ONDERWIJS EN STUDENTENZAKEN ONDER DE LOEP MET CHRIS VAN GINNEKEN

UAntwerpen

11/11/2024
đź–‹: 

De termijn van rector Herwig Leirs is ondertussen al een tweetal maanden bezig, maar hij staat er allesbehalve alleen voor. Hij heeft een groot team achter zich, waaronder ook vier vicerectoren die hem bijstaan in hun eigen domeinen. Voor Onderwijs en Studentenzaken, de onderwerpen die de gemiddelde dwarslezer waarschijnlijk het nauwst aan het hart liggen, is dit professor Chris Van Ginneken. Ik zat samen met de gloednieuwe vicerector om het te hebben over deze onderwerpen en haar ervaringen tot nu toe.

Vicerector zijn, weet Van Ginneken me te vertellen, is vooral heel veel vergaderen. Dat gebeurt op verschillende niveaus, zowel intern als extern. Binnen de universiteit is er de Onderwijsraad en de kleinere werkgroepen binnen die raad. Dan zijn er ook nog eens vergaderingen die interuniversitair zijn, met onder andere de vicerectoren of onderwijsdirecteurs van andere instellingen. Ook binnen de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen (AUHA) moet er worden samengezeten. Veel vergaderen, voorbereiden en inlezen dus, al laat Van Ginneken me wel meteen weten dat ze het tot nu toe allemaal heel leuk vindt. Ze is vooral graag bezig met de opleidingen: “De universiteit is voor een groot deel zelf verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg van haar verschillende opleidingen. Ik doe enkele reviews per jaar en ga dan bij de opleidingen kijken hoe het eigenlijk loopt.”

Tot nu toe is het vicerector-zijn dus een positieve ervaring en ook de overgang bleek vlotjes te zijn verlopen. “Voor de zomer periode startte had ik al enkele keren overleg gepleegd met Ann De Schepper, de vorige vicerector Onderwijs, om eens te horen wat bepaalde aandachtspunten zijn”, vertelt ze. “Het is ook niet dat je het helemaal alleen doet. Er zit een heel departement Onderwijs achter, dus ik ben de eerste weken bij al die mensen op bezoek geweest. Op die manier is het een zachte overgang geweest.” Van Ginneken laat me verder weten dat ze al lang deel uitmaakt van de Onderwijsraad. Veel dossiers waren haar dus niet onbekend en dat maakte de overgang minder moeilijk.

de weg naar en het leven als vicerector

Vanwege haar vorige ervaringen was opkomen als vicerector dus een logische volgende stap. Van Ginneken komt zelf uit de faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen, waar ze vicedecaan en CIKO-coördinator (Cel voor Innovatie en Kwaliteitszorg in Onderwijs) was. “Daar heb ik ook al veel ervaring opgedaan”, zegt ze. “Dat speelde een rol in mijn snelle toezeggen toen Herwig Leirs me vroeg of ik de taak graag wilde opnemen.” Toch heeft ze de faculteit niet achter zich gelaten: ze geeft nog steeds actief les. Voor vijf vakken krijgen studenten Diergeneeskunde en Biomedische Wetenschappen de vicerector Onderwijs en Studentenzaken voor zich in de aula. Al is dat niet altijd even evident: “Ik heb wel een pan B voor als het echt niet lukt omwille van bijvoorbeeld vergaderingen. Dan heb ik een aantal mensen van de onderzoeksgroep die ik kan inroepen als back-up, al is dat tot nu toe nog maar één keer gebeurd. Het voordeel is ook dat een aantal van die vakken behoren tot disciplines die niet heel dynamisch zijn, zoals anatomie.” Ze legt uit dat het hierdoor niet nodig is om veel tijd te steken in het up-to-date houden van de cursus en het weinig inspanning vereist om die lessen te geven. “Ik geef ook Proefdierkunde, dat is wel een heel dynamisch vak aangezien de wetgeving en inzichten voortdurend veranderen, maar dat vak vind ik gewoon heel leuk om te doceren.”

Waren de rectoraatsverkiezingen een spannende periode? Dat soms wel. “We waren helemaal niet zeker dat we gingen winnen. Ik denk dat de rector er meer vertrouwen in had, al was het waarschijnlijk nog veel stressvoller voor hem. We gingen vaak als team op bezoek bij de verschillende faculteiten.” Ze lacht dat het soms aanvoelde als naar een examen gaan. “Je moest dan vlot antwoorden op die vragen. Ik vond de periode heel leuk, maar toen achteraf het nieuws van de winst binnenkwam, voelde je toch een last van je schouders vallen waarvan je niet doorhad dat die er was.” De dynamiek binnen het team zat in ieder geval tijdens de verkiezingen al goed. In die periode zaten ze al vaak samen voor overleg. “Ik kende Herwig al wel, maar de anderen nog niet. Het was dus leuk om elkaar te leren kennen”, vertelt Van Ginneken. “Nu hebben we elke vrijdag overleg en communiceren we nog altijd steeds heel open met elkaar. We hebben er ook voor gekozen om transversale bevoegdheden te hebben, waardoor je over bepaalde zaken veel intenser moet overleggen als vicerectoren.” Het hebben van transversale bevoegdheden wil zeggen dat er soms overlap is binnen takenpakketten: zo is er bijvoorbeeld een nauwe samenwerking met de vicerector van Internationaal Beleid Nathalie Dens. Internationalisering is namelijk zeer prominent binnen het domein Onderwijs, waardoor ook Van Ginneken zich hiermee bezighoudt. Voor Studentenzaken is er ook een overleg met Nathalie Dens, maar ook met de rector die het aanspreekpunt voor studenten blijft.

onderwijs op korte en lange termijn

Van Ginneken vertelt me dat ze zeker vindt dat het vorige team een goed beleid heeft gevoerd op vak van onderwijs en dat ze dat eerst en vooral wil consolideren. Op korte termijn wil ze dus de nieuwe methoden van startpakketten en dergelijke opvolgen om te kijken naar de impact, de voordelen en nadelen en de manieren om te optimaliseren. Op langere termijn haalt ze de onderwijsbeleidsdag aan die in oktober paatsvond. Daar werden drie beangrijke zaken gedefinieerd. Het eerste was Internationalisation at Home. Dat houdt in dat je internationale en interculturele vaardigheden opdoet zonder effectief naar het buitenland te gaan. “Ik vind dat alle studenten dezelfde kansen moeten krijgen en daarom is verder inzetten op Internationalisation at Home belangrijk. Je kan het ook zien als het benutten van de diversiteit die er al is; we moeten niet noodzakelijk meer mensen uit het buitenand binnenbrengen. De studentengroep en het personeel binnen UAntwerpen is al heel divers en we kunnen zeker nog veel meer van elkaar leren.”

Een tweede aandachtspunt van de onderwijsbeleidsdag was generatieve AI. “Dat is niet meer weg te denken”, zegt Van Ginneken. “Ik denk dat we dat eerder moeten omarmen dan afstoten, maar dat we ook hier gelijke toegang voor alle studenten moeten voorzien en ervoor moeten zorgen dat ze dat op een veilige manier kunnen doen. Nu kan je alle data in een gratis platform steken, maar dan ben je het kwijt. Iemand die geld heeft kan een duurder systeem kopen waar dit beveiligd is. We gaan dus op zoek naar een methode waarbij we dat voor alle studenten kunnen faciliteren en dat we ook in gesprek blijven gaan met zowel studenten als docenten. Het is voor ons een mindshift dat studenten het gebruiken, maar ook voor ons kan het eigenlijk handig zijn.”

Een laatste puntje was levenslang leren: “Ik zou niet zeggen dat ik wil dat masters volledig verdwijnen, maar ik wil wel dat er op masterniveau meer flexibiliteit is. We gaan mensen nodig hebben met heel diverse profielen. Dat wil daarom niet zeggen dat iemand niet in een bepaalde masteropleiding kan zitten met een bepaalde titel, maar wel dat iemand binnen een bepaalde opleiding vakken uit een andere opleiding kan opnemen. Daarom is het belangrijk dat je ook je programma’s moet kunnen opstellen voor levenslange leerders, of dat nu is via microcredentials of via andere vormen. We willen ervoor zorgen dat studenten vlot doorstromen en op tijd hun diploma behalen, maar we verwelkomen ze zeker later nog terug als ze iets nieuws willen doen.”

Wat natuurlijk een prominent thema is bij studenten op dit moment, is de harde knip. Wanneer ik haar daarnaar vraag, is Van Ginneken het er zeker mee eens dat het studenten verhoogde stress geeft. “Het eerste jaar is trial and error. Sommige studenten zitten meteen in de juiste richting en anderen schakelen na een jaar over naar iets nieuws. Zij worden nu geconfronteerd met het feit dat dat niet meer zo gemakkelijk zal gaan. Dat vind ik het nadeel van de harde knip: je moet echt op twee jaar tijd laten zien dat je juist zit en dat het gaat lukken. Dat is heel confronterend en het creëert veel druk bij studenten.” Anderzijds vermeldt ze wel dat eindeloos proberen ook niet de bedoeling is en dat het ook voor onzekerheid langs twee kanten zorgt, zowel bij studenten als bij bestuur en personeel. “Daarom gaan we dit jaar met studietrajectbegeleiders en studiebegeleiding al eens kijken wat het gaat betekenen en hoe we ermee om zullen gaan. Hierdoor zullen we beter voorbereid zijn op de nieuwe lichting studenten die binnenkomt en kunnen we hen nog beter informeren.”

engagement en welzijn

Aangezien ze naast vicerector Onderwijs ook die van Studentenzaken is, zullen gesprekken rond het welzijn en de zorgen van studenten ook de komende jaren deel uitmaken van haar takenpakket. Daar kijkt ze positief naar: ze heeft het gevoel dat ze dichter bij studenten staat, dankzij die titel. Zo heeft ze al gevraagd aan de Studentenraad om samen te zitten en te bekijken hoe zij hun rol zien binnen de Onderwijsraad. “Wat Studentenzaken betreft, gaat het ook over bijvoorbeeld fuifinfrastructuur, daar vind ik het ook wel fijn om te kijken hoe die zaken lopen en er mee over na te denken. Het helpt om de andere kant van het student-zijn te zien om de onderwijsgereateerde onderwerpen beter te behandelen.” Onder dit student-zijn valt natuurlijk ook studentenengagement, een onderwerp dat momenteel sterk speelt bij studentenverenigingen en -initiatieven. Ook Van Ginneken vindt dit een punt van aandacht: met het nieuwe team gaan ze eveneens bekijken hoe ze studentenparticipatie naar de raden en commissies toe kunnen onder steunen. Daarnaast zijn ze toch ook bezig met de kassiekere verenigingen: “Verschillende verenigingen zien hun aantallen slinken. We kijken dan naar welke activiteiten we bijvoorbeeld kunnen faciliteren. Ik geloof wel dat er een shift is in wat studenten tegenwoordig willen en dan moeten we ook bekijken in hoeverre we dat kunnen ondersteunen. Ik hoop dat het ervoor zorgt dat het studentenleven op zijn minst de status quo behoudt en hopelijk zelfs nog meer openbloeit. Bovendien is het sociaal contact heel belangrijk voor het behouden van studentenwelzijn, ook buiten de lesuren.”

De focus op studentenwelzijn blijkt er dus wel te zijn; met Chris Van Ginneken heeft UAntwerpen een vicerector die zeker begaan is met studenten en gepassioneerd is door haar domein. “Sit back and relax”, geeft ze nog mee. “Als je vragen hebt, stel ze dan ook. Ik vind dat we een heel warme universiteit zijn en dat we hier zijn om jullie te helpen bij problemen.”