Depositogarantie

Het Marktsegment
15/04/2013

De financiële wereld, je leest er overal over. Maar soms kan de moed je in de schoenen zakken. Het ene na het andere ingewikkelde concept wordt je naar het hoofd gesmeten, zonder enig spoor van uitleg of zelfs maar begrip voor wie niet zou weten wat een flash crash of schuldpapier is. Geen paniek, want iedere maand verduidelijkt Capitant, de studentenvereniging die studenten wil inleiden tot en begeleiden naar de financiële markten, op deze pagina’s de werking van de beurs. Dit jaar gidst ‘Het marktsegment’ je door het nieuws over de beurs zonder gevaar voor struikelen over moeilijke termen en ingewikkelde concepten. Wij leggen ze hier namelijk in mensentaal uit.

Met het huidige tumult in de bankensector vraagt een mens zich al gauw af: waar staan mijn spaarcenten nu nog veilig? De lage rentes die grootbanken aanbieden, hebben er voor gezorgd dat mensen beginnen rond te kijken naar betere alternatieven. Maar zijn deze banken met hogere rentes, meestal internetbanken, wel te vertrouwen? Als spaarder kan je maar best je huiswerk gedaan hebben. Nakijken of deze rente niet te hoog is in vergelijking met de markt is al een eerste stap. Vervolgens kan je ook altijd naar de kredietwaardigheid van de bank kijken. Als dit alles echter uiteindelijk niets zou opleveren en de bank ten onder gaat, vrees niet voor je spaargeld; dan schiet immers het depositogarantiefonds in actie.

 

De Europese Unie verplicht elke lidstaat een bepaalde vorm van depositogarantie te voorzien. Hierbij garandeert de overheid van het land waarin de bank gevestigd is, de terugbetaling van de zicht-, termijn- en spaarrekeningen. Het bedrag dat terugbetaald wordt, verschilt van land tot land maar de meeste landen trokken in 2008 het bedrag op tot 100.000 euro. Voor 2008 was dit in België 20.000 euro. Sinds 17 november 2008 garandeert het Beschermingsfonds tot 100.000 euro voor zicht-, spaar- en termijnrekeningen. Deze bescherming geldt zowel voor natuurlijke personen als voor verenigingen en KMO’s. Als de bank de deposito’s niet uitkeert, zal het fonds tot 100.000 euro tussenkomen.

 

Bankrun

Dit systeem is in de eerste plaats in voege gesteld om faillissement van banken te voorkomen. Wanneer het slecht gaat met een bank en haar kredietrating continu wordt verlaagd, kunnen klanten het vertrouwen in de bank verliezen. Wanneer de rekeningen dan allemaal tegelijkertijd leeglopen, bij een bankrun bijvoorbeeld, vormt er zich een groot probleem. Banken hebben nu eenmaal niet continu voldoende liquide middelen (cash geld, nvdr.) in huis om al hun deposito’s terug te betalen. Dit geld wordt gebruikt om leningen uit te schrijven en maar een klein gedeelte van de deposito’s blijft permanent bij de bank. Een depositogarantiefonds geeft mensen vertrouwen dat, zelfs als de bank failliet gaat, ze hun deposito’s terug zullen krijgen en ze dus niet in de rij hoeven te staan. De depositogarantie geeft de bank financiële ademruimte om zich te kunnen herorganiseren. In Cyprus sloten de banken twee weken lang om een bankrun te voorkomen. Ook konden mensen maar 100 euro per dag afhalen, allemaal om de banken even financiële ademruimte te geven. Ook na de heropening van de banken werd het kapitaalverkeer sterk beperkt. De depositogarantie werkte hier niet volledig omwille van de grootte van de spaarrekeningen in Cyprus. Door de reputatie van Cyprus als belastingparadijs staan bij de Cypriotische banken enorme spaartegoeden, hoger dan de gegarandeerde 100.000 euro.

 

Pas in tweede instantie dient het depositogarantiefonds om de gestorte gelden terug te betalen. En net hier schuilt het probleem. De uiteindelijke werking van het depositiegarantiefonds ligt ingewikkeld. Ten eerste: wie vult dit fonds? Kredietinstellingen en beursvennootschappen moeten verplicht lid zijn van het beschermingsfonds in België. Deze moeten dan een verplichte retributie betalen als bijdrage aan het fonds, maar dit is zeker niet voldoende. In principe is het dus de schatkist die mee borg staat voor de deposito’s. Maar bij een tweede bankencrisis zal geen enkel land in staat zijn het faillissement van zijn grootste banken op te vangen. Ten tweede: onder wiens depositogarantie valt jouw bank? Niet alle banken binnen België vallen onder de Belgische depositogarantie. Enkel als een buitenlandse bank een Belgische dochteronderneming heeft, valt zij onder de Belgische regulering. Banken met bijkantoren in België of internetbanken vallen meestal niet onder deze regulering en dan moet u gaan uitzoeken waar dan wel. In België vallen de meeste deposito’s onder Belgische, Nederlandse, Franse of Duitse garantie.

 

Landsbanki

Een voorbeeld van de werking van een depositogarantiefonds is die van de internetbank Icesave, deel van de IJslandse bank Landsbanki. Landsbanki was een van de vele slachtoffers van de kredietcrisis in 2008 en werd genationaliseerd door IJsland, maar ging vervolgens toch failliet. De tegoeden bij de internetbank Icesave werden bevroren. Aangezien Icesave nog altijd een IJslandse bank was, stond IJsland garant voor de tegoeden. Maar de miljarden stapelden zich op en IJsland weigerde verder garant te staan. Nadien is IJsland dan ook virtueel failliet gegaan. Als reactie hierop namen het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Frankrijk beslag op de activa van Icesave om hieruit toch de deposito’s te kunnen terugbetalen. Daarnaast hebben zij zelf ook nog een groot deel van de garantie moeten betalen. Alle klanten hebben uiteindelijk hun deposito’s tot 100.000 euro teruggekregen, maar Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hebben IJsland aangeklaagd om deze fondsen terug te eisen. Een arrest van de Europese rechtbank stelt IJsland uiteindelijk in het gelijk aangezien de nieuwe regelgeving nog niet van kracht was op het moment van het faillissement van Landsbanki.