Vorig academiejaar startten 6.695 studenten in het hoger kunstonderwijs. Het aantal generatiestudenten dat voor dit studiegebied koos, steeg met 4 procent. Vaak wordt deze student gevraagd: “Wat ga je met dat diploma doen?” En vooral: “Kan je leven van de kunst?” Want hoewel de kunstenaar degene is die kunst en schoonheid schept, gaat het scheppen van poen niet zo vlotjes. We horen en lezen hoe moeilijk musea het hebben om rond te komen, maar hoe zit dat met de individuele kunstenaar?
Het tumult tijdens het voorjaar van 2016 liet nogmaals de onzekerheid van de kunstsector blijken. Na het indienen van hun subsidieaanvraag hadden 231 van de 303 kunsthuizen om een weerwoord gevraagd, omdat ze niet tevreden waren met de preadviezen die ze kregen. 90 van de 138 die niet in aanmerking kwamen voor een subsidie, vroegen om een herziening. Deze storm van ontevredenheid stak op nog voordat minister van Cultuur Sven Gatz in juni het budget van 141 miljoen euro voor de kunsten officieel verdeelde. Niemand kreeg uiteindelijk het budget dat geadviseerd was en sommige organisaties moesten fuseren of plannen opbergen.
De berichtgevingen in de media over de kunstsubsidies maakten vooral melding van het ongenoegen van de instellingen en organisaties. Dit terwijl er in het kunstendecreet een onderscheid wordt gemaakt tussen subsidiëring van de volledige werking die voorbehouden is aan organisaties, en projectfinanciering voor zowel individuele kunstenaars als organisaties. De stemmen van die individuele kunstenaars lijken echter nergens te bespeuren in de kranten. Waarvan leven de bronnen van deze creatieve wereld?
een land met traditie
Adriaan Raemdonck houdt al sinds 1968 de galerij De Zwarte Panter in de Hoogstraat. Ook hij ziet jaarlijks veel jonge mensen afstuderen, maar vindt dat dit pleit voor de gemeenschap. “We hebben mensen, we hebben een volk dat van kunst houdt. In ons land leeft een grote traditie op vlak van kunsten. Aan de ene kant is onze beeldende kunst heel hoogstaand, aan de andere kant gaat kunst kopen en verzamelen vaak over van ouder op kind.”
Hoewel onze musea fantastische collecties aan de muren hebben hangen, ontbreekt het hen aan munten in de bank. “Ik heb nooit geweten dat er geld genoeg was voor kunst. Maar wat is de rijkdom van een land? Dat is cultuur”, gaat Adriaan Raemdonck verder. Volgens hem zijn het vooral de verzamelaars die in de eerste plaats de kunst in leven houden. Een initiatief zoals de kunstkoopregeling, dat al sinds 1997 in Nederland bestaat, is voor de galeriehouder daarom heel belangrijk. De regeling zorgt ervoor dat je als kunstliefhebber zonder rente een kunstwerk tot 7.000 euro kan afbetalen, verspreid over een periode van twee jaar. “Zo kunnen ook jonge mensen kunst kopen. We zoeken voor Vlaanderen ook een sociale oplossing waarbij we de kunstenaar steunen en verzamelaars aantrekken. Dit systeem zorgt voor continuïteit.”
Kunst is een biotoop waar alle denkrichtingen en discussies bij elkaar komen.
Op woensdag 8 november kondigde minister Sven Gatz aan dat er ook een kunstkoopregeling in Vlaanderen zou komen. Tegen eind 2017 zou ze van kracht gaan. Naast deze mededeling liet de Vlaamse overheid weten dat ze voor het eerst sinds tien jaar weer beeldende kunst van Vlaamse kunstenaars gaat aankopen. Deze aankoopregeling betekent dat er dit jaar nog 100.000 euro beschikbaar wordt gesteld voor hedendaagse kunst. De aangekochte stukken gaan naar Vlaamse musea, kabinetten en depots. Goed nieuws, want naast de financiële steun voor de kunstenaar, heeft dit ook een symbolische waarde van erkenning voor het individu en de sector.
kunst uit ivoor
De kunstenaar koopt het stilleven op zijn broodplank op twee verschillende manieren: met financiering via subsidies of mecenaatsgelden (dit tweede is het meest bekend als het eeuwenoude gebruik waarbij een rijke beschermheer of opdrachtgever de kunstenaar steunt), of door deeltijds of voltijds te werken. Het is zoeken naar die balans wanneer je ervoor kiest om met je levenswegwagentje de onstabiele kunstwereld te verkennen. Kunnen leven van het creëren is niet makkelijk. “Je moet jezelf vragen stellen”, vertelt Adriaan Raemdonck. “Wat is de drang naar het kunstenaarschap? Wat heb je daar voor over? Want wat voor kunstenaar je ook wordt, je moet heel je leven de mensen kunnen boeien. De meesten zijn mensen die hard werken.” Je komt er dus niet met een goede worp van de dobbelsteen. Je gaat vooruit door talent en doorzettingsvermogen.
Een van de jonge kunstenaars op het spelbord is Charlotte van Renterghem, 26 jaar. Na vier jaar op de LUCA School of Arts, heeft ze nog een jaar Cultuurmanagement gestudeerd en beëindigt ze binnenkort haar Bachelor Wijsbegeerte aan UAntwerpen. Naast haar studies werkt ze aan haar kunstwerken in een atelier dat ze met zes anderen deelt. “Als kunststudent werk je vier jaar intensief in de cocon van je school. Alles wat je kent, komt voort uit die plek. Wanneer je afstudeert, blijkt dat de kunstwereld niet stopt bij je school en dat er een markt is. Je moet je kunst verkopen, maar van die markt ken je heel weinig”, begint Charlotte.
Volgens haar besteden de kunstscholen te weinig aandacht aan wat je moet doen nadat je werk af is, waar je publiek gaat zoeken en hoe je contacten legt. “Bij sommigen groeit dit proces organisch. Je naam kan beginnen vallen of je wordt gevraagd voor tentoonstellingen, maar dat betekent niet dat mensen iets van je kopen. Ik ken momenteel niemand die enkel van de kunst leeft. Het is anders als je een studie hebt gekozen waarmee je meteen een concrete job kan vinden.” Met haar extra studie hoopt ze een evenwicht te vinden in het maken van kunst en het bijverdienen met ander werk. “Als je ouder wordt, kan je niet meer op de kosten van je ouders blijven leven”, vervolledigt ze. Drie vierde van haar klasgenoten is intussen gestopt met kunst maken.
symbolische euro's
Naast de aangekondigde extra overheidssteun is de erkenning en waardering van de kunstwereld belangrijk. Te vaak wordt nog beroep gedaan op vrijwilligers om de sector draaiende te houden. Organisaties en individuele kunstliefhebbers zetten zich in daar waar overheidssteun faalt. Dit geldt ook voor de individuele kunstenaar. Maar wat als je meer geld in een tentoonstelling steekt dan je krijgt? “Er wordt zo vaak verwacht dat je dingen gratis doet”, vertelt Charlotte. “Men gaat ervan uit dat je al blij mag zijn dat ze je vragen voor een expo, terwijl je zelf de kosten dekt. Dat toont dat de mentaliteit fout zit. Maar zolang kunst maken me plezier brengt, blijf ik het doen. Al moet je er op een moment wel iets voor terugkrijgen, denk ik, want anders houd je het niet vol.”
Kunst moet verruimend werken, het is een laboratorium van het menselijk onderzoek.
creatie als modewoord en vooruitgang
Charlotte merkt dat er de laatste jaren toch meer openheid is tegenover kunst. “Vijf jaar geleden vroeg iedereen aan mij waarom ik kunst ging studeren en wat ik ermee ging doen. Nu wordt er positiever naar gekeken. Antwerpen wil zich promoten als een stad vol jonge creatievelingen met bijvoorbeeld initiatieven als Born in Antwerp. Ik ga niet honderd procent akkoord met de manier waarop creativiteit wordt gebruikt als marketing, maar aan de andere kant denk ik dat mensen die er totaal niet mee bezig zijn, er hierdoor meer voor open staan.”
Wanneer kunst en marketing hand in hand gaan, kan het gebeuren dat trends en genres iets te veel beginnen opvallen. “Kopiëren gebeurde altijd,” vertelt Charlotte, “maar nu zie je steeds vaker hetzelfde in de straten en op het internet. We zijn ook met zoveel. Echte radicale veranderingen waar kunst voor zou moeten staan, zie je niet meer.” Aangezien het niet gemakkelijk is om een plaatsje te bemachtigen in de wereld, moet een kunstenaar soms wel rekening houden met wat ‘hip’ is of wat er op dit moment graag gezien wordt. “Ik denk dat de meesten zich aanpassen en toegevingen doen. Ik probeer daar nu een balans in de vinden”, besluit Charlotte. Die ivoren kunstschool leek dan nog niet zo slecht voor de ontwikkeling van eigen visies. Moeten we schrik krijgen dat de concurrentiestrijd een commerciëlere kunststroming in de hand werkt?
laboratorium
“Commercieel is een dubieus woord”, vertelt Adriaan Raemdonck. “Als je het negatief bekijkt, heeft de kunstenaar geen enkele kans. Je moet mensen in vervoering brengen. Een kunstenaar kan wel aanpassingen doen, dat is iets anders. Voordat je naam maakt moet je trofeeën behalen, en mensen hebben je snel door. De andere bedriegen betekent uiteindelijk jezelf bedriegen.”
Radicale veranderingen en de vernieuwende kracht van kunst zullen ook niet snel verloren gaan onder het juk van het euroteken. Die waarden zijn immers intrinsiek. “De betrachting van kunst is altijd geweest om de wereld te openen en niet te sluiten. Ik denk dat kunst verruimend moet werken. Het is een laboratorium van het menselijk onderzoek. Jan Cox, kunstschilder, vertelde eens: ‘Ik vind het fantastisch dat mensen naar de maan gaan, maar wat wij doen is het tegenovergestelde. Wij gaan naar de diepte en dat is ook gevaarlijk.’ Voor mij is het idee, wat het ook is, vrijheid. En dat heb ik ook teruggevonden in kunst. Een biotoop waar alle denkrichtingen en discussies bij elkaar komen. Boeiend en ook zijn geld waard.”
kansen
Vandaag staan we al stappen verder dan de wereld van 1968. Aan de ene kant zijn er meer jonge kunstenaars die afstuderen en onder wie geld verdeeld moet worden, aan de andere kant wordt kunst nu beter opgevolgd door de overheid, is er cultuurmanagement en bestaat er bijvoorbeeld een statuut voor de kunstenaar, wat vroeger niet het geval was. Dat kunstenaars op jonge leeftijd internationaal carrière maken, zoals de schilders Michaël Borremans en Rinus Van de Velde, is ook een nieuw fenomeen. Het belangrijkste volgens Adriaan Raemdonck, is dat we kansen moeten blijven creëren. “We hebben bepaalde dingen die goed zijn bij ons. Die moeten we koesteren. We moeten ze in stand kunnen houden en ervoor zorgen dat de volgende generatie zich verder kan ontwikkelen.”
De extra overheidssteun en aandacht voor kunst helpen de individuele kunstenaar alvast aan meer kansen. Bovendien moeten we niet vrezen dat kunst en de vrijheid die daarmee gepaard gaat ooit zal verdwijnen, zolang de kunstenaar en de kunstliefhebber elkaar weten te vinden.
- Log in to post comments