Vind je jezelf in natuur? Ik vraag het aan iedereen om me heen, immer verloren in onwetendheid, en het antwoord blijft uit. Sommige Instagraminfluencers tonen vooral het feit dat ze de mooiste plekken in de plaatselijke parken kennen. Een paar wandelliefhebbers in mijn vriendenkring beweren dat al hun problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon wanneer ze vier bomen bij elkaar zien. En oh, ja, frisse lucht zou me goed doen, da’s veel beter voor mijn tere gestel dan al die uitlaatgassen in mijn straat. Ik geloof hen met alle liefde, werkelijk waar, maar ik geloof ook in een antwoord. Dan ga ik maar zelf op zoek.
Er zijn zo veel blogposts over het hele idee van de natuur als heelmeester, de natuur als identitaire wegwijzer. Op een gegeven moment in de verdwaalde tijd werd ik geboren, hartje stad, en zelden ben ik daarvan afgestapt. Waarom zou ik? Vind je jezelf in de natuur? Ik volgde mijn familie af en toe richting natuurparken om er dan toch op wonderbaarlijke wijze achter te komen dat herten ook echt bestaan en niet slechts in spreekwoorden en kinderboeken verschuild gaan. Maar welke invloed had dat reeënbestaan op mij? Ging een ree mij vertellen hoe ik mijn leven leiden moest? Fluisteren de paddenstoelen in de herfst je wijsheden toe als je de tijd neemt om naar ze te luisteren? Beloven de planten je rust te bieden als je niet op hun bloemen stapt? En als je op de wortels van een eeuwenoude boom zit, leer je dan werkelijk iets bij? Ik weet niet of ik de tijd er ooit voor genomen heb.
Vind je jezelf in de natuur? Ik vind een reflectie in het meer, elk kenmerk weerspiegeld, zoals het is, zoals het wordt vervormd door de wind, door rumoer onder het wateroppervlak. Er zit iets bedreigends aan de neutraliteit ervan, een laissez faire met het oog op confrontatie. Ik kan doen wat ik wil – da’s het ding met de natuur, nietwaar, een passiviteit waarbij elke daad zo weinig respons krijgt dat het telkens weer het slechte lijkt. Maar dat is het probleem, toch? Ik ben gewend aan respons. Er is niets ergers dan vergetelheid, dan negeren (maar iets negeren is slechts actieve vergetelheid), en steden onthouden alles. In de stad ben je en dat is een actie op zich. In de natuur ben je niets.
Vind je jezelf in de natuur? Ik zet mezelf neer aan de rand van het meer, op een grote steen. De natuur maakt zitplaatsen, of de mens maakt zitplaatsen op een onoplettende natuur en slijt, of allebei, een samenspel in gewilligheid. Of iets anders, iets groters, een vraagstuk waarover ik me in het gekraak van de natuur om me heen niet durf te buigen. Of is dat iets kleiners? Concreters misschien, in alle ongrijpbaarheid. Maar alles lijkt ongrijpbaar, nu ik hier zit. De wind, de ruisende bladeren, het beweeglijke water in het meer. Geen mens om me heen. Ongrijpbaarheid maakt me rusteloos. Ik wil grijpen, begrijpen, bereiken – wie is de natuur om me dat te ontzeggen? Ik sta op en ik spring binnen alle geheimen en ik grijp. Vind je me in de natuur?
- Log in to post comments