Al sinds mensenheugenis wordt de vrouw als inferieur gezien, vertrekkend vanuit het idee dat mannen fysiek sterker zijn. Anderen zagen Eva’s zwakte om de verboden appel op te eten als het begin van de verderfelijke aard van vrouwen. Het is dan ook ironisch dat dit zwakke geslacht vanaf de middeleeuwen over heel Europa gevreesd werd, zodra mensen in heksen begonnen geloven. Een overstroming? Een mislukte oogst? De plotselinge dood van de kasteelheer? Dit was allemaal de schuld van heksen.
De middeleeuwers geloofden dat deze ‘handlangers van de duivel’ kinderen opaten of vruchtbaarheidsproblemen veroorzaakten. Volgens oude verhalen vlogen op de heksensabbat de heidense vrouwen op hun bezemsteel naar een open plek, waar ze samen met honderden medeheksen de duivel eerden. Ze knielden voor hem neer en kusten hem. De heks die hem het meest beviel, werd zijn koningin. Terwijl ze aten van padden en vlees van ongedoopte kinderen schepten ze om beurten op over het kattenkwaad dat ze hadden uitgehaald.
de heksenjacht
De veertiende eeuw betekende de start van de heksenjacht: 30.000 tot 60.000 zogenaamde heksen werden verbrand, onthoofd of gedood op een pijnlijke manier die niet vermeld wordt voor de gevoelige zielen. Voor de historische correctheid vermeld ik er ook even bij dat in onder andere Rusland en IJsland het voornamelijk mannen waren die het slachtoffer werden van de inquisitie of van woedende dorpelingen.
De inquisitie, een rechtbank ingesteld door de Kerk, onderzocht elke zaak. Na een tijdje waren er echter zoveel meldingen dat de Dominicaanse inquisiteur Heinrich Kramer in 1487 de Heksenhamer schreef. De Malleus Maleficarum is als het ware een handleiding voor gewone burgers over hoe ze heksen konden herkennen, zodat de inquisitie zich op belangrijkere zaken kon concentreren. In dit antifeministische werk wordt de vrouw beschreven als een van nature inferieur en zwak wezen. Daarnaast vermeldt de auteur dat bepaalde personen zoals ambtenaren en geestelijken immuun zijn voor haar kwaadaardige verleidingen.
Een andere bekende inquisiteur was Henri Boguet: deze Franse rechter leidde in de zestiende eeuw meer dan 600 heksenrechtszaken. Hij schreef in 1620 Discours exécrable des Sorciers, een zeer populair boek dat twaalf keer werd herdrukt. Een tip voor de lezers met kwaadaardige zussen: het boek is nog steeds online te vinden. Volgens dit heksenhandboek kon je heksen herkennen aan een of meerdere duivelsmerken. Bij een echt stigma diabolicum verscheen er geen bloed en voelde de verdachte geen pijn als deze plaats doorprikt werd met een naald.
Dit is onder andere toegepast bij de enige verbrande heks van Antwerpen: Clara Goessen. In de zestiende eeuw kwam Clara vanuit Straatsburg naar Antwerpen, waar ze aan de slag ging als een meisje van plezier, totdat ze waarschijnlijk uit jaloezie als heks werd aangeklaagd door haar collega’s. Ze werd opgepakt en naar de gevangenis gebracht, in die tijd Het Steen. Daarna ging haar proces door in de vierschaar. Voor zij die nu een gruwelijk idee in hun hoofd hebben, dit is de oude naam voor een rechtbank. Vroeger werd recht gesproken tussen vier geschoren (gespannen) touwen, met in het midden de beschuldigde, vandaar de benaming. In de stad bevond deze rechtbank zich op de hoek van de Zakstraat en de Steenstraat, maar het gebouw werd in 1847 afgebroken. Doorheen de Antwerpse geschiedenis zijn er slechts zeventien vrouwen voor deze vierschaar verschenen. Vergeleken met heksen in de rest van Europa, die doorgaans onmiddellijk op de brandstapel terechtkwamen, hadden beklaagden in de beschaafde stad aan de Schelde nog geluk: behalve Clara Goessen werden de anderen slechts veroordeeld tot een bedevaart.
Ondanks Clara’s ontkenning van de aanklachten gingen twee schepenen en een chirurgijn over tot de ‘examinatie’, een mooier woord voor marteling. Haar naakte lichaam werd onderzocht op duivelsmerken en als extra vernedering werd haar haar afgeschoren. Omdat ze haar walgelijke heksendaden nog steeds ontkende, gingen de martelingen verder. Uiteindelijk bekende Clara dat ze seks had gehad met de duivel en zijn pact had ondertekend. Zo werd op 22 augustus 1603 de eerste en laatste heks van Antwerpen in Het Steen op de brandstapel gezet. De stad bewees opnieuw zijn ‘beschaafdheid’ door haar eerst te wurgen.
- Log in to post comments