REWIND Het was in de zomer van 1998 – toen tekenfilms nog werkelijk op de tekentafel ontstonden – dat de Disneyfilm Mulan in de bioscoopzalen verscheen. De prent vertelt het verhaal van de eigenwijze Mulan die besluit haar lange lokken af te snijden en vermomd als man de plaats van haar oude vader in het Chinese leger in te nemen. Met hulp van de stuntelige huisdraak Mushu en de geluk brengende krekel Kriki, weet ze het Chinese keizerrijk van de ondergang en de Hunnen te redden. De film werd overigens beloond met talloze Annies, Globes en Oscars.
PAUSE Ik herinner het me nog goed: ik was een jaar of acht en bracht voor het eerst een bezoek aan de bioscoop in de koekenstad. Met mijn toegangsticketje in de ene hand geklemd en de hand van mijn meter in de andere, rolden we de met sterren bezaaide trap omhoog. Ik nam plaats in een immense, rode zetel, klaar om meegesleept te worden door de magie die Disney heet. Naast de geur van popcorn herinner ik me vooral nog de spetterende ontknoping: Mulan die met een vuurpijl de vervaarlijke Hunnen weet te verslaan.
PLAY Het buitenbeentje onder de Disney-prinsessen zal steeds in mijn geheugen gegrift staan als “mijn eerste keer”. Intussen is de Antwerpse bioscoop van eigenaar veranderd, zijn de zetels niet meer zo immens groot en heeft de overweldigende geur van popcorn een eerder misselijkmakende uitwerking. Daarnaast dreigt Mulans girl power verdrongen te worden door tutjes in roze en gele jurken. “The greatest gift and honor is having you for a daughter”, klinkt het in Mulan. Is dat niet de boodschap die we onze dochters zouden willen meegeven?
Almost Famous
REWIND Luide gitaren. Mannen met baarden. Vrijblijvende seks. Permanente zweetgeur. De hoogdagen van de muziekgeschiedenis en een tijd waarin mensen nog op straat kwamen voor dingen die er echt toe doen. Dat zijn de seventies. Dat is Almost Famous, de muzikale prent van Cameron Crowe waarin Kate Hudson een oscarnominatie bij elkaar heeft geacteerd. Beloftevol én sneu voor een actrice die daarna enkel opdook in kleffe romantische komedies. Centraal in de prent staat de sullige vijftienjarige William Miller die per toeval de kans krijgt een artikel te schrijven voor Rolling Stone Magazine (ja, de natte droom van elke muziekverslaafde met een pen in de hand). Hiervoor moet hij touren met Stillwater, een fictieve band die even goed ook Deep Purple had kunnen zijn. De wulpse, maar getormenteerde Penny Lane is groupie van dienst.
PAUSE Het begon allemaal in mijn late tienerjaren toen ik op een filmpje botste van de beroemde busscène. Na een debacle zijn de gekrenkte groepsleden stilzwijgend onderweg naar een volgende bestemming wanneer een bandlid plots Tiny Dancer van Elton John inzet. Enkele ogenblikken later zingt iedereen mee. O, wat een sfeer. Alsof muziek alle brokken tussen mensen kan lijmen, alles kan doen vergeten en zelfs dingen beter kan maken. En eigenlijk is dat ook gewoon zo.
PLAY Telkens voel ik me in de verkeerde tijd geboren en wil ik de levensfilosofie van Penny Lane toe-eigenen: niets serieus nemen en nooit gekwetst worden. Al falen we daar allemaal in. Wanneer in de eerste minuten Paranoid van Black Sabbath aanzwelt en even later ook Led Zeppelin ter ore komt, herinner ik mij meteen waarom deze film de moeite waard is. Dan laat ik me weer overhalen om een akkoordje te proberen op de gitaar die al maanden in een hoekje staat gedrumd. De seventies mogen dan wel over zijn, diep vanbinnen willen we allemaal een beetje almost famous zijn. Of gewoon dagenlang naar muziek luisteren.