Niets laat de gemiddelde student zo siberisch koud als ‘den economie’. Inflatie, werkloosheid en crisis: de termen vliegen ons dagelijks om de oren. Harder, beter, sneller, slimmer: de race naar ‘de job’ is moordend. Vroeger, in het land van ooit, waar onze ouders en grootouders woonden, dát waren gouden tijden! Wie hard werkte, raakte zo aan de top. Vandaag lijkt dat potje optimisme op. Nochtans is inzicht in en kennis van onze Belgische economie broodnodig: wij zijn dé toekomstige werkpaarden. Maar we geloven er niet meer in. Heeft al dat studeren nog wel zin? dwars ging wanhopig te rade bij twee geboren optimisten: Peter De Keyzer (Chief Economist bij BNP Paribas) en Stijn Decock (Hoofdeconoom bij Voka).
Crisis en opportuniteit
Tijdens de grote bankencrisis heeft de overheid de banken gered. Is dat volgens jullie correct gebeurd? Wat zouden jullie achteraf anders gedaan hebben?
Stijn Decock In het algemeen heeft België het relatief goed gedaan. De verkoop van Fortis aan Frankrijk was wellicht te vermijden en de Belgische overheid heeft zich daar een beetje voor de Franse kar laten spannen. Maar ik ben ervan overtuigd dat het bedrag dat aan Fortis geleend werd, uiteindelijk terugbetaald zal worden. Dit geldt trouwens ook voor de KBC. Politici wilden in de eerste plaats het spaargeld redden, niet de banken. BNP verscheen toen als witte ridder. In België blijft vooral Dexia het zorgenkindje, maar laten we eerlijk zijn: die bank was voor de crisis al fundamenteel ongezond. Als men in 2009 had beslist om Dexia te ontmantelen, hadden er vele posities nog aan een goede prijs verkocht kunnen worden en was het risico veel minder groot geweest. Er werd te lang gedacht dat het nog goed ging komen.
Peter De Keyzer Fortis is de enige bank die na de crisis verdwenen is. Daarna had iedereen door dat de banken kampten met een gebrek aan liquiditeit en een goede leiding. Alle geldkranen zijn opengedraaid en er is geen enkele Europese bank meer gesneuveld. Dat is de ironie: Fortis is ten onder gegaan, omdat zij de eerste bank in moeilijkheden was. Achteraf zijn er altijd zogenaamde leunstoelstrategen die zeggen wat je allemaal had moeten doen, maar op het eigenlijke moment moeten beleidsmakers alle belangen met elkaar verenigen: de markten, de investeerders, de media en de kiezers.
Na de financiële crisis van 2008 verzeilden we vanaf 2011 in de eurocrisis. Het zag er even naar uit dat de Eurozone ging imploderen. Wat speelde er op dat vlak?
De Keyzer De kans op een implosie is zo goed als onbestaande. De situatie in de Eurozone was een politiek-institutioneel probleem. Door het installeren van de muntunie werd een figuurlijk appartementsgebouw – de Eurozone – opgericht, maar de fundering ontbrak. Duitsland wilde eerst elk land integreren in de politieke unie en dan pas de munt installeren, maar dat is niet gebeurd. Het ontbreken van die fundering leverde 10 jaar lang geen problemen op. Alle landen – inclusief Griekenland, Italië, Portugal, etcetera – konden geld lenen alsof ze Duitsland waren. Toen kwam er de grootste financieel-economische aardbeving in generaties en ontstonden er gigantische barsten in die fundering; het gebouw stond zo scheef als de toren van Pisa. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft het gebouw gestut om het niet te laten invallen. Vandaag moeten er onder de muntunie nieuwe funderingen zoals een reddingsfonds, pensioenleeftijd en arbeidsmigratie worden aangelegd. Dat is geen gemakkelijke taak.
Darwin en differentiatie
Oké, genoeg over de banken. Hoe zit het nu eigenlijk met de bedrijven? Je hoort over de ene sluiting na de andere, een jongerenwerkloosheid van 50 procent, enzovoorts. Wat zou België daar tegen kunnen doen?
De Keyzer Competitiviteit en productiviteit zijn belangrijke factoren. Zo sluit onze loonkost te weinig aan bij onze productiviteit. Die stijgt doorheen het leven, piekt rond 40 jaar, stagneert en daalt. Als het loon in een constante lijn stijgt en de werkgever steeds meer voor jouw arbeid moet betalen terwijl je niet meer kan presteren, dan raak je je job kwijt. De werkgever kiest dan voor iemand anders die dat wel nog kan doen. Met werkloosheid is dat hetzelfde verhaal. Er is een jongerenwerkloosheid van meer dan 40 procent, dat wil zeggen dat het gevraagde loon hoger is dan wat je kan bijbrengen aan toegevoegde waarde, anders had je wel een job gehad. Ofwel is er extra scholing nodig, ofwel moet het minimumloon dalen: het is een van die twee. Het probleem in België is dat er weinig ouderen en weinig jongeren aan de slag zijn. De fabel over zogenaamde fakkeljobs waarbij de oudere zijn plaats doorgeeft aan een jongere bestaat dus niet.
Zijn we niet vaak té geschoold?
De Keyzer Onderwijs is een vorm van signaling. Een werkgever wil aanwerven, maar kent jou niet. Jouw diploma en cv worden dus beschouwd als een signaal. Vroeger betekende een universitair diploma iets: je behoorde tot een kleine bovenlaag waar de werkgever iets mee kon doen. De democratisering van het onderwijs zorgt er echter voor dat er opeens veel meer mensen een universitair diploma hebben. Het wordt vandaag moeilijk om je te differentiëren van anderen. Het is de theorie van Darwin all over again: je moet zien dat je eruitspringt. Hierdoor gaan velen nog een extra diploma behalen om te beklemtonen dat ze nog meer kunnen. Dat betekent echter niet per se dat je meer kans gaat hebben op een job, maar het veroorzaakt wel een inflatie van diploma’s.
België kampt ook met een hoge belastingdruk op lonen. Dat maakt het voor investeerders toch minder aantrekkelijk om in België te investeren?
Decock Ja, natuurlijk. Tot de jaren 2000 hadden we gemiddeld een overschot van 4 procent op onze handelsbalans, nu is dat gezakt tot een deficit van 2 procent. Dat was ook het probleem met de eurocrisis: die landen hadden een zwaar handelstekort en moesten een deel van hun consumptie financieren met geld uit het buitenland. België is dat nu ook aan het doen en dat moeten we echt rechttrekken. Het is een signaal dat we slecht bezig zijn. Als we nog een aantal grote bedrijven in België verliezen, zal het tekort alleen maar hoger worden en dan word je afhankelijk van geld uit het buitenland. Wanneer het buitenland vervolgens het zaakje niet meer vertrouwt en geen geld meer wil geven, dan krijgen we een déja vû van de crisis van 2007.
Zijn er concrete voorstellen om daar iets aan te doen?
De Keyzer In eerste instantie het verlagen van de loonlasten, maar de overheid zou het met minder belastingen kunnen doen dan het geld dat zij nu binnenkrijgt. Van elke 100 euro die wordt geïnd, gelieerd aan welvaart, worden er 54 achteraf uitgegeven door de overheid. Dat is een motie van wantrouwen tegen het vermogen van burgers en bedrijven om hun eigen keuzes te maken. De overheid redeneert dat zij meer dan de helft hoort uit te geven. Het tweede probleem waar het IMF (Internationaal Monetair Fonds, nvdr.) en de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, nvdr.) ook over spreken, is de concurrentiekracht. Dat is de productiviteit van de export zelf; wat produceer je en is er vraag naar in het buitenland? Wat je merkt is dat België met een tekort zit in het aanbrengen van hoge IT-content. Met andere woorden: wij zijn goed in het aandraaien van vijzen in een auto, maar niet in het ontwikkelen van een besturingssysteem voor een robot die vijzen kan aandraaien. Als een buurland erin slaagt iets veel efficiënter en goedkoper in elkaar te steken, zijn we de productie kwijt.
Kunnen we stellen dat het overheidsapparaat te traag werkt door een efficiëntieprobleem?
De Keyzer Een tijdje geleden stond er in de krant een vacature voor een fietsambtenaar. Dat wil voor mij zeggen dat je als overheid te veel tijd en geld hebt. Dat is iets wat mensen best zelf kunnen organiseren. En eens die ambtenaar er is, gaat hij de komende 40 jaar denken dat zijn job onmisbaar is en kan die op geen enkel moment worden afgeschaft. Elke job bij de overheid kan langer blijven bestaan dan elders.
Decock Het probleem in België is dat er te weinig mensen actief zijn in de privésector, want dat zijn degenen die netto bijdragen aan het systeem. Nu zijn werknemers gepensioneerd, leven ze van een uitkering of werken ze voor de overheid. Hoe meer mensen de overstap maken naar de private sector, hoe meer kan worden bijgedragen worden aan het systeem. Dat is niet pijnlijk, dat is gewoon zorgen dat er meer mensen aan de slag geraken
Grootouders en groeipijnen
De Belgische economie groeit te traag. Komt dit door een protectionistische houding? En houdt dat onze groei tegen?
De Keyzer Ik stel vaak vast dat belangengroepen belangrijker worden geacht dan het groepsbelang. Een goed voorbeeld is Albert Heijn: de Belg betaalt op jaarbasis ongeveer 13 procent meer voor zijn inkopen dan een Nederlander. Dat is niet omdat we meer eten, maar omdat het hier duurder is. Als er zich in een gemeente een Albert Heijn wil vestigen, staat het gemeentebestuur daar niet om te springen: zij willen de bestaande winkels geen pijn doen. Maar dat is exact de bedoeling. Die concurrentie helpt de consument. Als je dat tegenhoudt, hou je innovatie, productie en groei tegen. Dat is de grootste weerstand waar we in Europa tegenaan kijken. Iedereen heeft zijn eigen verworven rechten en belangen en is niet bereid om dat klein voordeel op te geven in ruil voor collectieve welvaartswinst.
Decock België heeft binnen Europa eigenlijk nog vrij veel groeipotentieel, vooral omdat we veel mensen in de inactiviteit hebben. Groei is ook hetgeen je produceert. Als je inactieve, te vroeg uitgetreden en voor de overheid werkende werknemers inzet in de private sector die groei creëert, produceer je gewoon meer. Hoe meer mensen er aan de slag zijn, hoe meer groei er gecreëerd kan worden. Voor ons is dat de uitdaging. Samen met Italië hebben wij ongeveer het grootste groeipotentieel van Europa. Als je inactieve mensen kunt activeren is het een positieve factor die we in handen hebben. Maar het moet nú gebeuren. Er moet een pact komen waar we echt voor kunnen gaan. Op korte termijn gaat dit misschien pijn doen, maar op lange termijn hebben we die groei echt nodig om de vergrijzing te betalen.
De Keyzer Je bent in het peloton aan het fietsen. Er is er eentje die vooraan fietst en eentje vanachter. Degene die achterop fietst, heeft het meeste potentieel, die kan nog de meeste wielrenners inhalen. Degene die vooraan fietst, kan niemand meer inhalen. In België is er 20 procent van het aantal zestigplussers aan het werk, in Zweden is dat 60 procent. Dat betekent dat wij sneller naar die 60 procent kunnen gaan. Voor de Zweden wordt het veel moeilijker om 100 procent te halen. De OESO heeft eens voor alle landen berekend wat er zou gebeuren als alle maatregelen worden toegelaten: meer concurrentie voor de kleinhandel, meer concurrentie binnen bekende sectoren, Albert Heijn en Uber toelaten, apothekers toelaten om ook online te verkopen, enzovoorts. Wel, België stond in dat onderzoek op de eerste plaats. We zouden 20 procent welvaart extra kunnen creëren op 10 jaar tijd.
Liever lui dan moe
Ouderen die niet lang genoeg werken, te veel inactieven en jongeren die niet aan de bak komen. Bepaald optimistisch is ons toekomstbeeld niet. Zijn we met zijn allen liever lui dan moe?
De Keyzer Neem nu het voorbeeld van de brandweerman. In België wordt er gezegd: je bent 100 procent ongeschikt om op je 52ste nog op een ladder te staan, dus je mag stoppen met werken. In Scandinavië zeggen ze: je bent 100 procent ongeschikt om nog op een ladder te staan, maar wel nog altijd 90 procent geschikt om binnendienst te doen. En dat is het verschil. In België wordt er te veel gefocust op wat niet meer kan, terwijl er gefocust moet worden op wat er wel nog kan. Dat betekent natuurlijk ook dat je een aantal verworvenheden aan de kant moet durven schuiven. Als je meer loon wil krijgen, omdat de prijzen zijn gestegen en niet omdat jij creatiever, innovatiever of harder werkt, dan krijg je een scheeftrekking. Het beste voorbeeld om te kijken of een arbeidsmarkt flexibel is of niet, is kijken naar de leeftijd van stewardessen. Als je in Scandinavië een binnenlandse vlucht neemt, zijn je stewardessen in de 50 jaar oud. Je moet bij Brussels Airlines maar eens iemand proberen vinden die ouder is dan 35. Een arbeidsmarkt waar geen plaats is voor ouderen, is een markt waar geen plaats is voor jongeren.
Decock Het hoge geboortecijfer blijft ook een enorme uitdaging voor Vlaanderen en België. Dat cijfer ligt voornamelijk bij migranten, die het voorlopig meestal slecht op school doen. Kunnen die migranten niet de elektriciens van de toekomst worden? Wanneer ze in getto's wonen zonder diploma op zak, worden ze pas een risicofactor. Als we er in slagen om die migranten door ons onderwijssysteem te krijgen, is er veel potentieel.
Student durf op uw bek gaan
Hoe zouden jongeren en pas afgestudeerden begeleid kunnen worden naar een eerste job?
Decock Het probleem is dat het door de hoge loonkosten moeilijk is om iemand nieuw aan te werven. De vorige regering heeft er niet goed aan gedaan door meer risico’s over te laten aan de werkgever. Hij betaalt veel meer om iemand te ontslaan. Vroeger kon je als student eerst 6 maanden proeftijd lopen en mocht de werkgever je binnen de week buitengooien als het niks werd. Zeker voor kleine en middelgrote ondernemingen die de stap zetten naar een extra werknemer is het vervelend als zij zich vergist hebben in die werknemer: dan moeten zij die nog 3 maanden uitbetalen. Voor een klein bedrijf is dat meteen heel veel. Het is verkeerd dat de regering die flexibiliteit heeft ingeperkt. Een bedrijf moet nu al meteen overtuigd zijn dat ze de juiste werknemer te pakken hebben en daardoor nemen bedrijven steeds meer mensen aan die al ervaring hebben.
De Keyzer Daarom raad ik aan om een gratis stage te doen. Ik vind het altijd bizar dat mensen voor een stage betaald willen worden. Voor een diploma aan de universiteit betalen mensen graag geld, want dat is iets waard, maar een stage die na je studies meer waard is dan een bijkomend diploma, daar willen mensen voor betaald worden. Als je een werkgever in gedachten hebt, begin daar dan eerst gratis voor te werken. Een ervaring op je CV staat veel beter dan drie na elkaar behaalde diploma’s van de universiteit.
Studenten moeten zichzelf dus constant verbeteren en al bezig zijn met later. Niet iedereen is daar toch voor gemaakt?
De Keyzer Niet iedereen hoeft dat te doen. Je hebt mensen nodig die ambitie hebben, maar ook mensen met weinig ambitie. Voor elke functie heb je iemand nodig en we gaan nooit met z’n allen één topjob kunnen doen. Mensen verschillen daarin: er zijn mensen die hun hobby interessanter vinden, anderen willen dan weer volledig voor hun werk gaan. Ik merk wel dat mensen soms zo geboeid zijn dat ze er gewoon vanzelf mee bezig zijn. Bij een vereniging als Capitant merk je dat bijvoorbeeld meteen: die mensen zijn echt gepassioneerd, waardoor ze het niet erg vinden om dat er naast hun studie nog bij te doen, terwijl ze evengoed ook bij de Wikings hadden kunnen gaan. Ja, dat staat goed op een CV, maar doe je het daarvoor? Waarschijnlijk niet. Je komt dat soms tegen: mensen die zo gemotiveerd zijn dat ze out of the blue een mail sturen, omdat ze geïnteresseerd zijn in een stage of omdat ze vragen hebben voor hun thesis. Ik zeg daar altijd ‘ja’ op. Als mensen vooruit willen en ambitieus zijn, ben ik altijd bereid om daaraan mee te helpen. Wat je zelf kunt, wordt vaak onderschat. Bekijk dus eerst wat je voor jezelf kunt doen, vooraleer je iets van het systeem verwacht.
Uiteraard gaan er mensen uit de boot vallen, maar ik vind het miserabilisme van 'iedereen heeft altijd steun nodig' wat overdreven. Het ligt heel vaak bij jezelf. Mijn advies aan studenten zou dus zijn: als je een job wil, je wil iets doen, spreek dan iemand aan die er al werkt en vraag of je er eens mee kan gaan babbelen.