Af en toe mag er eens nostalgisch teruggeblikt worden op zaken die ons verleden mee kleur hebben gegeven. Dingen die voor opschudding zorgden. Kortom, de mensen bezig hielden. Vrije radio bijvoorbeeld. Niks vergane glorie, eeuwige charme en luistergetrouw publiek. Deel van het collectief geheugen. Menig openbaar of commercieel zender wordt hier het nakijken gegeven. Eén vraag steekt echter de kop op: Blijven we strijden voor diversiteit, of wordt ook het Vlaamse radiolandschap een grote eeheidsworst?
Met de in 2003 gestemde wet omtrent de zendvergunningen kwam er een abrupt einde aan de droom van menig Vlaamse amateur-dj. Voortaan zou er slechts een vast aantal vrije radio's de toelating krijgen om uit te zenden op de FM-band. Allerlei criteria moesten ervoor zorgen dat de kleine garnalen van het radiolandschap voorgoed in de vloed verdwenen. Hiermee gaat vanzelfsprekend een enorm verlies gepaard. Vrije radio is en was altijd een deel van onze Vlaamse cultuur. Een spreekbuis voor ieder van ons. Menig luisteraar zat urenlang aan zijn of haar toestel gekluisterd, al mee-neuriënd met de betere evergreens, aandachtig luisterend naar de duivenraces of het lokale praatprogramma
Dat is vrije radio. De andere genres aan bod laten komen, zogenaamde “foute” muziek door de ether jagen en het goede oude vinyl in ere houden. Tijd maken voor de mening van de luisteraar, de lokale spreekbuis zijn. Aan sappige opmerkingen geen gebrek.
Grote stations profileren zich meer en meer als echte niche-zenders. Daar waar vroeger geregeld een streep klassieke muziek door de luidspreker van radio 1 ging, is dit vandaag veel minder het geval. We hebben immers onze eigenste Cultuurzender Klara.
Gelukkig laten sommige luisteraars van zich horen. Toen de voormalige BRT radio 3 van de band wilde halen, kreeg ze een enorme hoeveelheid verontwaardigde reacties over zich heen. Dat de overheid nu iets gelijkaardigs meemaakt bij het verlenen van de nieuwe zendvergunningen behoeft geen twijfel.
Mensen die in't knutselkot of achteraan het café menige zondagavond doorbrachten achter de draaitafels komen in de kou te staan. Wat gedaan met al het zendmateriaal, de audio-apparatuur en platen? Zonder twijfel gaan hier duizenden euro's aan investeringen de mist in.
Alles op het overheidsbeleid gaan steken heeft echter geen zin. Vele projecten ontsproten welig in het verleden en kwijnden even snel weg. Goedkope, vaak zelfgeknutselde zenders zorgden voor storing op de frequentie van andere stations.
Nu verdrijven grote stations de kleintjes uit de dorpskernen en plaatsen enkel een zendinstallatie en mast, zonder bemanning. Voor vele radio-amateurs gaat dit een stap te ver. Zij leefden voor hun zender, de muziek, maar vooral voor de luisteraar. Dat zij nu zomaar aan de kant worden geschoven resulteert zonder twijfel in een verarming van het radiolandschap.
Te pas en te onpas worden we via advertenties in kranten en op televisie aangemoedigd om actief deel te nemen aan het maatschappelijk gebeuren. Speciale evenementen worden gesubsidieerd om de Vlaamse cultuur te promoten bij het bredere publiek. De jaarlijkse buurtbarbecue lijkt wel meer waard te zijn dan de jarenlange inspanning van de gepassioneerde zendamateurs.
Dat de plaat op deze manier niet lang meer zal draaien behoeft geen verwondering. Historiek, de allereerste geluidsfragmenten en spreekbuis van en voor de Vlaamse radioliefhebber is te vinden op www.vrijeradio.be