Begin februari kondigde de UvA, dat is de Universiteit van Amsterdam, aan om voorlopig geen onderzoekssamenwerkingen aan te gaan “met Shell of soortgelijke bedrijven”. De universiteit organiseert nu een universiteitsbrede discussie rond de vraag met wie universiteiten wel of net niet kunnen samenwerken. Zolang de discussies lopen, begint de UvA geen onderzoeken met de steun van bedrijven in fossiele brandstoffen. Ik vroeg me logischerwijs af: hoe zit dit aan UAntwerpen?
Om meteen op deze vraag te antwoorden: UAntwerpen heeft momenteel geen plannen om zoals UvA een stolp te zetten op fossiele onderzoeken. Wel staat een moratorium, zoals UvA nu doet met Shell of soortgelijke bedrijven, waarbij er een tijd geen nieuwe fossiele onderzoeken worden gefinancierd, op de agenda van de Vlaamse Universitaire Raad. De discussie is niet nieuw. De universiteit van Harvard kondigde twee jaar geleden aan te stoppen met onderzoek gefinancierd door de fossiele industrie en vorig jaar lanceerden meer dan achthonderd academici uit meer dan honderd universiteiten een open brief waarin ze pleitten voor fossielvrij onderzoek. De vraag is ook aan UAntwerpen relevant, zo gaf de universiteit me te kennen dat er momenteel één onderzoek gefinancierd door olieproducent ExxonMobil loopt.
ExxonMobil en klimaatverandering
Je moet niet argwanend van aard zijn om te vermoeden dat ExxonMobil wetenschappelijk onderzoek niet financiert omdat academische inzichten de oliereus ongelofelijk dierbaar zijn. Het is al langer geweten dat ExxonMobil dankzij eigen wetenschappers al in de jaren zeventig tot in de kleinste details wist dat het verbranden van fossiele brandstoffen tot opwarming van de planeet en de bijbehorende catastrofale gevolgen leidt. Dit werd recent bevestigd door onderzoek gepubliceerd in Science. Zette deze kennis ExxonMobil aan om met gepaste urgentie te verduurzamen? Het tegendeel is waar. Hoewel ExxonMobil perfect de gevolgen van de eigen activiteiten kende, begon het in de hiernavolgende decennia miljoenen te pompen in wetenschapsontkenning, leugenachtige communicatiecampagnes en gelobby tegen acties om klimaatverandering te bestrijden. Dit alles had een fijnbesnaard drieledig doel: vertragen, misleiden en saboteren. Gezien de verstrekkende gevolgen van de klimaatcrisis een opportunisme van de meest bandieterige soort. Hoeveel zelfrespect heb je als academische instelling als je het geld van dit soort van organisaties ontvangt?
Bleef het maar beperkt tot een gebrek aan zelfrespect. Het is niet de eerste keer dat de universiteit zich gespeeld onwetend gedraagt. Zoals ik in een opiniestuk afgelopen semester betoogde dat Huawei UAntwerpen gebruikt om zichzelf wit te wassen, zo faciliteert ze greenwashing van ExxonMobil door fossiele fondsen te incasseren. Dat de universiteit (zie de reactie onderaan dit artikel) blijft goochelen met termen als duurzaamheid en maatschappelijk ondernemen, doet niets af van de realiteit dat ExxonMobil al sinds de jaren zeventig wetenschappelijke kennis verdraait en negeert. Tegen welke prijs kunnen dit soort bedrijven de universiteit gebruiken als vehikel voor positieve pr? Het is een vraag die een gefundeerd academisch debat verdient.
academische integriteit op het spel
Behalve de geloofwaardigheid van het duurzaamheidsbeleid van de universiteit staat meer algemeen ook de academische integriteit op het spel. De eerdergenoemde open brief stipt aan dat financiering van klimaatonderzoek door de fossiele industrie resulteert in een belangenconflict dat de academische vrijheid van onderzoekers in gevaar brengt. De fossiele industrie drukt niet alleen een onuitwisbare stempel op wat er onderzocht wordt, het maakt onderzoekers ook afhankelijk van fossiel geld. Ook is het maar de vraag of onderzoekers die banden tussen universiteiten en de fossiele industrie principieel hekelen, zich hierover publiek durven uitspreken als hun financiering van hen afhangt. Op de koop toe blijkt uit een publicatie in Nature dat door de fossiele industrie gefinancierd academisch onderzoek positiever is over aardgas dan over hernieuwbare energie. De meesten onder ons vinden het abnormaal dat universiteiten zich zouden laten financieren door de tabaksindustrie die er een handje van weg heeft de waarheid te verdoezelen en te verdraaien, maar de fossiele industrie doet in wezen niets anders. De belangen van de fossiele industrie zijn compleet tegengesteld aan die van onafhankelijke academische instellingen.
UAntwerpen verwijst in een reactie ook naar de institutionele ethische gedragscode die ervoor moet zorgen dat de academische vrijheid gewaarborgd blijft bij de uitvoering van onderzoek met een externe opdrachtgever. Dat doet de vragen rijzen wie toezicht houdt op de naleving van deze code en hoe dit toezicht gebeurt. De code is geadresseerd aan de individuele onderzoeker die “niet mag verzaken aan zijn onafhankelijkheid”, terwijl de onderzoeksinstelling buiten beeld blijft. Zoals ook beschreven in dwars 145, is het te gemakkelijk om de verantwoordelijkheid in de schoenen van de individuele onderzoeker te schuiven en is het aan de universiteit zelf om omstandigheden te creëren die onderzoekers minder kwetsbaar maken voor beïnvloeding van buitenaf. Hierbij valt te denken aan een publiek toegankelijke databank met al de lopende onderzoeken en hun financiers, zodat potentiële belangenconflicten voor iedereen duidelijk worden. En aan een stopzetting van fossiele onderzoeken, want wat is het gezag van een ethische gedragscode als je je als universiteit laat sponsoren door wetenschapsmanipulatoren?
meer transparantie vereist
Tot slot moet ik tot mijn grote spijt meedelen dat ik mijn controlefunctie niet kan uitoefenen zoals gewild. Steekproefgewijs somde ik de namen van zes fossiele bedrijven op (Total, Borealis, 3M, Shell, ExxonMobil en Ineos), met als vraag wie van hen momenteel onderzoek financiert aan UAntwerpen. Ik geloof graag van de universiteit dat de verschafte informatie correct is, maar ik kan het niet verifiëren. Het is dus onmogelijk om de verstrengeling van fossiele industrie en universiteit in kaart te brengen. En dan gaat het niet alleen over onderzoeken. Zo sponsort de belangenvereniging van de Belgische chemische bedrijven Essenscia de Master Veiligheidswetenschappen en is het net als bedrijven als Umicore, Nippon Gases en Ineos sponsor van de Kekulé-lezingen.
Net zoals meer transparantie vereist is over de financiële bestedingen van UAntwerpen (denk aan de beleggingen waar de commissie ethisch beleggen zelfs geen zicht op krijgt, zie vorige dwars), zo is transparantie vereist aan de inkomstenzijde. Als het UAntwerpen echt menens is als het gaat over academische onafhankelijkheid, kijkt ze niet louter naar de individuele onderzoeker, maar betonneert ze die structureel. Als duurzaamheid voor UAntwerpen meer is dan een verplicht imagonummertje, komt ze de consequenties van door de fossiele industrie betaalde onderzoeken onder ogen. Volgend jaar vinden de rectorverkiezingen plaats. Laat dit debat meer dan een voetnoot in de campagnes zijn.
geen standpunt over fossiele onderzoeken
Ik vroeg de universiteit naar haar standpunt omtrent onderzoeken gefinancierd door de fossiele industrie. “Op dit moment heeft UAntwerpen daar geen formeel standpunt over. Wel is het zo dat wij als instelling de zaken niet louter zwart-wit bekijken, maar een problematiek vanuit verschillende perspectieven benaderen. Zo impliceert fossil free research bijvoorbeeld dat je niet langer inzet op het kunnen innoveren van chemische bedrijven en hun processen van binnenuit. Er zijn ook verschillende types van samenwerking mogelijk met dergelijke bedrijven. Zo is het beperkt aantal opdrachten dat de Universiteit Antwerpen aanvaardt van dergelijke opdrachtgevers er in hoofdzaak op gericht om duurzame alternatieven te zoeken of de veiligheid en optimalisatie van bestaande processen te faciliteren. In het algemeen is duurzaamheid een belangrijk begrip voor de Universiteit Antwerpen en zetten wij volop in op maatschappelijk verantwoord ondernemen.”
- Log in to post comments