Januari moet een van de drukste maanden zijn voor Mediasite. Je weet wel, dat is die site die de neiging heeft om geüpdatet te moeten worden op cruciale momenten, maar die ook een ereplekje in menig studentenhart inneemt. En ook in januari zat ik dwars, met mijn notitieblok in aanslag om over de virtuele schouders van tweedebachelorstudenten van Productontwikkeling mee te kijken.
Het eerste wat opvalt zodra ik de lesopname start, is de beginslide met een kleuren- palet van wit, fluogeel en fluogroen. Dat is vast puur om de aandacht te trekken, dacht ik wijselijk. Een les over design, duurzaam of niet, houdt het vast niet vol zonder slides die visueel aantrekkelijk genoeg zijn om langer dan drie seconden naar te kijken. Maar helaas, drie uur werd vrolijk gevuld met een kleurenpalet dat aan nieuwerwetse verkeerslichten doet denken, tot op het punt dat ik soms wegkijken moest. Plots vind ik het fletse geel van mijn eigen faculteit niet meer zo erg.
Het tweede dat opvalt, is dat ik, ondanks de wervelwind van termen die me niets zeggen en verwijzingen naar lessen waarvan het bestaan alleen al mij onbekend was, verbazend goed kan volgen. Dat ligt niet aan mijn briljante geest – globaal genomen kan je stellen dat die genialiteit zich zelden laat zien in examenperiodes – maar aan professor Van Doorsselaer. Ze legt alles uit op een manier dat iedereen het zou kunnen begrijpen, ondanks al het jargon. Ecodesign en het hele idee dat je producten zó kunt ontwerpen dat zelfs de gebruiker er duurzamer mee omspringt, zei me niets, maar nu toch wel een beetje.
De helderheid die Van Doorsselaer verschaft, gaat hand in hand met de connectie die ze opzoekt met haar studenten. Ze vertelt anekdotes tussen de slides door om de theorie te kaderen in de praktijk, haalt verhalen van oud-studenten aan en tapt een grapje hier en daar. Een aantal van die grapjes gaan zowaar over haar studenten. Hoewel de bal misslaan snel kan gebeuren, is een snuifje persoonlijke humor dikwijls broodnodig om een groepsgevoel te creëren. Memorabele docenten geven iets persoonlijks mee. Van zichzelf, maar ook van wie ze iets willen aanleren. Ze onthouden wie er tegenover hen zit. Van Doorsselaer slaagt daarin, waardoor haar moppentapperij verbindend werkt. Zodanig zelfs dat ik zowaar vanop de opname het gelach uit de aula kan horen. Ik wilde bijna meelachen, maanden te laat.
Op de drie uur dat de les duurt, wordt er veel gezien. Toch heb ik het idee dat de les snel voorbij is gegaan. Het is goed mogelijk dat de Productontwikkelingstudenten in de aula het niet zo razendsnel vonden, aangezien voor hen het wellicht allemaal niet zo nieuw was als voor mij. Realistisch gezien zal ik nooit les volgen bij professor Van Doorsselaer, maar als er nog een stoeltje onbezet blijft bij de volgende les, schuif ik graag aan. De wereld is geen productontwikkelaar aan mij verloren (nee, echt niet, het is beter voor iedereen dat ik graag talen doe en geen stoelen aan het ontwerpen ben), maar wel een trouwe eersterijzitter bij Van Doorsselaer. Zelfs al moet ik dan op fluogeel en -groen kijken.
- Log in to post comments