Wereldvreemde Ides Nicaise

Lezersbrief
08/06/2008
🖋: 
Auteur extern
Marijke Welvaert

Ides Nicaise heeft blijkbaar weinig affiniteit met de realiteit en praat naast de kwestie. Met zijn ondoordacht discours stigmatiseert hij, bevestigt hij clichés en haalt hij de zovele kansen die men hier biedt onderuit.

(Deze lezersbrief werd ons toegezonden als reactie op de interviews met Ides Nicaise en Piet Van Avermaet in dwars 47, nvdr.)

 

'België is het land van de duizend kansen', zei een meisje van achttien uit ex-Joegoslavië toen ze, fier als een gieter, haar eindwerk voorstelde aan het publiek. Ons systeem en ook het onderwijssysteem bieden zovéle kansen, maar dan dient men die kansen wel te grijpen. Wereldvreemde, kortzichtige onderzoekers zoals Nicaise leggen steeds maar de klemtoon op de vermeende discriminatie en ongelijkheid en voeden daarmee de slachtoffercultus. Doordoor ondermijnt men de intrinsieke motivatie en daarmee de kansen van een deel van de jongeren die zich aldus als 'slachtoffer' gaan opstellen en alle schuld voor het eigen falen steeds bij de ander zoeken. Het dwaze discours van Nicaise en consoorten voedt de gedachte dat alle falen of lukken te wijten is aan externe factoren en sluit de factor namelijk de inbreng van de jongere (leerling) zelf, uit. Wellicht weet Nicaise niet dat in multiculturele scholen reeds een paar decennia enorme inspanningen worden gedaan om kinderen uit minder begoede milieus vooruit te helpen. Zo zijn er in dergelijke scholen tot tweemaal meer onderwijzend en ondersteunend personeel. Maar het is en het blijft zo dat de ELKE leerling een persoonlijke inbreng en inspanning dient te doen en dat thuis- en andere factoren daar niets aan veranderen.

 

Ook het discours van de wereldvreemde Blommaert en Van Avermaet mist alle relevantie. Ze zien niet de concrete feiten van de werkelijkheid op het terrein zelf. Ze baseren zich niet op de realiteit en op praktijkervaring, maar op luchtspiegelingen. Misschien kunnen beide naïeve salonintellectuelen beter eens ter plaatse kennis maken met de 'onderzoeksobjecten' die ze van op een afstand 'bestuderen' vanuit hun bureau.

 

Ze bekritiseren het beleid van twee ministers zonder meer, zonder iets in de plaats te stellen en ze halen het werk van zovele gemotiveerde leerkrachten zomaar onderuit. Feit is dat een gemeenschappelijke taal zowat het enige dat is dat de leerlingen in Antwerpse scholen met elkaar bindt en dat enkel een gemeenschappelijke instructietaal hanteerbaar is. Bijna 100% van de leerlingenpopulatie van de tientallen scholen in Borgerhout en Antwerpen-Noord (Linkeroever, het Kiel, Luchtbal meer dan 80%), die veel extra onderwijzend en ondersteunend personeel tellen, is van allochtone origine. Blommaert zou beter zelf eens vijf jaar lesgeven in deze scholen. Hij zal snel ervaren dat zijn visie in de praktijk ontoepasbaar is en niet realistisch. Hoe denkt hij de meer dan 100 talen die in Antwerpen worden gesproken concreet te integreren in de onderwijspraktijk?

 

In de sociale huisvesting, hoofdzakelijk bevolkt door mensen uit alle windstreken van Mongolië tot Zuid-Afrika, worden onder meer berichten opgehangen met betrekking tot huisvuilophaling. Het is noodzakelijk dat de bewoners deze berichten begrijpen, want huisvuil en sluikstort zijn zowat het grootste probleem de stad. Er is nu zelfs een schepen die zich bijna uitsluitend met deze zaken bezig houdt. Als men bewoners vraagt om een minimum aan Nederlands te leren dient dit ook in deze context te worden gezien. Afvalproblemen en het niet begrijpen van de Nederlandse taal kunnen verder leiden tot samenlevingsproblemen en de totale ontwrichting van het al zo broze sociale weefsel.

 

Marijke Welvaert