Als je middenin het studentenleven staat, sta je er misschien niet bij stil, maar niet iedereen heeft dezelfde kansen als jij. Ook in de Westerse maatschappij bestaat ongelijkheid. Niet iedereen heeft in dezelfde mate toegang tot hoger onderwijs. En hoewel deze ongelijkheid ver van je af staat, kun jij met jouw opgedane kennis een bijdrage leveren. De Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen (AUHA) voorziet in verschillende projecten waarmee studenten zich kunnen inzetten voor gelijke kansen.
bijles geven aan leerbedreigde jongeren
Studente Kelly Staes (23) neemt sinds dit collegejaar deel aan het Tutoraat-project. Via dat project biedt ze ondersteuning aan middelbare scholieren in Antwerpen. Ze is erg enthousiast. “Ik vind het ontzettend leuk om mijn leerlingen, die allen een totaal andere achtergrond hebben dan ik, iets te kunnen bijbrengen. Dan heb ik het niet enkel over vakinhoudelijke begeleiding, maar ook over andere dingen, bijvoorbeeld het beantwoorden van hun vragen over hogere studies.”
Aan het Tutoraat-project namen in het schooljaar 2015/2016 maar liefst 163 tutoren zoals Kelly deel. Zij zetten zich in om leerbedreigde jongeren een steuntje in de rug te bieden. Doel van het Tutoraat-project is het vergroten van de doorstroom naar het hoger onderwijs. Voor sommige leerlingen is die doorstroom niet evident. Dan gaat het bijvoorbeeld om leerlingen die een migratie-achtergrond hebben of bij wie thuis geen Nederlands wordt gesproken. Andere factoren die een rol spelen zijn de behaalde diploma's van de ouders en de financiële situatie in het gezin. Sommige leerlingen hebben potentieel, maar hebben door de omstandigheden waarin ze opgroeien lagere kansen om naar het hoger onderwijs te gaan. Het Tutoraat-project wil daar een tegenwicht aan bieden.
Je brengt leerlingen van het secundair onderwijs iets bij, maar je leert er zelf ook van.
De mogelijke vakken en de niveaus waarvoor je je als tutor kunt engageren, lopen erg uiteen. Kelly geeft bijvoorbeeld Tutoraatlessen Frans aan leerlingen van 5 TSO, maar in principe is elk inhoudelijk vak dat op de middelbare school wordt aangeboden mogelijk. Bovendien worden de bijeenkomsten aangeboden op verschillende niveaus. Ben je goed in wiskunde maar twijfel je erover of je de kennis nog paraat hebt? Dan kun je ook kiezen voor een lager jaar of een lager niveau. Zo zijn er veel mogelijkheden.
Kelly kan deelname aan het project zeker aanraden. “Je brengt leerlingen van het secundair onderwijs iets bij, maar je leert er zelf ook van. Zo herhaal ik nog een keer wat ik aan mijn leerlingen ga uitleggen. En je leert ook iets bij over de verschillende achtergronden van je leerlingen.”
leerlingen motiveren voor het hoger onderwijs
Een ander project van de AUHA is het Klimop-project. In dat project bezoeken studenten leerlingen in het middelbaar onderwijs. De studenten vertellen aan leerlingen in het laatste jaar van de middelbare school hun ervaringen over studeren in het hoger onderwijs. Leerlingen krijgen zo een goed beeld over wat studeren inhoudt en leren over de mogelijkheden die er zijn. Op deze manier kunnen studenten een rolmodel vormen voor leerlingen voor wie de doorstroom naar het hoger onderwijs niet vanzelfsprekend is. Floor Dens (22) doet mee aan het project. Ze vertelt dat leerlingen vaak geruster zijn nadat ze de verhalen van studenten hebben gehoord. De drempel om na de middelbare school verder te studeren wordt dus verlaagd.
Dat het project ook voor de deelnemende student een toegevoegde waarde heeft, vertelt Ocean Vanfraechem (26). “Je krijgt veel positieve feedback terug, zowel van je medestudenten als van de leerlingen. Mocht je een afwijkend traject hebben afgelegd tijdens je studies, of je bent moeilijkheden te boven gekomen, dan raad ik zeker aan om mee te doen aan het Klimop-project. Je leert er niet alleen bij, maar Klimop heeft mij ook laten inzien dat je niet alleen bent. Iedereen in het project steunt elkaar door dik en dun, onafhankelijk van verleden, studie of toekomst.”
Ik geloof dat iedereen hogerop kan klimmen, ondanks de tegenslagen en drempels waar je mee te maken zal krijgen.
Voor Floor lag de reden om mee te doen met het project in haar eigen schoolcarrière. Toen zij haar kappersopleiding in het BSO volgde, kreeg zij geen informatie over verder studeren. Via vrienden hoorde zij over de SID-in beurs in Antwerpen, waar ze bij de opleiding Sociaal Werk terecht kwam. “De docente op de open dag van de Karel de Grote Hogeschool begon te lachen. Ze vertelde me dat ik er maar beter niet op kon rekenen dat ik een bachelordiploma zou behalen. Maar ik geloofde in mezelf en ben toch aan mijn opleiding begonnen.”
Floor is inmiddels bezig met haar derde jaar en ze vordert gestaag. “Ik geloof dat iedereen hogerop kan klimmen, ondanks de tegenslagen en drempels waar je mee te maken zal krijgen. Als ik één student kan overtuigen en helpen om zijn of haar droom waar te maken, dan is het project in mijn ogen geslaagd.”
anderstalige nieuwkomers
Een derde project richt zich niet op Belgische scholieren, maar op anderstalige nieuwkomers. In het IKAN-project kunnen studenten deze nieuwkomers, waaronder vluchtelingen, helpen bij de overgang naar het reguliere onderwijs. Omdat die overgang vaak moeizaam verloopt, is hulp van Nederlandstaligen belangrijk. Het project focust op het bijspijkeren van het Nederlands via vakoverschrijdende huiswerkbegeleiding. Recent is het IKAN-project gestart met een eerste ronde, waarna het zal worden geëvalueerd.
Voordat de projecten van start gaan, vindt een uitgebreide vorming plaats. Daar wordt informatie en uitleg gegeven. Per bijeenkomst krijg je als student een vrijwilligersvergoeding van 15 of 20 euro.
- Log in to post comments