De enige reden dat iemand vrijwillig naar een programma als X-Factor zou kijken moge duidelijk zijn: een langzaam uitgesmeerde, sadistische vernedering van randdebielen die veronderstellen dat ze muzikale aanleg in hun bloed hebben. Eén of andere zot uit een uithoek van het land die met zijn broek op de enkels de Marseillaise neuriet. Of een over het paard getilde geblondeerde vetkuif die een gooi doet naar een Eurovisielied. Toch kan het ook wel eens heel anders uitpakken tijdens zo'n programma. Soms wordt de hedendaagse Markies de Sade verrast en valt die smalend lachende onderkaak keihard op de grond van verbazing. Dit kregen Mathieu en Guillaume voor elkaar tijdens de live-shows in 2008. In meerdere kranten werd bericht dat mensen hun stembanden doorsneden en hun gitaren verbranden, kan ooit nog iemand deze hemelse geluidsgolven evenaren?
Hun reputatie als ‘de Simon en Garfunkel van 't Stad’ werd plots nationaal erkend als waarheid, en niets dan de waarheid. De twee broers hadden altijd hard gewerkt voor hun reputatie. Jengelend op gitaar en schuimbekkend in de mondharmonica gingen ze van chirofeest naar chirofeest. Kloven in de vingers en gesprongen lippen waren veel voorkomende kwalen. Menig café-uitbater kende het repertoire van het duo als de hendel van zijn tap. Misschien bent u ook één van de gelukkigen die hen heeft gezien voordat ze bij het grote publiek bekend werden: uren vertelplezier aan uw toekomstig kleinkind gegarandeerd.
De doorbraak?
Na de revelatie van de eerste live-shows was het voor iedereen, en niet minder voor henzelf, een raadsel waarom ze het veld moesten ruimen in X-Factor. Want wees nu eerlijk: Dirk was toch niets meer dan de schaduw van de schaduw van Mathieu en Guillaume! Met z'n saaie voorkomen en tenenkrommende zang is hij nog geen bejaardentehuis waardig. Uiteraard vloeiden er nadien vele tranen en was het nog nooit zo stil op straat.
Uiteindelijk bleek hun vermelding op ‘Gratis in Antwerpen – open podia’ te kunnen worden geschrapt, want er viel een reddende engel uit de hemel. Deze engel kwam uit nogal onverwachte hoek, namelijk uit de hoek van X-Factor zelf. Een wild card? Hormonenkuren bij de andere deelnemers? Een dronken gerechtsdeurwaarder die de stemmen verkeerd had geteld? Neen. Niets van dit alles! Het was jury-lid Maurice Engelen van Sonic Angel, die heil zag in beide heren. Opgewonden als een puppy op speed werd schokkerig een handtekening gezet: de zaak was rond, het platencontract binnen.
Met singles als ‘Komen & Gaan’, en natuurlijk de hartensmelter, het blooskanon, de knieënbever en gouwe ouwe: ‘Ik heb je lief’ hadden ze al snel een smaakvol repertoire opgebouwd. Toch bleef er een bittere bijsmaak aan kleven: hun grootste knallers moesten op het conto geschreven worden van de rechtmatige eigenaars, objectief bekeken waren het wel – excusez le mot – covers! Het was daarom tijd om dit historisch juk af te werpen en met een volledig eigen album te komen. Alle liedjes ondertekend met bloed van de heren zelf. Na een geestverruimende reis naar een Tibetaans boeddhistisch klooster was Mathieu helemaal in het reine gekomen met zichzelf. Guillaume heeft dan weer een tijd als kok in een weeshuis in Tanzania gewerkt. De tijd was aangebroken om de studio te betreden, gefocust en geïnspireerd. Na een vlot opnameproces was hun debuutalbum ‘Kleine Sterren’ een feit. Direct na de release knalde hun derde single de ether in. Een protestsong waar Ferre Grignard en Boudewijn de Groot hun hoeden voor af zouden nemen. Een muzikaal stuk lood dat recht door de verdorven harten van wapenhandelaars en wereldleiders geschoten werd met de snelheid van het licht. “‘Vrede (of ik schiet)’ was het nummer dat ik voor ogen had toen ik Masters of War schreef”, aldus een ontroerde Bob Dylan. “De Franse Revolutie staat in schril contrast met de schokgolven die nu door Mathieu en Guillaume door het muzikale landschap gaan”, zo verklaarde Bruce Springsteen.
Folk én jazz
Nu zijn de heren, zoals ze dat in algemeen beschaafd Nederlands zeggen, back on track! Waar bij sommige mensen plankenkoorts een negatieve connotatie heeft, is dat voor Mathieu en Guillaume juist een creatief delirium. De knarsende latten van het podium en een oorverdovend applaus zijn als ambrozijn en nectar voor de jongens. Om het geluid breder te maken, moest er worden gezocht naar een band die hun typische warme stemgeluid zou versterken, maar niet zou overheersen. Uiteindelijk werden de uitverkoren bandleden stuk voor stuk van het (jazz-)conservatorium gehaald. In het muzikale laboratorium was folk en jazz altijd een no-no-combination, maar de uitwerking van dit experiment was een ware revelatie! Geniet van een surrealistisch landschap geënt op folk en jazz met een Vlaamse tongval.
Glij niet uit over de gesmolten harten en maak een afspraak bij de tandarts voor die onderkaak, want Mathieu en Guillaume are in town!