Jannes Van Den Wouwer
Kunstenaar of topsporter, bejaarde of ondernemer, geen enkele soort ontspringt de dans. Je wordt op een dag wakker met de intense drang om je aan Universiteit Antwerpen in te schrijven. Het gevolg: zo veel vreemde vogels dat het uitzonderlijk wordt om normaal te zijn. Elke maand zetten wij een bijzondere student in de kijker.
Julien De Wit (23) is student internationale betrekkingen en voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) – een koepel van de verschillende studentenraden van Vlaamse hogescholen en universiteiten. In september publiceert hij zijn tweede boek Ge(e)neratie waarin verschillende maatschappelijke uitdagingen onder de loep worden genomen, in samenspraak met jongeren en experten. Klonk dat al als een behoorlijk cv? Julien schreef in 2021 met Koen Metsu Ontwapend over de hedendaagse veiligheidsproblematiek en is nog steeds actief stuver bij de faculteit Sociale Wetenschappen. Tegelijkertijd zie je Julien tegenwoordig vooral als voorzitter van VVS, waarvoor hij in meerdere televisieprogramma’s opduikt om de stem van de student te vertegenwoordigen.
“We laten heel bewust onze stem meer horen, naar binnen en naar buiten toe”, zegt Julien over zijn engagement bij VVS. “We willen erg open zijn naar de leden toe. Ik merk dat er extern vraag is naar ‘de stem van de student’ en VVS is toch wel een dankbaar orgaan om die te belichamen. Juist daarom vind ik het zo belangrijk om die band met de achterban niet te verliezen en hun spreekbuis te zijn.”
Op die manier zijn er al verscheidene thema’s op de agenda gezet. “Ik ben blij dat grensoverschrijdend gedrag nu besproken wordt. Er was op zijn minst de perceptie van een doofpotcultuur en ik heb het gevoel dat er nu meer bewustwording rond het thema is ontstaan.” Daarnaast komt VVS veel in het nieuws rond het kotentekort. “Er wordt veel over gesproken, ja, maar weinig aan gedaan”, zegt Julien. “We horen van de overheid dat de vrije markt het zal oplossen, maar de mensen op die markt trekken het duidelijk niet meer. Al is het natuurlijk bijzonder moeilijk. We appreciëren het wel dat de minister kijkt waar bijsturing nodig is.”
Dat brengt Julien meteen bij een ander punt: de financiële kwetsbaarheid van veel studenten. “Opnieuw: er wordt veel over gesproken, maar de grootte van het probleem is naar mijn mening niet altijd duidelijk. Binnen de moeilijkheden die studenten op financieel vlak ondervinden, is het moeilijk om te horen dat er meer en meer tegenreactie komt op het concept dat de student meester is van het eigen traject. We horen steeds meer dat de flexibilisering van het onderwijs te hard is doorgeslagen.” Die stemmen vindt Julien beangstigend. “Flexibilisering en democratisering van het onderwijs zijn juist cruciale principes. Ik denk dat het probleem vooral is dat we nooit echt zeker zullen zijn van de hoeveelheid studenten die we kwijtspelen als zulke principes verdwijnen. Als rectoren gratuit zeggen dat het inschrijvingsgeld hoger mag, houd ik mijn hart vast voor de toekomstige generaties studenten. Ik zie op dat punt ook een link met de zakkende onderwijskwaliteit in het lager en secundair onderwijs. Daardoor raken minder studenten over de lat. Dat is toch een groot probleem?”
De vraag hoe hij het allemaal gedaan krijgt, is niet nieuw voor Julien. “Ik heb die drukke agenda, die uitdaging nodig, heb ik gemerkt. Mijn mama vindt mij prikkelverslaafd.” Hij lacht. “Natuurlijk vloek ik af en toe, maar de zoveelste déjà vu-vergadering waarop dezelfde punten worden herhaald, hoort erbij. Ik heb het altijd wel gehad. Zo gaf ik in het middelbaar bijles, maar dat groeide dan uiteindelijk uit tot een halve onderneming.” Tegelijkertijd wil Julien niet continu bezig zijn met het drukke verenigingsleven. “Sporten ontspant mij; onlangs heb ik tot mijn verbazing ontdekt dat yoga me goed doet. Naast al die engagementen is een sociaal leven voor mij belangrijk. Het is fijn om vrienden te hebben die niet continu zijn bezig over onderwijs of andere dingen waarmee ik bezig ben, dat brengt perspectief.”
Prikkelverslaafd of niet, Julien steekt erg veel energie in opkomen voor studenten. “Ik ben altijd iemand geweest die voor anderen opkomt”, zegt hij. “Als er een gesprek is, wil ik dat er naar íédereen geluisterd wordt. Ik probeer zo benaderbaar mogelijk te zijn. Als ik van één student hoor dat hij financiële problemen heeft, dan laat dat me niet los. Door benaderd te worden komt het dan ook dichtbij, maar dat is mijn drijfveer. Het is wel erg belangrijk voor mij dat ik de stem van studenten niet verwar met mijn eigen mening.” Toch is studentenvertegenwoordiging meer dan alleen de signalen van studenten naar het beleid brengen. “Ik heb de indruk dat niet veel studenten bezig zijn met de financiering van het hoger onderwijs, maar door dat probleem verdwijnen de instellingsgebonden koten en worden de studentenrestaurants, het inschrijvingsgeld en de studieboeken duurder.”
Tegelijkertijd kan er gesteld worden dat het niet elke student studentenvertegenwoordiging überhaupt veel kan schelen. “Eerlijk? Ik denk dat de groep studenten die het totaal niets interesseert, een vrij kleine groep is. Wat ik wél denk, is dat er een grote groep is die de aangehaalde thema’s wel belangrijk vindt, maar niet de bandbreedte heeft om zich in al die vergaderingen en werkgroepen te smijten. Je moet het ook maar willen, hè? Vergaderen terwijl je vrienden op café zitten.” Hij lacht erbij. Al een geluk dat Julien dat wel wil.
- Log in to post comments