UAntwerpen
Op 26 januari publiceerde De Standaard het opiniestuk ‘Het Oosterweelproject dreigt vast te lopen’. De auteurs die het opiniestuk ondertekenden: rector Herman Van Goethem en vicerector Valorisatie en Ontwikkeling Silvia Lenaerts. Initieel vermeldde het opiniestuk niet dat Lenaerts ook lid is van de raad van bestuur van Lantis, de bouwheer van de Oosterweelwerken. Dat zorgde voor reuring op sociale media.
In het opiniestuk in De Standaard uitten rector Van Goethem en vicerector Lenaerts de vrees dat de Oosterweelwerken dreigen vast te lopen. Ze stelden dat het PFOS-dossier een hefboom is geworden om Oosterweel lam te leggen. De rol van Lantis in het Oosterweeldossier is allerminst onbesproken. Zo sloot Lantis in 2017 de dading met 3M dat Lantis 75.000 euro, een fractie van het werkelijke kostenplaatje, betaalde om vervuilde PFOS-grond op te bergen. Evenmin werd er destijds aan de alarmbel getrokken. Verschillende milieubewegingen hebben Lantis, net als OVAM en de Vlaamse overheid, gedagvaard wegens het gebrekkig of niet informeren van de bevolking. Wat de PFOS-geschiedenis betreft, raden we voorts geheel onpartijdig dwars 139 aan. Dat Lenaerts lid is van de raad van bestuur van Lantis vermeldde de auteursinformatie bij het opiniestuk niet. De Standaard voegde die info later online toe en in de papieren versie kwam er een dag later een rechtzetting. Hoe komt het dat Lenaerts het opiniestuk initieel louter als vicerector ondertekende? En waarom nemen de rector en een vicerector in dit concrete dossier publiekelijk stelling in? Ik laat het Silvia Lenaerts zelf toelichten.
Hoe is het opiniestuk tot stand gekomen?
“Rector Van Goethem zag in Oosterweel een mooie casus om iets rond samenlevingsopbouw te doen. Hij heeft de eerste aanzet gegeven en gezien mijn achtergrond en ervaring in milieuchemie – zeker niet alleen omdat ik in de raad van bestuur van Lantis zit – ben ik betrokken geraakt bij het opiniestuk.”
Hoe komt het dat het opiniestuk initieel niet vermeldde dat u in de raad van bestuur van Lantis zit?
“Als ik al mijn petjes moet doorgeven, moeten daar zeker zes of zeven lijntjes aan gewijd worden. Het had moeten worden vermeld, maar ik heb er simpelweg niet aan gedacht. Ik heb nog heel wat andere petjes en heb het er wat moeilijk mee tot dat ene petje te worden gereduceerd. Ik ben ook oprichter van de onderzoeksgroep Duurzame Energie en Luchtzuivering, geef het vak milieuchemie en ben al lange tijd bezig met de vraag hoe we schadelijke stoffen, en dus ook PFOS, kunnen vernietigen. Vanuit mijn passie voor de materie ben ik in de kerstvakantie in de literatuur gedoken om te kijken welke technologie kan dienen om PFAS af te breken tot onschadelijke componenten.
Ik heb er niet aan gedacht; ik heb het wat moeilijk mee tot dat ene petje te worden gereduceerd.
Het maakt me kwaad dat steeds weer polluenten in bodem, water en lucht terechtkomen en dat er niets aan wordt gedaan. Eerst en vooral moeten we proberen te voorkomen dat dat steeds opnieuw gebeurt. Als er dan toch schadelijke stoffen in het milieu belanden, moeten we de kennis van de universiteiten gebruiken om aan oplossingen te werken, samen met bedrijven en burgers. In die zin was ik meteen enthousiast toen rector Van Goethem dat opiniestuk wilde schrijven en dat ik vanuit mijn expertise input kon geven. Ik ben daarnaast moeder van vijf kinderen en tracht een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk te maken; ik eet geen vlees en doe alle verplaatsingen met de fiets. Die bezorgdheid was veel meer mijn drijfveer dan dat ene Lantis-petje.”
In het opiniestuk staat dat het PFOS-dossier een hefboom is geworden om Oosterweel lam te leggen. Hoe repliceert u de kritiek dat het omgedraaid is? Dat Oosterweel een hefboom is geweest om de PFOS-risico’s te negeren?
“We mogen als maatschappij niet blijven stilstaan. Lantis heeft een probleem blootgelegd, namelijk de PFOS-vervuiling. Ik heb soms de indruk dat er op de verkeerde wordt geschoten. Het kan toch niet dat 3M nog altijd PFOS loost? Laat de vervuiler betalen. Maar we moeten wel vooruit. En vooruitgang betekent niet langer enkel minder auto’s, maar ook dat de leefbaarheid van de stad moet toenemen. Ik heb de indruk dat er mensen zijn die altijd tegen zijn en niet vooruit willen. Het is niet de bedoeling om te pushen in een bepaalde richting, maar laten we in overleg bekijken hoe we het leven in de stad aangenamer kunnen maken. Uit bevragingen van burgercollectieven komt naar voren dat mensen meer parken en recreatiezones willen en minder auto’s. Door zaken te blokkeren, komen de fijne dingen onder druk te staan. Door de stilstand gaat heel veel geld verloren dat we veel beter hadden kunnen besteden aan maatschappelijke projecten. Het is mijn overtuiging als vicerector dat we moeten samenwerken en als een kritische en onafhankelijke partner moeten meedenken. Hoe kan de universiteit iets betekenen voor de samenleving door kennis in te zetten voor reële uitdagingen? Uitdagingen zetten aan tot innovatie. Dat is de insteek van het opiniestuk.”
- Log in to post comments