ZIEN, BEMINNEN EN BEGRIJPEN MET RENAAT BRAEM

kunst op de campus

22/10/2024
🖋: 

Soms kan kunst bevreemdend werken. Meer dan eens kunnen we ons afvragen wat een kunstwerk nu eigenlijk is, wat het moet voorstellen en of het zelfs kunst is. Welk verhaal moeten we erin lezen? De campussen van UAntwerpen staan vol kunstwerken, maar of er veel studenten zijn die ze goed bekijken valt te betwijfelen. dwars vliegt erin en belooft je dat vijf minuten eerder opstaan om de pareltjes op de universiteit toch eens goed te bekijken, helemaal de moeite waard is.

De Koninklijke Academie aan de Mutsaardstraat staat bekend om haar – je raadt het al – kunst! Het is niet verwonderlijk dat de kunstigste der universiteitscampussen een imposant patrimonium aan vrij te bezichtigen artistieke oeuvres bezit. Iedereen die al eens een poging heeft gedaan zichzelf een weg te banen door de doolhofachtige gangen van Campus Mutsaard zal er zijn oog wel al eens op hebben laten vallen. Van de reusachtige lichaamsstudies in de inkomhal tot de beeldhouwwerken bij de vrije monumentale, op elke hoek is er wel iets te bezien. Zelfs de talrijke posters die ophangen in de gangen zijn kunstwerkjes op zich. Omringd door dit overaanbod aan moois zijn de meest betekenisvolle werken vaak hidden in plain sight.

Een van de meest imposante werken op de campus is aangebracht in de grote traphal centraal in het gebouw. ‘Het leven beelden door ruimte en licht’ is het thema van een kleurrijke muurschildering die in 1963 werd ontworpen door Renaat Braem, Antwerps sterarchitect, zelf oud-leraar en oud-student van de architectuuropleiding aan de Mutsaardstraat. Het oog van een ongetrainde student zou het werk omwille van zijn simpliciteit en eenvoudige contrasten makkelijk afschrijven of, nog erger, het heel hun studiecarrière negeren. Maar dat is natuurlijk geheel ten onrechte.

Renaat Braem is onlosmakelijk verbonden aan de Academie. Nadat hij er in 1935 afstudeerde als architect liep hij stage in Parijs bij het Zwitserse modernistische icoon Le Corbusier. Hij werd in deze hoedanigheid lid van het invloedrijke Congrès Internionaux d’Architecture Moderne (CIAM) en drukte zo zijn stempel op de modernistische bouwkunst in Europa en de wereld. In 1947 keerde de architect terug naar Antwerpen om leraar stedenbouw te worden aan zijn alma mater. In 1962 zou hij zelfs directeur worden van de Academie. Het was in deze hoedanigheid dat Braem zijn muurschildering ontwierp. Hij zal met zijn werk, aangebracht op een prominente plaats, zeker een boodschap hebben willen uitdragen aan de honderden studenten die elk jaar de trap oplopen. Het werk vat namelijk samen hoe een onervaren student aan de Academie, of aan de hedendaagse universiteit, volgens hem zou kunnen uitgroeien tot een goede architect of stedenbouwkundige.

Braems architecturale en modernistische achtergrond schijnt sterk door in het werk. Het is zeer symbolisch en wekt de illusie dat de architectuur van de traphal doorloopt in de geschilderde muur. Het werk is als het ware een poort naar een andere realiteit, een ruimte waarin een gestileerde boom en een zon afgebeeld staan. Het is een plaats die door de kunstenaar wordt gedefinieerd door de woorden ‘natuur’ en ‘ruimte’. Deze trompe-l’oeil wordt versterkt door twee pijlen die de weg wijzen in en uit de artificiële ruimte. Een derde pijl verlaat het canvas en wijst de toeschouwer naar de ateliers op de eerste verdieping van het gebouw, waar de woorden ‘funktie’, ‘konstruktie’ en ‘vorm’ geschreven staan.

Volgens architectuurhistoricus Jo Braeken verbeeldt de muurschildering Braems visie op architectuur: volgens Braem de kunst van het organiseren van de ruimte tot bevrijding van de mens. Functie, constructie en vorm zijn daarbij de bouwstenen voor goede architectuur. Die goede praktijk is gebouwd op observatie, centraal op het werk gesymboliseerd door een oog waarop de woorden ‘zien’, ‘beminnen’ en ‘begrijpen’ geschreven staan. Dat drietal vormt het fundament waarop een goede architect volgens Braem dient te bouwen.

Die boodschap komt niet alleen van pas voor architecten. Waar werken met functie, constructie en vorm misschien te technisch is voor de gemiddelde student, kan de basis, ‘zien, beminnen en begrijpen’, wel een leidraad vormen voor alle leerlingen aan de Antwerpse universiteit. In deze eerste weken van het 
academiejaar, waarin de snelheid van de lessen, de boeken en de nieuwe relaties je eigen persoon wel eens kunnen voorbijsteken, kan ‘zien, beminnen en begrijpen’ een handig mantra vormen om terug met de voetjes op de grond te vallen.

In een vaak opgejaagde wereld kan het soms moeilijk blijken om te zien, te beminnen en te begrijpen. Zeker het leven van een student, waarin elke week een nieuwe opgave in petto heeft, doet ons af en toe vergeten dat we best ook eens buiten onszelf kijken om broodnodige inspiratie op te doen. Probeer daarom net zoals dit werk eens verder te kijken, door de muur heen. Sta te midden van alle drukte eens stil. Je zal wat je dan ziet misschien niet meteen liefhebben, maar als je het probeert te beminnen zal je deze nieuwe ervaring op het einde van de rit gaan begrijpen. Braem daagt ons uit om als student een open geest te hebben en te leven zonder oogkleppen. Met een blik op oneindig, want we leven in een wereld zonder einde. Met het drieluik zien, beminnen en begrijpen in het achterhoofd loop je de volgende keer waarschijnlijk niet meer zomaar voorbij Braems werk zonder dat het je opvalt, en aanzet tot denken.