Jutta goes Juliette

Dagen zonder Vlees – week 5
23/03/2016
🖋: 

Van 10 februari tot 26 maart loopt de Dagen Zonder Vlees-campagne. Die is bedoeld om het besef over de impact van onze voedingsgewoontes op het milieu te vergroten en onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Dwarse redactrice en omnomnomnivoor Jutta doet er nog een schepje bovenop en gaat helemaal de geitenwollensokkentoer op als veganist. Ware het niet dat de geitenwollensokken in de kast moeten blijven want veganisme betekent afstand doen van alle dierlijke producten. Bye bye honing, geen cappuccino tussendoor en dag lederen handtassen en dito schoenen. Een mens moet wel gek zijn.

Misschien was het jullie nog niet opgevallen, maar een veganistische levensstijl draait om eten en wie eten zegt, zegt koken. Dat maakt het hele gebeuren een beetje lastig voor mij, want net als veel van mijn medestudenten heb ik a) weinig tijd, b) weinig goesting om kostbare uren in de keuken door te brengen en c) weinig inspiratie. Als ik recepten googelde koos ik steevast iets uit Dagelijkse Kost, maar Jeroen Meus’ ‘klontje boter’ is sowieso wat overdreven en voor mij nu helemaal uit den boze. Gelukkig is er een hele goede uitvinding die deze problemen oplost: het restaurant. Niemand verplicht je namelijk om zélf te koken.

 

Naar aanleiding van DZV verscheen er in de Standaard een serie waarin voor elke stad een aantal leuke vegetarische restaurants werden opgelijst, zo ook voor Antwerpen. Vegetarisch betekent nog niet volledig plantaardig, maar vaak zijn dit ook de plekken waar een veganist terecht kan om zonder ellenlange uitleg en lastige vragen iets lekkers op zijn bord te krijgen. Opvallende afwezige in het lijstje van de Standaard is De Broers van Julienne, al drieëntwintig jaar een vaste vegetarische (en biologische) waarde in ’t Stad. Zes jaar geleden kregen ze een kleine zus: Juliette. In dit kleine, maar gezellige zaakje op de Ijzerenwaag liggen de zoete en hartige heerlijkheden al vanuit de etalage naar je lonken. Ik sprak af met uitbaatster Nina, die aanvankelijk niet van plan was om in het familiebedrijf te stappen, maar er na het behalen van twee masters aan UAntwerpen, toch inrolde. Klaar voor een formeel interview stapte ik Juliette binnen. Uiteindelijk zat ik gewoon gezellig een uurtje met Nina te kletsen bij een sojamelk cappuccino.

 

minderen voor meer mensen

Hoewel zelf eerder flexitariërs, hebben Nina en haar familie steeds het vegetarisme omarmd, ook toen dat nog een sterk geitenwollensokken-imago had. De voornaamste drijfveer bij het oprichten van een vegetarisch restaurant was de milieuproblematiek en de wens om de bewustwording bij het brede publiek op een positieve manier aan te wakkeren, via lekker eten dus. Resultaat is een keuken die groenten in het middelpunt van de belangstelling zet – groenten die overigens vanaf dit voorjaar gekweekt worden in hun grote binnentuin in de Kasteelpleinstraat. Hier en daar zit er vis in de gerechten en in het grote aanbod quiches zijn uiteraard ook melkproducten en eieren verwerkt. Dat maakt de basis niet veganistisch, maar er is heel wat keuze voor de herbivoren onder ons. Vlees zal je er in ieder geval nooit terugvinden. Mensen moeten zicht bewust worden van de grote druk die vlees op het milieu heeft, haalt Nina aan, en dus zeker niet elke dag vlees eten; aan die bewustwording wil het familiebedrijf bijdragen. Dat vlees vaak erg goedkoop is, vindt ze complete waanzin, zelfs al is ze zelf geen vegetariër. Wanneer ze dan wel kiest voor een stukje vlees is dat overigens altijd biologisch. Kwaliteit mag best boven kwantiteit gaan.

 

 

 

Wanneer rasechte veganisten dit lezen, verslikken ze zich waarschijnlijk in hun milieuverantwoorde biologische wortel. Een van de voornaamste pijlers van het veganisme is immers het bestrijden van dierenleed, en een biologische koe wordt ook vermoord voor haar vlees. Toch sluit dit erg goed aan bij de filosofie van Dagen Zonder Vlees, die draait om ‘minder’ in plaats van ‘geen’. Minder vlees, minder afval en meer seizoensgroenten zijn echt wel een goed begin en maken duurzaamheid toegankelijk voor iedereen.

 

 

 

 

hipsterveganisten

Wanneer plots 90.000 Vlamingen veertig dagen lang vlees minderen, moet dat toch opvallen? Niet echt, zegt Nina; na vijf jaar is het nieuwe er wel af. Bovendien komen vegetariërs sowieso al bij hen eten, logisch. Toch blijft het een relevant initiatief, het draagt bij aan de verdere inburgering van de vegetarische keuken. Tien jaar geleden was dit nog ondenkbaar, nu valt het haar vooral op dat zelfs de meeste verstokte vleeseters hun flauwe mopjes over konijnenvoer achterwege laten wanneer ze aan tafel schuiven bij Juliette of Julienne.

 

Het vegetarisme is ondertussen al wat gewoontjes geworden, veganisme is dat echter nog lang niet. Dat maakt het soms echt moeilijk om op restaurant te gaan: veel ‘gewone’ koks zijn wel bereid een vegetarische lasagne op de kaart te zetten, maar zo gauw ook zuivel wegvalt – de kaassaus in die lasagne dus â€“ botsen ze op de grenzen van hun creativiteit. Als je niet met een droog bordje sla wil eindigen, kan je als veganist beter grondig nadenken over het restaurant. Bij De Broers van Julienne en Juliette zijn we in ieder geval meer dan welkom, en dat is altijd zo geweest. Lange tijd waren zij ook een van de weinige pleisterplaatsen voor mensen met voedselallergieën, maar nu steeds meer mensen een al dan niet ingebeelde gluten- of lactose-intolerantie hebben, neemt het aanbod in nieuwe en bestaande zaken toe. Het lijkt wel bon ton om toch minstens glutenintolerant te zijn en ja, er zijn ook heel wat hipsterveganisten die een veganistische levensstijl slechts adopteren als deel van hun imago. Het gaat soms te ver, zegt Nina. Als je enkel veganist bent omdat dat hip is, ben je niet goed bezig.

 

Is de populariteit van het veganisme dan slechts van voorbijgaande aard? Het valt Nina op dat deze ‘trend’ wereldwijd aan een sterke opmars bezig is en dat er ook steeds meer zaken bijkomen die enkel plantaardige voeding serveren. In tegenstelling tot de idee dat brood ongezond is, denkt ze dat het veganisme zich echt kan verankeren in de samenleving, net zoals dat met het vegetarisme is gebeurd. Zelfs met twee vegetarische restaurants en bijbehorende traiteurszaak houdt Nina geen pleidooi om collectief vegetariër of veganist te worden, wel om bewuster met voedsel om te springen. Geen verspilling, zelden vlees, heel veel groenten en werken met zo puur mogelijke producten. Nina’s eigen stelregel: als de ingrediënten op een verpakking niet herkenbaar zijn, kan je de inhoud ervan beter niet opeten.

 

Mijn cappuccino is op en de klanten beginnen binnen te lopen voor de lunch. Ik koop nog gauw wat (veganistisch verantwoorde) chocolade en plan in gedachten al een etentje om al het andere uitgestalde lekkers te komen proberen.