoze gedoe of heb je simpelweg meer vrije tijd dan je lief is? Goed nieuws: je studeert nu in ‘t Stad! Niet voor niets zeggen de dikke nekken die hier wonen dat alles erbuiten ‘parking’ is: ook buiten de universiteit valt meer dan genoeg te beleven. Speciaal voor de student die nog niet weet waar te beginnen, geven onze redactieleden hun lievelingsplekjes prijs.

Scheldekaaien – Pebbles

Mijn favoriete terras in Antwerpen? De kaaien. Mijn favoriete picknickplek in Antwerpen? De kaaien. Mijn favoriete looppiste in Antwerpen? De kaaien. De mogelijkheden zijn eindeloos en wat je ook kiest, het wordt tien keer beter dankzij het prachtige uitzicht en het rustgevende gekabbel van het water. De kaaien zagen me op mijn beste momenten, lachend met vrienden met een drankje in de hand bij zonsondergang, en op mijn slechtste momenten, terwijl ik me troostte met de gedachte dat mijn stortvloed aan tranen niets voorstelt vergeleken met de uitgestrektheid van de Schelde. Onder ons gezegd en gezwegen: zelfs mijn eerste zoen was aan de Schelde. Bobbejaan Schoepen zong niet voor niets: “Zie ik de lichtjes van de Schelde, dan gaat m’n hart wat sneller slaan.” Wil je nog meer genieten, wandel dan via de historische Sint-Annatunnel naar Linkeroever, de monumentale houten roltrappen en de 500 meter aan blauwe en witte tegeltjes maken het een Antwerps pareltje op zichzelf, of neem de gratis overzetboot aan Het Steen. Zelfs zonder geliefde aan je zijde zul je je hart er voelen bonzen door het unieke zicht op de majestueuze kathedraal. Oh, Kathy, ik weet dat jij op mij zult wachten en aan de kaai zult staan.

Volkstraat – Lotte

Voor mij is Antwerpen Zuid de perfecte plek om tot rust te komen. Het heeft nog steeds dat stadse gevoel waar ik van hou, maar dan zonder de drukte van massa’s mensen. De buurt zit vol met gezellige restaurants en boetiekjes en huisvest toevallig ook mijn twee favoriete plekken van ‘t Stad, beide gelegen aan de Volkstraat. Ik begin altijd bij Steen en Been, een taxidermist. Binnen voelt het als een klein museum, vol met indrukwekkende taxidermie van zoogdieren, vissen en insecten. Daarnaast worden hier ook de meest bijzondere kristallen en mineralen verkocht. Jan Leestmans, de vriendelijke eigenaar achter de kassa, beantwoordt graag al je vragen en pakt je aankoop altijd zorgvuldig in alsof het een cadeautje is. Laat Steen en Been nu net tegenover mijn favoriete koffiebar liggen: Charlie’s. Deze koffiebar bevindt zich op de begane grond van een statig herenhuis, en is te herkennen aan de koningsblauwe kozijnen. In de zomer hebben ze een klein terras op de stoep. Het menu biedt voor ieder wat wils, van zoetigheid en hartige lunches tot verfrissende limonades en bijzondere koffies. Samen vormen ze de ideale combinatie om met jezelf op date te gaan, of om met een groepje vrienden een ontspannen middag door te brengen.

Zuidpark – Elena

Ik schrok me een hoedje toen de speeltuin waar ik in opgroeide opeens verdween. Gelegen tussen de Scheldestraat en de Van der Sweepstraat ligt sinds enkele maanden een grote groene vlakte, het Zuidpark. Waar vroeger nog een kleine speeltuin en een grijze woestijn aan parkeerplaatsen lag, is er nu plaats voor vernieuwde speeltuinen, hondenweides, sportvelden en zitbanken. De perfecte rustplek als je wilt people watchen, wilt uitrusten na een bezoekje aan het KMSKA of als je een lekker ijsje wilt eten. Dat het beste ijssalon van ’t Stad, Gelato Factory, naast dit park ligt, is mooi meegenomen! Het park is in drie grote ‘tafels’ verdeeld, die elk verschillen van elkaar om specifieke noden van buurtbewoners en parkgangers te vervullen. De centrale tafel is een open grasvlakte die verrassend koel blijft, ook tijdens hittegolven. Die verkoeling komt mede door een waterbassin waarin pootjebaden verwelkomd wordt. De andere twee tafels hebben ook die grasvlaktes, maar bestaan verder uit speeltuinen, stiltetuinen, regentuinen en sportvelden. Er zijn ook veel bloem- en boomsoorten aangeplant die het park heel het jaar door van bonte kleuren voorzien. Voor de lezers met groene vingers, er is ook een samentuin geplant aan de Waalsekaai waar je naar hartenlust kan tuinieren.

DeliBox – Casper

Frietjes en smosjes zijn zo een beetje het standaardmenu voor de Antwerpse student. Het is dan ook geen wonder dat er in onze studentenbuurt een overaanbod is aan frituren en broodjesbars. Maar wat als je een frituur en een broodjesbar zou kunnen uitbaten in één zaak? Dit gat in de markt werd reeds gevuld door DeliBox, waar je combinaties als smos mexicano met stoofvlees kan bestellen. Ook als je hiervan niet meteen begint te watertanden is DeliBox het bezoeken toch waard, alleen al voor haar uitbater. Achter de toog staat geen ongeĂŻnteresseerde jobstudent, maar Michael: een Irakees die lang geleden in Antwerpen aanspoelde en besloot om de lokale friettraditie ter harte te nemen. Michael heeft naar eigen zeggen al een klein fortuin samengespaard sinds zijn aankomst in Antwerpen. Dit geld verdiende hij niet enkel met het uitbaten van zijn frituur. Deze nevenzaken kunnen hier jammer genoeg niet expliciet benoemd worden. Toevertrouwde geheimen publiceer je immers niet zomaar in een studentenblad
 Wie zijn nieuwsgierigheid niet te baas kan, zal zelf naar DeliBox moeten trekken en hopen dat Micheal himself het hem verteld. Maar wees snel! Want Michael sluit dit semester zijn DeliBoxtijdperk af om weer te vertrekken naar nieuwe horizonten.

Plantentuin Den Botaniek – Lena

Toen ik, net zoals sommigen van jullie, voor de allereerste keer op kot ging in een nieuwe stad, ging ik vaak wandelen om deze te ontdekken. Doelloos ronddwalen noemde ik dat altijd. Op deze manier kon ik, als een vorm van ontspanning, de stad verkennen. Op een dag, tijdens zo’n wandeling, ontdekte ik een oase van groen tussen alle gebouwen en stedelijke elementen van een stad zoals Antwerpen. Na wat twijfelen en opzoeken of dit wel een openbare tuin was, begon ik aan mijn ontdekkingsreis. In deze prachtige tuin vond ik een collectie van meer dan tweeduizend verschillende plantensoorten, van struiken en bloemen tot zelfs cactussen en medicinale kruiden die oorspronkelijk werden gebruikt in het Sint-Elisabethgasthuis. Er was zelfs een serre te vinden die een collectie van uitheemse planten zou bevatten, maar die is op dit moment gesloten. Aan jullie zou ik aanraden om de ingang langs het Mechelseplein te nemen, nadat je een koffiekoek bent gaan halen bij bakkerij Lints. Daarna kun je in de plantentuin gaan zitten voor een picknick. Geen zin in eten? Dan blijft dit een zeer mooie en vaak rustige plek om een goed boek te lezen of om gewoon wat uit te rusten van het drukke academiejaar.

Hendrik Conscienceplein – Myrddin

Het Hendrik Conscienceplein ligt ingeklemd tussen de gelijknamige erfgoedbibliotheek, de Sint-Carolus Borromeuskerk en een rij horecazaken. Tussen al die pracht en praal is het een ideale plaats om weg te dromen. Wanneer ik hier ’s zomers van de schaduw geniet onder de boom en naar de prachtige kerk kijk, kan ik me even in ItaliĂ« wanen. Ik sluit mijn ogen en luister naar straatmuziek, voel de zomerbries, ruik de geur van zuiders eten van de omliggende terrasjes. Wanneer ik ItaliĂ« beu ben, kan ik me inbeelden dat ik in het verleden ben. Vrij van auto’s en omsloten door oude gebouwen lijkt hier niet veel veranderd in de afgelopen vierhonderd jaar. Een bezoekje aan de kerk maakt dat gevoel alleen maar sterker. Weg van het lawaai van de stad bestaat hierbinnen een wereld waarin de barok nog volop in leven is. Na oog in oog te staan met een Rubensschilderij en een kaarsje te branden voor de examens zeg ik vaarwel aan de barok. Voor ik het plein verlaat, werp ik nog een laatste blik op wat voor mij het meest dromerige tafereel is: de oude zijingang van de erfgoedbibliotheek. Boven de deuren bevinden zich de enige ramen langs waar je kan binnenkijken in de opslagruimten, een kleine glimp van een doolhofachtige wereld waar meer dan een miljoen volumes opgeslagen liggen. Voor wie minder een dagdromer is: de erfgoedbibliotheek is een prima studieplek.

Begijnhof - Jana

Als nieuwe student in Antwerpen kan het een uitdaging zijn om een rustig plekje te vinden te midden van het bruisende studentenleven. Gelukkig ontdekte ik al snel het Begijnhof, een verborgen oase die me telkens weer terugbrengt naar de rust en natuur van mijn thuis in Limburg. Verscholen achter een bescheiden poort in de Rodestraat ligt dit idyllische hofje waar de tijd lijkt stil te staan. Het hoge gras, de oude bomen en de zachte geur van bloemen vullen de lucht en fluisteren verhalen uit vervlogen tijden. Als Taal-en letterkundestudente vind ik hier de perfecte plek om te ontspannen met een goed boek. Terwijl ik op een van de houten bankjes zit, vergeet ik de drukte van de stad om me heen. Het gefluister van de bladeren en het vrolijke gezang van vogels doen me even wegdromen naar de bossen van mijn thuisdorp. Het Begijnhof is niet alleen een toevluchtsoord voor wie aan de stadsdrukte wil ontsnappen, maar ook een plek die uitnodigt tot reflectie en inspiratie, waar je de geschiedenis van de stad haast kunt voelen. Voor een korte pauze tussen de lessen door of een moment van stilte na een lange dag is er geen betere plek. Een stukje Limburg in Antwerpen, waar ik altijd tot rust kom.

MAS – Julie

Het Museum aan de Stroom staat vooral bekend voor het gratis panorama op het dak, waar je talrijke toeristische trekpleisters in één keer kan bezichtigen. Voor mij is het een plek waar ik talrijke herinneringen maakte: van de bezoekjes als kind tot mijn promotie tot jobstudent in het museum − neen, dit stekje schrijven staat niet in mijn contract. Al zijn ze niet gratis, de museumzalen zijn ook zeker de moeite waard, zeker als je wat meer wilt weten over de geschiedenis van Antwerpen. In de zomer kan je er Amerikanen en Duitsers op vakantie komen spotten. Moest je daar de buik van vol hebben, heb je misschien nog een plaatsje over voor een koffiekoek van bakkerij Dellafaille op de MAS-gronden. Een piepklein gebouwtje, maar met overheerlijk gebak. Moest je daarna zin hebben gekregen in een wandeling, is de ligging daarvoor perfect. Je kan koers zetten richting dokken en Eilandje, of je toch laten overtuigen door Pebbles en even uitwaaien op de kaaien.



studentenleven

22/09/2024
Symphonic City Sounds
đŸ“·
Bron/externe fotograaf

scs

🖋: 

Sinds zijn oprichting in 2019 is Symphonic City Sounds (SCS) een ware thuis voor studenten en alumni met een liefde voor muziek. Het symfonisch orkest is ook in volle groei en blijft op zoek naar enthousiaste studenten die de groep willen vervoegen om samen de mooiste concerten te creëren. Voorzitter Celine en dirigent Mees gaven ons een woordje uitleg en lichtten al een tipje van de sluier over hun plannen van volgend jaar.

Wie een passie heeft voor muziek en graag wil blijven spelen op de universiteit, zal zeker passen binnen SCS. Over welke instrumenten dit gaat en wat symfonisch nu eigenlijk betekent, legt Celine ons uit: “Symfonisch, dat wil eigenlijk zeggen het typische beeld van een orkest met violen en blazers, alles erop en eraan.” De strijkers, die je dus niet terugvindt in een harmonie, zijn een belangrijk deel van het orkest. “Je zou het kunnen zien als een strijkorkest met blazers”, legt Mees uit; zo benadrukt hij het belang van violen, altviolen, celli en contrabassen voor een symfonisch orkest.

Iedereen is welkom, laten ze ons weten. “Ons kernpunt is dat we laagdrempelig en toegankelijk zijn”, vertelt Celine. “We verwelkomen zowel studenten als alumni, van de hogeschool en de universiteit.” Audities doen ze ook niet: wie met een instrument overweg kan, kan komen meedoen. Het is dus een heel diverse groep, met een heel fijne dynamiek, zegt Celine: “We hebben één groot ding gemeenschappelijk en dat is muziek. Dat brengt ons samen.” Mees gaat hiermee akkoord: “In een muziekvereniging zitten is enorm verbindend.” Aan dat groepsgevoel hechten ze ook veel belang: naast hun repetities organiseren ze ook af en toe een repetitiedag- of weekend en gaan ze achteraf vaak samen op cafĂ©.

SCS repeteert elke zondagavond in Prinses16 om 19u, waar ze toewerken naar twee concerten per jaar: een kleiner kerstconcert en een groot concert in mei. “Het is een heel leuke manier om de week te starten”, vertelt Mees over de repetities. “Door samen te musiceren hebben we geen zondagsgevoel.” Mees legt ons uit wat ze daar dan precies spelen. “We leggen de focus op klassieke muziek. Op een concert spelen we meestal een ouverture, een solowerk, een deeltje van een symfonie, en filmmuziek.” Ze weten ons alvast te zeggen dat dat laatste deel volgend jaar uit de Sound of Music zal komen. Zo gaan ze, passend bij hun naam, volgend jaar voor het thema ‘sound’. Geen nood dus voor degenen die zelf geen instrument spelen, maar wel de liefde voor muziek delen: naast hun concerten elk semester, zijn ze ook alvast te zien op 9 oktober op de cultuuravond van Rubi. Voor wie geĂŻnteresseerd is, organiseren ze op 29 september en 6 oktober om 19u open repetities in Prinses16. Hier kunnen nieuwe spelers eens meekijken of meespelen. Misschien word jij dus wel één van hen!



studentenleven

21/09/2024
🖋: 

Als nieuwe student aan UAntwerpen krijg je de kans om deel te nemen aan een eeuwenoude traditie: de studentendoop. Al moeten we je dat vast niet vertellen, want de doop is sinds 2018 niet meer weg te denken uit de media. Misschien schrikken de verhalen over extreme rituelen je af, of ben je juist enthousiast door positieve ervaringen van je oudere vrienden. Dit artikel biedt een overzicht om je te helpen een geĂŻnformeerde keuze te maken.

Het klinkt waarschijnlijk onaantrekkelijk: uren op je knieën doorbrengen, bedolven worden onder smurrie en ranzige voedselcombinaties voorgeschoteld krijgen, terwijl studenten van soms amper een jaar ouder tegen je schreeuwen dat je slechts een kutschacht bent. Ik hoor je al denken: waarom doen zoveel studenten zichzelf dat aan? De redenen lopen uiteen: om vrienden te maken, uit sympathie voor de vereniging en haar tradities, om zichzelf uit te dagen, of gewoon omdat ze het leuk vinden. Sommigen vinden het zelfs zo leuk dat ze zich laten dopen bij verschillende clubs. 

welwillend welgekomen 

Bij verschillende clubs? Ja hoor, het komt vaker voor dan je zou denken en daar is een goede reden voor. De doop is namelijk slechts het startmoment: na de doop ben je officieel ‘schacht’ (een minderheid van de clubs maakt nog onderscheid tussen het mannelijke ‘schacht’ en het vrouwelijke ‘por’) tot je ontgroend wordt tot ‘commilito’, een volwaardig lid. Hoewel de ontgroening vaak een relatief eenvoudig ritueel is, zoals het drinken van een ad fundum bier of een niet-alcoholische variant met wat zout, zijn het vooral de ervaringen in de tussenperiode als schacht die velen aanspreken. 

In deze periode krijg je vaak allerlei opdrachten, waarbij het vooral gaat om promotie maken voor clubactiviteiten en aanwezig zijn bij evenementen. Daar kunnen enkele ludieke opdrachten bij komen, zoals het clublied zingen in het buitenland of een valentijnsroos kopen voor een praesidiumlid. Tijdens cantussen leer je aan een aparte tafel, de zogenaamde ‘bak’, dan weer de kneepjes van het vak en de tradities van de club. 

Hoewel sommige clubs strenger zijn dan andere, zijn bovenstaande zaken vaak niet eens nodig om ontgroend te kunnen worden. Zo goed als alle clubs vinden het namelijk fijn om meer ingewijde leden te hebben en zullen je, indien je gedoopt bent en een minimum aan engagement hebt getoond, ook ontgroenen. Sterker zelfs, als er één ding is dat je uit dit artikel moet meenemen, is het dat je je helemaal niet moet laten dopen om lid te worden van een studentenclub. Lid ben je zodra je een lidkaart koopt en zelfs die heb je vaker niet dan wel nodig om naar een activiteit van een club te trekken, al krijgen leden meestal korting. 

het lieve leed 

De meeste universiteitsverenigingen die dopen kiezen voor een dagdoop, omdat die meestal als aangenamer wordt ervaren dan een intensieve weekdoop. Aesculapia, de club voor geneeskundestudenten, kiest voor een middenweg. Wout, praesidiumlid bij de club, licht toe: “Doorheen de maand oktober organiseren we vier doopactiviteiten. Ook organiseren we een weekend waarbij eerstejaars en praesidium elkaar op een leuke manier leren kennen.” De formule van Aesculapia is dus minder uitputtend dan een weekdoop, maar levert wel meer kansen op voor schachten om vriendschappen op te bouwen dan een korte dagdoop. PSW, de club voor studenten Politieke- en Sociale wetenschappen, kiest voor een andere middenweg met een doopdriedaagse. Nog andere clubs organiseren dan weer enkel een doopcantus. 

Hoe lang je doop ook duurt, je zult in elk geval worden uitgedaagd met een reeks activiteiten. Je kunt rekenen op enkele vaste elementen: je verkleedt je volgens een bepaald thema en ondergaat een ‘dril’, een fysiek gedeelte dus, en een ‘vettig gedeelte’. Clubs vullen die onderdelen verschillend in: bij de ene club zul je tijdens de dril vijftig keer moeten pompen, de andere club laat je rondjes lopen alsof je een personage uit Mario Kart bent. Hoe vuil je uit het vettig gedeelte komt, hangt ook weer af van de organiserende vereniging. Doorgaans besmeuren doopmeesters je met de goedkoopste voedingswaren die het praesidium bij elkaar kon rapen en krijg je allerlei ‘lekkers’ voorgeschoteld, zoals pickles met slagroom. Kroonjuweel van die vettigheid is de schachtenpap, een huisbereid vloeibaar goedje met mysterieuze ingrediĂ«nten. Om ervoor te zorgen dat de doop een plezierige ervaring blijft, zal de club je vooraf aanraden een doucheplek te voorzien. Sommige praesidia, die extra betrokken zijn, stellen zelfs hun eigen kot ter beschikking. Daarnaast zul je je voor een doop ook moeten inschrijven, zodat de aanwezige zorg- en zedenmeesters rekening kunnen houden met zaken als slechte knieĂ«n, astma, allergieĂ«n en diĂ«ten. Als een club je wil dopen zonder daarachter te vragen, moeten er alarmbelletjes afgaan. 

meeloperij of machtsspel

Naast de dril en het vettig gedeelte zijn er ook andere elementen die vaak aan bod komen, zoals de ‘olifantenpas’, het gezamenlijk scanderen van ludieke teksten en het aanleren van het clublied. Veel van deze opdrachten zijn bedoeld om je te helpen je (publieke) schaamte te overwinnen door samen met anderen te lachen en jezelf even uit je comfortzone te halen. De machtsverhoudingen tijdens een doop zijn vaak niet meer dan een symbolisch rollenspel. Toch zijn er enkele aandachtspunten. Zo zijn er nog steeds clubs die hun schachten tijdelijk ‘verkopen’. Hoewel dit niet per se negatief hoeft te zijn, geeft de club op die manier de controle uit handen. De ervaring hangt dan af van de intenties en betrokkenheid van de koper. Bovendien streven enkele clubs nog steeds naar de titel van ‘de bruutste’. Dit betekent dat ze de meest uitdagende doop proberen te organiseren. Om deze om-ter-hardst-mentaliteit te temperen, heeft het Antwerpse stadsbestuur geïnvesteerd in zowel een doop- en feestcharter als een inspiratiegids voor dopende studentenverenigingen.

het chauvinistische charter

Het doopcharter waarborgt de fysieke en mentale integriteit van de deelnemers en houdt het alcoholgebruik binnen de perken. Een belangrijk aandachtspunt is dat een doop moet doorgaan op openbare plaatsen. Afgesloten kelders waar de politie niet kan controleren zijn dus niet enkel een slecht teken, maar gewoonweg verboden. Het is simpel: clubs die het charter niet ondertekenen, mogen niet dopen. Sterker zelfs, als je deelneemt aan een doop van een club die het charter niet ondertekende, riskeer je zelf een tuchtprocedure binnen UAntwerpen. Je kijkt dus maar best na of de club waar je je wilt laten dopen het charter heeft ondertekend. Clubs die het charter niet hoeven te ondertekenen, zijn uiteraard de clubs die helemaal niet dopen. Vooral thema- en studieclubs passen steeds vaker voor een bindend welkomstritueel, vanuit het idee dat hun leden sowieso al een gedeelde interesse en dus connectie hebben. Zelfs onder de faculteits- en departementsclubs zijn er enkele die passen voor het ritueel. Andere kiezen dan weer voor een tussenweg. Een voorbeeld daarvan is Klio, departementsclub van Geschiedenis, die sinds 2021 niet langer een doop, maar een initiatiedag in de vorm van een stadsspel organiseert. Het verschil? Dat omschrijft Ronan, praeses van de club, als volgt: “Wij stimuleren geen banden vanuit een gedeelde vernedering, maar leggen de focus op het idee dat men samen sterk staat. Tijdens onze initiatiedag staat teamwork centraal.” Drillen en stinken staat dus niet meer in het woordenboek van Klio. “Na het stadsspel volgt een initiatiecantus waar we in een rustige omgeving de regels en praktijken omtrent cantussen aanleren”, sluit Ronan af.

grondige grenzen

Over één onderdeel van een doop, misschien wel het allerbelangrijkste, hebben we het nog niet gehad: jouw persoonlijke grenzen. Clubs hopen natuurlijk dat iedereen volop meedoet, maar in een respectvolle doop zou het stellen van je eigen grenzen net zo belangrijk moeten zijn als het verleggen ervan. Wout verzekert me dat dat bij Aesculapia alleszins het geval is: “Tijdens elk van onze doopactiviteiten is er niets verplicht. Je kan op elk moment zeggen dat je iets niet wilt of stoppen met de doop. Natuurlijk blijf je dan nog steeds welkom op al onze activiteiten, net zoals alle studenten.” Of je je laat dopen of niet, dat blijft jouw beslissing. Twijfel je nog? Veel clubs organiseren in het begin van het academiejaar een infoavond waar je laagdrempelig al je vragen kan stellen. Je kunt ook gerust even afwachten en je laten dopen in een later academiejaar. Nog een laatste goede raad van oma : vrienden voor het leven vind je sowieso wel, ook zonder doop. 



editoriaal

21/09/2024
🖋: 

Stadscampus of buitencampus, pendelen of op kot, ieders studentenleven ziet er anders uit. Het is een ervaring die je zelf vorm geeft, en dit lijkt misschien heel eng. Wees gerust: iedereen is erdoorheen gemoeten, en zo wij ook.

Aan alle nieuwe stadscampussers: welkom. Jullie zetten nu je eerste stapjes in een deel van ‘t Stad dat daarvoor zijn deuren gesloten hield voor jullie, waar de wapperende rode vlaggen van de universiteit nog geen betekenis hadden. Ook voor mij was dit deel onbekend. Antwerpen bestond voor mij uit de Meir, de Groenplaats en enkele plekjes die ik bezocht tijdens korte tripjes met vrienden of familie. Maar dan: de studentenbuurt. De gemiddelde leeftijd ligt er twintig jaar lager, de broodjeszaken zijn er de beste van de stad en het bier vloeit er rijkelijk – een oase voor de startende student. De universiteitsgebouwen zelf zijn talrijk. Niet alleen zijn ze voor mijn lotgenoten met een tragisch oriĂ«ntatievermogen moeilijk te vinden, de benamingen zijn ook nog eens verwarrend: een K kan staan voor gebouw K maar ook voor de Kattenstraat. Maar niet gevreesd: je medestudenten staan allemaal voor dezelfde uitdaging. Of je het nu wilt of niet, je zal samen met hen een aantal belangrijke levenslessen leren. Daar hoef je zelfs geen kot voor te hebben: als eeuwige pendelaar kom je ook zeker een aantal belangrijke zaken te weten. Hier alvast een voorbeeld: de NMBS is je grootste vijand, en bij vertragingen is het wafelkraam je grootste vriend.

Ook aan iedereen die studeert op een campus waar het nut van je studie niet in twijfel wordt getrokken: welkom. Hoewel ze zich op de Stadscampus zorgen maken om broodjeszaken of de trein, hebben we op campus Middelheim, Groenenborger of Drie Eiken geen tijd voor dat soort grappen. Er moet gestudeerd worden. Met een overvol lesrooster waar – geloof het of niet – meer verplichte lessen in staan dan je nu denkt, vrees je waarschijnlijk voor je leven. Je leven buiten het studeren bedoel ik dan. Maar niet getreurd: ook jij staat er niet alleen voor. Als je het gevoel hebt er wel alleen voor te staan, dan klopt dat. Dan zitten je vrienden waarschijnlijk achter hun boeken. Gelukkig kan je jezelf troosten met de gedachte dat iedereen, elke student, prof of een moeilijkere aanduiding daartussenin, in hetzelfde schuitje zit of heeft gezeten – of moet ik zeggen zinkend schip. Hoewel mijn zinkendschipvergelijking dit niet zo een-twee-drie toelaat, wil ik wel zeggen: elk pad (dat niet nieuw is) is al een keer door eerdergenoemden bewandeld. Treed in hun voetsporen – deze zijn op de ene (modderige) campus makkelijker te vinden dan op de andere. De mensen voor jou konden het: waarom zou jij het niet kunnen? Mocht je nu in jezelf een antwoord gegeven hebben, raad ik je aan om ons artikel over faalangst en mentaal welzijn te lezen.