De stemplicht heeft in België lange tijd voor een goede representatie gezorgd. Opkomstcijfers hebben in de jaren 70 en 80 rond de 95% gelegen. Maar die tijden zijn voorbij. Misschien zouden we dat kunnen oplossen door kiesplicht ook werkelijk als een plicht te handhaven. Maar misschien is het veel interessanter om te kijken naar waarom mensen niet meer komen opdagen. Heeft stemmen nog wel zin? Is de impact niet zó klein dat het irrationeel is om daar je bed voor uit te komen? Laat staan de deur voor uit te gaan?
alles draait om geld
Economen proberen er tegenwoordig een cijfer op te plakken, een stem letterlijk ‘een waarde’ te geven: the selfish rationale for voting. Stel dat je uitkeringsgerechtigd bent en dat je met een linkse regering 1000,- meer uitgekeerd zou krijgen. Dat verschil is op zich niet slecht, maar de kans dat jouw stem het verschil tussen links en rechts maakt, is miniem. Misschien één op een miljoen. De verwachte impact van jouw stem op je eigen welvaart is dan duizend euro gedeeld door een miljoen, ofwel 0,1 eurocent. Een schatting die waarschijnlijk zelfs wat ruim uitvalt. We kunnen het er snel over eens zijn dat dat economisch gezien wel een heel slecht gespendeerd half uurtje is. Wouter van Dooren, professor in de politieke wetenschappen heeft geen cijfers nodig om het persoonlijke voordeel van stemmen als iets verwerpelijks te beschouwen. “Ik denk niet dat je daar als kiezer zo individualistisch naar moet kijken, zo van ‘wat haal ik er nu uit om te stemmen’, zo werkt het niet. De waarde ervan is maatschappelijk.”, stelt hij.
Volgens the altruistic rationale for voting ligt het wat ingewikkelder, en is de impact niet zo klein als hij lijkt. We hebben met onze stem namelijk niet alleen invloed op ons eigen leven, maar op dat van iedereen! Dat geeft al een heel ander beeld: de waarde van een stem vliegt omhoog naar €11.000 (ons minieme bedrag bij de vorige berekening maal het aantal inwoners van België) als we niet alleen kijken naar de voordelen voor onszelf, maar ook die voor de rest van de inwoners van onze staat. Stemmen als een sociale daad is dus wel rationeel.
Dat is naar mijn inschatting een soort van slechte economie die aan politieke wetenschappen doet.
Maar kunnen we in ons Belgische systeem wel een economische waarde op een stem zetten? De invloed die een stem kan hebben binnen een tweepartijenstelsel is eerder te zien als een schatting dan een feit, en bij een proportioneel systeem is niet alleen de kans op invloed kleiner, maar wordt het ook nog meer giswerk hoe groot die invloed is. Stefaan Walgrave, professor Politieke Wetenschappen aan de UAntwerpen vertelt dat die kans op het verschil te maken ook invloed heeft op de opkomst: “Als mensen denken ‘nu is het spannend, nu zou het kunnen dat mijn stem een verschil maakt’ zijn ze sneller geneigd om te stemmen.” vertelt hij. “Bij ons in België en in Nederland is het systeem zo proportioneel dat het nooit een spannende race is. De vraag is dan ook in welke mate in een coalitiesysteem stemmen echt een verschil maakt in beleid.” De duizend euro die we in onze berekening hebben gebruikt is in dat geval al veel te positief gedacht. “Je hebt welvaartstaten waarbij 95 of misschien 98% van de uitgaven sowieso vast ligt.”
het draait om zoveel meer dan geld
Professor van Dooren ziet dan ook niet veel nut in zo'n economisch model: “Dat is naar mijn inschatting een soort van slechte economie die aan politieke wetenschappen doet." Ook statisticus en politicoloog professor Peter Thijssen vindt het kort door de bocht. Er zijn namelijk nog veel meer factoren die meetellen in hoe zwaar een stem weegt en in waarom je zou moeten stemmen. “Een stem bestaat niet alleen uit de stem op zich, je kunt bijvoorbeeld ook een voorkeursstem geven. In België kan je voor een bepaalde kandidaat kiezen, dat is een stem die veel meer informatie bevat en veel kiezers gebruiken die mogelijkheid nog niet. Het gaat niet alleen over ‘gaan kiezen’ maar ook over hoé je kiest.”, legt Thijssen uit. De stem is niet alleen een voorkeur die opgaat in het geheel, maar kan op zichzelf ook informatie bevatten. “Een tip: de meest rationele stem is eigenlijk tégen een kandidaat stemmen. Je geeft iedereen een gekleurd bolletje uitgezonderd één persoon. Als je in België gaat stemmen kan je heel veel informatie kwijt en het beste is dan eigenlijk zo’n negatieve stem uitbrengen.” Ook benadrukt Thijssen dat het van belang is dat iedereen de moeite neemt om te gaan stemmen, om een representatieve democratie te hebben.
een weloverwogen stem
Een andere reden om niet te gaan stemmen klinkt nobeler: ‘Ik weet er niet genoeg over om een weloverwogen keuze te maken’. Zit daar wat in? 'Nee', is het simpele antwoord. Thijssen vertelt over zijn eigen onderzoek en een voor ons als studenten wel heel verrassende conclusie: de stem van jongeren komt het beste overeen met hun voorkeuren. “De accuraatheid van je stem blijft stijgen totdat je ongeveer 28 jaar bent. Vanaf dan beginnen mensen stelselmatig slechter te stemmen. Waarom? Omdat ze minder actuele informatie gebruiken”. Als je dus echt een goede, weloverwogen stem wilt uitbrengen, denk dan niet dat je te jong bent om die keuze correct te maken. Jouw stem telt als jongere juist het meest!
- Log in to post comments