Sprechen Sie Deutsch?

Vraaggesprek met Roland Duhamel
01/05/2002

Het taalonderwijs in Vlaanderen, nochtans een parel aan de Vlaamse onderwijskroon, krijgt de laatste jaren zware klappen. Bij praktisch elke hervorming zijn het de taalvakken die uren moeten inleveren. Geviseerd broertje is vooral het Duits. dwars ging te rade bij Roland Duhamel, professor Duitse Literatuur aan de UFSIA en de UIA, tevens voorzitter van het Belgischer Germanisten- und Deutschlehrerverband (BDGV) en had een gesprek over het talenonderwijs en de positie van het Duits.

Directe aanleiding voor ons gesprek was een onlangs bekendgemaakte beslissing van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs (RAGO). “Vanaf 1 september 2002 wordt het vak Duits geschrapt uit de lesroosters van de tweede graad, niet alleen in het Vlaamse gemeenschapsonderwijs, maar ook in het provinciaal en het stedelijk onderwijs. Het is echter niet de eerste keer dat het Duits moet inleveren: in 1985 verloor het Duits een uur ten voordele van informatica.”

 

Gevaarlijke lacune

Ditmaal zijn wiskunde en fysica de begunstigden, het Duits dus andermaal de benadeelde. “Men mag echter niet blind zijn voor het feit dat de belangstelling voor alle vreemde talen (uitgezonderd het Engels) sterk op de helling staat.” Het blijkt een algemene maatschappelijke tendens om de exacte wetenschappen op (over?) te waarderen, ten koste van de taalvakken. Op die manier ontstaat er een gevaarlijke lacune in het onderwijsaanbod. Een taal leren vraagt namelijk een langdurige, intense bestudering en training. Minder taalonderwijs op school veroorzaakt dan ook een niet op te halen achterstand. “Bepaalde vakken leer je vanzelf, bijvoorbeeld computer, bij andere is de drempel zo hoog dat je er nooit mee begint, tenzij je ze op school leert. Wie op school geen Duits leert, leert het nooit meer.”

 

Meer Spaans dan Duits

Dit kan meteen ook een gedeeltelijke verklaring zijn voor de lage interesse voor het Duits bij studenten. Velen vinden bovendien het Duits een ‘moeilijke’ en ‘lelijke’ taal. Gemakkelijke talen bestaan echter niet. Toch weerspiegelt die negatieve appreciatie van het Duits zich duidelijk in latere studiekeuzes. “In elke handelshogeschool, tolkenschool en universiteit zijn er meer studenten die voor de optie Spaans kiezen dan voor de optie Duits. Op de UFSIA is het aantal studenten Duits in eerste kan. in tien jaar teruggelopen van 80 naar ongeveer 30. Ook in de grote avondscholen leert men liever exotische talen als het Spaans, het Russisch of het Japans, die men nooit zal gebruiken, dan de taal van een buurland.” Dit laatste mogen we niet uit het oog verliezen: Duits is niet alleen de taal van een buurland, maar tevens onze eigen derde landstaal.

 

Door het Engels overspoeld

Ook internationaal gezien is het Duits belangrijk: met honderd miljoen moedertaalsprekers is het de grootste taal van Europa. Bovendien is het nog steeds de derde belangrijkste wereldhandelstaal. Daar valt in de praktijk echter weinig van te merken, aangezien we in Europa eenzijdig door het Engels overspoeld worden. “Dit is geen verrijking.” Deze tendens laat zich ook voelen in het onderwijs, waar het ‘prestigieuze’ Engels, ondanks het feit dat het ook moet inleveren, veel meer aandacht krijgt dan eender welke andere vreemde taal.

 

Men is met andere woorden het onderwijs in Vlaanderen aan het afbouwen en verarmen tot een systeem waarin slechts aandacht is voor positieve wetenschappen en waarin enkel het Engels als vreemde taal overblijft. Zit er nog toekomst in het taalonderwijs of zet deze tendens zich voort ? “Er is nog geen kentering in zicht. De evolutie is niet te voorspellen, niemand kan de toekomst voorspellen.”