De Olympische Winterspelen zijn achter de rug. Een internationaal evenement waar bijna ieder land zich laat vertegenwoordigen. In sportief opzicht, maar ook in politiek opzicht. Ivanka Trump was ook aanwezig. Ze is in Korea geïnterviewd door NBC News, over hele andere dingen dan sport: namelijk over de beschuldigingen aan haar vader, die zich seksueel zou hebben misdragen. Ze antwoordde dat het nogal ongepast is om een dochter deze vraag over haar vader te stellen en vond dat ze als dochter het recht heeft haar vader op zijn woord te vertrouwen.
Ik wil het niet hebben over of een dergelijke vraag ongepast is. Dat er een rollenconflict bestaat is niet te ontkennen, de dochter van de president zijn én een senior staffmember, is bijna vragen om problemen. Maar laten we een stapje terug nemen van wie Ivanka Trump is en wat dieper ingaan op wat ze nog meer zei, namelijk dat je als dochter het recht hebt om je vader te vertrouwen. Laten we het over rechten hebben.
Hebben we als mensen recht om iemand die we lief hebben of die dichtbij ons staat te vertrouwen? Dat het niet in de grondwet staat is zeker, en ook in het Europees verdrag voor de rechten van de mens zal je er niets over vinden. Een recht dat niet in een wet of verdrag is opgenomen, is geen recht. Althans, als we de filosoof Jeremy Bentham mogen geloven. Deze zogenaamde natuurlijke rechten zijn volgens hem onzinnig en er kan dus ook niet op beroepen worden. Toch maakt dat de uitspraak niet meteen tot een raar idee.
Stel nou dat we het omdraaien naar een plicht, een plicht om een geliefde of familielid te wantrouwen. Stel nou dat we Ivanka zouden verplichten haar vader níét op zijn woord te geloven. We stuiten meteen op een probleem: wantrouwen kan niet worden afgedwongen. Een ander probleem ligt al net zo voor de hand: als we onze geliefden en familie moeten wantrouwen, wat blijft er dan over van die zogenaamde ‘liefde’? Vertrouwen lijkt fundamenteel deel uit te maken van wat liefde en familie betekenen. De plicht om te wantrouwen heeft geen poot om op te staan.
Ondanks dat het recht om iemand te vertrouwen niet een recht is waar je je op kunt beroepen, is het wel een recht waar we als buitenstaanders rekening mee kunnen houden. Wanneer iemand aangeeft een ander te vertrouwen, júíst omdat het familie is, geeft dit een duidelijk signaal: het signaal van een subjectief oordeel. Het enige alternatief lijkt een subjectief oordeel verpakt in een feitelijke uitspraak. Een uitspraak als ‘mijn vader is onschuldig’ of ‘mijn vader zou nooit zo iets doen!’, alternatieven waar we allemaal nog meer afkeer voor voelen dan voor de status quo.
Om terug te komen op Ivanka Trump; is wat ze zegt dan wel relevant? Dat ze zich beroept op het natuurlijke recht om haar vader te geloven geeft het antwoord. Zolang het niet zeker is dat Donald Trump schuldig is, zal ze hem vertrouwen. Niet omdat hij te vertrouwen is, maar omdat ze zijn dochter is. Dat betekent voor ons dat we niets aan haar woorden hebben, maar vooral dat Ivanka Trump lef heeft. Het lef om toe te geven dat haar standpunt niet meer is, en niet meer kan zijn, dan een mening.
- Log in to post comments