betweter

23/03/2017
🖋: 
Auteur

Het is niet omdat je veel onnozele weetjes kent, dat je een betweter bent. Dat bewijst een van onze redacteurs elke maand door een waanzinnig interessant, ongelofelijk boeiend of verbluffend spannend feit te delen.

In de stad wonen heeft zo zijn voordelen. Eén daarvan is dat alles in de buurt ligt. Afgesproken op de Groenplaats? Een tiental minuten op voorhand vertrekken is meer dan genoeg om er op tijd te geraken. Maar mis je het groene licht aan het einde van je straat, kan je daar al gemakkelijk een minuutje bij rekenen. Dit herhaalt zich enkele keren en uiteindelijk ben je bijna dubbel zo lang onderweg. Zijn de verkeerslichten speciaal geprogrammeerd om jou het leven zuur te maken of zou er dan toch een logisch systeem zijn om ons snel van punt A naar punt B te verplaatsen?

 

Op vele plaatsen zit er wel degelijk een systeem achter de kleurenwissel van de verkeerslichten. In de groene golf, zoals ze dat systeem noemen, zijn de verkeerslichten zo op elkaar afgesteld dat een voertuig nooit een rood licht hoeft te zien. De tijd tussen het groene licht van het ene kruispunt en dat van een volgend kruispunt is gebaseerd op de gemiddelde snelheid die in die zone gereden wordt. Rij je dus sneller of trager dan de gemiddelde snelheid, dan kom je voor een rood licht terecht.

 

De groene golf bestaat niet alleen voor het gemak van de bestuurders, maar heeft ook een belangrijke functie in de veiligheid van het verkeer. Er wordt minder vaak te hard gereden, omdat het voordeliger is om de gemiddelde snelheid aan te houden. Bestuurders die zich niet meer moeten focussen op het al dan niet rode licht, letten meer op hun omgeving en kunnen dus sneller reageren op onverwachte situaties. In Duitsland bestaan er zelfs verkeersborden die aangeven dat je mag doorrijden bij het volgende verkeerslicht omdat het gegarandeerd groen gaat zijn. De kruispunten in de groene golf vermijden ook woonzones, zodat het verkeer daar veel rustiger is.

 

Voor het openbaar vervoer zijn er echter meer nadelen dan voordelen. Omdat bussen en trams tussen twee verkeerslichten moeten stoppen aan een halte, missen ze het groene licht. Hierdoor kunnen ze te laat komen aan hun volgende halte of vertrekken ze te vroeg, omdat ze het groene licht nog willen halen. Fietsers hebben hetzelfde probleem, al is de groene golf op sommige plaatsen wel aangepast aan de tweewielers. Als je bijvoorbeeld twintig kilometer per uur fietst tussen de stations Antwerpen-Centraal en Antwerpen-Berchem, kan dat zonder te stoppen.

 

Het is een ingenieus systeem, maar voorlopig kan je best nog enkele minuten extra bij je reistijd rekenen.



“Ge leeft maar ene keer, toevallig nu.”

23/03/2017
🖋: 

dwars had een exclusief interview met de laatkomer van De Mol, Hans De Winter. In het programma ziet Hans er misschien wat schuchter uit, maar na een supervlotte en toffe babbel met deze professor in de Farmaceutische Wetenschappen, is dat beeld helemaal weggevaagd. En wie weet kom je hier wel iets meer te weten over de vraag die op de lippen van elke Vlaming brandt: wie is de mol?

Dag professor! Hoe kijkt u terug op uw deelname aan De Mol?

Dat is iets wat ik nooit zal vergeten! Ik wist eigenlijk al een tijdje dat ik graag eens wilde meedoen, maar ik was onzeker over een heel aantal dingen. Wat zal de pers zeggen? Zal ik herkend worden op straat? Zal ik dat leuk vinden of zal ik dat haten? Hoe zal de groep zijn? Wat zullen de proeven inhouden? Eigenlijk weet je niets op voorhand, en daar had ik wel een beetje schrik voor. Maar uiteindelijk dacht ik: Hans, je mag niet kijken naar de dingen die je niet weet, want die weet je toch niet, en je moet gewoon kijken naar wat je zelf wilt doen. En als ik nu De Mol op tv zie, ben ik zó blij dat ik heb meegedaan!

 

Soms moet je eens durven springen in het leven, eens onnozel zijn ...

 

Wat is uw levensmotto?

Wat ik altijd zeg is: “Ge leeft maar ene keer, toevallig nu.” Ik heb dat van mijn vader geleerd, en eigenlijk heeft hij gelijk. Dat is ook een beetje de reden waarom ik aan De Mol heb meegedaan. Toen het seizoen van vorig jaar gedaan was, dacht ik: Godverdekke, dat moet zo leuk zijn geweest! Toen heb ik beslist om deel te nemen, want als je het nu niet doet, komt het er nooit meer van. Soms moet je eens durven springen in het leven, eens onnozel zijn, daar heb je achteraf meestal geen spijt van!

 

Wat wilde u als kind graag worden?

F-16-piloot, zonder twijfel. Sorry, dat is misschien een cliché-antwoord hè. (lacht) Enfin, ik wist ook wel dat me dat niet zou lukken, want ik was te groot en ik draag al van mijn zes jaar een bril, maar dat was echt wel een droom. Zeker toen die film met Tom Cruise uitkwam (Top Gun, nvdr.), dacht ik: wauw, dat wil ik worden.

 

Hans De Winter (© Jeroen Janssens | dwars)

 

En hoe bent u dan in de Farmaceutische Wetenschappen terecht gekomen?

Goh, eigenlijk ben ik daar ingerold. Ik wilde eerst dierenarts worden, maar toen ik na het middelbaar moest kiezen, wou ik per se naar Leuven, en het eerste jaar Dierengeneeskunde kon je daar niet volgen. Ik deed graag biologie en chemie, dus Farmaceutische Wetenschappen was dan wel een goede combinatie. Ik heb eigenlijk nooit gedacht aan het beroep van apotheker hoor; Ik vond gewoon die vakken interessant, en ik wou echt naar Leuven. Vervolgens heb ik gedoctoreerd en daarna heb ik twee jaar in Australië gezeten om nog een postdoc te doen. Na bij Janssen Pharmaceutica te hebben gewerkt en nog een eigen bedrijfje te hebben opgericht, ben ik dan als professor aan UAntwerpen begonnen, eigenlijk door gewoon spontaan te solliciteren met het gedacht van ‘we zullen wel zien’. Hoewel ik eigenlijk een planner ben en graag alles goed georganiseerd heb, heb ik dus nooit echt iets gepland op professioneel vlak.

 

We hebben allemaal gezien dat u achtervolgd werd door een struisvogel, maar waar bent u echt bang van?

Ja, van die struisvogel was ik inderdaad bang! (lacht) Weet je wat, wij wisten dat iets in dat doolhof ons zou tegenhouden, maar wanneer je dan ineens oog in oog staat met zo’n struisvogel, dan schrik je wel hoor! Die beesten zijn even groot als ik! En die komen dan zo op u afgelopen, dat is wel angstaanjagend. Maar mijn grootste angst is dat mijn kinderen niet gelukkig zullen zijn in hun leven. (Hans heeft twee kinderen, van 24 en 21 jaar, nvdr.) Nu zijn ze gelukkig hoor, maar ik hoop echt dat ze nooit iets meemaken waardoor dat niet meer zo is. Verder hoop ik dat ze de kansen die ze krijgen in het leven grijpen.

 

 

Wat is uw grootste talent?

Ik denk organisatie, het plannen van iets. Ik ben een initiatiefnemer en ik boks graag dingen in mekaar. Het helemaal afwerken van die plannen, daar ben ik dan weer minder goed in, maar initiatief nemen, dat is wel mijn grootste talent.

 

En waar bent u dan juist helemaal niet goed in?

In het juist aanvoelen van mensen die hypersensitief zijn, die heel veel emoties tonen. Ik kan niet zo goed om met heel gevoelige mensen, want ik ben juist iemand die meteen zegt: “Bon, we moeten daar een oplossing voor zoeken.” Dikwijls is dat het verkeerde antwoord, die mensen willen gewoon gehoord worden met hun emoties.

 

Dus u bent meer het rationele type. Heeft u het dan ook moeilijk gehad met mensen die emoties toonden tijdens uw deelname aan De Mol?

Goh eigenlijk niet, omdat het daar redelijk ‘ieder voor zich’ was. Er waren trouwens ook niet echt mensen die overgevoelig reageerden, alleen Annelies een beetje, maar die kon je wel een beetje meesleuren van “kom, we gaan dat zo doen Annelies”.

 

Hans De Winter (© Jeroen Janssens | dwars)

 

Met wie kwam u daar het beste overeen?

Uiteindelijk met iedereen hoor. De groep wordt ook wel een beetje zo geselecteerd dat de deelnemers met elkaar overeen zullen komen. Maar je zoekt toch altijd een beetje meer contact met de mensen van je eigen leeftijd, omdat je daar ook meer raakvlakken mee hebt. Bij mij waren dat dus Robin en Annelies, en ook Jolien wel, omdat zij ook kinderen had. Annelies was zelfs heel blij dat ik er nog bij kwam, omdat er dan nog iemand was die ongeveer haar leeftijd had.

 

Als u opnieuw zou mogen kiezen, zou u dan bij de eerste proef (in de auto’s, nog voor het vertrek van de kandidaten, nvdr.) wél op de rode knop hebben gedrukt?

Nee, ik zou dat opnieuw niet doen. Ik begrijp nog altijd niet waarom die anderen dat wel hebben gedaan. Ten eerste neem je geen enkel risico om niet te mogen meegaan als niemand drukt, want dan hadden we met elf mogen vertrekken, en ten tweede win je 5.000 euro. De mol had in dat geval sowieso ook niet gedrukt. Ik vind dat nog steeds een heel domme beslissing, want degene die het spel nu zal winnen, krijgt daardoor 5.000 euro minder. Hadden we met elf mogen afspreken, dan had er niemand gedrukt, daar ben ik zeker van, maar er zijn er altijd bij, hé. Ik mocht toen trouwens met Jessica overleggen, en omdat wij het er direct over eens waren dat wij niet op de knop zouden drukken, hebben wij heel veel tijd gehad om nog te praten. Ik wist dus wat haar beroep was, en toen Bouba en ik nog als enigen in de auto zaten, drukte ik dus meteen op 'student LO' bij haar foto. Ik was echt bijna zeker dat ik kon meegaan, maar blijkbaar was Bouba toch een honderdste van een seconde sneller dan ik.

 

Ik begrijp nog altijd niet waarom de anderen wel op die rode knop hebben gedrukt.

 

Wat ging er dan door uw hoofd, toen u dacht dat u meteen naar huis moest gaan?

In het begin vooral ongeloof. Oké, je doet mee aan De Mol en in het slechtste geval kan je er de eerste keer al uitliggen, maar het was nooit in mij opgekomen dat dat effectief zou gebeuren. Dat was misschien wat naïef. Ik dacht: Pff, ik ben nog niet eens vertrokken, en ik lig er al uit! Ik wilde mij uitschrijven, dat die afgang nooit op tv zou komen. (lacht) Weet je, je bent al bezig met die inschrijvingen vanaf april, alleen je kinderen en je vrouw weten dat. Je zit zo in die flow, en ineens gaat dat niet meer door. Gelukkig wist ik al snel dat ik wel mee mocht gaan.

 

Was het lastig om later bij de groep te komen?

Ja, dat was wel niet gemakkelijk. Maar ik wist dat op voorhand hoor, de psychologen hadden dat al tegen mij gezegd, dat de groep in het begin haar stekels zou uitzetten. Dat is ook normaal, want in zo’n nieuwe groep hecht je je meteen aan de eerste die je ziet. Als er dan iemand uit die hechte groep geëlimineerd wordt en ik kom daarvoor in de plaats, is het logisch dat die mensen je in het begin een beetje uitsluiten. Dat is totaal niet persoonlijk bedoeld, dat weet ik, maar in het begin was dat voor mij ook wel even moeilijk. Je hoort ook wel die reacties als “het is door Hans dat er nu twee mensen uit moeten”, en dat is niet plezant. Gelukkig duurde dat niet lang, want wij waren snel weer een hele hechte groep.

Die dagen dat ik er nog niet bij was, waren eigenlijk ook wel heel tof om achter de schermen eens mee te kijken, omdat ik zo kon zien hoe de productie in zijn werk gaat! Ik mocht trouwens ook wat beslissingen nemen. Die foto waar ik achteraan opspring? Ik mocht bijvoorbeeld mee nadenken hoe we dat zouden doen.

 

Wat was het moeilijkste en het leukste moment tijdens uw deelname?

Het moeilijkste moment vond ik toen mijn vrouw, Carine, weer naar huis moest vertrekken. De partners waren een dag naar Zuid-Afrika afgereisd om mee een spel te doen, maar achter de schermen kon je toen nog eens een normaal gesprek voeren, zonder dat je voortdurend op je woorden moest letten. Toen kon ik echt even terug mezelf zijn. Het mooiste moment was voor mij eigenlijk het moment waarop ik nog in de auto zat tijdens de eerste proef, toen ik net van Bouba verloren had. Toen Bouba mijn auto passeerde, deed die nog even teken van “sorry Hans”. Dat vond ik echt heel schoon van hem.

 

Hans De Winter (© Jeroen Janssens | dwars)

 

Wat was de grootste overwinning voor jezelf, tijdens de opnames?

Ik ben iemand die graag controle heeft, die graag dingen op voorhand weet, en ginder werd je echt geleefd. Je had geen gsm, geen horloge, je wordt daar wakker gemaakt, je weet niet wat je die dag zal doen, je weet niet waar je gaat slapen ’s avonds … Je weet niets, en je wordt geleefd van begin tot einde. Dat was voor mij wel een overwinning, dat ik dat overleefd heb.

 

Het is gewoon zo leuk om met een aantal mensen een geheim te hebben!

 

Wat staat er nog op uw bucketlist, nu u De Mol hebt afgevinkt?

Eigenlijk vooral reizen. Ik heb twee jaar in Australië gewoond, en dat zou ik graag aan mijn kinderen tonen. Ten tweede zou ik graag alle vier de Grand Slams zien. De Australian Open en de US Open heb ik al gezien, nu nog Wimbledon en Roland Garros. Jammer genoeg is het niet zo gemakkelijk om aan tickets te geraken!

 

En dan nog de laatste vraag: wie is de mol?

Daar kan ik niets over zeggen natuurlijk! Maar ik zou daar zelfs niets over willen zeggen, ook al stonden er geen boetes op, en ik denk de andere kandidaten ook niet. Het is gewoon zo leuk om met een aantal mensen een geheim te hebben! Waarom zou je daar iets over willen verklappen? Het is voor de kijkers toch ook leuker om nog niet te weten wie de mol is?



het laatste woord

23/03/2017
🖋: 

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten ter hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie het woord ‘confabuleren’.

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Jij herkent je af en toe misschien in deze situatie, maar helaas zijn er medewereldbewoners die dagdagelijks in hun hoofd zitten te wroeten. Op zoek naar antwoorden. Verhalen. Herinneringen.

 

Er zijn immers breinen die weigeren om nieuwe informatie op te slaan. Of die heel koppig extreem traag werken. Zo lijkt het toch. Deze hersenen zijn immers niet met opzet geheugenpestkoppen. Ze worden geplaagd door hersenbeschadigingen, waardoor ze moeten leren omgaan met hun inprentingsstoornissen.

 

Iedereen heeft een eigen copingstrategie en zo ook onze hersenen. Waarom toegeven dat je gaten in je geheugen hebt, wanneer je ze kan vullen met een verzinseltje? Noem deze mensen geen pathologische leugenaars. Hun breinen produceren hooguit fantasietjes die je misschien nog het best kunt bestempelen als ‘leugentjes om bestwil’.

 

Wat doet het ertoe wat je laatst als avondmaal had? Veel, wanneer je bij de neuroloog zit die misschien de diagnose dementie of alzheimer op je wil kleven. Of een hersenbeschadiging gaat vaststellen. Het is dan veel gemakkelijker om snel: “We aten gisteren spaghetti. Alex kan dat zo lekker maken, weet je wel”, eruit te gooien, dan toe te geven dat je echt geen enkele herinnering meer hebt aan de avond ervoor.

 

Het is echter niet de bedoeling van deze confabuleerders om jou te misleiden. Ze zijn vaak erg zeker van hun gefantaseerde herinneringen. Ze trachten dus onbewust vat te krijgen op hun omgeving en op gebeurtenissen die niet meer te vinden zijn in hun hoofd. Ondanks tegenstrijdige bewijzen, houden deze personen voet bij stuk. Ze beseffen niet dat hun brein hen een verzonnen feitje in de mond legt.



de schilder in Pieter Embrechts

23/03/2017
Pieter Embrechts (© Jeroen Janssens | dwars)
🖋: 

Hij zit er vanavond “gaar” bij, zo zegt hij zelf. Een week van late avonden en vroege ochtenden tekent zijn gezicht. Pieter Embrechts zit niet stil. Zijn voorstelling A Street Concert verovert eindelijk de planken en ondertussen regisseert hij ook een voorstelling van Hugo Matthysen. Toch is er om halftien ’s avonds nog tijd voor een slaapmutsje. Hij bestelt een exclusieve jasmijnthee, grinnikt daar een beetje bij.

Er is meer dan tien jaar verstreken tussen het uitbrengen van zijn eerste Nederlandstalige album Maanzin en zijn nieuwe dubbelalbum Onderwoud. “Maar intussen heb ik natuurlijk niet stilgezeten.”

 

In die tussentijd verschenen er inderdaad nog heel wat platen. De vier platen met El Tattoo del Tigre, de twee met The New Radio Kings en de dubbel-cd van de vrolijke jongerenvoorstelling Sunjata zijn daar maar een greep uit. “Muziek is eigenlijk een constante in alle projecten die ik doe.”

 

“Het klopt echter wel dat het lang geleden was dat ik nog eens een album had uitgebracht met eigen Nederlandstalige songs die niet geschreven waren voor een project of voorstelling. Puur om de muziek op zich.”

 

Jezelf vervelen met een gitaar in de buurt is een hele goede potgrond om songs te schrijven.

 

“Songs ontstaan steeds wanneer ik even niets om handen heb. Jezelf vervelen met een gitaar in de buurt is een heel goede grond om songs te schrijven. Ik merk dat ik dat soort rust echt moet inbouwen. Je hebt immers tijd nodig om zoiets te laten groeien.”

 

“Doordat ik zoveel dromen heb, ontbreekt die tijd me weleens. Ik ben vaak ook zo gek om al die dromen in realiteit te willen omzetten, zonder een al te groot commercieel plan. De wil om te maken is vaak gewoon te groot en ik ben iemand die mezelf toelaat veel te verkennen.”

 

verhalen in de spotlight

“Gelukkig weet ik ondertussen waar ik kan gaan aankloppen met mijn artistieke dromen en heb ik de luxe dat ik die projecten ook kan maken. A Street Concert is er daar zo één van. Een nieuw theaterconcert dat ik net gemaakt heb onder de vleugel van HetPaleis.”

 

“De ondertitel is: gezongen portretten op doek. Dat vat het idee ook goed samen. Het concert bestaat uit portretten die ik van mensen heb gemaakt. Mensen die ik op de Turnhoutsebaan in Borgerhout heb ontmoet, wiens verhalen ik heb omgezet in lied, film en muziek. Hierdoor wordt de beleving van muziek en film voor het publiek ook veel intenser.”

 

De songs die Pieter speelt tijdens de voorstelling, duren soms langer dan tien minuten. “Dit omdat ze een verhaal vertellen dat waarachtig is. Het zijn geen songs met een commerciële ambitie. Ze zijn niet gemaakt voor radio. Ik moet bekennen dat ik me in die verhalende vrijheid soms meer thuis voel dan in de popmuziek.”

 

Pieter Embrechts (© Jeroen Janssens | dwars)

 

Verhalende songs, het is geen nieuwe ontdekking. Tien jaar geleden deed hij al tranen vloeien met het nummer Clara en Jos, waarin hij de aftakeling van zijn dementerende grootmoeder bezingt. “Dat is een heel goed voorbeeld”, bevestigt hij. “A Street Concert is exact dat idee! Beide zijn gestart met verhalen en gesprekken. Er is dus eigenlijk niet zoveel veranderd. Ik doe nog steeds hetzelfde als toen, maar nu een heel concert lang.”

 

Pieter stelt je voor aan mensen die in hetzelfde tijdsgewricht als wij leven, maar een heel andere geschiedenis met zich meedragen. “Laat die verhalen maar blootleggen wat er zich nu in de wereld afspeelt. Ik hoef daar geen grote woorden meer aan toe te voegen of met een politieke vlag staan zwaaien. Die verhalen spreken immers sterk genoeg voor zichzelf.”

 

“Ik vind het ook sterker om het publiek de ruimte te geven om conclusies te trekken. Door al die verschillende verhalen te laten zien, komt sowieso het vergelijk met je eigen leven naar boven. Dat vind ik wel een waardevol idee. Even stilstaan bij hoe anders mensen in het leven staan.”

 

Hij lacht. “Ik maak er nu al meer woorden aan vuil dan ik in de voorstelling doe.”

 

maatschappij piept door de bomen

We zien het niet alleen in A Street Concert, maar ook in zijn eerdere project Te Gek?! of in nummers zoals Respect: Pieter koppelt cultuur aan maatschappij en omgekeerd. Toeval? “Het zal met leeftijd te maken hebben”, peinst hij. “Je komt er opeens achter dat het ene altijd een impact heeft op het ander.”

 

“Bij leeftijdsgenoten zie ik dat ook. Theatermakers, songwriters, alle creatieve geesten absorberen altijd wat er leeft in hun omgeving en de wereld. Groot of klein. Het is dan ook logisch dat als je dingen maakt, al deze indrukken ook een weerslag hebben op je werk. Engagement is ook gewoon een vorm van wakker blijven voor wat er gebeurt in de wereld.”

 

Engagement is ook gewoon een vorm van wakker blijven voor wat er gebeurt in de wereld.

 

“Maar dat is geen taak die muziek hoeft te vertonen, want muziek hoeft helemaal niets, behalve goede muziek zijn. Een boodschap hoeft er niet in te zitten. Wanneer Justin Timberlake SexyBack opneemt, wil hij het niet over politiek hebben. Dan wil hij alleen lekkere vuile dansmoves creëren op de dansvloer, en dat is prima.”

 

het onderwoud in de maneschijn

Pieter Embrechts (© Jeroen Janssens | dwars)Of we alle muzikale kanten van Pieter al mogen hebben aanhoren? “Mijn hardere gitaarwerk heeft zich vooralsnog enkel binnenskamers afgespeeld. Nochtans had ik in mijn jeugd enkele harde rockbands.”

 

“Omdat ik me de laatste jaren vooral toeleg op teksten, krijgen die doorgaans het voortoneel. De goesting om eens een plaat op te nemen waar met stevige gitaarrifs meer ruimte krijgen, besluipt me echter al een tijdje. Dus misschien moet ik daar het komende jaar eens werk van maken.”

 

“Natuurlijk gaan we komende zomer veel songs van Onderwoud spelen. De plaat is het voorbije jaar veel gedraaid op de radio en dus is het fijn dat het publiek die songs ook live kan komen ontdekken. Eenmaal uitgebracht zijn die songs ook niet meer alleen van jezelf. Ze worden een deel van het leven van de luisteraar. Het is prachtig om te merken dat de muziek iets met mensen heeft gedaan.”

 

Dat zijn eerste album voor schor gezongen zangstemmen zorgde tijdens autozomervakanties, doet hem lachen. “Is dat niet het fijne van muziek? Dat het een deel van jou kan worden? Van een bepaalde tijd? Dat is kostbaar.”

 

“Zelf draai ik die cd nooit meer”, mijmert hij. “Misschien moet ik daar opnieuw wat songs live van brengen, want je bent niet de eerste die daarachter vraagt.”

 

daar komt de schilder loeren

“Alleen heb ik niet de brandende ambitie om jarenlang dezelfde nummers te spelen. Ik ben een hongerig persoon, heb altijd goesting in het volgende. Ik ben meer van het principe zoals een schilder. Eens de werken klaar zijn, is er een tentoonstelling. Daarna begin je gewoon aan een volgende reeks. Zo kan het alleen niet altijd gaan in de muziek. Mensen willen ook graag de songs horen die ze ontdekt hebben op een plaat. Begrijpelijk.”

 

Hoewel hij ondertussen toert met A Street Concert, regisseert hij momenteel ook de nieuwe voorstelling van Hugo Matthysen. “Het is pittig, alles moet gebeuren in één week. Toch is het heel leuk om te doen. Hugo is een van mijn jeugdhelden. En hoewel ik al vaak met hem heb samengewerkt, zijn er nog steeds momenten waarop ik onder de indruk ben dat ik nu met een jeugdheld aan het werken ben.

 

Muziek moet helemaal niets, behalve goede muziek zijn.

 

“Toch kan ik ook erg botsen met Hugo. Dan wil hij plots scènes schrappen, omdat hij ze zelf niet goed genoeg meer vindt, daar waar ik diezelfde scène erg goed vind. Een beetje absurd dus, dat ik hem dan moet overtuigen van de kwaliteit van zijn eigen scenario.”

 

Regisseren doet Pieter niet voor het eerst. En ook niet voor het laatst, vermoedelijk. “Wanneer je meer tijd hebt voor zo’n project, is dat zalig om te doen. Ik ben graag bezig met al die elementen: muziek, tekst, spel, licht, vorm. Tempo, humor en verhaal. In een theatervoorstelling komen die dingen samen en als regisseur kan je daar echt mee werken. Heerlijk is dat.”

 

in Borgerhout

Ook de kortfilmpjes voor A Street Concert regisseerde Pieter zelf. Hij ging met een kleine cameraploeg de Borgerhoutse straten op om verhalen in beeld te brengen. “Ik had het plezier om met fijne monteurs te mogen samenwerken. Alleen ben ik ook wel iemand met een uitgesproken smaak of idee. Waardoor ze soms zeiden: ‘Pieter, misschien is het beter dat je er gewoon bij blijft zitten.’”

 

“Er is één filmpje van twaalf minuten waar we vier dagen en nachten op hebben gevloekt. Wanneer je dat nu bekijkt, ziet dat er zo eenvoudig uit. Dat passeert en je stelt je er geen enkele vraag bij. Het neemt je gewoon mee. Misschien zit daar de kunst in. Het verhaal pakt je mee en legt je weer neer. Iets maken dat eenvoudig aanvoelt kan soms erg complex zijn.”

 

Zelf neemt hij Borgerhout vaker mee in zijn werk. Alleen al het nummer In Borgerhout is daar een mooi voorbeeld van. Je kan er niet omheen: Borgerhout is zijn wijk. “Mijn grootouders vonden de verandering in Borgerhout verschrikkelijk. ‘Ooit was dat een chique buurt’, verzuchtten ze.”

 

Pieter Embrechts(3).jpg

 

“Ikzelf kwam hier echter wonen na mijn avonturentijd met de reeks W@=D@. Gedurende drie jaar hadden we ongelooflijke reizen gemaakt. Gefilmd in Afrika, Latijns-Amerika, India en China. Ik was zo blij dat ik in deze buurt al die mensen tegenkwam, had het gevoel dat ik daar nog was.”

 

De diversiteit groeit en blijft groeien. Laat net die veranderende westerse wereld het onderwerp zijn van A Street Concert. Theaterzalen en culturele centra hadden dit aanvankelijk niet door. “Ze vreesden dat de voorstelling zou gaan over kleine, lokale verhaaltjes. Hierdoor werd de voorstelling in eerste instantie weinig verkocht.” De voorstelling is echter geen lokaal plaatje van die lelijke Turnhoutsebaan, maar een veelzeggende vertelling over onze veranderende wereld. “Nu de mooie reacties en recensies binnenkomen, hebben we nog wat kunnen bij programmeren in het najaar.”

 

Hij kon zich dus weer geen schilder wanen. “Gelukkig is de goesting er altijd”, zo besluit hij. En daar eindigt ons slaapmutsje met deze zanger. Presentator. Acteur. Regisseur. Schilder. Maar bovenal, verteller. Slaap zacht!



de dwarsligger

23/03/2017
🖋: 
Auteur

The homo sapiens studentus is a special species. Next to the typical activity of studying, the members of this species are known as real lovers of (night)life. But do they have other secrets to unfold? dwars finds out in their natural habitat, the student dorm.

This time we visit an Italian Erasmus student, who lives just a couple of blocks away from the Stadscampus. Her name is Valentina. She studies languages at the University of Catania, in Sicily, and aims to obtain her master’s degree in Antwerp. “Last year I applied to go on Erasmus in Spain, but I didn’t make the shortlist by just one spot. I was really sad about it, but I’m here now and being in Antwerp is my destiny, I believe.”

 

She seems to love every square meter of the city. The city centre, the Grote Markt and walks along the Schelde are all amazing, but the Meir is special to her: “Because I’m obsessed with shopping.”

 

Only one month into her exchange, she’s already had an unforgettably weird experience. “I went to an Irish pub near the Grote Markt. This old man dressed up like Elvis, with the typical haircut, stood up from his seat, came over to my table and said something in Dutch, that I didn’t understand.” She thought she understood his intentions and tried to be somewhat polite in rejecting him. “All I thought was: ‘Oh my god, no. Go away. I don’t speak your language!’ It was really strange, because an old man in Italy would just mind his own business.”

 

For someone used to the Mediterranean sun, the Belgian weather is quite a shock. One day, when it was about 10°C, she saw a guy wearing just a T-shirt. “I was like: ‘It’s so cold! Why are you wearing a T-shirt?’ For me, it’s really cold here. Not extremely cold, but not the weather to only wear a T-shirt!”

 

Apart from the weather, Valentina doesn’t dislike anything about Antwerp. She even likes the Belgian bureaucracy and the university’s organization. “Once I got lost in the R-building, so I went to the main entrance and I asked someone to help me, and they were very friendly in helping me find the right classroom for my courses. I really like that kind of mentality.” She talks about the situation at Italian universities where a lot of students might have the same (simple) question, but it usually takes a couple of days for the staff members to answer it.

 

While she’s eagerly talking, I wonder if all Italian girls are as talkative as she is. She says she doesn’t think so and actually considers herself to be quite shy. “It depends on the situation. I think I’m shy, but when I meet someone I really like, I quickly feel at ease.” Maybe that’s just the effect dwars has on people.



editoriaal

23/03/2017
🖋: 

De wereld maakt zich op voor de lente, al zou je dat niet merken als je nu naar buiten keek. Ondanks het grijze weer, proberen we ons er toch van te overtuigen dat de zomer eraan komt. Binnenkort draaien we collectief onze klok een uur vooruit voor het zomeruur, kopen we onze eerste T-shirts en jurkjes van de lentecollectie en speculeren we over de vraag of dat ene deuntje op de radio nu dé zomerhit van 2017 zal worden. Het streepje zon vorige week deed het ons bijna geloven.

 

Frank brengt ons echter terug naar de realiteit. De lente laat voorlopig op zich wachten, hoe hard we ons er ook van proberen te overtuigen dat hij er al is. Regen en rukwinden krijgen we, en wie daar geen genoegen mee neemt, zal als een trekvogel naar het zuiden moeten (p. 12). Niet iedereen heeft daar echter de tijd of het geld voor, het minst van al plichtsbewuste studenten die op dit moment natuurlijk liever het metrum van middeleeuwse rappers uitpluizen (p. 20). Thuisblijven geblazen dus, en dat betekent voorlopig regenjassen en truien dragen. Die pas gekochte T-shirts en jurkjes laten we best nog even in de kast.

 

Ach, dit weer heeft zo zijn voordelen: wie heeft nog nooit de wielerterroristen vervloekt die bij het eerste streepje zon doen alsof de weg van hen is? Of zich geërgerd aan de buurman die zijn favoriete muziek net iets te luid opzet in de tuin? Bovendien is zo’n vuurtje in de kachel best wel gezellig, zeker als je helemaal natgeregend in de zetel ploft. En diegenen die dat niet accepteren, kunnen zich nog altijd wijsmaken dat België geen druilerig land is (p. 34).



blikopener

23/03/2017
🖋: 
Auteur

Als centrum van onderwijs en onderzoek heeft de Universiteit Antwerpen een schat aan jong onderzoekstalent. Elke faculteit heeft meerdere doctoraatsstudenten om mee te pronken, die zich stuk voor stuk jarenlang verdiepen in hun gekozen vakgebied. Voor deze blikopener sprak dwars af met Wouter Haverals, doctoraatsstudent in de Letterkunde. Na een interview waarin we onder andere leerden dat middeleeuwers dol waren op hiphop, kunnen we alleen maar concluderen dat de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte haar zwierig imago wederom alle eer aandoet.

De nog prille carrière van Wouter Haverals leest als een promoflyer die de universiteit uitdeelt op opencampusdagen. Als startpunt opteerde hij voor de bachelor Taal- en Letterkunde: Nederlands - Engels. Al snel werd zijn voorliefde voor de Nederlandse taal duidelijk, waarna hij logischerwijs voor de master Nederlands koos. Daar groeide deze voorliefde uit tot een echte passie. Die gedrevenheid leidde uiteindelijk tot de keuze voor een doctoraatsonderzoek over de ritmische eigenschappen van de Middelnederlandse poëzie, waar hij inmiddels reeds twee jaar aan werkt. Daarnaast doceert hij samen met professor Willaert het mastervak 'Middeleeuwse poëzie en hiphop: oude verzen benaderd vanuit een hedendaags perspectief'.

 

luisteren is leuker dan lezen

De Middelnederlandse poëzie mag dan wel op perkament zijn overgeleverd, eigenlijk zijn de teksten vooral bedoeld om voorgedragen – en dus gehoord – te worden. In de middeleeuwse cultuur was lezen hoofdzakelijk een intellectuele bezigheid. Bovendien was perkament een schaars product en ongeletterdheid eerder regel dan uitzondering. Als je het wilde maken in de middeleeuwse entertainmentindustrie, kon je dus maar beter oefenen op het creatief voordragen van populaire werken.

 

Aangezien zelfs de rijkste hofhoudingen niet konden beschikken over een voicerecorder, blijft het tot op vandaag onduidelijk hoe deze kunstenaars omgingen met de gesproken taal. Gelukkig zijn er onderzoekers zoals Wouter die ons een handje toesteken. Een eerste hypothese was de overname van de Latijns-Griekse ritmiek. De klassieke poëzie werd steevast voorgelezen volgens een vast metrum. Deze stijl had ten tijde van het Middelnederlands – vanaf de dertiende eeuw – echter al lang afgedaan. Wanneer men een dergelijk metrum toepast op een Middelnederlandse tekst, krijgt men dan ook een gewrongen en onaangenaam resultaat.

 

MC Maerlant (© Yannick De Meulder | dwars)het rijmt, dus het is waar

In zijn onderzoek kiest Wouter voor een heel andere benadering. Omdat het ritme van een Middelnederlands dichtwerk bepaald wordt door de afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen, is het in de eerste plaats zaak om te achterhalen waar dichters in de middeleeuwen hun klemtonen precies legden. Dit kan worden afgeleid uit de rijmwoorden die zij gebruikten. Zo weten we bijvoorbeeld dat in de Middelnederlandse woorden ‘glorie’ en ‘memorie’ de klemtoon op de gemeenschappelijke klinker ‘o’ ligt, anders kunnen deze woorden namelijk niet op elkaar rijmen. Op deze manier kunnen we voor heel wat woorden te weten komen waar de klemtoon moet liggen.

 

Al deze rijmcombinaties worden ingegeven in een softwareprogramma dat helpt bij het zoeken naar verbanden. Bij elke nieuw ingevoerde klemtoon wordt een puzzelstukje op zijn plaats gelegd. Er zijn door de jaren heen te veel stukjes zoek geraakt om de puzzel helemaal te vervolledigen, maar dankzij deze methode tasten we niet langer volledig in het duister wanneer het gaat om de ritmiek in de Middelnederlandse poëzie.

 

Willem die Madocke maecte, of toch maar Drake?

De gelijkenissen tussen Middelnederlandse poëzie en hedendaagse hiphop zijn treffend. Neem nu de Antwerpse rapper Tourist LeMC: een woordkunstenaar met veel gevoel voor ritme die er lustig op los rijmt. Net als bij middeleeuwse poëzie ligt de waarde van hiphop bovendien in het orale karakter en de performance. Wat creatieve genieën als Maerlant, Hadewijch of Willem die Madocke maecte deden, was in essentie juist hetzelfde.

 

Desondanks kunnen we niet blind zijn voor de verschillen. In de middeleeuwen was het bijwonen van een voordracht gewoonlijk een voorrecht voor de adel en zijn hofhouding. Dit staat in schril contrast met de huidige hiphop, die zich vanuit de onderste lagen van de bevolking heeft opgewerkt tot een dominant genre in de eenentwintigste eeuw. De middelen die hiphop kan aanwenden om vaste ritmiek te doorbreken gaan natuurlijk ook veel verder dan louter eindrijm, zolang de ontvangers (denken te) weten waar het over gaat, kan zowat alles door de beugel.

 

Niet alleen de historische wortels van hiphop zijn interessant vanuit academisch oogpunt. Onlangs nog kwam de universiteit van Cambridge met een gids – een Cambridge Companion – over de impact en interpretatiemogelijkheden van het genre, met aandacht voor de ritmiek.

 

Wat je mening ook mag zijn over hiphop en de Middelnederlandse poëzie, en of je nu leefde in de dertiende eeuw of vandaag, beide hebben als doel de mensen te vermaken, en daar slagen ze wonderwel in. Of zoals Drake zou zeggen: “Show me a good time.



waarom privacy er nog steeds toe kan doen

23/03/2017
🖋: 
Auteur

Eind januari, een laat nieuwjaarsfeest. “Mij kan het eigenlijk niet veel schelen wat ze ermee doen, ik heb niets te verbergen.” Mijn gesprekspartner neemt nog een slokje koffie. Al dan niet door toeval ben ik alweer in een discussie over online privacy beland. “Maar ben je daar zeker van? Is het echt zo dat je niets te verbergen hebt?” Er wordt bevestigend geknikt. “Mag ik jouw gsm even?” vraag ik terwijl ik mijn hand uitsteek. “Ik zou graag even je sms’jes doorlezen.” “Waarom?” wordt er ongemakkelijk schuifelend gevraagd. “Heb je iets te verbergen dan?” Stilte.

Natuurlijk: kritiek geven is eenvoudig. Zeker in een artikeltje waar mijn tafelgenoot geen mogelijkheid tot respons heeft. Om eerlijk te zijn weet ik zelf het antwoord op mijn eigen vraag ook niet. Heb ik iets te verbergen? Iets wat ik niet zou willen delen zelfs al mocht het mijn overheid helpen zich beter te kunnen beschermen tegen ‘staatsvijanden’, zelfs al kan deze overheid me garanderen dat geen mens het ooit zal lezen en alles via algoritmen wordt geanalyseerd, zelfs al zal ik er zelf niets van merken? Pfff, ik weet het niet. Maar dat is, denk ik, ook niet waar online privacy in essentie over gaat.

 

Elk debat over privacy komt uiteindelijk neer op het onderscheid tussen veiligheid en vrijheid: wil je meer van het ene dan zal je bijna onvermijdelijk een deel van het andere moeten afstaan. Dit is allemaal oud nieuws. Maar misschien is dat nu ook precies het probleem: online privacy is vandaag zo'n invloedrijk topic geworden dat vrijwel iedereen al begint te zuchten wanneer het er opnieuw over gaat. Ja, we weten allemaal dat Facebook onze persoonlijke gegevens doorverkoopt, dat al onze privégesprekken in databanken van de Amerikaanse overheid zitten en dat de universiteit in veel lokalen in principe ons doen en laten kan registreren door de camera’s die er hangen. So what? Ik wil me dus ook meteen even verontschuldigen bij de lezers die er zo over denken. Mijn excuses, trakteer jezelf op een koekje van mij!

 

Het is helemaal waar: het debat over privacy is niet eenvoudig. Het roept al snel associaties op met zaken die ons te complex, te abstract en voornamelijk te saai lijken. Daarbij, wat doet het er eigenlijk nog toe? “Privacy is dead, get over it”, zou Mark Zuckerberg eens uitgeroepen hebben tijdens een speech. Stilzwijgend lijken wij het daar allemaal mee eens te zijn. Toch is ze noodzakelijk, onze privacy. Het gaat in zijn puurste vorm om de vraag naar wie wij zijn. Dat mag dan een zeer vage omschrijving lijken, maar weinig mensen zullen ontkennen dat een groot deel van wat ze doen op het internet mede bepaalt wie ze zijn. Laat mij zien welke artikels je online leest, welke YouTube-filmpjes je bekijkt, of je op een datingsite zit, of je weleens dingen downloadt en ik zal een vrij accuraat beeld hebben van wie jij bent. En zelfs als ik er zelf niets van kan maken, bestaat er nog altijd de mogelijkheid om er even een algoritme op los te laten dat al gegevens van duizenden andere mensen geanalyseerd heeft en op basis daarvan me erg precies kan zeggen wie jij bent, of er statistisch gezien een grotere kans bestaat dat je homoseksueel bent, of je gewicht wilt verliezen, en of je ooit al eens een soa opgelopen hebt. Op het internet construeren we dus deels onze eigen identiteit. Cru gesteld maakt wat we op het internet doen ons ook tot wie we zijn, of we dat nu willen of niet. En dan is het gevaarlijk wanneer deze online plek een van de meest gemonitorde omgevingen ter wereld wordt. Bovendien beïnvloedt louter het feit dat we weten dat we geobserveerd worden de manier waarop we ons online gedragen, zelfs als je er zoals mijn gesprekspartner geen graten in ziet en ervan overtuigd bent dat je niets te verbergen hebt.

 

Talloze psychologische studies wijzen dit uit: wanneer we ons ervan bewust zijn dat een ander ons bekijkt, gedragen we ons helemaal anders dan wanneer we alleen zijn. Een recente studie van MIT laat bijvoorbeeld zien dat na de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden het aantal keer dat zoektermen gegoogled werden waarvan we kunnen vermoeden dat de overheid liever niet heeft dat we ze opzoeken, ferm de dieperik in is gedoken. Denk aan ‘police brutality’ of ‘gay rights’. We conformeren wanneer we weten dat we in het oog gehouden worden. Ook dit is niets nieuws. Jeremy Bentham toonde dit banale sociologische feit al aan in 1791 met zijn Panopticum. Maar we lijken het vergeten te zijn. Laat dit een eerste punt zijn: je hebt wel degelijk iets te verbergen, met name je eigenheid. Net die kleine dingen die je niet zomaar aan een kennis op een of ander feestje zal zeggen – denk aan je seksuele geaardheid, het feit dat je die laatste Eurosonghit nog niet zo slecht vond of het aantal keer per week dat je je ex-lief gegoogled hebt. Misschien nog beangstigender is het besef dat je ook daadwerkelijk keurig in de pas gaat lopen wanneer je weet dat alles wat je online doet netjes geregistreerd wordt. Een vloek voor elke vorm van creativiteit en zelfexpressie! We moeten ernaar streven privacy weer bespreekbaar te maken, in zijn puurste vorm gaat het namelijk over de vraag wie we zijn. Het is te belangrijk het antwoord erop over te laten aan algoritmes.



23/03/2017
🖋: 
Auteur extern

Nouni van Arnhem


Cactuspoëzie - Nouni van Arnhem (© Nouni van Arnhem en Stine Moons | dwars)



a comparison between Antwerpian and Viennese student life

22/03/2017
🖋: 

My choice of Antwerp as my Erasmus destination which was – admittedly – a random matter, turned out to be just right for me as it exceeded all my expectations and certainly varies from my daily routine in my hometown Vienna.

Student life in Antwerp is – in many respects – pretty similar to Vienna. We share a general understanding of a good night out as we both enjoy drinking, dancing and music and we also have a thing for shopping, hanging out, going to the movies and gossiping. Let’s say we have the typical student attitude towards life and our surrounding in common. However the way students in Antwerp organize and how they create their own atmosphere that fits perfectly with the spirit of this city, totally differs from everyday study life in Vienna.

 

First and foremost it is a matter of dimensions. Although Antwerp and Vienna both are junctions of the academic and cultural scene and attract students from all over the country, the University of Vienna is much bigger and in a way more impersonal than the Stadscampus here. The smaller scale of Antwerp’s University provides a much friendlier and personal student environment. Everybody literally knows everybody. You all attend the same parties you are next-door neighbors, you all participate in regular student activities and most of you are involved in one of the many student clubs. The University of Vienna on the other hand, is just too large to maintain such a cozy, intimate atmosphere. Back there you would be just a number to most of your professors, who would probably not even recognize you on the street, even if you attended their class about a minute ago. You would all have you individual circle of close friends kept separately from you study life.

 

Apart from that, Vienna applies a totally different grading system. Instead of assigning points from zero to twenty, we get marks from 1 to 5 – 1 meaning the best and 5 indicating a failure. In case of a failure Austrian students are able to retake an exam three times before being kicked out of university.

 

Moving on to the nightlife, Antwerp’s city structure offers a much greater deal of fashionable student bars and clubs, that are being frequented from lunchtime until late at night (the bars not the clubs). In Vienna most students stick to the rule “Kein Bier vor vier” meaning “no beer before four o’clock”, whereas here beer also embodies the perfect thirst quencher during lunchtime. And although beer is mostly served in half liters back home, the chances of feeling tipsy after a cute little beer in Antwerp however are far more likely due to the cheeky alcohol levels. With regards to the late night food supply Viennese students rely on McDonald’s, kebab and ‘Würschtlstände’ (wurst stands) while Antwerp is equipped with frituurs and a great number of nightshops. Besides that, it is extraordinary that all the great parties take place during the week, especially on Thursdays, rather than on weekends like in Vienna, because apparently most of the Belgian students go home on Fridays.

 

Apart from the better weather conditions in Vienna and sometimes strange opening hours, university life here in Antwerp has a hell of a lot to offer and differs greatly from the Viennese student environment.