De legendarische tekenfilmserie Beestenbos is boos was niet bepaald opwekkende televisie. Elke aflevering stierf er wel een personage en elke keer huilden we tranen met tuiten. Toch zaten we iedere week opnieuw gekluisterd achter het scherm, als onder hypnose, terwijl de zwaarmoedigheid van deze vreemde, sombere tekenfilm langzaam maar zeker naar binnen sijpelde in onze sponzige kinderzieltjes. Wat doet zoiets met een mens? Toogpsycholoog Quinten ging het na.
Begin jaren negentig besliste de European Broadcasting Union, een overkoepelende samenwerking tussen verschillende nationale omroepen van Europese landen, om een aantal animatiereeksen voor televisie te maken die voor de nationale zenders afzonderlijk ver boven budget waren. Een van deze projecten was de verfilming van een boekje getiteld The Animals of Farthing Wood van de Brit Colin Dann. Beestenbos is boos was geboren, en in zijn kielzog werd de kinderlijke onschuld van een generatie jonge kijkertjes over heel Europa vroegtijdig geaborteerd.
Want ja, Beestenbos is boos was onverbloemd en ongenadig eerlijk tegenover zijn doelpubliek. Dood, ouderdom, dementie en aftakeling, toch eerder moeilijke en zware thema’s voor een kindertelevisiereeks, werden gretig en op een voor die tijd ongezien complexloze manier behandeld. Wat natuurlijk niet hoeft te betekenen dat het ons als kijker niet met de nodige complexen heeft opgezadeld ... Daarnaast was Beestenbos is boos ook een ontnuchterende parabel over de broosheid van idealisme en de inherente tegenstrijdigheden van de welvaartsstaat – “alle dieren zijn gelijk, maar sommige dieren sterven iets gemakkelijker dan andere”. Ook dat moet wel een diepe indruk hebben gemaakt op de psyche van onze generatie.
Hoe zeg je? Wacht, even een kleine recap:
beestenbos is broos
Sinds jaar en dag leven de dieren in het bos tot plots de mensen beslissen om er een autoweg aan te leggen. Het bos wordt gekapt en de dieren slaan op de vlucht. Pad weet de weg naar een natuurreservaat, ‘het Witte Hertenpark’. Daar zullen de dieren veilig zijn. Op een spoedvergadering besluiten de dieren om de handen poten in elkaar te slaan zodat ze in groep dit beloofde land kunnen bereiken. Ze verkiezen Vos als leider en de roofdieren beloven de kleinere dieren niet op te eten onderweg. Gaandeweg wordt het pact al snel uitgebreid naar een quasi socialistisch systeem, waarbij algemene principes gelden als “de groep wacht op de traagste”, “bij schaarste deelt iedereen zijn voedsel” en “iedereen geeft naar eigen vermogen”.
Toch was deze samenwerking zeker geen sprookje. De tekenfilmserie liet geen gelegenheid ongebruikt om de fragiliteit van het pact te illustreren. Niet in het minst aan de hand van de sinistere aanwezigheid van de sarcastische Adder, door wiens onaflatende stroom van sardonische opmerkingen de zwakkere knaagdieren in een permanente staat van angst verkeerden. Zeker wanneer in het tweede seizoen de dieren aankomen in het Witte Hertenpark komt het pact voortdurend onder druk te staan. De inheemse roofdieren van het park, onder wie de blauwe vossen, zijn immers niet gebonden aan het pact en doen zich zonder scrupules te goed aan de weerloze nieuwe prooien van het Beestenbos.
Nu het gemeenschappelijke gevaar van de mens van de baan is, worden bovendien de dieren van het pact zelf ook terug elkaars grootste vijand. Het hele samenwerkingsverband blijkt slechts een dun laagje vernis te zijn wanneer instinct terug komt bovendrijven. Al snel doen de eerste drama’s zich voor: de immer loyale en betrouwbare Torenvalk maakt een tragische vergissing en eet per ongeluk de muizen van het Beestenbos op. De consternatie en algemene verontwaardiging is groot. Innerlijk verscheurd door haar instinct als roofdier en haar complete toewijding aan het tegennatuurlijke pact, wordt Torenvalk verpletterd door gevoelens van schaamte en wroeging. Zichtbaar getroebleerd besluit ze de groep te verlaten om nooit meer terug te komen.
beestenbos is animal farm?
Ondertussen deden de scenaristen van Beestenbos is boos ook geen moeite om de soms wat scheefgetrokken machtsverhoudingen in het pact te verdoezelen. Mol krijgt als meest nutteloze dier van de bende een voorkeursbehandeling vanwege zijn hechte vriendschap met Das, de rechterhand van Vos, terwijl konijnen, muizen, egels en fazanten als anonieme proleten sterven bij de vleet. Vos was een goed boegbeeld onderweg, maar begint in het park al snel wat tirannieke trekjes te krijgen. Uiteindelijk leidt dit ertoe dat hij zijn oudste zoon Lef verstoot na een meningsverschil. Dan is er nog de wijze Uil, die door de makers van de serie om een of andere reden wordt geportretteerd als een passief agressieve pseudo-intellectueel die Vos benijdt om zijn leidersrol. Ook zij gaat later in ballingschap – net als de vervelende maar goedaardige nar Wezel trouwens. Ook zij verlaat uit schaamte het park nadat ze in seizoen twee de dieren van het Beestenbos verraadde door te spioneren voor de rivaliserende clan van de blauwe vossen. Excommunicatie was wel degelijk een ding in Beestenbos is boos, al werden de Goelags nooit getoond.
Het verraad van Wezel, de meltdown van Torenvalk, de tirannie van Vos ... Het werkte allemaal in op ons niets vermoedende kinderbrein en vertelde ons dat verheven idealen in de praktijk steeds lelijke kantjes hebben en dat vreedzaam samenleven ultiem misschien wel gedoemd is om te mislukken of op zijn best een soort bitterzoete, halfslachtige leugen wordt. Opbeurend, hoor.
“wat je ook doet, niet oprollen”
Je zou bijna gaan vergeten dat naast deze sombere maatschappijvisie Beestenbos is boos ons ook nog opzadelde met een resem extreem traumatiserende sterfscènes.
Wie kan immers nog onverschillig langs de lijkjes van platgereden egels fietsen nadat hij als kind de tragische dood van meneer en mevrouw egel op zijn netvlies gebrand heeft gekregen? De absolute weerloosheid van deze beestjes toen ze oog in oog met de dood stonden, ging door merg en been: bij het oversteken van een drukke verkeersweg raakt het aandoenlijke koppeltje egels verlamd van de schrik. Geconfronteerd met een aanstormende vrachtwagen slagen ze er niet in om hun instinctieve reflex om zich op te rollen te onderdrukken: “Wat je ook doet liefste, niet oprollen!”
Of wie voelt zijn maag niet nog omkeren wanneer hij herinnerd wordt aan de gruwelijke scene met de klauwier, het boosaardige vogeltje dat de lugubere gewoonte heeft om zijn prooien op doornen of takjes te spiesen? Alsof een volledige nest babymuisjes uitmoorden nog niet traumatiserend genoeg was, besloten de scenaristen de meest weerzinwekkende dood te bedenken die er bestaat in het dierenrijk. Hoe veel gruwelijker kan je infanticide maken, Beestenbos is boos? Pure horror dit.
Maar de gruwelijke en willekeurige dood van de egels en de babymuisjes zijn in sommige opzichten misschien wel makkelijker te verteren voor een kind dan de pijnlijke en brutaal eerlijke manier waarop de schrijvers van Beestenbos is boos de stelselmatige aftakeling en uiteindelijke dood van Das in beeld brachten. Das wordt geïntroduceerd als de nestor van de groep en de voornaamste raadsman van Vos. Als wijs en minzaam opaatje is hij voorbestemd om je favoriet te worden. Ook de innige vriendschapsband die hij heeft met Mol, die steevast in zijn nek gezeten is, jaagt zijn knuffelfactor nog wat de hoogte in. Wanneer hij in het tweede seizoen begint te dementeren, breekt dat dan ook je hart. Zeker wanneer Mol offscreen sterft en zijn zoon dan maar zijn plaats moet innemen om de oude Das niet te zeer van streek te brengen, is het moeilijk om de tranen te bedwingen. Vlak voor hij sterft van ouderdom waant Das zich in het Beestenbos, de plek waar hij altijd het gelukkigst was. Samen met Mol. (snik)
En net wanneer je denkt dat je alles hebt gehad, vindt Beestenbos is boos weer een tragedie die nóg smartelijker is om je reeds kapotverminkte kinderzieltje nog wat meer mee te tergen. De dood van Lef, de oudste zoon van Vos, is misschien wel de meest tragische gebeurtenis in de hele shitload aan tearjerkers die deze sadistische tekenfilm rijk is. Ouders die een kind overleven is altijd wrang. Nog wranger wordt het als ze verscheurd worden door spijt omdat ze dat kind zelf eerst verstoten hebben. Maar wanneer de stervende Lef zich met zijn laatste krachten terug tot in het park sleept om zijn ouders nog een laatste keer te zien voor hij sterft, wordt het helemaal om van te janken. Aan de rand van het park bewenen Vos en zijn vrouw hun eigenzinnige zoon. Het is één van de laatste scènes van seizoen twee. Damn, deze serie was hard ...
- Log in to post comments