In oktober vonden in België de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Ditmaal voor het eerst zonder opkomstplicht in Vlaanderen. Dat is een historische verandering in ons kiesstelsel, waarvan de opkomstplicht sinds 1893 deel uitmaakte. De afschaffing heeft zowel positieve als negatieve implicaties voor onze democratie. dwars neemt de beslissing onder de loep.
In 1893 werd het algemeen meervoudig stemrecht voor mannen in België ingevoerd, inclusief de opkomstplicht. Dat gaf elke mannelijke burger, ongeacht sociale of economische achtergrond, een stem. Stemrecht was voorheen vaak voor behouden voor de rijkere laag van de bevolking en dat beperkte de representativiteit. In 1948 was het eindelijk de beurt aan de vrouwen. Vanaf dan spreekt men over het algemeen enkelvoudig stemrecht. Sindsdien mocht iedere meerderjarige burger ongeacht vermogen of geslacht gaan stemmen. De opkomstplicht bleef dus tot voor kort een belangrijke hoeksteen van ons democratisch systeem.
De afschaffing ervan komt niet geheel onverwachts. Dat mensen zelf mogen kiezen of ze überhaupt willen stemmen, past bij de tijdsgeest van individualisering en keuzevrijheid. Je kan stellen dat verplichte opkomst ingaat tegen autonomie en vrijheid. Bovendien beweren critici dat verplichte opkomst helemaal niet leidt tot betrokken kiezers; velen stemmen immers blanco of geheel willekeurig. De toenemende politieke apathie en desinteresse spelen daarbij ook een grote rol.
Hoewel de opkomstplicht voor gemeenteraadsverkiezingen in Vlaanderen is afgeschaft, geldt die nog wel voor Vaamse, federale en Europese verkiezingen. In mei moesten 16- en 17-jarigen voor het eerst stemmen in de Europese verkiezingen. Enerzijds wil de Belgische politiek jongeren meer betrekken, anderzijds laten ze de opkomstplicht los, wat kan leiden tot lagere opkomst onder jongeren. Die zijn namelijk steeds vaker politiek apathisch. Dat roept allerlei vragen op over de samenhang van het Belgisch kiesstelsel.
De lage opkomstcijfers bevestigen het: jongeren en studenten bleven dit keer massaal weg van de stembus. Studies tonen aan dat jongeren zich vaak minder vertegenwoordigd voelen in de politiek en dat ze er steeds minder vertrouwen in hebben. Het is dus geen verrassing dat we onze tijd liever besteden aan iets wat dichter bij ons eigen leven staat.
Die ontwikkeling past in een bredere trend: jongeren geven vaker dan vroeger de voorkeur aan directere vormen van betrokkenheid zoals activisme of strijden op sociale media. Toch waarschuwen politiekexperten dat onze stem daardoor steeds minder gewicht krijgt, wat onze toekomst (negatief) kan beïnvloeden.
Na de gemeenteraadsverkiezingen kunnen we vaststellen dat de afschaffing meer mensen heeft doen thuisblijven dan verwacht. Uit de resultaten bleek dat ongeveer een derde van de Vamingen niet kwam opdagen, terwijl er een opkomst van 70 à 80 procent was voorspeld. De vraag blijft nu of de afschaffing de politieke participatie op termijn zal stimuleren, of zoals het nu lijkt, het verder zal doen afnemen.
- Log in to post comments