Stefaan van Parys
De Vlaamse universiteiten kregen de afgelopen tijd felle kritiek te slikken over de manier waarop ze omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook binnen UAntwerpen klinkt de roep almaar luider om de problematiek meer krachtdadig aan te pakken. dwars sprak met professor Sociologie Sarah Van de Velde, die met enkele collega’s een actielijst opstelde en voorlegde aan rector Van Goethem.
“De reacties van de verschillende universiteiten op grensoverschrijdend gedrag binnen hun organisatie was een beetje bevreemdend. Het kwam over alsof men het er liever niet over wilde hebben”, vertelt Sarah Van de Velde. “Dan heb ik er binnen de faculteit Sociologie op aangedrongen om als faculteit een voortrekkersrol op te nemen. Ondertussen kwam ik in contact met Katrien Schaubroeck en Sabine Van Doorslaer en hebben we een paar essentiële actiepunten op papier gezet.”
“Ten eerste moet er een centrale informatiehub komen voor elke vorm van grensoverschrijdend gedrag. Daar moeten slachtoffers informatie kunnen inwinnen om te weten bij wie ze voor wat terechtkunnen. Nu heb je vertrouwenspersonen, facultaire ombudsdiensten, een centrale ombudsdienst, Mensura ... Dat moet vele malen duidelijker. Ik weet niet of je al eens hebt geprobeerd uit te zoeken hoe je een melding moet maken of een klacht neerleggen. Ik kan zeggen: het is niet eenvoudig. Het eerste wat de universiteit moet doen, is zorgen dat de procedures duidelijk verlopen.”
“Belangrijk is dat de onafhankelijkheid van deze centrale informatiehub gegarandeerd is”, gaat Van de Velde verder. “Bij voorkeur zijn aanspreekpunten geen personeelslid van UAntwerpen of toch op zijn minst geen ZAP’ers. Minstens zo essentieel is dat het personen zijn die daarvoor een opleiding hebben gekregen of een gepaste achtergrond hebben. Deze centrale informatiehub moet een prominente plaats krijgen op de site van UAntwerpen en moet proactief onder de aandacht van alle medewerkers en studenten worden gebracht.”
“Een ander punt is dat de universiteit de neiging heeft pas te reageren wanneer er iets misloopt”, geeft Van de Velde aan. “De universiteit heeft een voortrekkersrol en het is net belangrijk om meer preventief aan de slag te gaan. De verhouding (doctoraats) student-prof/promotor is een ongelijke en afhankelijke situatie waarin gemakkelijk dingen fout kunnen lopen. Universiteiten moeten erkennen dat studenten en doctoraatsstudenten in een kwetsbare positie zitten. In het bedrijfsleven kan een baas worden verplaatst naar een andere dienst, een promotor verplaatsen naar een andere faculteit gaat lastiger. Dat preventief denken kan door bij de aanwerving al duidelijk te maken wat kan en wat niet en waar je heen kan als er iets misgaat.”
“Deze actiepunten hebben we ook aan rector Van Goethem voorgelegd”, zegt Van de Velde tot slot. “Hij lichtte toe waarom het volgens hem niet zo eenvoudig is als hoe we het voorstelden. Ik vind dat we moeten stoppen met schermen met procedures en moeten nadenken over wat we wél kunnen doen. Universiteiten denken te vaak vanuit de positie van de dader. De eerste vraag moet zijn: hoe kunnen we de slachtoffers beschermen?”
- Log in to post comments