Jens Matthé
Het huisvestingsbeleid van UAntwerpen is een uitzonderlijk verhaal. Dat de studentenhomes in de tijd zijn blijven stilstaan weet ongeveer elke student. Toch is het debat over deze samenlevingsvorm razend actueel. Het eigen beheer van studentenkamers door de universiteit doofde gestaag uit en de studentenprotesten lopen nu al over meerdere generaties met als hoogtepunt de actie in 2018 naar aanleiding van de sluiting van ‘Ten Prinsenhove’ twee jaar eerder. Hoe is het beleid zo kunnen veranderen zodat vandaag studenten bereid zijn in tentjes te slapen om hun ongenoegen te uiten? De Studentenraad schetst een beeld.
breed maar verdeeld
In de vorige eeuw was het feit dat studentenhuisvesting in handen was van de universiteiten en hogescholen niet minder dan een evidentie. Toen in 2003 Universiteit Antwerpen boven het doopvont werd gehouden was het aanbod studentenkamers dan ook vrij groot. Elke campus had haar eigen studentenhome dat sinds de jaren 70 onderdak bood aan de studenten van de historische Antwerpse onderwijsinstellingen UFSIA, RUCA en UIA.
De kleine vierhonderd kamers werden toegewezen aan de studenten die dit het meest nodig hadden. Sociale dossiers werden gecontroleerd op basis van drie parameters: gezinsinkomen en -situatie, afstand tussen de woonplaats en de universiteit en eventuele andere sociale factoren zoals bijvoorbeeld een beperking. Bij de toewijzing van de kamers in Ten Prinsenhove lag dit iets anders; historisch gebeurde deze allocatie namelijk veel meer autonoom. Elke kamer had een sociaal karakter, maar deze homes boden vooral jarenlang een warme thuis aan een zeer divers publiek. De gemeenschapsvorming en hechting aan de homes was enorm.
2012 en 2016, de jaren van sluiting
In 2012 werd de studentenpopulatie aan de buitencampus opgeschrikt. Het studentenhome op de site van campus Middelheim werd definitief gesloten en 120 studenten moesten elders onderdak zoeken. De homebewoners en bijhorende studentenclub Campinaria kwamen in actie en verzamelden maar liefst 2250 handtekeningen tegen de sluiting. Het home verdween ten voordele van het nieuwe Komidagebouw, maar er werden 80 extra kamers in het TPC aan campus Groenenborger gecreëerd. Rector Verschoren beloofde enerzijds een significante uitbreiding van het aanbod studentenkamers binnen het project van de bouw van de campus voor de industrieel ingenieurs en anderzijds gesprekken over een uitbreiding van het aanbod nabij campus Drie Eiken.
Enkele jaren later stond in het beleidsplan 2014-2018 van het Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte diensten (DSCS) nogmaals de vraag naar gesubsidieerde studentenkoten. Doordat de sociale sector enkel werkings- en geen investeringsmiddelen kreeg, kon er van een uitbreiding of vervanging van de homes geen sprake zijn. Dit leidde ertoe dat de Studentenraad in 2016 voor de zoveelste keer de vele infrastructurele gebreken van Ten Prinsenhove op de tafel bij de Stuvoraad moest leggen. Naar aanleiding van de verstrengde brandvoorschriften hingen verbouwingen aan het home al jaren in de lucht. Wanneer de universiteit iets aan het gebouw zou veranderen, moest zij een vergunning krijgen die toegekend werd op voorwaarde dat het hele gebouw aan de meest recente regelgeving zou voldoen. Deze stap was te groot dus bleef elke verbouwing uit. Toen in 2015 het gebouw een tweede maal door de brandweer als brandonveilig werd afgekeurd, werd de verplichte sluiting onvermijdelijk. De infrastructurele aanpassingen waren te duur en een uitzonderingsdossier was voor de stad Antwerpen geen optie meer. DSCS slaagde erin alle studenten onder te brengen in privékoten, maar home Ten Prinsenhove zou onder die omstandigheden nooit meer heropend kunnen worden.
samenwerking met private eigenaars
In de beleidsnota van rector Van Goethem werd gesteld dat het uitbaten van studentenkamers niet de kernopdracht van de universiteit is, maar dat ze er wel over wou waken dat er een voldoende aanbod aan betaalbare studentenkamers was. Nadat Ten Prinsenhove gesloten werd, huurde de universiteit een pakket koten bij private eigenaars tegen een prijs die lichtjes onder de marktprijs lag. Deze formule werd op de stadscampus al jaren gebruikt om de internationale studenten onderdak te bieden. Het eerste jaar woonden vele voormalige pedabewoners in deze koten. Ze hadden tenslotte omwille van de lagere huurprijzen aangegeven dat ze verkozen door de universiteit ondergebracht te worden.
Een jaar na de sluiting van Ten Prinsenhove waren quasi alle bewoners verdwenen. De meeste ex-bewoners kwamen niet uit een zodanig socio-economisch kwetsbare positie dat ze aanspraak konden maken op een financiële tussenkomst. De meeste studenten vonden de bulkhuurkoten daarom vrij duur voor wat ze waren, het prijsverschil tegenover hun kot in Ten Prinsenhove was 70 euro, ofwel zo’n 26 procent hoger. Deze noodmaatregel werd wel het vaste huisvestingsbeleid dat de universiteit zou voeren. De bulkhuurmethode zou voorgoed het home in eigendom vervangen.
de Studentenraad anticipeert
Tot 2016 waren de sluitingen van de studentenhomes niet onbewogen geweest, integendeel. In 2012 was er de petitie die door de universiteit gecounterd werd door een langetermijnvisie te formuleren voor nieuwe studentenkoten aan campus Drie Eiken en campus Groenenborger. De reactie in 2016 was beperkter omdat de sluiting pas bekend raakte enkele dagen voor de start van de examenperiode. De Studentenraad focuste op een snelle oplossing voor de tijdelijk ‘kotloze’ studenten, eerder dan op het wegen op de langetermijnvisie van de universiteit.
In 2019 kwam dan eindelijk het moment van de waarheid. In het beleidsplan 2019-2023 van DSCS – het verantwoordelijke departement voor het werkveld huisvesting – stond vermeld dat de sociale sector van de universiteit significant investeringsmiddelen mist voor de instandhouding of uitbreiding van het aanbod koten in eigendom en dat het resterende home op campus Drie Eiken eenzelfde lot als zijn voorgangers zou kunnen ondergaan. Op deze onduidelijkheid in het plan anticipeerde de Studentenraad en vroeg ze het universiteitsbestuur de concrete plannen in alle duidelijkheid op tafel te leggen. Het lot dat in een waas verweven was bleek het reële te bewandelen pad voor de komende decennia.
Op de Stuvoraad van februari 2019 stelden de studentenvertegenwoordigers daarom hun visie voor het huisvestingsbeleid voor en vroegen ze om hier voor de eerste keer in de geschiedenis een grondig debat over te kunnen voeren. De vergadering werd een uren durend pingpong spel tussen de studentendelegatie en het universiteitsbestuur. De studenten begonnen met een uitgebreide en grondige analyse van de historische evolutie en van de gemaakte beloftes. Daarbij werd een nota voorgesteld waarin de Studentenraad vanuit het perspectief van de studenten, de universiteit én de samenleving het belang van een huisvesting in eigen beheer verdedigde. Beide partijen stonden achter een ander model van studentenhuisvesting, de studenten pleitten voor ‘huisvesting-in-eigendom’ van de universiteit en de universiteit verdedigde de erfpachtformule die ook al gebruikt werd voor Ten Prinsenhove. Het water was te diep tussen beide standpunten en de raad ging uit elkaar zonder de vereiste consensus die nodig was voor een advies aan de Raad van Bestuur.
De Stuvoraad kwam een week later opnieuw samen. Naar aanleiding van deze vergadering vonden eerst enkele bilaterale gesprekken tussen enerzijds de coördinator Sociale Zaken van de Studentenraad en anderzijds enkele bestuurders plaats. Ook binnen de studentengeleding werd overlegd. Op de tweede Stuvoraad werd dan een aangepaste, meer ambitieuze, tekst over het huisvestingsbeleid voorgesteld. De studenten lijstten ook nog eens enkele beloften op die gemaakt werden tijdens de voorbereidende gesprekken zodat deze eenduidig in het verslag zouden kunnen opgenomen worden. Hiermee kan de volgende generatie van studentenvertegenwoordigers zeker aan de slag. De Stuvoraad bereikte een consensus. Het universiteitsbestuur en de studentengeleding waren klaar om als partners op korte termijn duurzaam beleid vast te leggen. De vrees voor plotse sluitingen en noodoplossingen voor studentenhuisvesting zou definitief tot de verleden tijd behoren.
de pedaoplossing 2.0
De studentenpopulatie aan UAntwerpen steeg sterk sinds 2003. Universitaire budgetten werden daarom vooral gebruikt voor onderwijsinfrastructuur. Eigen infrastructurele investeringen in de sociale sector, ongeacht het financieringsmodel waaruit de universiteit haar middelen haalt, blijken zo goed als onmogelijk en ook nog eens ondergeschikt aan onderwijs en onderzoek. De erfpachtformule is daarom de meest haalbare en te verkiezen oplossing.
De erfpachtformule zou er wel helemaal anders uitzien dan deze die gebruikt werd voor home Ten Prinsenhove. In dit project werd een blanco formule uitgeschreven waardoor de erfpachter de volledige bestemming en invulling van het gebouw kan kiezen. Voor de nieuwe erfpachtformule onderhandelden de studentenvertegenwoordigers in de Stuvoraad voor structurele inspraak bij elk gesprek en elke beslissing over een overeenkomst met de mogelijke partners. In de erfpacht zou het huidige home op campus Drie Eiken opgenomen worden, maar ook het achterliggende grasveld en eventueel andere universitaire gronden zodat het aanbod aan studentenkamers sterk zou kunnen toenemen; zelfs dubbel zo veel dan bij een investering met eigen middelen. De bestemming van gebouwen en gronden moet uitsluitend studentengerelateerd zijn, met behoud van een aanzienlijk aanbod aan basiskamers met een sociaal karakter en dito prijs. Nieuwe projecten zouden daarbij niet enkel rond de kamers alleen draaien, maar in functie staan van faciliteiten voor het gehele studentenleven in en rond de buitencampussen. De Studentenraad zou meer betrokken worden bij de huidige bewonersraden en de communicatie naar studenten toe.
conclusie
De voorbije jaren werd het huisvestingsbeleid van UAntwerpen gekenmerkt door intergenerationele solidariteit. Vorige generaties studenten konden – zolang er een UAntwerpen studentenhome was – tegen zeer voordelige prijzen huren, soms ongeacht of men beursstudent was of niet. Door de infrastructurele financieringsproblemen van de hogeronderwijsinstellingen komt er een einde aan de geschiedenis van ‘homes-in-eigendom’. De UAntwerpen heroriënteert vandaag haar historische beleid naar een beleid met erfpachten. De Studentenraad betreurt de evolutie waarbij studenten lang geen duidelijk beeld kregen van wat er met het huisvestingsbeleid op lange termijn ging gebeuren en waarbij er op de meest pijnlijke momenten ook communicatieproblemen opdoken. Toch gelooft zij dat ze vandaag als volwaardige partner samen met het universiteitsbestuur een goed huisvestingsbeleid zal kunnen vastleggen met zowel een focus op de grootte van het aanbod aan kamers als op de prijs van het aanbod basiskamers. De Studentenraad zal zich daarom niet principieel focussen op wie nu op papier beheerder is van wat, maar op wat het beste is voor de studenten zelf!
- Log in to post comments