Rekenwerk in de Aldi

Steeds meer studenten leven van OCMW-steun
20/09/2007
🖋: 

“Aantal studenten die van OCMW leven verdubbeld in drie jaar tijd” kopte De Morgen deze zomer. Het aantal Vlaamse studenten met een leefloon steeg van 714 in 2002 naar 1.375 in 2005. Socioloog Koen Hermans voegde er zelfs aan toe dat zij slechts het topje van de ijsberg zijn. Wanneer heeft een student recht op steun van het OCMW en welke gevolgen heeft dit voor zijn of haar studies en levenskwaliteit? Zijn we over de piek heen of blijft het aantal studenten met een leefloon groeien? dwars ging op onderzoek.

“De stijgende trend zet zich ook nu voort”, zegt Marianne De Canne, stafmedewerkster van het departement Maatschappelijke Integratie van het OCMW-Antwerpen. “In het eerste kwartaal van 2006 waren er 275 voltijdse studenten met een leefloon in Antwerpen. Begin 2007 waren dit er al 403.”

 

De oorzaken

“Blijkbaar zijn er meer en meer jongeren die de relatie met hun ouders verstoord zien”, vervolgt de OCMW-medewerkster, “maar vroeger wisten veel studenten nu eenmaal niet dat ze misschien recht hadden op een leefloon. Je mag de stijgende cijfers niet enkel negatief zien: het is mogelijk dat er meer probleemsituaties zijn, maar de bekendheid van leeflonen voor studenten is tevens sterk toegenomen. Deze bekendheid is natuurlijk een goede zaak voor studenten die de hulp echt nodig hebben. Het nadeel is dat jongeren vaak zonder grondige reden bij ons komen aankloppen: we moeten heel wat aanvragen weigeren.”

 

“Binnen gezinnen zijn er vaak generatieverschillen die leiden tot ‘normale’ conflicten. Het is niet de bedoeling dat jongeren na een ruzie meteen een leefloon komen aanvragen om alleen te gaan wonen", verduidelijkt De Canne. "Ouders zijn onderworpen aan de onderhoudsplicht, en de gewone gang van zaken is dan ook dat zij voor hun kinderen zorgen zolang die recht hebben op kindergeld. Het leefloon is slechts een laatste redmiddel."

 

De procedure

Als de situatie ernstig blijkt, onderneemt het OCMW verschillende stappen. “Het eerste wat we doen is de jongere aanmoedigen het toch met zijn of haar ouders uit te praten. Eventueel kunnen wij daarbij bemiddelen. Als blijkt dat de ouders niet willen betalen en dus aan de onderhoudsplicht verzuimen, zijn er twee mogelijkheden. De jongere kan besluiten zijn ouders voor de rechtbank te dagen, waar wij eventueel bij kunnen helpen. De rechtbank bepaalt dan het maandelijkse bedrag dat de ouders moeten afstaan. Jongeren zien het echter meestal niet zitten om hun ouders voor de rechter te slepen. Dan verstrekken wij een leefloon en proberen dit, of een deel ervan, terug te vorderen van de ouders. De grootte van dat deel is afhankelijk van de financiën van het gezin en wordt berekend op een schaal die voor heel België geldt. Als de ouders nog steeds weigeren te betalen zetten wij een gerechtelijke procedure van schuldvordering in werking", besluit De Canne.

 

Om recht te hebben op een leefloon moet de student sowieso voltijds studeren, nog geen ander hoger diploma verworven hebben en jonger zijn dan 25 bij aanvang van de studie. De Vlaamse Vereniging voor Studenten vindt deze voorwaarden onterecht. Nele Spaas van VVS licht toe: “De leeftijdskwalificatie strookt niet met het levenslang studeren dat de overheid promoot. En de verplichting tot voltijds studeren is inconsequent met het flexibiliseringsdecreet in het hoger onderwijs, waardoor deeltijdse studietrajecten gebuikelijker worden.”

 

De studiekeuze

De bedoeling van het leefloon voor studenten is dat de studie hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot. OCMW’s geven daarom de voorkeur aan studierichtingen die onmiddellijk uitzicht op een job bieden: een keuze voor kunst of wijsbegeerte is niet evident voor een student die steun van het OCMW wil. De wet specificeert hier echter weinig, waardoor veel afhangt van de verschillende OCMW-centra. Volgens Marianne De Canne is dit niet zo’n probleem bij de Antwerpse OCMW’s: “We geven uiteraard de voorkeur aan een diploma dat uitzicht geeft op een snelle tewerkstelling, maar uiteindelijk is de keuze aan de student. We ondersteunen bijvoorbeeld ook meerdere studenten filosofie. We grijpen enkel in als de keuze van de jongere niet haalbaar blijkt: dit beoordelen we op basis van de examenresultaten of de voorgeschiedenis. We houden vervolgens nauwlettend de studieresultaten in het oog. Het OCMW probeert op te treden als een strenge maar rechtvaardige ouder.”

 

VVS stelt zich vragen bij deze methode: “Onderzoek toont aan dat discussie over de studiekeuze van de kinderen een van de belangrijkste oorzaken is waarom zij het ouderlijk huis verlaten en beroep doen op het OCMW. Als dan ook het OCMW zich gaat moeien met die studiekeuze, wat in vele OCMW-centra wel degelijk gebeurt, is de situatie van de student niet wezenlijk verbeterd. Verder zijn de OCMW-medewerkers in de eerste plaats maatschappelijke assistenten. In pedagogisch opzicht zijn zij niet altijd even goed geplaatst om zich over het academisch potentieel van jongeren uit te spreken, zowel bij de studiekeuze als bij het opvolgen van de resultaten. Toch gaan zij soms louter op basis van zijn of haar voorgeschiedenis oordelen over wat een jongere mag studeren.”

 

“De wet die de leeflonen voor studenten regelt is een zeer goed initiatief die een noodzakelijk sociaal vangnet biedt. Op veel punten is de wet echter te vaag en laat ze te veel interpretatievrijheid. Dit leidt ertoe dat veel in de onderhandelingen tussen OCMW en student bepaald wordt. Dat biedt weinig rechtszekerheid en zorgt voor inconsequenties en problemen”, besluit Spaas.

 

Vakantiewerk verplicht?

en ander gevolg voor studenten die een leefloon trekken van het Antwerpse OCMW is dat zij verplicht worden een maand vakantiewerk te doen. Marianne De Canne vindt dat een goede zaak: ”Zo leren de studenten dat ze er baat bij hebben zich in te spannen. Bovendien hebben ze dan minstens één maand een ietwat comfortabeler leven.” Ook deze regeling trekt Nele Spaas in twijfel: “Bij VVS vinden we dit een malafide praktijk. Verscheidene OCMW's betalen studenten slechts elf maanden per jaar en verplichten de leefloonstudent om een maand vakantiewerk te doen. In de wet staat echter dat de studenten ten zeerste aangemoedigd moeten worden om te gaan werken, maar dat er billijke redenen kunnen zijn die hem of haar hiervan verontschuldigen. Moeten studeren voor herexamens is zeker een geldige reden voor een vrijstelling van het vakantiewerk. Het is toch ronduit absurd dat het OCMW een student die moeilijkheden had tijdens het jaar verplicht om een maand als jobstudent te werken, waardoor deze student zich niet voldoende op zijn herexamens kan toeleggen? Als hij dan niet slaagt loopt hij de kans dat hij zijn OCMW-steun verliest, terwijl net het OCMW hier voor een deel schuld aan heeft.”

 

Dicht bij huis: de sitUAtie

“Aan de Universiteit Antwerpen zien we niet echt een groei van het aantal studenten met een leefloon”, stelt Annick Flour van het Studenten Informatie Punt (STIP). Haar collega An Van Hout vult aan: “Ieder jaar komen er een vijftal nieuwe gezichten aankloppen voor financiële steun. Een merkbare stijging is er niet. De studenten komen hun verhaal vertellen en dan zoeken we samen naar een oplossing. Wanneer het probleem ernstig is, sturen we hen door naar het OCMW. We zoeken op waar ze terecht kunnen en begeleiden hen hier eventueel bij. In de meeste gevallen krijgen ze dan ook een leefloon.”

 

“We zien waarschijnlijk maar een klein deel van de studenten met financiële problemen”, vertelt Flour. “Sommige studenten hadden al een leefloon voor ze naar de Universiteit Antwerpen kwamen, en andere zijn dan weer terughoudend om bij ons aan te kloppen. Ook bij de studenten die toch die stap zetten, merk je dat het hen vaak erg lastig valt over de situatie thuis te spreken.”

 

Drempelvrees?

“Ik ben door mijn moeder min of meer op straat gezet”, getuigt een anonieme UA-student, “en ik vind het moeilijk daar met anderen over te praten. Het is een lang en complex verhaal en het kan gemakkelijk verkeerd begrepen worden wanneer ik het vertel. Ik hoef geen medelijdende blikken. Dat is eigenlijk de voornaamste reden waarom ik tegen vrienden en kennissen liever zwijg over mijn leefloon: ik vind het niets om me over te schamen, maar iedere keer moet ik dan het verhaal erachter vertellen.

 

Om naar het OCMW te stappen voelde ik geen drempel: toen ik op straat stond, had ik geen andere keuze. Nu mijn kindergeld, studiebeurs en alimentatiegelden aangevuld worden door het leefloon, kan ik in mijn onderhoud voorzien. Zeker in het begin was het echter niet altijd aangenaam: mijn hele leven werd beheerst door geld. Bij alles wat ik deed of kocht moest ik me vragen stellen. Aan het einde van de maand wist ik na mijn inkopen in de Aldi iedere keer op voorhand hoeveel ik aan de kassa zou moeten betalen: ik had iedere cent al geteld. Nu heb ik het financieel wat beter.”

 

“Het OCMW-centrum is nogal slordig in het opvolgen van mijn studies”, vervolgt de student, “maar als ik niet slaag, zouden ze het wel opmerken. Ik denk echter dat ze het de eerste keer door de vingers zouden zien. Voorlopig hoef ik me er geen zorgen over te maken: mijn herexamens waren in orde.” “Studenten met een leefloon zijn vaak erg gemotiveerd”, verduidelijkt Marianne De Canne. “We hebben het onderzocht en wat blijkt: tot 80% van onze steuntrekkende studenten haalt zijn diploma! Dat is een prachtig cijfer.”