Een memorabele avond om alle studenten van UAntwerpen, Stadscampus en Wilrijk, te verenigen in stijlvolle glamour, dat is het jaarlijkse Galabal Universiteit Antwerpen. Jaarlijks? Ja, want na de zelfverklaarde succesedities hebben koepelkringen Unifac en ASK-Stuwer besloten om het galabal elk jaar te organiseren in plaats van om de twee jaar. Nieuwer en belangrijker is dat ook de Studentenraad dit jaar meewerkt aan de organisatie. Dat verdient aandacht, want zo’n beslissing is niet vanzelfsprekend.
Dit artikel ontstond omdat ik me vragen stel bij het feit dat het centrale orgaan van de democratische studentenvertegenwoordiging nu mee feestjes organiseert. Ik nam contact op met enkele leden die aanwezig waren op de Algemene Vergadering van de Studentenraad (verder: de AV – wordt ook gebruikt als verkorte naam voor de groep studenten die de Studentenraad vormt) van februari vorig jaar, waar de beslissing om mee te werken aan het Galabal Universiteit Antwerpen genomen werd.
Drie leden van de AV willen me wat over de beslissing vertellen, twee van hen blijven liever anoniem, de derde is als huidig ondervoorzitter een evidente stem. Arne Cobben kent als voormalig lid van Unifac de werking van het galabal en heeft vanuit zijn toenmalige functie als bureaulid het dossier op de AV toegelicht. Hij frist mijn geheugen op: “Het galabal werd georganiseerd door VUAS om de verschillende campussen bij elkaar te brengen en een structurele samenwerking tussen de koepelkringen te voorzien. VUAS bestaat niet langer en is vervangen door ASV (Algemene studentenvergadering), een nieuw, breder, orgaan, waar ook de Studentenraad aan meewerkt. Het was een logische keuze om hen te vragen of ze bij het galabal betrokken wilden worden.”
het opzet en de omzet
Het valt me op dat ASV met het verdwijnen van VUAS zich niet de vraag stelde óf het galabal wel blijvend georganiseerd hoorde te worden. Met de vraag vanuit ASV moest de AV antwoorden op een andere vraag: Valt zo’n galabal organiseren binnen de doelen van de Studentenraad? Het verslag geeft slechts een deel van de discussie weer, aldus een van de anonieme leden: “Ik vind het een domme beslissing. Het is niet logisch dat we daaraan meewerken omdat we nu in ASV zitten. Noch ASV, noch de Studentenraad hoort werkingsbudget te spenderen aan het organiseren van feestjes, eigenlijk kon je je daar al bij VUAS vragen over stellen.”
Toch klonken de argumenten vóór luider. Die duidden voornamelijk op het feit dat het een goed netwerkevent is en dat de extra zichtbaarheid van de Studentenraad het orgaan ten goede zou komen; zo laten ze bijvoorbeeld zien dat de activiteiten van de Studentenraad niet altijd formeel hoeven te zijn. Het tweede anonieme AV-lid vond die argumenten niet overtuigend: “Zelf voel ik allerminst de behoefte om bij zo’n evenement betrokken te worden, dat is niet de reden waarom ik me inzet als studentenvertegenwoordiger.”
Het Galabal Universiteit Antwerpen dat georganiseerd wordt door koepelclubs, heeft dan ook dezelfde connotatie als galabals van andere studentenverenigingen. Onterecht, meent Arne: “We kunnen als studentenraad ook ons gewicht mee in het project gooien om er iets méér van te maken. Mijn hoop is dat proffen en studenten binnen vijf à zes jaar ’s nachts met een dikke sigaar aan tafel kunnen rondfilosoferen. Onze grootste bijdrage is dan ook dat we ons intern netwerk gebruiken om meer personeel op het diner te krijgen. We krijgen veel positieve reacties van onder meer de decanen, die graag op onze uitnodiging ingaan. Qua netwerken kan dat tellen.”
De mails die naar de hoogwaardigheidsbekleders van UAntwerpen werden gestuurd kwamen vanuit ASV. De bijdrage van de Studentenraad bestaat uit het delen van het event op sociale media en enkele gedraaide shiften vanuit het Bureau. Van de gemiddelde stuver wordt niets verwacht, zelfs komen opdagen is niet verplicht. Dat kan ook moeilijk: studentenvertegenwoordiging mag de stuvers niets kosten. AV-lid 1: “Als aanwezigheid op dit event een verwachting is die je van je stuvers hebt, moet je daar als studentenraad in tussenkomen.” Het lijkt dus dat er uiteindelijk weinig van de Studentenraad verwacht wordt. Behalve een bescheiden financiële injectie: er wordt in het verslag van de AV gewag gemaakt van 1500 à 1600 euro.
“ASV verdeelt, net zoals VUAS ervoor deed, een grote pot geld onder de koepels en alle clubs die onder deze koepels of rechtstreeks onder ASV vallen”, legt Arne uit. “Van die pot wordt, evenzeer zoals onder VUAS, 2500 euro opzijgezet met als specifiek doel het subsidiëren van het galabal. In geval van verlies, wat erg waarschijnlijk is bij dit event, wordt éérst dat reserve aangesproken, pas daarna delen de organisatoren gelijk in de rest van het verlies.” Het is erg onwaarschijnlijk dat het reserve niet volledig aangesproken zal worden, zo onwaarschijnlijk dat er niet echt een plan is om met eventuele overschotten om te gaan. “Weliswaar liggen de kosten voor het organiseren van een galabal veel hoger dan 5000 euro.”
Met andere woorden, het galabal is een evenement waar mákkelijk 2500 verlies op gedraaid wordt. Omdat de Studentenraads eigen budgetten en begroting van een andere ‘pot’ komen dan de clubbudgetten heeft de AV zichzelf ingedekt door een maximum aan eigen bijdrage vast te leggen. Het gaat daarin om een derde van het verlies dat na aftrek van die 2500 euro initiële galabalsubsidies nog kan komen. “Het gaat concreet om 2000 euro, met een extra buffer van 500 in geval van overmacht. De Studentenraad is dus in het ergste geval 2500 euro kwijt. De 1500 à 1600 euro waarvan sprake in het verslag, was een ruw voorbeeld van een mogelijke bijdrage. Eigenlijk kunnen we de verwachte omzet niet betrouwbaar inschatten, daarvoor wordt het evenement niet vaak genoeg georganiseerd.”
de argumenten voor en tegen
Dat het galabal duur en verlieslatend is, hield de koepels niet tegen om voor corona de beslissing te nemen om het jaarlijks te organiseren in plaats van tweejaarlijks. Dat zorgde er evenwel voor dat de buffer van 5000 euro naar 2500 terugtikte. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat ook dát ergens meespeelde in de vraag van de koepels aan de Studenenraad. Diens maximumuitgave stemt toevallig perfect overeen met de gehalveerde pot subsidiegeld.
Arne legt uit dat er goede redenen zijn om het geld dat voorzien is voor studentenvertegenwoordiging tegen een chique diner en dansfeest aan te gooien. “We krijgen een werkingsbudget om de studenten te kunnen vertegenwoordigen, maar niet elke cent van dat budget gaat strikt naar vertegenwoordiging. Ons doel is studenten maximaal vertegenwoordigen: een deel gaat daarom ook naar marketing, merch, eten tijdens vergaderingen, post-its en ja, ook evenementen. Vroeger organiseerden we al eens recepties als we bijvoorbeeld een nieuw standpunt hadden, ook dat kost bakken geld. In dat opzicht is deelnemen aan het galabal efficiënter. Hoewel het de bedoeling is om studentenvertegenwoordiging wat studentikozer te maken, is het absoluut niet de bedoeling om samen te vallen met het clubleven. We bekijken onze deelname aan dit evenement als een kans om onze zichtbaarheid en bekendheid te vergroten. Daarnaast doorbreken we het cliché dat wij allemaal om acht uur ons bedje inkruipen, terwijl het bij ons ook ontspannen mag zijn.”
Nochtans is het, onder de mensen die weten wat studentenvertegenwoordiging is en die op een galabal zouden verschijnen, wel geweten dat stuvers zich ook ontspannen. Als je er eenmaal op let, zie je regelmatig studentenraadtruien op terrasjes, feestjes en cantussen. Is het aan de Studentenraad als orgaan om te tonen dat haar leden niet saai zijn? Het is eerder omgekeerd: stuvers kunnen evengoed drugsverslaafde BDSM-beoefenaars zijn, de mandaten die ze bekleden worden niet onmiddellijk meer ‘sexy’ door de (ont)spannende activiteiten van haar leden. In tegendeel, meent AV-lid 2: “In mijn ervaring heerst er tussen meerdere studenten net de perceptie dat er een (te) grote vermenging is tussen de AV en het verenigingsleven.”
de stemming in de AV
Dat brengt ons bij een feit waarvan de meeste ingewijden wel op de hoogte zijn. Jaar op jaar hebben relatief veel leden van de AV of een verleden of een actieverol in het verenigingsleven, voornamelijk in de koepels. In de AV in kwestie hadden 8 van de 26 stemgerechtigde AV-leden een actief zitje in Unifac of ASK-stuwer, de organisatoren van het galabal die het voorstel deden. Dat is buiten ouwzakken zoals Arne gerekend die het project bracht vanuit zijn functie als bureaulid. Wordt van zulke leden verwacht dat ze zich onthouden bij een stemming? “Dat is toen niet gebeurd, en het gebeurt doorgaans ook niet,” antwoordt hij, “maar ik ben wel 99% zeker dat niet alle koepelleden dezelfde mening deelden.”
Er was een grote druk vanuit de koepels om vóór te stemmen.
Dat is nochtans niet de ervaring van mijn andere bronnen. AV-Lid 2: “Deelnemen is enorm gepusht geweest vanuit Unifac als blok binnen de AV.” AV-lid 1 bevestigt: “Er was een grote druk vanuit de koepels om vóór te stemmen. Mijn kritische vragen werden op gezucht onthaald en ik ben zelfs achteraf geconfronteerd geweest door sommige koepelleden die hun ongenoegen met mijn vragen kwamen uiten.” AV-lid 1 meent dat het om een breder probleem gaat. “Je mag de sociale druk om mee te gaan met de stroom niet onderschatten. In de AV kent iedereen elkaar en veel van je discussiepartners binnen de AV zijn buiten de AV je vrienden.”
Dat maakt het dossier eigenlijk een soort casus die een pijnpunt in het algemene orgaan van de studentenvertegenwoordiging op scherp stelt. Waar je op faculteitsniveau in beperkte groep samenwerkt met medestudenten die vaak binnen of in minstens verwante studiegebieden zitten, gebeurt het overkoepelende binnen én buiten de Studentenraad door een groep van min of meer vijftig studenten die elkaar allemaal bij naam kennen. Hoe kan dat leiden tot brede vertegenwoordiging? “Het punt is dat de koepelleden altijd als eerste verkozen worden”, verklaart Arne. “Het gaat om posities die vrij verkozen worden: niet alleen kan iedereen zich kandidaat stellen, iedereen moet zich kandidaat kunnen stellen. Het wordt decretaal niet mogelijk om mensen uit te sluiten omwille van mógelijke belangenvermenging. Je zou op die manier trouwens aanzienlijk minder studentenvertegenwoordigers hebben, een lege stoel is vaak erger.”
conclusie
Een van de grote argumenten om medeorganisator te worden van het galabal is om een ander beeld te scheppen van studentenvertegenwoordiging. De vraag blijft of het beeld dat ze met dit dossier schetsen, vooral ook met de totstandkoming ervan, wel zo mooi is. Mij lijkt alleszins van niet. Op de kar springen van de organisatie van een relatief duur feest dat vooral populair is onder een specifieke, al oververtegenwoordigde en allesbehalve diverse groep studenten, geeft minstens de perceptie van een ons-kent-onscultuur die moeilijk doorbroken kan worden. Of dat beeld terecht is of niet, doet er eigenlijk niet zoveel toe, het feit dat er een blinde vlek schijnt te zijn over hoe dat gebeurt, is op zichzelf al problematisch. Als het tweede grote argument zonder schroom ‘netwerken’ luidt, mag de geslaakte zucht zich wel laten horen.
Het galabal ambieert vooral een mooi evenement te zijn over de campussen heen, waar zo veel mogelijk studenten samenkomen voor een toffe avond.
“Ik snap dat niet iedereen het met de beslissing eens is, maar we hebben als AV gekozen om het te proberen. Ik denk niet dat er zo’n grote versmelting is als waar je nu op doelt. Veel van onze leden hebben op een aantal vlakken ook wel een afstand van bepaalde aspecten van het studentenleven. Het galabal ambieert vooral een mooi evenement te zijn over de campussen heen, waar zo veel mogelijk studenten samenkomen voor een toffe avond. Het feit dat we personeel daar ook naartoe kunnen krijgen voor het diner en de receptie is fijn. Ik twijfel er niet aan dat er een paar personeelsleden tussen zullen zitten die de eerste paar muziekjes nog meekrijgen.”
Arne weet dat ik het rooskleurig beeld, dat de meerderheid in de AV klaarblijkelijk had, niet deel. Niet alleen lijkt het een wat naïeve droom, het is vooral onwenselijk. Als iemand met jaren ervaring in een studentenorganisatie begrijp ik maar al te goed dat geëngageerde studenten niet altijd aan de bomen groeien, maar ik ben er evengoed van overtuigd dat je pas werkelijk kan groeien wanneer je een diverser publiek aantrekt. De energie en het budget dat nu gegeven wordt aan vissen in dezelfde vijver als altijd zou evengoed ingezet kunnen worden in andere probeersels. Ik wil zelfs zo ver gaan om te zeggen dat een mislukte poging om het anders te doen op meer steun zou kunnen uitkomen, dan een potentieel succesverhaal van deze bestendiging van de status quo. Want wie anders dan het old boys network zal uiteindelijk bepalen of het een succes is?
- Log in to post comments